58

En ik hoorde een vreemd liedje van dwergen, ze dansten om hun supergoofy heen, die ze gemaakt hadden, ze hadden er zo’n schik in … ‘niemand weet, niemand weet, dat hij repelsteeltje heet.’ Repelsteeltje was een mannetje uit een sprookje die mensen uit benarde situaties hielp in ruil voor hun kinderen. Goud spon hij van hooi, hij kan alles voor je maken, in ruil voor je innerlijke kind ... Ja, veilig leidt hij je naar de volwassen wereld, om een getrouwe volgeling te worden van supergoofy, een getrouwe 1816-nazi te zijn, om elk innerlijk kind om zeep te helpen, wie oren heeft die hore hoofdstuk 21 van oer tot orion Ezau was in de heilige scheiding. God had op een bepaalde manier afstand van hem gedaan, opdat zijn vlees besneden zou worden. Dat is niet iets vreemds. Ook Jezus ging daar doorheen, en de psalmist. Ezau was een verstotene, gehaat door God, opdat Ezau de minste kon zijn. Het boek Abadja stelt dat God hem zeer klein maakte. Keil-Delitzsch (1866) zegt hierover dat God Ezau, Edom, klein maakte door middel van vijandelijke naties en dat Edom van grote

59 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication