verdedigen. Zij hadden de middelen niet om zichzelf te beschermen en daarom moesten zij zich wel tot de hemel wenden. Calvijn stelde dat het in oude tijden een misdaad was waarop de doodstraf stond als een slaaf een wapen droeg. Het zijn de rijken en de hoovaardigen die de spot dreven met Gods volk. Ze zijn hoog en vol met aanzien in de wereld, met verblinde ogen door de glans van hun grootsheid, stelt Calvijn, en zo kijken ze gemeen neer op anderen vanuit de hoogte, omdat ze het geestelijke hemelse koninkrijk als niets achten. Hoe meer ze voorspoedig zijn en het fortuin hen toelacht, hoe meer de hoogmoed hen opblaast en hoe onbeschaamder hij zich openbaart, zegt Calvijn. Calvijn noemt dan 1 Cor. 4 : Griekse worteltekst : ‘Wij zijn dwaas om Chasma’s wil (de baarmoeder), maar gij zijt verstandig; wij zijn zwak, maar gij zijt sterk; gij zijt in aanzien, maar wij zijn niet in ere. Tot op dit ogenblik verduren wij honger, dorst, naaktheid, vuistslagen en een zwervend leven; wij verrichten zware handenarbeid; worden wij gescholden, wij zegenen; worden wij vervolgd, wij verdragen; worden wij gelasterd, wij blijven vriendelijk; wij zijn als het uitvaagsel der wereld geworden, als aller voetveeg, tot op dit ogenblik toe.’ Calvijn : ‘Gods volk wordt voor niets anders dan uitvaagsel en afschrapsel gerekend. Laat ons de bozen overlaten aan hun hoogmoed todat zij ervan barsten. Wat blijft ons dan anders te doen dan in de duisternis het licht des hemels te zoeken en dat onze ziel hongerend zucht tot God om te bidden om uitkomst.’ Het woordje totdat is een mooi woord : Toth-Duat. Toth is de vergriekste vorm van de Egyptische onderwereld, de duat, of duaty, oftewel de diepte die ons weldra en alles zal overstromen, ook uitgebeeld als een ibis met de stenen tafelen van de hemelse wet, het hemelse woord, wat in alles verborgen ligt. Dit is het grote ‘totdat’ waar niks en niemand omheen kan. Onze ziel is ontkomen als een vogel uit de strik van de vogelvangers; de strik is gebroken,
120 Online Touch Home