112

worden, een meester van het paarse complot." Ik moest veel leren over het spel, maar het oude vrouwtje onderwees mij. Ook Helga en het boertje vertelden me zo nu en dan er wat over. Het eindeloze boek hield zich verder gesloten. Het was in die dagen dat er weer een oorlog begon. Er was getrommel buiten en soms trompetgeschal. Hen met de zwarte kappen vielen binnen. Zij begonnen weer met het voorlezen van gedichten. Ik wist dat het slechts educatief was. Ze hadden een dichterlijke discipline. Ze namen ons mee naar het station waar we moesten wachten op een trein. Ze hadden ook het oude vrouwtje en het eindeloze boek meegenomen. Na een tijdje kwam er een trein aan die ons leidde naar het paarse stadje. Ze brachten ons naar het kerkgebouw, waar we het spel moesten spelen. Dit keer moesten we meedoen, anders zou het geweld van de woeste pianist ons weer achterna komen. Gelukkig had ik nu wat kaarten, dus ik kon meedoen. Ook de anderen deden mee. Door een kaart in het spel te gooien verdiende ik er kaarten bij. Ik had het narretje van het bos op tafel gelegd, en daar werden door de anderen ook kaarten 112

113 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication