gevraagd. Er was niet veel wat hij kon doen. Hij wilde zich niet weg laten jagen. Hij was opgelucht wanneer ze hem met rust lieten. Hij voelde zich in het nauw gedreven, geisoleerd. Ook haar moeder kwam weer. Het leek wel alsof ze een complot tegen hem hadden gesmeed. Hij hield zijn kamerdeur op slot. Soms hoorde hij één van hen psalmen zingen, maar hij wist dat het slechts oorlogs-psalmen waren. Soms waren er zelfs nog andere vriendinnen bij die hij niet kende. 'Vol huis,' zei hij dan als hij langsliep. Hij wilde zich niet laten wegpesten, maar hier kon hij niet tegenop. Hij besloot zich maar gewoon rustig te houden en zich niet al teveel te laten zien. Ze gaven hem de schuld van allerlei dingen. Natuurlijk wilden ze alleen maar één kant van het verhaal horen. Ze gaven hem niet de kans zijn verhaal te vertellen. Elke dag weer moest hij langs deze roofdieren heen, zelfs 's nachts. Het leek wel alsof ze elkaar afwisselden, of alsof ze nooit sliepen. Het leek wel op een machtsspel, een strijd over territorium. Hij gebruikte het maar weer voor zijn preken. Dat was alles wat hij kon doen. 82
83 Online Touch Home