184

> maar Hij dringt ook door tot in het binnenste > van de mens met de krachtige werking van deze Geest > die hen wedergeboren doet worden. > Hij opent het gesloten hart, > Hij vermurwt het harde en besnijdt het onbesneden hart. > Hij stort in de wil nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, > die dood was, levend wordt, > die verkeerd was, goed wordt, > die onwillig was, daadwerkelijk gewillig wordt, > die weerspannig was, gehoorzaam wordt. > Hij beweegt en sterkt die wil zo, > dat ze als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen. De empathie blijft niet aan de oppervlakte, maar gaat de diepte in, het binnenste. Ook zondag 2 van de catechismus gaat over empathie : ‘uw naaste liefhebben als uzelf.’ God moeten we liefhebben boven alles, waar alle empathie begint. Als er dan staat : Vraag 5: Kunt u zich aan dit alles volkomen houden? Antwoord: Nee, want ik ben van nature geneigd God en mijn naaste te haten. Dan gaat het volgens de rodenbergse catechismus hier over het toetsen : ‘Zondag 2 stelt dan dat de mens hier niet aan kan voldoen, omdat de mens geneigd is zich van God af te keren. Hoe moeten we dit opvatten zonder negatief en dramatisch te worden ? Het is belangrijk dat er allereerst een worsteling plaatsvindt met God, zoals Jakob op Pniël, zodat de mens geen valse, ongetoetste goden volgt. Het gaat niet om goden, maar om gnosis, om kennis, en alle kennis moet eerst onderzocht worden, getoetst, dus de mens mag ook niet zomaar blind vertrouwen en zich blind overgeven. Dat doet de mens ook niet als de mens een vrouw ontmoet. Hij moet haar eerst leren kennen en testen, als in een worsteling.’

185 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication