hadden ze niet veel sympathie. Deze paasheks was de godin van de armoede, die het geheim van Door kende. Doornroosje was een ei in haar handen, een ze zou afpellen. Doornroosje sliep nog steeds in he paradijs, en zou tot de berg der goden moeten kom onderwereld. Er was een doodslucht in de tuin, waarin zij die zic konden beheersen leefden. Altijd liepen ze hun beg achterna, als in een roes. Zij waren de schone slaap de volgelingen van Doornroosje, van alles wat moo duur was. De onthechting was een groot geheimen zij werd gedemoniseerd en als heks bestempeld. Zi vanaf de berg, vanuit de wildernis. Zij wilde Doorn opwekken tot een hogere wereld. Dit zijn geen gew paadjes. Deze paadjes zijn afgesloten door de plaat gemeentes. De draak zelf was de prins van de jung Doornroosje vrijkocht uit de kooi van de bebouwd De kus wekte haar op tot de wildernis, omgeven do doornenstruiken. De slang van het paradijs was eerst een draak, en z aan paarden de macht om zich te verzetten tegen h rijders. Zij maakte eenhoorns van hen, de grote ont Ook gaf zij de macht aan bizons om zich te verzett 76
151 Online Touch Home