Hoofdstuk 5. Augustus tot Oktober, 1946 Hij had veel nachtmerries over de oorlog. Dominee Jonkema was alles behalve over de oorlog heen. Zijn vrouw was hierin geen steun. Zijn preken hielpen hem. Het was augustus, 1946. Hij snakte vaak naar adem. Dat ze nu in een nieuwe kerk waren hielp wel. Hij kon zo alles achter zich laten, maar zijn oorlogsverleden achtervolgde hem. Het stalkte hem. Het liet hem niet met rust, zoals zijn vrouw hem niet met rust liet. Vaak staarde hij uit zijn slaapkamer raam om naar de mergpijpen te kijken die langsreden. Hij kon er maar niet aan wennen. Het was alsof ze zijn gevangenis bewaakten. Toch inspireerde het hem ook op een vreemde manier. Hij had een nieuwe stijl van preken gevonden. Dat was een keer wat anders. Soms ging hij nog weleens naar de slaapkamer van zijn vrouw om in haar dagboeken te lezen, wat als pinnen door zijn vlees was. 'Hoe kan iemand hier mee leven ?' vroeg hij zichzelf vaak af. Vaak waren het ook klinkklare leugens, of dingen omgedraaid. Soms waren het juist de dingen die ze zelf had gedaan waar ze hem van beschuldigde. Toch 32
33 Online Touch Home