jongen. Maar de man zei niets. Ergens in het gebouw werd de jongen op een hoop lijken gegooid. 'Maar ik ben niet dood !' riep de jongen. 'Voor ons wel,' zei de man nors. Er kwamen wat honden om de hoop lijken heenstaan, en die begonnen zo hard en snijdend te blaffen dat het leek alsof het hart van de jongen in tweeen scheurde. Het ging hem door merg en been. 'Niemand hier heeft het op indringers,' zei de man. 'Ik moest mijn eigen stam maken van Auschwitz,' zei de jongen. Ineens vertrok het gezicht van de man. 'Auschwitz ?' vroeg hij verbaasd. Toen liep de man weg. Ook riep hij zijn honden met zich mee, die toen gingen. De jongen was verbaasd. Even later kwam de man terug met iemand anders. 'Als je contact hebt gehad met Auschwitz hierover dan willen wij niets met je te 45
46 Online Touch Home