een stoel. Hij werd al naar als hij aan haar dagboeken dacht, dus die liet hij met rust, maar hij keek even tussen haar boeken. Er waren ook wat nieuwe boeken bij. Er lagen wat tijdschriften, romannetjes, bijbelse boekjes en een boek over auto's. Hij vroeg zichzelf af wat ze ermee moest. Van de romannetjes keek hij helemaal op. Zij was niet iemand van de romantiek. Of misschien was ze het aan het onderzoeken ? Hij zag het al helemaal voor zich dat ze erin zou bladeren, dat ze dan bij zichzelf zou denken : 'Wat is dit ? Ik begrijp dit niet. Wat is dit ?' Misschien zou ze wel hysterisch worden. Of ze zou er met opgetrokken wenkbrauwen in lezen, om vervolgens te zeggen : 'Nou ja.' Ze zou er heel minachtend over doen. Hij kon het zich niet voorstellen dat ze dit zou lezen voor de ontspanning. Of misschien zou dit makkelijker zijn omdat het toch niet om haar ging ? Er was zo een grote en veilige afstand. Toen ze weer thuis was vroeg hij erover. 'Wat moest je op mijn kamer dan ?' snauwde ze. 'En dat gaat je verder niets aan wat ik met die romannetjes doe.' Maar na lang doorvragen bleek het 80
81 Online Touch Home