Hoofdstuk 2. De twistzieke vrouwen Kijk hoe die varkens in de nacht snellen tot de rivier, In grote stoeten zij aan zij, Hun lot of het lot van anderen interesseerd ze niet, Alleen gulzig vreten willen zij, Al zouden ze henzelf moeten vreten, Zo storten zij zich in het verderf, Om aan de overkant tot honden te worden, Gierig en rovend doen zij daar hun werk, Totdat zij als roversloon mensen zijn geworden. Sobibor keek de jongen aan. 'Heb je nog iets meegenomen ?' vroeg Sobibor. 'Ik heb alles moeten achterlaten,' zei de jongen. 'Mijn zusters, Auschwitz, Belzec, Treblinka en Dagau zullen snel thuiskomen,' sprak ze. 38
39 Online Touch Home