26

Hoofdstuk 4. April tot Juli, 1946 Er kwam nog steeds kritiek via zijn vrouw van kerkleden over zijn preken. Hij vond het vreemd dat hij er zelf niet over benaderd werd, maar dat alles via zijn vrouw ging. Dat schepte ook niet echt vertrouwen. Zijn vrouw zei er ook bij dat als hij niet veranderde, dan zouden ze gaan knippen in zijn preken. De dominee had het gevoel dat dit het begin van het einde was, want zo zou hij niet meer kunnen zeggen wat hij op zijn hart had voor de kerk. En hij was toch als een herder die de schapen moest behoeden tegen het grote kwaad wat dreigde. Hij voelde zich aan de kant geschoven, maar zou er toch rekening mee proberen te houden. Hij had geen andere keuze. De angst aanvallen waren nog steeds in die mate dat het voor hem onmogelijk was zelf naar de kerk toe te komen. Zijn vrouw ging wel. Hij begon steeds meer over de oorlog te schrijven in zijn preken, en zelfs over zijn huwelijksproblemen. Zijn vrouw bracht altijd de preken naar de kerkeraad elke donderdagavond, maar die verbeterde ze van te voren altijd. Ze liet er stukken uit weg, en schreef 26

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication