69

daar zal u voor opdraaien. Ik hoop dat u een grote bankrekening hebt." "Mijnheer het boek," sprak Helga, "kunt u even ophouden met die grapjes nu. We komen hier voor een serieuze zaak. Mijnheer Windesheim wil het geheim kennen van zij die verdronken was." "Dan zal hij het boek moeten lezen," sprak het boek deftig. "Welk boek ?" vroeg ik. "Ikzelf," sprak het boek. Het boek ging plat op het bureau liggen, over de krant heen, en sloeg zichzelf open. "Kom en lees," sprak hij. Ik ging achter het bureau zitten en keek in het boek. Het was een reusachtig boek, maar alle letters rolden voor mijn ogen, en de plaatjes waren als spiegels. Het leken wel diepe gaten, en er kwam mist doorheen, of rook. Uit de plaatjes kwamen handen die mij wenkten. Plotseling werd ik door de handen gegrepen, en in het boek getrokken. Ik kwam in een tempel met hoge pilaren. Ze deden allemaal een beetje paarsachtig aan. Op een zachtpaarse troon zat zij die verdronken was. "Kom verder," sprak ze. Ze wenkte me. Ik kwam dichterbij. 69

70 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication