104

Hoofdstuk 5. De mannen vermelking Er stond een jongen voor mij. Het was de jongen uit de toekomst. 'Mijn naam is Utrecht,' zei de jongen. 'Wij kennen elkaar. En toen je 'hey, jongen,' zei bereikte het signaal me nog niet. Het moest door een heleboel schilden heen.' Hij begon me los te maken. 'Kom mee,' zei hij toen. Hij leidde me uit het kamertje waar ik was, de gang op. We kwamen toen ergens bij een lift terecht, waar we ingingen. Hij toetste een paar knopjes in en toen gingen we naar boven. We kwamen terecht in bosgebied. Hier stond zijn tijdmachine ergens. De tijdmachine deed het weer volop. Er kwam zachte straling vanaf. We stapten in, en hij ging achter de stuurknuppel zitten en we vlogen weg. We werden direct aangevallen door ruimteschepen van de psycho-dentists, 104

105 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication