43

fabriek heen, en werd toen weer op een strand geslingerd. Hij was meer dood dan levend. Een man in een zwart gewaad liep op hem af. De schrik vloog de jongen om het hart. 'W... wie bent u ?' kreunde de jongen. 'Agedus,' zei de man. 'W... wat doet u hier ?' vroeg de jongen. 'Dit is mijn terrein,' zei de man nors, 'maar wat doe jij hier.' 'Meegeslingerd met de stroom,' zei de jongen, 'maar wat gebeurt hier ? Wat is dit ? Die fabriek enzo ?' 'Honden,' zei de man, 'varkens worden hier tot honden.' 'Dus ik ben aan de overkant van de rivier,' zei de jongen. 'Ik zie alleen maar lijken, geen honden.' 'Dat komt nog,' zei de man. 'Wat zijn die lijken dan ?' vroeg de jongen. 'Indringers,' zei de man, 'zoals jij.' 'Wat gaat u met me doen ?' vroeg de 43

44 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication