Toen hij weer thuis was gekomen met sigaretten en chocolade begon hij te foeteren tegen zijn vrouw over de Afrikanen. Zijn vrouw koos altijd partij voor zijn tegenstanders. Hij moest zich niet aanstellen. Wel was ze weer blij dat hij chocolade voor haar had meegenomen. 'Je doet in ieder geval één ding goed,' zei ze. En toen kon hij zichzelf niet meer inhouden : 'Waarom ga je niet terug naar Suriname waar je hoort, in het oerwoud ?' zei hij. Snel daarachter zei hij : 'Ik ga wel met je mee, maar dit is je land niet. Ik zal mezelf wel voor je opofferen dan.' 'Om de dreiging van de Duitsers te ontvluchten ?' zei ze. 'Om een nieuw leven te beginnen,' zei hij. 'Alles hier herinnert me aan vroeger. En natuurlijk omdat je zwart bent. Je hoort hier niet. Je hoort wel bij mij, maar je bent gewoon geen Nederlander. Je hoort niet tot het blanke ras, laten we eerlijk zijn.' 'Je moet het zo zien,' zei ze. 'Ik ben de koffie, en Nederland is de melk.' Als blikken konden doden, dan was hij allang dood geweest. Er volgde een doodse stilte. Zijn vrouw 17
18 Online Touch Home