26

Maar toen begon ook de barman boos te worden. 'Zeg, niet beledigend gaan doen, hè. Er zijn hier geen monsters, en nu wegwezen, kereltje,' zei de barman. Elwin liep weer het café uit naar de rode bol. 'Ga weer naar binnen,' zei de rode bol. 'Hij zegt dat het er niet is,' zei Elwin. 'Het is de kameleon,' zei de rode bol. 'Hij mag alles bij je doen, denkt hij, en je mag je niet verdedigen.' 'Wat moet ik doen ?' vroeg Elwin. 'Gewoon teruggaan,' zei de rode bol. 'Het pad wijst zich vanzelf.' Weer ging Elwin naar binnen. 'Wat heb ik nu aan mijn klomp hangen !' bulderde de barman. 'En nog terug durven te komen ook na je beledigingen ?' 'Jij begon,' zei Elwin. 'Ik kom hier voor het monster. Wen er maar aan.' Toen kwam de barman van achter de bar vandaan. Hij trok al een pistool. 'Wen er maar aan ?' bulderde hij. 'Wat zijn dat voor manieren. Je bent wel een erge brutale vlegel. Pas maar op, straks schiet ik je aan flarden.' 'Ja kom,' zei Elwin, 'je bent de dominee niet. Geef dat waterpistooltje maar aan mij. Het is niet voor hele kleine kinderen.' Toen werd de barman buiten zichzelf van woede. 'Nu weg, of ik schiet !' bulderde hij met een hoofd zo rood als tomaten. 'Ik tel tot drie ! Eén .................. twee ............................................... drie !' Maar Elwin bleef gewoon staan, want de rode bol was inmiddels om hem heen gekomen. De man schoot, maar de kogel werd door de rode bol afgeketst, en die ging toen dwars door een fles heen. 'Hoera,' zei de rode bol. 'Dat was de fles waarin hij woonde.' De barman begon weg te smelten, en er begon vreemd spul uit de kapotgeschoten fles te druipen. 'We moeten hier nu weg,' zei de rode bol. 'Dit stadje zal snel onderlopen.' Elwin reiste vliegensvlug in de rode bol weg het stadje uit. 'Waar is de landkaart ?' vroeg Elwin. 'We moeten nu naar het monster van nieuwsgierigheid.' Maar Elwin keek om zich heen, en de rode bol was weg, en hij stond midden in de woestijn. Na een tijdje slenteren in de woestijn vonden vreemdelingen hem, en namen hem mee naar een ander woestijnstadje. Hij begon het hele verhaal te vertellen en ze keken hem met grote ogen aan. Ze spraken Elwin's taal maar heel gebrekkig, en Elwin dacht dat ze hem soms verkeerd begrepen. Hij kreeg een kamertje waar hij de nacht kon doorbrengen. Die nacht peinste Elwin over alles wat hij had meegemaakt. Hij moest maar weer gewoon wachten totdat de rode bol weer voorbij zou komen, of misschien moest Elwin ergens anders heen, iets anders leren. Elwin begon echt heel erg aan zichzelf te twijfelen nu de rode bol niet meer bij hem was. Of had hij

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication