te verlossen. 2 Waarom is dat rood aan uw gewaad, en zijn uw klederen als die van iemand die de wijnpers treedt? 3 Ik heb de pers alleen getreden en van de volken was niemand bij Mij, Ik trad hen in mijn toorn en vertrad hen in mijn grimmigheid; toen spatte hun bloed op mijn klederen en ik bezoedelde mijn ganse gewaad. 4 Want een dag van wraak had Ik in de zin en het jaar van mijn verlossing was gekomen. 5 En Ik zag rond, maar er was geen helper; Ik ontzette Mij, maar niemand bood steun. Toen verschafte mijn arm Mij hulp en mijn grimmigheid ondersteunde Mij. 6 En Ik vertrapte volken in mijn toorn, maakte hen dronken in mijn grimmigheid en deed hun bloed ter aarde stromen. Er is dus een groot verschil tussen het Egyptische Bosra en het post-Egyptische bosra. Haar zoon was Mahes, ook een oorlogsgod en leeuw. Zijn naam betekent hij die de ware is naast haar. Hij wordt ook wel de rode (scharlaken) god genoemd (vgl. Opb. 19). Hij verslond de krijgsgevangenen, als de verslinder van de schuldigen, en werd daarom ook de god van de slacht genoemd. Zijn naam is een Egyptisch wortelwoord van de Masiah (Hebreeuws), en masih (Arabisch), oftewel de Messias. Ook Sekhmet werd de rode godin genoemd, zij die bloedlust heeft, wat ook terugkomt in Openbaring. Zuid-Egypte veroverde Noord-Egypte en zo werd uiteindelijk Egypte één. Sekhmet droeg het rode kleed. Zij had overwonnen om te verzoenen en zij nam Memphis en Leontopolis in in NoordEgypte, wat haar belangrijke centrums werden. De gnosis is geen sadist, maar diepe educatie waarin metaforen worden gebruikt, die dus niet letterlijk genomen mogen worden. Het zijn allegorieën. voetnoten : [1] roman van de Joods-Amerikaanse schrijver Leon Uris (1924-2003) uit 1958. 14 Daarom zal Ik een vuur aansteken in den muur van Rabba, dat zal haar paleizen verteren; met een gejuich ten dage des strijds, met een onweder ten dage des wervelwinds. 15 En hunlieder koning zal gaan in de gevangenis, hij en zijn vorsten te zamen, zegt de Heer. Aan het einde van het eerste hoofdstuk gaat een koning in gevangenschap, en ook de vorsten onder hem, als krijgsgevangenen, maar in het Nieuwe Testament wordt ook weer duidelijk wat het krijgsgevangenschap is, want dit hoort namelijk weer bij het toetsen : 2 Korinthe 10 3 Want wandelende in het vlees, voeren wij den krijg niet naar het vlees; 4 Want de wapenen van onzen krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten; 5 Dewijl wij de overleggingen ter nederwerpen, en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis van God, en alle gedachte krijgsgevangen leiden tot de hemelse gehoorzaamheid. Het oordeel is dus symbolisch het toetsen, het onderscheiden. Vertering is in de Hebreeuwse taal een zinnebeeld van de honger. Het vlees wat onder de voet van
13 Online Touch Home