gewoon andermans bezit. Brandenburg stelt dat als je van God een soort zoete, lieve man maakt, dat dat nog wel erger is dan de ontkenning van God. Hij waarschuwt dus in principe tegen het new age gevaar. Brandenburg stelt dat de zogenaamde neutralen God niet eens zo serieus nemen als zijn vijanden. Hij zegt : 'Voor hen is het slechts een krans in plechtige uren - van de bruiloft tot de doopceremonie tot de begrafenis.' Het zijn allemaal slechts de overleveringen van de mensen. Het zijn mensen die rust zoeken in het materialisme, stelt Brandenburg. Zij zoeken dus de pensioneringsfondsen op. Brandenburg : Maar Jezus zegt: “Jij Dwaas, vanavond zal je ziel van je worden gevraagd. En wat zal dan zijn wat je hebt verzameld ?” (Luk. 12: 20.) De zonde wordt onderschat, gebagetaliseerd, en daardoor is er misleiding. Hij stelt dat de mens onwetendheid wil, omdat de mens zo overmoedig kan zijn en daardoor aanmatigend, als god willen zijn. Is dat ook niet wat het verjaardagsfeest is ? De mens wil zichzelf zo verhogen, zonder enige basis. Een jaartje ouder worden is een basis van niets. Iedereen wordt een jaartje ouder, ook de dwazen, de gekken en de criminelen. Geef je de hoofdprijs aan de zot ? Dan heb je het goud der zotten gewonnen. Dan krijg je een lintje met een plakkertje. Steekpenningen worden aangenomen. Het is bloedgeld. Ook dokters vieren zo hun verjaardagen. Ze wijzen op hun grote diploma, oftewel het certificaat van hun pensionering. voetnoten : [1] Meer over shamanisme in het Egypto-Judeo commentaar Hosea voor predikanten, rgg 19702021 [2] zie hiervoor ons onderwijsboek 'de venezuela muur' rgg 2020 – over de duitse theoloog Hans Brandenburg (1895-1990), p.162,163 Amos 6 1 Wee de zorgelozen op Sion, en die zich veilig voelen op de berg van Samaria, de uitgelezenen van de keur der volken, tot wie het huis Israëls komt. Zorgeloosheid is overmoed. Overmoed gaat buiten het kruis om. De mens moet terugkeren tot de kippenjacht in Amos 3:5. De mens moet zijn oor doorboren en in zwijgzaamheid terugkeren tot het hemelse woord. 3 Gij, die de boze dag ver weg stelt, en de zetel van het geweld nabij brengt, 4 die nederligt op ivoren bedden, en omhangt op uw divans, die lammeren uit de kudde opeet en kalveren midden uit de stal, 5 die joelt bij het geluid van de harp, die gelijk David muziekinstrumenten voor u uitdenkt, 6 die uit plengvaten drinkt, vol wijn, en met de voortreffelijkste olie u zalft, maar om de verbreking van Jozef u niet bekommert. 7 Daarom zullen zij nu in ballingschap gaan aan de spits der ballingen, en uit is het met het getier van wie zo omhangen. In hoofdstuk 6 wordt duidelijk dat de ballingschap helemaal tot de wildernis leidt, zodat de mens
23 Online Touch Home