moest gaan, maar hij verwerkte het in zijn preken. Verder liet hij zich nooit negatief uit over zijn vrouw. Hij hield haar altijd de hand boven het hoofd. Over zijn huwelijksproblemen zei hij niets. Hij ging het park in en zag een Afrikaanse familie met hun kinderen. De kinderen waren erg druk, maakten erg lawaai. Hij dacht na over de Afrikanen in slavernij in de vorige eeuwen. 'Dat moet ook wat geweest zijn,' mompelde hij. Hij wist natuurlijk wat het was om dwangarbeid te moeten doen. Hij voelde zich erg bij zijn Afrikaanse medemens betrokken, maar hij dacht toen ook aan de woorden van zijn vrouw : 'Niet zo aanstellen,' en 'er zijn wel ergere dingen.' Ze probeerde grote misdaden op die manier altijd goed te praten. Even voelde hij een boosheid in zich opkomen, maar toen werd hij ineens dodelijk koud. 'Niet zo aanstellen,' dacht hij toen. 'Ja, die Afrikanen moeten zich niet zo aanstellen. En ze hebben altijd zoveel kinderen. Waarom gaan ze niet terug naar hun eigen land.' Hij schrok eigenlijk wel van zijn eigen gedachtes. Hij dacht dat ook weleens over zijn vrouw. 'Wat moet ze hier eigenlijk ? Het is toch ons land ?' Soms had hij van zulke 15
16 Online Touch Home