269

was iets jonger en kwam uit Denemarken, wat een verlengstuk van Duitsland is en zich dan weer opsplitst in Noorwegen en Zweden. In mijn dromen over Denemarken ging het vaak over de nachtkoorts, wat ook weer aan Kierkegaard verbonden is. In Kierkegaard's boek 'Vrees en beven' (1843) stelt hij dat Abraham werd tot een monster om Izaak van de borst van Sarah te laten ontwennen, en waardoor Izaak zijn geloof verloor. Het kind moet namelijk de bron in zichzelf zoeken, zijn innerlijke moeder. Volgens Kierkegaard was de moederborst voor dat doel zwart gemaakt. Het kind moest zo van geloof komen tot de rede, tot de hogere rede wel te verstaan, van het individu. Daarom liepen de paden van de kerk tot de filosofie. De nachtkoorts wijst dus ook op het Abraham en Suri verhaal, wat onder het exodus verhaal ligt. Ik had eens een droom over dat ik met kamp in Duitsland was, maar daar scheen ik ook te wonen. En er werd gewoon Nederlands gesproken. Het was natuurrijke omgeving, en ik was daar in de natuur, en kwam wat mensen uit Denemarken tegen die hier waren gekomen en weer terug zouden gaan, maar ze hadden het over een oorlog in Denemarken. Er werd met kanonnen geschoten. Ik vroeg toen of er hier in Duitsland ook oorlog was, maar dat was niet zo. In Duitsland was het veilig. Ik ging toen weer terug naar het kamp. Volgens Kierkegaard ging het niet om zomaar een onderwijzer te zijn, maar een getuige. We zijn er niet voor om allemaal maar door te geven wat anderen in boekjes hebben geschreven, zoals de kerk telkens maar weer doet, maar we zijn er voor om getuigen te zijn van deze diepere dingen. Daartoe kwam het Duitse filosofische evangelie, om de weg te banen voor het persoonlijke, want de mens was door de kerk vastgeraakt in voorouder verering, terwijl de voorouders er meer mee gediend zouden zijn als hun materiaal kritisch verdiept zou worden. Ook de voorouders waren vastgeraakt. Er moesten meer natuurdynamieken geopenbaard worden, de missing links. Kierkegaard stelde dat de waarheid een samenstelling is van dingen die niet bij elkaar horen, zoals Spinoza's God van de atheïsten. De waarheid is dus het absurdisme, wat ook de taal is van de ware werkelijkheid. Juist door het absurde, oftewel het vreemde, te haten kwam de mens in een valse werkelijkheid terecht. De mens was niet meer vrij. De absurde werkelijkheid

270 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication