28

hoofdstuk 27 de kringloop van de hemelse zee De mens strijdt tegen de hemelse oceaan, en de mens is hierin maar een druppel. Rivieren 1:1 Hoe kan een druppel zich beroemen tegen de zee ? We zien het om ons heen gebeuren. Het vleselijke strijdt altijd tegen het geestelijke. Vele druppels vormen woeste golven, en ze strijden tegen de zee en tegen elkaar. Ze gaan tegen elkaar in, klotsen tegen elkaar aan, en dan is er schuim. Je kunt er om rouwen, maar je kunt er ook gebruik van maken : surven op de golven om te komen tot een mooi eiland. Het is niet de bedoeling dat je er geheel in wegzinkt. Toch ben je zelf ook maar een druppel, en mag je het relativeren en zicht krijgen op de zee. Het spreekt ook van flexibiliteit en omvorming. Het zeewater verdampt en wordt tot wolken, wat later weer regen geeft op het land, opdat de plantjes groeien. Zo is je leven als druppel heel waardevol. Uiteindelijk wordt je dus van zeedruppel tot regendruppel, en zo kom je aan land. Ze mag je helpen de bloemen te laten bloeien. Zo is het leven : Je bent maar een druppel in de zee, maar door de verdamping wordt je opgenomen tot de wolken, om vervolgens als regendruppel weder te keren, ook maar heel klein, en heel fijn en subtiel. Er zijn zoveel andere druppels. Vele druppels vallen in de rivieren en gaan weer terug naar de zee, en dan gaat het weer overnieuw, maar als je uiteindelijk de bloem hebt bereikt, en je in de bloem wordt opgenomen, dan zal je bijdragen aan de nectar van de bloem, en als de bij je dan meeneemt dan wordt je tot een honingdruppel. Dat de mens dus maar een druppel is is helemaal zo gek nog niet. Het is een mooi en groots plan. Als de mens zo ver is gekomen, dan is de mens zijn geestelijke waarde gaan ontdekken. De mens is opgenomen tot de bijenkorf, tot de honingraat, als beeld van een diep geestelijk leven. De mens strijdt niet meer tegen de hemelse oceaan dan, maar heeft de warmte in zichzelf gevonden, om die ook uit te dragen. De honing als beeld van het diepere, geestelijke leven, absorbeert het hemelse, weerkaatst het hemelse, in soberheid. Het is puur natuur. Het is niet overmatig en niet overmoedig. Je wordt dan geoogst door de hemelse imker. Je bent dan voeding van het hemelse woord. En zo ga je van woord tot woord, en hoe hoger je komt, des te dieper je neerdaalt, van neerdaling tot neerdaling, totdat je weer een zeedruppel bent. Dat is de kringloop van de hemelse zee, waarin je steeds een ervaring rijker wordt, totdat je gaat beseffen dat de zee ook in de zeedruppel is.

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication