81

Hoofdstuk 4. Utrecht - de jongen uit de toekomst 'Ik ben op zoek naar de snelle wateren van creatieve energie, Ik stort mijzelf erin om te worden tot een zwarte hond, Aan de overkant zal ik waarlijk mens worden.' Door een snelle stroom waartegen hij zich niet kon verzetten werd hij getrokken tot de open zee. Hij explodeerde in de hitte, wat een zalig gevoel was. Hij kon boven alles uitstijgen, als een vogel. Hij zag alle schepen en eilanden. En weer explodeerde hij, en weer, een gelukszalig gevoel, als een vogel. Hij was op de luchtstromen van de creatieve energie. Dit was het leven. Het was krioelende energie. En hij bleef maar ontploffen. Het was als een verhitte zomerse dag, een hemelse dag, en het water was verrukkelijk. En op de schepen en 81

82 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication