27

hoofdstuk 26 woord voor woord – de donderdag avond overdenking De vrijmaking is iets heel moois, als een natuurmoeder die de mens opzoekt in de stad en de mens een bevrijdend zicht van de natuur zendt om de mens terug te brengen tot de natuur. Rivieren 8:1 Moeder natuur is tederheid, maar het is heel pijnlijk voor het vlees, en het vlees begrijpt het ook niet, en vertaalt het op een hele andere manier. Er is een confrontatie tussen Moeder natuur en moeder vleselijkheid, en er is een gevecht. Maar kijk naar het woord natuur : Nat uur. We gaan het dus niet droog houden, want het is een nat uur. Moeder natuur leidt ons terug tot de zee, diep in de wildernis, en tot de wildernis. Van daaruit mogen we haar eilanden en landen leren kennen. Moeder natuur is helemaal tot de stad gegaan om ons op te zoeken. Kijk maar om je heen : Zij is daar. Er is nog zoveel natuur in de steden. Zij heeft ons niet aan ons lot overgelaten. Wij mogen haar sporen volgen. Zij komt ons daarin ook tegemoet, want zij is de goede visser, en vist ons op in haar netten. Het teruggaan tot de natuur betekent zoals het bovenstaande vers zegt : zicht krijgen op de natuur. En dat zicht mag onze bevrijding worden, onze vrijmaking. Bevrijdend zicht op de natuur, wat houdt dat in ? Er staat trouwens : ‘bevrijdend zicht van de natuur’, dus dat we leren te kijken met de ogen van de natuur, en het houdt ook in dat we de natuur leren begrijpen. We zijn intens met de natuur bezig. Kijk nog maar eens naar het woord natuur : naturen, we turen het na. We moeten gaan leren naturen en na-turen, de natuur na-turen. Dat is een hele opdracht, en daar is een pad voor, door Moeder natuur gebaand. Zij kwam tot de stad om ons de natuur te brengen, het natuurzicht. Het natuurzicht brengt de mens weer terug tot de natuur, zegt het vers. Het natuurzicht leert de mens ook te wandelen in de natuur, op het natuurpad. We mogen zo de natuur in ons ontdekken en de natuur ook worden. Je bent een stukje natuur. Diep in je ligt het natuurzelf. De natuur is dus een zender, een natuurzender, en ook een opzoeker, een natuuropzoeker, en het heeft ons zelfs opgezocht in de stad, en wij mogen deelhebben aan dat proces. Daarom zijn wij ook tot de stad gegaan, om de natuur te zenden. Steeds minder natuur is er in de stad, maar wij mogen zaaien. Wij mogen het natuurwoord brengen, op de manier van de natuur, subtiel dus. Kijk maar naar hoe de planten en bloemen communiceren. De natuur is obscuur. De natuur zit niet voor een dubbeltje op de eerste rang. De natuur heeft hele andere wegen, ondoorgrondelijke wegen. Het natuurwoord mindert altijd weer, komt in golven, werpt haar visnetten uit. Als we dat gaan begrijpen, dan weten we wat de vrijmaking is. Het natuurwoord wordt dus gezonden om op te halen, als een visnet dus, van de goede visser. Het uur is nat, we houden het niet droog. Aan touwen en in netten worden mensen op het schip gehesen door de goede visser. De zondvloed is gekomen, dat hebben we gezien, maar daar blijft het niet bij. De zondvloed is ervoor om mensen op het schip te krijgen. Het natuurwoord is de ladder. Woord voor woord rijgen wij. Zij is van de hemel gezonden.

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication