16

daaraan kan ontwikkelen. Dat is ook de boodschap van amos en de duitse commentators. Gustav Baur, duitse theoloog (1816-1889) stelt : 'Maar de waarheid was volkomen zeker en Amos sprak deze waarheid eerst met volledige duidelijkheid uit, dat Jehovah getrouwe naleving van zijn wet eiste als voorwaarde voor de vervulling van de beloften die aan het volk waren gedaan. Straf voor al hun overtredingen was als ernstige bedreiging.' Baur laat zien dat Amos 3 de verhouding is tussen roofdier en prooi. Metaforisch gezien is dit waar het leven telkens over gaat, en dat heeft een bedoeling, namelijk dat het vlees telkens weer onderworpen moet worden. Het is een fundamentele eeuwige dualiteit van het leven zonder welke geen leven mogelijk is. Om het vlees zover te krijgen wordt er in Amos 3 gebruik gemaakt van lokaas en valstrikken. Hier ontkomen wij niet aan in het geestelijke leven. Het leven is daarom niet rechtlijnig, maar abstract in die zin, tegendraads, en de mens is aan hogere wetten onderworpen dan zomaar het concrete. Baur : 'Met het geestelijke vervulde profeten hebben een zeer onweerstaanbare drang om de goddelijke waarheid te prediken, zelfs wanneer hij met onverschilligheid voor zijn woord wordt geconfronteerd of wanneer brute kracht hem gebiedt te zwijgen en naar de waarschuwing van de profeet niet wil luisteren.' We kunnen dus zien dat de terugkerende verhouding tussen roofdier en prooi en hun patronen er voor zijn om de geestelijke mens te programmeren, tot een onweerstaanbaar ritme. Dat is ook de vierde calvinistische wet. Dit is wat gebeurt in de diepste duisternissen van de duitse bossen, in het diepste van de reformatie. Hier worden de hemelse touwen van regressie geboren. 6 Wordt de bazuin in een stad geblazen, zonder dat de inwoners opschrikken? Geschiedt er een ramp in een stad, zonder dat de Here die bewerkt? De bazuin roept, roept namen, om te 'ZUW' = overtuigen, innemen, doen trillen, slaan 7 Voorzeker, de Here Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten. De Heere openbaart, maakt naakt, brengt in ballingschap, maakt : gly. Hij doet dit met zijn Levitische, profetische slaven, de ebed. Dit zijn profeten, nbia in het Aramees. Hij openbaart raz, mysterie, allegorische uitleg, typologische symbolen, sacramenten. Openbaring staat dus gelijk aan naakt in ballingschap gaan, en dit is in Yechezqel (Ezechiël) de opslagplaats van mayim, het goddelijke zaad. Yechezqel kwam tot de naakte ballingen, gowlah, van telabib, wat de geprezen opslagplaats van de vloed, van mayim, betekent, aan de brandende oerrivier Kebar (Chebar) van vermenigvuldiging, van het vele, om groot te maken (Aram.: nhar, nahra, rivier van vuur). Aan deze rivier kreeg Yechezqel zijn openbaringen. Hij bleef afgezonderd daar, als een woesteling. God maakte van hem een tsaphah, een spion, in de onderwereld-gevangenis van Yisrael. Hij kwam daar om ytb, ytib, om te belegeren (besiege), om hen te bezitten, bezeten te maken, als een demoon. Zo diep ging dat oordeels-profetenschap. Dit heeft te maken met het komen tot de rivier van de urim, om zo Openbaring te krijgen. De urim wil ons inwijden in de graden van profetie. Hier moeten we leren het goddelijke zaad te ontvangen. God wil de oordeels-profeet niet dom houden, maar maken tot een listige spion, als een geoefend indiaanse jager en strijder. De Yechezqel-graad is een hoge graad in de Iyowbitische graden van de thmmim, tot het volkomen

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication