De Gezichten van Mallemoe korte verhalen Uitgave : rnl-pockets nr. 14 1970-2023 2023 rodenbergs-nederlandse letterkunde 2
Inhoud De Gezichten van Mallemoe 4 De Gezichten van Mallemoe II 12 Arabisch Amalgaam 14 Het Gedwongen Chocola 59 De Ontsnapping 69 De Vierde Aarde 75 Troon der Lelies 92 Laura de Indiaanse 95 De Ring van de Leprechaun 100 Snelheids Duivel 112 Het Zwaard van Trol 116 Het Labyrint 118 Het Bruine Boek 124 3
De Gezichten van Mallemoe Mallemoe had vele gezichten, en ik wist niet welk ik ditmaal zou aantreffen als ik thuis zou komen. Ik op weg naar huis. Ik zat in de bus, dichtbij de chau en we hadden een gesprek. Onderweg moesten we station stoppen, en daar kocht ik nog even een strippenkaart erbij, want ik had meer strippen nodi thuis te kunnen komen. Ik kocht een vijf strippen k Dat zou wel voldoende zijn volgens de chauffeur, alhoewel hij niet eens wist waar mijn straat was toe hem de straatnaam gaf. De chauffeur moest ook no wat op het station doen, dus er was nog wel tijd. Ik een trap op en kwam ergens aan op een hogere ver Ik raakte in gevecht met een blonde vrouw. Ze rend vanuit een terrasje van een café op deze verdieping af en begon op me in te slaan. Daar kon ik niet tege moest haar tegen de vlakte slaan. Ik kende de vrou Ik dacht dat ze te diep in het glaasje had gekeken. I herinnerde me de gezichten van Mallemoe. Ik kon gewoon een trein pakken hier, en dan ergens ander naartoe. 4
k gezicht Ik was uffeur, e bij een ig om kaart. oen ik og even k ging rdieping. nde zo g op me gen en uw niet. Ik n ook rs
Ik liep weer terug op de verdieping, richting de trap toen zag ik een gebroken beeldje liggen op de gron ene deel was een huisje met een hondje, en het and was een jongetje. Ik legde de twee delen tegen elka en vond het een prachtig beeldje. Al snel stond er e groep mensen om me heen die me geld begonnen t bieden voor het beeldje. Ik zei dat ik dat niet kon d want Mallemoe zou me dat zeker betaald zetten. E ook iemand anders bij die precies hetzelfde beeldje tas haalde, maar dan heel. Misschien dat de beeldje ergens dichtbij verkocht werden ? Maar waarom w die mensen dan om me heen die mijn gebroken bee wilden kopen ? Voor mij was het een raadsel, een r zoals Mallemoe was. Ik stopte het gebroken beeldje in mijn schooltas en terug naar de bus. Even later was ik thuis, maar Ma was niet blij. Ik vroeg Mallemoe om de lijm, om he beeldje te lijmen, maar ik kreeg het niet van haar. Mallemoe was het allemaal zat. Ze wilde dat ik het zou wegdoen. "Of dat beeldje eruit, of ik eruit," sp Mallemoe. "Nou, dan jij maar eruit, Mallemoe," zei ik, "want beeldje wil ik toch wel graag houden." 5
ap, maar nd. Het dere deel kaar aan een te doen, Er was je uit zijn jes waren al eeldje raadsel n ging Mallemoe het et beeldje prak t het
Mallemoe pakte haar spullen. Met haar vele koffer vertrok ze. Het was een hele volksverhuizing, en o zoontje nam ze mee. Die avond staarde ik naar het wat ik op de tv had gezet. De lijm had ik gekregen vriendelijke buurvrouw. Het jongetje was nu verzo zijn hond, en met zijn huis. Hij had een petje op. T grote verbazing begon het jongetje te fluisteren, en roepen, en toen te schreeuwen en zelfs te gillen. To begon het jongetje te lachen. Ik wist dat ik de juiste had gemaakt. 6
rs ons t beeldje n van een oend met Tot mijn n toen te Toen te keuze
De Gezichten van Mallemoe II Toch ben ik Mallemoe daarna nog een keer tegeng Het was in een hele drukke winkelstraat, waar ze s met haar draaiorgel, en ons zoontje liep ervoor met geldbakje. Hij rammelde ermee op de maat van de Ik liep op mijn zoontje af, en vertelde hem over he sprekende beeldje, maar hij wilde mij niet geloven wilde ook niet kijken of het misschien toch waar w ik zei. Ook Mallemoe wilde mij niet geloven. Het draaiorgel was verbonden aan een bromfiets, en ze zo op de bromfiets, nam mijn zoontje achterop, en met het ding weg, een enorme stank achterlatende. dacht er direct aan dat ze de uitlaatpijp weleens na laten kijken. Dit was niet goed, en even vreesde ik haar veiligheid en de veiligheid van mijn zoontje. Natuurlijk wist ik niet waar ze nu woonden. Dat w allemaal niet gemeld. De volgende dag keek ik of ze weer terugwas, maa Misschien reiste ze wel door het hele land. Het zou onmogelijke opgave zijn om haar te traceren. Die uitlaatpijp was niet goed, al helemaal niet voor de Maar ja, wat kon ik doen ? Mallemoe was niet altij 7
gekomen. stond et het e muziek. et n, en was wat e sprong n stoof . Ik a mocht k voor werd mij ar nee. u een natuur. ijd
natuurgetrouw. Het hing er maar vanaf welk gezich had opgezet. Ze had ook vele hoedjes. Die had ze a onderverdeeld in dozen. Ze was er maar druk mee. hoopte maar dat ze ons zoontje niet zou aansteken deze gekte. Pilatus noemde ze hem altijd. Terwijl i Deur noemde. Het was natuurlijk wel verwarrend v joch, maar ik kon het gewoon niet over mijn hart h hem Pilatus te noemen. Mallemoe vond het wel Mediterraans klinken, en wel zwoel, maar ik kende achtergronden van die naam. Ik had er veel over ge Ik las veel universitaire literatuur, terwijl Mallemo maar flutromannetjes las en roddelblaadjes. Daar w groots in. Pilatus was voor haar echt een naam van verdachte status, van controversiële aard, en dat tro aan. Het moest vooral anders zijn, en tegendraads, waar veel over nagedacht werd, en waar veel bekij was. Het moest iets zijn wat de volkeren bezighield dat hele ingeburgerde. Het moest iets zijn waarove zich druk maakte. Op een dag kreeg ik een brief van Mallemoe, met v gezwets over Pilatus. Ik vroeg me af waarom ze m schreef, maar ze bleek geld nodig te hebben. Zodra nodig had was ze ineens heel open en vriendelijk. H 8
cht ze allemaal e. Ik n met ik hem voor dat halen om de de gelezen. oe alleen was ze n rok haar , iets jks over ld, niet er men veel me a ze geld Het was
gewoon één van de gezichten van Mallemoe voor m van haar vele gezichten. Ik werd er niet warm of ko Ik stuurde haar wat monopolie geld op, en naar mi zoontje stuurde ik echt geld. De volgende dag ston de stoep. Ze vond het onverantwoordelijk dat ik Pi zoveel geld had gestuurd. Hij deed er de meest vre dingen mee, ook dingen waarvan ze gezegd had : " ding eruit, of ik eruit." Pilatus had dus voor het din gekozen. Dat wilde ze even kwijt, en ze was ook zo weg, op haar brommer met draaiorgel. Ik vroeg me voor dingen Pilatus had aangeschafd. Maar ja, ik h adres niet. Ik kwam er snel genoeg achter. Op een dag niet lan Mallemoe was geweest las ik in de krant over Circ Pilatus. Ik dacht dat dat wel van mijn zoontje moes Had hij toch nog wat goeds met zijn geld gedaan. I laat ik eens een kijkje nemen. Toen het circus dicht buurt was ging ik er naartoe. En daar stond Pilatus stopte zijn hoofd in leeuwenbekken en krokodillen Daar schrok ik toch wel van, en stapte direct op he maar hij fluisterde dat de leeuwen en krokodillen s robotten waren, dus ik was weer gerust. Het circus ook clowns en acrobaten. Dat waren ook robotten, 9
mij, één koud van. ijn nd ze op ilatus eemde "Of dat ng zo weer e af wat had zijn ng nadat cus est zijn. Ik dacht ht in de s. Hij nbekken. em af, slechts s had , dus
eigenlijk kon er niets foutgaan. Ik vroeg aan hem o moeder hier dan niet kon werken. Dan had ze wat t maar hij schudde zijn hoofd. Het circus was de red waarom Mallemoe wegging. Ik herinnerde hem era ze eens met hem wegging vanwege een simpel bee knikte. Hij kon zich dat nog herinneren. "Je bent een groot man nu, Pilatus," sprak ik. Ik no hem niet meer Deur. "Dat is de eerste keer dat je m noemt," sprak Pilatus. Ik knikte. "Je hebt nu je eigen circus," zei ik. "Circus Pilatus. Hij knikte. "Dat je maar veel geld mag verdienen, jongen," spr "Misschien dat je dan ooit eens je moeder uit de br helpen, dat je iets kan kopen waardoor ze niet weg "Ik heb er geen zin meer in," zei Pilatus. "Wat ik o het is toch nooit goed. Laat haar maar gaan waar ze gaan." "Nou ja," zei ik. "Ik ben daar niet zo'n voorstander Die brommer waarop ze rijdt met dat draaiorgel is niet goed." "Ik weet het," zei Pilatus. "Het is ook niet goed voo natuur, maar moeder doet wat ze doet." 10
of zijn te doen, den raan dat eldje. Hij oemde mij zo s." prak ik. rand kan gloopt." ook doe, ze wil r van. s echt oor de
"Met geld kun je veel beginnen," zei ik. "Ze heeft e nieuw gezicht nodig, want met degenen die ze nu h redt ze het niet." "Laat het, pa," zei Pilatus. "Ze heeft al genoeg gezi "Ja, maar geld kan ons gelukkig maken," zei ik. "V geld." "Dat ben ik niet met je eens," zei Pilatus. "Jullie be hielden altijd van veel geld, en zie waar het ons he gebracht. En heb jij zelf niet eens al die gezichten v moeder gekocht ?" Ik boog mijn hoofd. "Je hebt gelijk, maar zie je, Pi had de gezichten eens gewonnen op de kermis, dus ze niet zomaar weg doen. Ik had er teveel geld in g "In die automaten, pa ?" sprak Pilatus. "Je was slec gekke gokker, doldwaas, en nu zitten we met de ge peren." "Ja, maar politie-ma kwam erg van pas," zei ik, "en bokser-ma, en spelletjes-ma, kook-ma, feest-ma, w ze hebben ons altijd goed geholpen, al die gezichte heeft nog nooit iemand bij ons ingebroken. Aan M waagden ze zich niet. Ik was de enige die me aan h waagde." 11
een heeft zichten." Veel eiden eeft van ilatus, ik us ik kon gestopt." chts een ebakken en was-ma, en. Er Mallemoe haar
"Pa, pa," zei Pilatus, terwijl hij zijn hoofd schudde haar haarzelf moeten laten zijn, want zulk kermissp nooit goed. Dat heb je nu wel gezien. Of je had een kunnen kopen, zoals ik heb gedaan." "Waar heb je die robotten eigenlijk gekocht ?" vroe "In Griekenland," zei Pilatus. "Griekenland ?" vroeg ik. "Waarom helemaal daar "Shhh," zei Pilatus, "laten we het ergens anders ov hebben." "Je hebt het toch niet van de mafia gekocht, hè ?" v "Nee," zei Pilatus. "Maak je maar geen zorgen." "Ik wil weten waar je het vandaan hebt, Pilatus," z "Nieuwe soort supermarkt voor robotische spullen, Pilatus. "Dat beeldje van jou schijnt er ook vandaa komen." "Wat zijn dat voor toestanden ?" vroeg ik. "En waa Mallemoe er op tegen ? Ziet zij of die gezichten va het als concurrentie ?" "Vermoedelijk wel," zei Pilatus. "We zouden die gezichten van haar er moeten afschroeven," sprak ik. "Ja, maar wat houden we dan over ?" vroeg Pilatus "Het is toch al niks meer," zei ik. 12
e. "Je had spul is en robot oeg ik. r ?" ver vroeg ik. zei ik. n," sprak an te arom is an haar s.
Maar ja, Pilatus moest verder werken. Ik ben toen naar huis gegaan. Ik dacht na over de gezichten van Mallemoe. Ik keek naar het beeldje op de tv. Het jo danste met zijn hondje. Er werd aangebeld. Het ble Mallemoe weer te zijn. Ze wilde terugkomen. "Maar ik heb nog steeds dat beeldje," zei ik. "Het geeft niet," zei Mallemoe. "Zoals het nu gaat ook niks." "Misschien ben je gewoon overgevoelig," zei ik. "Nee, dat is het niet," zei Mallemoe. "Wat is het dan ?" vroeg ik. "Ik ben star, streng en eigenzinnig," sprak ze. "Toe maar weer," zei ik. "Dat is een hele mond vol "Nu wel," zei ze. "Maar straks niet meer ?" vroeg ik. "Het is maar één van mijn gezichten," sprak ze. 13
maar an ongetje leek t is het ol."
Arabisch Amalgaam Hoofdstuk 1. Ik, 27 jaar, Lang, Doe mezelf ouder voor dan ik ben. Zij, 44 jaar We zijn gelukkig samen, alsof we het eeuwig geluk hebben gevonden. Toch leiden we een saai leven, e sleur, zitten we opgesloten tussen muren. We leven in de dalen dan op de toppen. We mogen niet klage alcohol vult altijd de leegtes op. We moeten beiden oppassen geen alcoholisten te worden, maar we he het nu redelijk onder controle. Vaak als we klachte hebben wordt ons alcoholische dranken voorgesch door onze dokter. Onze dokter is wel alcoholist, m hebben wij genoegen meegenomen. Dit omdat het aardige man is, en dat zijn dokters zeer zelden. Hij ons serieus en heeft ons op sleeptouw genomen. 14
uk een n meer en, n ebben en hreven maar daar t een j neemt
Zij, is kleiner dan mij, heeft grote borsten die het le verschil opvullen. We hebben geen kinderen, en da we ook niet. Ze is rustig, ik ben tamelijk druk, dus houden elkaar in balans. Zij leert mij nu om rustig ook om mijn innerlijke stem te verstaan. Innerlijke noemt ze dat. De dokter is hier weleens dronken ge We hebben besloten hem de hand boven het hoofd houden. We zouden hem nooit verraden. We zijn n kerkelijk, maar gaan wel naar een discussie-groepj daar de dingen van het geloof te bespreken. Veelal het geloof vanuit de atheistische hoek bekeken, aan met kunstzinnige ideeen. We beschouwen het geloo een vreemde erfenis, als cultuurgoed, maar voelen ingenomen, onder schrikbewind, door kolonisten u midden-oosten. We hebben nog geen geestelijke onafhankelijkheid. Ook de psychische gezondheids houdt ons nog in mentale afhankelijkheid, en de zo tandheelkunde houdt ons in orale afhankelijkheid, bezetters komen allemaal uit het oosten aanwaaien zijn we er niet op, we hebben meer binnengelaten d lief is, en hebben onze onafhankelijkheid prijsgege idioten, beulen. Maar ja, het was immers oorlog, h een strooptocht, kolonisten zijn uit op kolonies, he 15
leeftijdsat willen s we g te zijn, e vrede geweest. d te niet je om l wordt angevuld oof als n ons ook uit het dszorg ogeheten en deze n. Trots dan ons even aan het was et
creeeren van een apartheid. Deze kolonisten hebbe minderwaardig ras geschapen, wij. Het is voor het ras verboden na te denken. Er wordt al voor ons ge er is al voor ons gedacht, en er zal nog veel voor on gedacht worden. Dat de etiketten niet passen is nie belang. Het zijn de merktekens van het beest. En dan is er nog de sex-politie die ons sexueel afha heeft gemaakt, bang dat een onzedelijk geluidje in oplettend kinderoortje terecht zal komen. Maar die kinderoortjes worden niet gespaard voor het traumatiserende geschreeuw van knettergekke dok het erbarmenloze geboor van de zogeheten tandarts diezelfde kinderen voor de ogen van hun ouders do zulke misdadigers oraal worden gescalpeerd schijn probleem te zijn. In Afrika worden kleine meisjes vanwege het volksgeloof aldaar vaginaal besneden daar is men in de hele wereld terecht ontdaan over, wordt het als een godslasterlijke misdaad beschouw maar hier worden kinderen, zowel jongens als meis door de bezetter oraal besneden, en geen kip die er kraait. 16
en een t lekenedacht, ons et van hankelijk n een ezelfde kters en ts. Dat door nt geen n, en r, en uwd, isjes rom
Mijnheer A. Hoekstra-Van Het Land denkt hier and over. In zijn zogeheten tandartsen-praktijk wordt a veilig gedaan, en zijn er strenge voorzorgsmaatreg overigens overal gelden, en waar ook een strenge c op is. Ook worden er na de besnijding betrouwbare geteste stoffen gebruikt om de opening weer mee t bedekken, zodat het gebit van het kind extra lang m gaan. Mevrouw T. Foppen sluit zich hier helemaal en ja, wat hebben wij in te brengen tegen deze beze We kunnen ons hoogstens aansluiten bij het verzetstrijders-front tegen zulke praktijken. Wij he allemaal het merkteken van het beest ontvangen, o wilden of niet, en het merkteken is eeuwig. Daar k God of de keizer niets aan veranderen. Er zijn hier land drie oppergeloven waar iedereen zich aan dien onderwerpen, waarvoor elke knie zich dient te buig waartoe elke tong zal belijden : het medische geloo geloof in de geestelijke gezondheid, en het orale ge tot aan het dentale toe. En of je nu een dentaal bent bent het niet : die kerk kent geen grenzen. Maarten Stokmans-Van Zeilen, zogeheten tandarts Belgische grens, vermeld dat er de laatste tijd vree dingen in zijn zogeheten tandartsen-praktijk plaats 17
nders alles gelen, die controle re, goed te mee kan l bij aan, zetters ? ebben of we nu kan zelfs r in dit ent te igen, en of, het geloof, nt of je s, aan de emde svinden.
Zo zouden beugels spontaan inkrimpen, en zogena amalgaam, de zogeheten grijze roestvrije metaalvullingen, zou spontaan in het niets oplossen. Hij g daarom nu veel vaker witte en rode vullingen, die v hem wat meer betrouwbaar zijn. Rood is tegelijker kleur van zijn lievelingskat, dus dat geeft ook direk emotionele verbinding met thuis. Ook is Maarten tegelijkertijd een enthousiast lid van de pinkstergem en staat hij elke zondag trouw in deze kerk te klapp de maat van de overigens heel mooie en aanstekeli muziek. Hij heeft een visie voor het invoeren van v meer kleuren zogeheten vullingen, zodat de mense kunnen kiezen waarmee de barbaarse boorgaten vo eeuwig kunnen worden verborgen. Dat zou ook wa vrolijkheid brengen onder deze groep mensen die z onder de orale bezetting uit het oosten. Hij vindt oo dat de paus van de zogeheten tandartsen, Alexande Kleine, de touwtjes wel wat mag vieren. Kaakchirurg Riekerd van Aarnautsen is het hier nie eens, want hij vreest dat een al te zeer bemoedigde generatie wel eens het einde van de bezetting zou k betekenen. En dat zou helemaal godsonterend zijn. die hen door God gegeven is, en waardoor zij de m 18
aamd gebruikt volgens rtijd de ekt een emeente, ppen op ijke veel en oor at meer zo lijden ook wel er de iet mee e jonge kunnen n. De wet macht
hebben gekregen, moet gehandhaafd worden. Van Aarnautsen staat hierin niet alleen. Tenminste nege procent van de zogeheten tandartsen en kaakchirur staan achter hem, alhoewel sommigen gedwongen te doen. Ook is hij van mening dat het God Zelf is die het zogeheten amalgaam heeft geschapen, en d Zijn schepping moeten eren en ervan gebruik moet maken. Hij is van mening dat het amalgaam ook go gebruikt kan worden in andere delen van het lichaa vooral in de botten. Hij vindt het onzin om mensen jarenlang niet kunnen slapen van de heuppijn een n heup te geven. Implantaties van amalgaam zouden hem wonderen kunnen verrichten. Dit omdat het v hem bewezen is dat amalgaam gevoeligheid van de kan afdekken. Ja, de verschillende meningen over amalgaam en h gebruik ervan, dat is me er eentje. Nu wil Van Aarn zijn naam veranderen in Van Aernoutsen met Ae, w staat volgens hem veel deftiger. Men is er maar dru met de grote drie, de drie supergeloven van dit land christelijk geloof is daar helemaal aan ondergeschi ook de christen buigt voor de dokter, de geestelijk verzorger en de zogeheten tandarts. Het geloof van 19
entig rgen n zijn dit s geweest dat wij eten goed am, n die nieuwe n volgens volgens de botten het rnoutsen want dat ruk mee, nd. Het ikt, want n de
zogeheten tandarts is gebaseerd op de orale besnijd plicht, als prioriteit, en zij die rebels daartegen zijn doorverwezen naar de geestelijke verzorgers, want mensen mankeren natuurlijk heel wat. Veel mensen denken dat we in 1945 zijn bevrijd van de nazi’s, m bezetting door de nazi’s is groter dan ooit, door de nazi’s, de psychinazi’s en de nazi’s van de mond, d nazi’s. En dit is dan ook de drieeenheid die alomtegenwoordig aanbeden wordt. Het vullingenb wordt overgelaten aan de orale organisten, de tandp producenten, die net zoals de nazi’s fluor gebruiken afvalproduct, om de gehypnotiseerde kolonie gewi houden. Zij bespelen met grote flair en betutteling monden van de leken-families, zodat er niet al teve tegenspraak zal zijn. Men moet eten wat de pot sch door het gepoets komt er ook nog eens lekker veel gifdamp vrij van de kwikhoudende en kankerverw chemicalien die ze vullingen noemen inplaats van gedwongen bot-implantaten, als de kinderdoop na besnijdenis. En na zulk een gebeurtenis is hun naam ineens haas, en zijn alle verdere klachten voor de psychiater en de zondagsschool. Nee, dan ben ik m een oude jood die zegt : De verlosser moet nog kom 20
ding, als n worden t die en maar de e medide orale nbeheer dpastaen, een willig te g de eel haft, en l wekkende a de am maar als omen.
Een geschikte kanditaat hiervoor zou zijn Nelson L die ook nog eens voor de dieren opkomt. Onder dwangverpleging moeten we vandaag de da de verboden vrucht eten, om zo vervolgens nog me problemen te komen, om zo nog rijper voor de ver vrucht te worden. Dit is een vicieuze cirkel. En gedwongen implantaten hebben meer te maken me bezoek van buitenaardse wezens dan met werkelijk We zijn allang niet meer van onszelf. Maar goed, e religie heeft zijn ongelovigen, en die moeten naar d De hele wereld zal het beest achterna gaan om zijn te aanbidden en zijn merkteken te dragen. De vijan met vergiftiging, en met ontkenning ervan, zo is he al geweest. Mijnheer Olafsen uit Zutphen aan de Rijn zegt dat amalgaam geen enkel gevaar zit, want alles zit netj ingedekt binnenin de kies. Nooit van dampvorming metaalradiatie gehoord, mijnheer Olafsen ? Vervol zegt mijnheer Olafsen dat er maar heel weinig van amalgaam daadwerkelijk in het lichaam terecht kan komen. Hoe weet u dat mijnheer Olafsen ? Ooit we opgemeten ? En weet u niet dat de apparatuur van bezetters zichzelf echt niet zullen gaan verraden ? 21
Lincoln, ag van meer in de rboden et ke zorg. elke de hel. n beeld nd werkt et altijd t aan tjes ng en lgens n het an weleens de
Drogredenaties, mijnheer Olafsen. En u heeft geen voor de mening van een ander, zelfs niet als het om eigen mond gaat. Uw wil is wet, want u heeft uw k bezet, en duldt geen verzet. U houdt hen allen in sl door het stafke van Doornroosje, met uw prikkend soms tot aan de zenuw toe, en dan maar de gepleeg misdaden afdekken. Wie heeft u gezegd in de mon gevoelige kinderen te gaan boren ? Het is niet veel dan Karel de Kleine die met het zwaard de ongelov dwong het christendom aan te nemen. En zo is de o besnijding net zo erg als de vaginale besnijding, om beiden om dwang gaat, en de klachten erbij niet se worden genomen. Klachten zijn de tekenen dat de bezetting werkt. En men wil dat zo houden. Alle to belijden, elke knie zal buigen. Bert Ootjes is door het verzet als zogeheten holistis tandarts geplaatst in Bergen aan de Maas. Hij werd geplaatst voor het verwijderen van brandmerken, mertekens en nummers van het beest, en werkte in opdracht van de patient. Door de ongelovelijke we is mijnheer Ootjes overspannen geraakt, en plaatste verzet een tweede zogeheten holistisch tandarts, pr Joost Achterbergen. Ook hij werkte in opdracht van 22
n respect m hun kolonie slaap de boren, gde nden van l anders ovigen orale mdat het erieus ong zal isch d n erkdruk te het rofessor an de
patient. Sindsdien zijn er vele zogeheten holistisch tandartsen in het land gaan werken om de orale besnijdingen tegen te gaan. Veel van die zogeheten holistische tandartsen waren boorloos, maar ook de bezetters infiltreerden in deze branche, maar dan m boren. Om het infiltreren tegen te gaan plaatste het schermpjes die zelf dauwdruppels konden aanmake die schermpjes bezaten twee soorten poedertjes die zogeheten tandarts zouden reageren. Werden de dauwdruppels blauwkleurig, dan was de kust veilig als de dauwdruppels roodkleurig werden, dan had patient te doen met een infiltrant. Zo konden patien snel testen. Het was een uitvinding van Bert Ootjes Niemand heeft ooit het tegendeel van de werking e kunnen bewijzen, en als er wetenschappelijk comm van buiten het verzet kwam, dan werd dat gewoon erkend. Het kwam er al snel op neer dat minstens v procent van de zogeheten holistische tandartsen infiltranten waren van de bezetting. Velen hadden g hun eigen gifjes die ze gebruikten, en de orale besn werd gewoon doorgezet. Ook het half serieus neme een grote trend. 23
he n de met et verzet ken, en e op de ig, maar de enten het es. ervan mentaar n niet vijftig gewoon snijding men werd
Ik ben in het verzet gegaan toen ik 25 werd, maar o op straat werd neergestoken kon ik geen actief lid m zijn, en beperkte mij hooguit tot discussie-groepjes raakte verlamd. Ik zit nu in een rolstoel, en moet w langzaam leren lopen. Mijn vriendin helpt me daar Vandaag ben ik met haar naar het naaktstrand gega omdat het buitengewoon mooi weer was. Daar war mensen met mooie naakte plekken in hun mond, ni vervuild door de zogeheten tandarts. Alles puur na 28 Januari 1971 De flower power beweging groeit nog steeds, meer ooit. Ook de ‘Baas in Eigen Mond’ beweging groe vooral onder de jeugd. Ik kan weer een beetje lope wonden zijn aardig genezen. De naaktstranden zijn dichtbevolkt nu. Overal wordt geprotesteerd en gedemonstreerd tegen de bezetting, tegen de grote maar het ministerie is niet onder de indruk. Het is v hen door de gezondheidsraad bewezen dat de grote geen kwaad hebben verricht en een bevordering zij de volksgezondheid. Inmiddels grijpt de bevolking massaal naar speciale tandpastas voor gevoelige ta want nieuwe zogeheten vullingsoorten zorgen ervo 24
omdat ik meer es. Ik weer rbij. aan aren niet atuur. er dan eit hard, en. De n e drie, volgens e drie ijn voor g anden, oor dat
zelfs duikers niet meer zo diep konden duiken als voorheen, doordat ze de druk op de mond niet mee aankunnen vanwege deze nieuwe aanwinst in de pharmaceutische industrie. Dit wordt door het min ontkent. De nieuwe zogeheten vullingsoorten zijn p De bezetting kan er alleen maar van profiteren. Er alleen vanuit het hogere elite-ras gedacht. Het leke niet interessant. Steeds meer jongeren beginnen zic de flower power beweging te verzetten, omdat er m niets gebeurt. Het is allemaal te soft, en de meesten worden gezien als watjes die niets ondernemen dan mantras zingen en mandalas tekenen. De heavy me beweging begint te groeien, en kaapt veel van de fl power beweging weg. De zogeheten underground w een grote attractie voor degenen die maar geen aan konden vinden in de flower power beweging, of he erin teleurgesteld waren en grote vraagtekens hadd Bert Ootjes begint een nieuwe pseudo-industrie en door de politie opgepakt en vastgezet. Hij is inmid grootste verzetsstrijder die het verzet kent, en de bekendste. Hij wordt ook wel de Vader van het Ver genoemd. In de gevangenis vindt Bert Ootjes een n hormoon uit wat tanden weer kan laten aangroeien 25
er nisterie prima. r wordt en-ras is ich tegen maar en an etal flower wordt nsluiting en die den. n wordt ddels de erzet nieuw n. Wel
zorgt dit hormoon ervoor dat de tanden om de zove gewisseld worden, en dat betekent dus tegelijkertij einde van de hele zogeheten tandheelkunde. Het ho is een mengsel van een stof die door haaien en kro wordt gedragen, en die door een simpele injectie in mens ingebracht kan worden, eens en voor altijd. V het moment van de injectie maakt het lichaam de s aan. Het hormoon slaat in als een bom, en naast he verdwijnen van de zogeheten tandheelkunde valt o geestelijke gezondheidszorg en ook het medische b Nu een van de grote drie is gevallen blijkt het dat z belangrijkste schakel kwijt zijn. Mensen worden ge doordat ze niet meer als een afvalput van gifstoffen worden behandeld. Ook het kerkelijk geloof valt h en onze erfenis bleek niet veel meer te zijn dan een zogeheten vulling na de besnijdenis, en nu de besn was verdwenen daalde ook de behoefte naar een zo vulling, maar de dwang was er nog steeds. De grot adopteerden toen het kerkelijk geloof als nummer d maar de geloofwaardigheid hiervan was tot een mi gedaald, en velen lieten zich niet zomaar meer afze 26
veel tijd jd het hormoon okodillen n een Vanaf stof zelf et ook de bewind. ze hun gezonder en hierbij in, n nijdenis ogeheten te twee drie, inimum zetten.
3 Januari 1980 Bert Ootjes komt vrij, en zorgt ervoor dat ons land onafhankelijkheid krijgt. De geestelijke gezondhei en het medische geloof worden tot liefde-werk gereduceerd. Het kerkelijk geloof mag daarbij help maar verliest haar macht. Nelson Lincoln wordt de anarchistische leider, en ook Joost Achterbergen sp hierin een grote rol. Zij worden de nieuwe grote dr man genaamd Tutuc zet een geheel nieuwe religie gebaseerd op liefde en sex. Maas-Middelland word nieuwe hoofdstad, waar professionele prostituees z zetelen en de stad leiden. Er worden meer naaktstra geopend, en het land wordt voor vijftig procent naturistisch. Tutuc richt de Naturistische Anarchist Partij op, de NAP, en krijgt zestig procent van alle stemmen. Velen hebben een andere definitie van naturisme, die volgens hen veel meer is dan gewoo lopen. Binnen het naturisme komen vele strominge wordt fel uitgehaald naar de mode beweging die w gezien als sexuele onderdrukking en het creeeren v underdog. Nog steeds dertig procent van de bevolk hangt de mode beweging aan, en ze hebben grote i 27
d de idszorg pen, e nieuwe peelt rie. Een op dt de zich randen tische e on naakt en. Er wordt van een king invloed,
vooral op scholen, waar andersdenkenden al snel a leken-ras worden gezien. De mode wordt steeds m gezien als manipulatie en als een belemmering voo vrijheid. 28 Augustus 1981 Het land heeft de status van Utopia bereikt. Er is v overal. Men kan elkaar weer waarderen, men voelt weer veilig bij elkaar, er is weer vertrouwen, rust, m ook onafhankelijkheid. Ik kan inmiddels weer goed en alles weer doen. Veel ga ik met mijn vriendin na zwanenmeer, het plantsoen. Hier kom ik helemaal We hebben het vaak over onze schooltijd. Ik ben er veranderd volgens mijn vriendin, minder druk. De beginnen uit te komen langs het zwanenmeer, en ze brengen wit sap voort. De grootste zwaan van het plantsoen gaat stoer over het riviertje dat het slot o Altijd ruikt het hier naar zeewier. Als ze van die gr zwaan niet zouden zeggen dat het een zwaan was, ik denken dat het een paard was. De bloemen kom laat uit, en niemand weet waarom. Altijd pas na de hitte van de zomer. De criminaliteit is hier tot een n gedaald. Ik voel me weer veilig op straat. 28
als meer or de vrede lt zich maar ed lopen naar het l tot rust. erg e roosjes ze omgeeft. rootste dan zou men hier e midnulpunt
In andere landen is het nog geen Utopia, en zijn missionarissen van Bert Ootjes vaak niet welkom. veel buitenlanders emigreren naar ons land, en er k steeds meer flats, die ook steeds hoger worden, en schijnt een goede uitwerking te hebben op de onde vrede. In de politiek in andere landen gaat het er ha toe, ze geven Bert Ootjes geen kans. En ons land n ze de nieuwe toren van Babel. Dan wordt Bert Oot het buitenland vastgezet wegens het smokkelen van alcoholische dranken. Hier schrijft hij zijn apocaly ons land wordt een standbeeld van hem opgericht. geboortedag wordt een nationale feestdag. Met de gaat het helaas nog steeds niet goed. Ze worden no geslacht, en er wordt nog volop van hen genoten. W heeft Nelson Lincoln al heel veel voor hen gedaan. Vegetariers proberen heel wat, maar worden aan al kanten tegengewerkt. Hun hoop is eigenlijk op Ber Ootjes, maar die zit in de gevangenis. De dieren he nog steeds geen onafhankelijkheid, en behoren nog tot het leken-ras. Slagers beginnen steeds meer rec maken, met de meest idiote, uit zijn verband geruk betuttelingen, en proberen de massa met liedjes en slagzinnen in hypnose te houden. Leuk, zo’n arm d 29
. Heel komen n dit erlinge hard aan noemen otjes in an zwaar ypse. In . Zijn diertjes og volop Wel n. lle ert ebben zo g steeds clame te kte, n diertje
slachten, en dan ook erbij gaan zingen. De zingend slagers zijn populair, en er worden veel platen verk Ook banketbakkers werken veel vaker met vlees. D warme broodjes met vleesvullingen gaan pijlsnel o toonbank heen. En ze vinden steeds weer nieuwe d uit, en verleggen hun grenzen voortdurend. Voor de is het nog geen Utopia. In het buitenland hebben d het beter. In de ogen van de dieren zijn de slagers en hun consumenten de bezetters. Zij vinden het racisme, niemand schakelt in op hun frequentie, en zij hebb diploma’s. Nee, dit land is met zijn kar vol diploma de rand van de afgrond terecht gekomen, ook al no ze het een Utopia. Maar in de apocalypse hebben d het laatste woord. 2 Augustus 1982 Grillen zijn ‘in’. Er wordt veel gebarbecued, veel gezongen en gedanst. Voor de dieren lijkt het alleen erger te worden. We zijn in de tachtiger jaren belan Vlees wordt een handig weggevertje, een uitsteken voor speciale gelegenheden, en een bewijs van eeu 30
de kocht. De over de dingen de dieren de dieren maar ben geen ma’s aan oemen de dieren en maar nd. nd kado uwige
trouw en liefde. Huwelijks-taarten worden meer en omgezet in bouwsels van vlees, en de miniaturen v zowel bruid als bruidegom op de top van de vleeszijn steeds meer naakt, als een propaganda voor he naturisme, wat natuurlijk op zich niet verkeerd is. S meer wordt er de nadruk gelegd op practische colle ambacht, waarin de vlees-eter moet zien wat hij ee demonstraties van openlijke slachtingen worden ve en het vlees bestemd voor een huwelijks-feest wor het feest zelf geslacht. Door dit soort openlijke ver steeg allereerst het aantal vegetariers dramatisch, m later werd het als cultuur-goed gezien, als educatie werd alles geheel gestileerd, en elke zenuw lamgel Woorden als ‘traditie’ werden gebruikt, terwijl die er nooit was. Vegetariers hadden ingezien waar het anarchisme het land naar toe had geleid, en begonn verlangen naar een milde vorm van communisme. bekend schrijver sprak : ‘Het educatieve zwaard he praalwagen gemaakt voor het bandeloze verstand.’ werd een chaos in het land. Iedereen zag uit naar d terugkomst van Bert Ootjes. Maar die kwam maar want die zat vast in het buitenland. Joost Achterber promoveerde weer ergens met een verslag over de 31
n meer van -cake et Steeds lectieve et. Veel vertoont, rdt op rtoning maar ef. Zo legd. e traditie et nen te . Een heeft een ’ Het de r niet, ergen e
carnivorische problematiek, maar dat haalde allem uit. Men was ergens in aan het vastroesten en kwam meer uit. Er kwam een wet dat iedereen die nog vle wilde eten de dieren zelf moest fokken en slachten Negentig procent van de bevolking werd hierdoor Nelson Lincoln had gehoopt dat ze door deze wet z terugschrikken, maar nee hoor, het werd een sport, trend, een ritueel, ja, een geloof. En er werd zoveel mogelijk nonsense over verkocht. Het land kwam i draaikolk van schaamteloos geweld en arrogantie t dieren. Dieren werden gewoon door de steeds naturistischer wordende bevolking als minderwaar gezien, als ondergeschikt aan, als plezier-leken die uitgebuit moesten worden. Het werd een agrarisch van veeteelt waarin iedereen betrokken werd, en de vegetariers zonderden zich veelal af. Zij konden di zinloze geweld niet bevatten, en velen van hen ver naar het buitenland. Zovelen konden hun worstjes met karbonaatjes nie missen. Ze moesten er toch niet aan denken om zo speklapjes en de frikandellen door het leven te gaa Vleesproducenten haalden zelfs stunts uit door het laten regenen op speciale dagen. Het land had een 32
maal niets am er niet lees n. boer. zouden , een el in een tegen rdig e h land de dit rtrokken et onder de an. t vlees te nieuwe
bezetter. Men begon een hogere ethische en morele waarde aan vlees te hechten. Het zou gezond zijn e noodzakelijk voor het instandhouden van het mens ras. Het dierlijk ras stond dus zichtbaar op een lage volgens deze bezetter. En dieren konden niet sprek die konden zich niet verzetten. De nieuwe orale be waren gekomen. Het geloof in vlees redeneerde als Mensen waren engelen, en dieren waren gevallen e duivels. Zo verdedigden ze hun handelwijzen, en d beweerden ze ook nog eens dat wanneer zij die die verslonden, dan werden hun zonden vergeven. Ik l er bij neer. Ik kon niets doen. Vaak ging ik met mij vriendin naar het zwanenmeer om te bespreken wa konden doen, maar er was niet veel wat we konden We voelden ons machteloos, en besloten te geniete de dieren die er nog waren, en die met rust gelaten : zwanen. Vaak gingen we ‘s nachts naar het meert trokken onze kleren uit en gingen daar zwemmen m zwanen. Op een dag nam de grootste zwaan ons op rug, en bracht ons naar het slot. Er woonde hier nie meer. Het slot stond vol met ridder-pantsers. We zi naar boven gegaan en gingen op een oud bed ligge waren helemaal naakt. Ineens kwam de zwaan binn 33
le en zelfs selijk er plan ken, dus ezetters ls volgt : engelen, daarmee eren legde me ijn at we n doen. en van n werden tje, met de p zijn iemand ijn toen en. We nnen met
een pluimhelm op. Dat was wel het zotste wat we o gezien hadden, en we moesten beiden heel erg lach Boven het bed hing een schilderij met naakte vrouw een wereldbol. We wisten dat het een naturistisch s Het was vrij toegankelijk voor iedereen. Overal wa spinnewebben. Op een verdieping hoger waren nog schilderijen met naakte vrouwen. We besloten wee te gaan, zwommen het meertje over, en klommen e later ons bed in. Een man scheen het allemaal op c hebben vastgelegd. Hij had een zwarte hond met m Hij liet het ons zien en zei dat het het mooiste was ooit op kamera had vastgelegd. We voelden ons nie bespied ofzo. We vonden het wel dapper van hem, bovenal knap. Hij wilde ons wel meer beeldmateri zien. Het waren veelal naaktscenes. Ik kwam dicht zijn zwarte hond met de zwarte manen. De hond ha prachtige ogen en ik moest hem gewoon omhelzen dier was één en al geconcentreerde kracht. Het dier wel van adel. Alles was rust hier en vredig, en we k een goed contact met de man. Hij wilde ons wel vaker filmen, en we stemden toe was een filmmaker die op zoek was naar unieke, ze tafereeltjes. Wat deze man deed was kunst, hij had 34
ooit hen. uwen en slot was. aren ook og meer er terug even camera te manen. s wat hij iet , en iaal laten ter bij had zulke n. Het er leek kregen e. Hij zeldzame d de gave
om de climaxen en het goede van het leven te vereeuwigen. Mijn vriendin kreeg hem lief. Hij wa haar leeftijd. Ik zei : ‘Ga je gang.’ Ik kon me voors dat ze iemand nodig had van haar leeftijd. Ik was a veel te jong voor haar, alhoewel ik me ouder voord ik was. Nu was ik me dan steeds kinderlijker gaan gedragen, omdat ik daar vroeger nooit de ruimte vo gehad. Ik beleefde mijn jeugd nu voor de eerste ke mijn leven. Ik ontmoette een jonge vrouw, jonger d een buitenlandse, en we werden smoorverliefd. We alles samen. Ook gingen we ’s nachts vaak zwemm het zwanenmeer, en bezochten we vaak het oude sl bleef wel gewoon hele goede vrienden met mijn vr vriendin en haar nieuwe geliefde. Ik had het gevoe veel beter bij elkaar pasten, alhoewel we altijd een fantastische relatie hadden gehad. Het was goed zo waren beiden verzadigd van elkaar. Ik begon een n hoodstuk in mijn leven, en zij ook, en ik was nog s verliefd op haar en zij op mij. En de liefde was mo goed. De man die van haar leeftijd was had haar op moment meer te bieden dan ik had, en hij kon heel leegtes vullen die door het leeftijds-verschil tussen mij waren ontstaan. Zij had mijn moeder kunnen w 35
as van stellen altijd deed dan n voor had eer in dan mij, We deden men in slot. Ik vroegere el dat zij n o. We nieuwe steeds ooi en op het l wat n haar en wezen.
Ik had nu behoefte aan iemand die op één lijn ston mij, van dezelfde leeftijdscategorie, of iets jonger, ik mezelf nu ook jonger gedroeg dan ik was. De tuin rondom het slot leek Arabisch, hier in Rott Het had een beetje een pseudo-religieus-communis gloed, wel heel mooi trouwens, bijna sprookjesach was alsof de zwanen de sleutel ergens bewaarden. nieuwe vriendin had grote volle borsten die vol lek hangen met melk, net zoals mijn vorige vriendin. H leeftijdsverschil hoefde nu niet echt opgevuld te w want we scheelden niet zoveel in leeftijd, maar we het lengte-verschil opgevuld worden. Zij was klein mij, maar verder absoluut niet klein. Omdat ze bru zei ze altijd dat ze chocolade-melk had, maar dat w natuurlijk maar een grapje. We hadden beiden een bepaalde orale fixatie en dat was tegelijkertijd om overleven. Er woedde nu eenmaal een orale oorlog waren schaakmat gezet in een machtsspel. De gelo zeiden altijd dat het paradijs van Arabisch-Babylon oorsprong was, dus voor ons was het gebied rondo slot altijd paradijselijk. Hier moest ergens de sleute hangen. Met mijn nieuwe vriendin dwaalde ik doo gangen van het grote slot, diep in de nacht. Overal 36
nd met , omdat tterdijk. istische htig. Het Mijn ken te Het worden, el kon ner dan uin was was n te g. We ovigen nische om het tel or de l hingen
naaktschilderijen die ons denken leken te programm Veel van die schilderijen waren enigmatische paradijselijke taferelen. Sommige vrouwen werden een blinddoek beschilderd, naakt en met een zwaar een weegschaal vasthoudende, of een schaal met d een soort zwarte of grijze stof. Ze hadden een rech of richterlijke uitstraling of houding, als een vrouw Justitia. Ook gaven zij mannen die stof te drinken. moest ineens weer aan die amalgaam-toestanden d Zou het een vonnis zijn gebaseerd op in het verlede gepleegde misdaden ? De vrouwen waren van brui huidskleur, maar niet altijd. Zou de bron van dit all het paradijs te vinden zijn ? Zou daar wat mis zijn gegaan ? Waarom gaf Eva haar man van de giftige vrucht ? Ik viel bijna naar achteren toen we in een kamertje kwamen met nog een schilderij. Dit schild was heel hoog opgehangen, boven een deur die een haard verborg. De man was geblinddoekt in dit sch De vrouw niet. Zij had twee ogen als rode appels waardoor ze naar hem keek. Hij zat op een stoel. Z een zwaard en een sigaar. Boven het schilderij was een schilderij met een geblinddoekte vrouw met ee zwaard die stond alsof ze klaar was om te kappen. 37
mmeren. n met ard. Soms daarin hterlijke we . Ik denken. den ine lles in e lderij en open hilderij. Zij had s nog en . Maar
dat was het schokkendste niet : Beide vrouwen wa etalage-poppen, werkende voor een industrie, en ze hadden geen borsten. Die waren afgekapt. Ze kond moedermelk niet geven. Hun vagina’s waren afged metaal en een slot. Zij waren kinderloos, ontdaan v sexualiteit. Daarom gaven ze niets dan gif en verde nieuwe vriendin schrok er ook van. Het deed haar aan de vaginale besnijdenis in Afrika. ‘Zouden dieren zich ook zo voelen ?’ vroeg ik. ‘Zij worden besneden tot de dood.’ Mijn nieuwe vriend knikte. Ik voelde me onwennig. Toen zijn we maar teruggegaan. ‘Bij de indianen,’ zei ik, ‘in het amaz gebied, werden soms de borsten van vrouwen geamputeerd zodat ze beter hun pijl en boog konde gebruiken.’ ‘Ja,’ zei zijn vriendin, ‘en in Fenicie wat nu Turkije werd Attis aanbeden, een aan zijn lot overgeleverd die door wilde schapen werd grootgebracht, en zich ontmande door een vloek. Uit zijn bloed kwam de naaldboom voort, en hij was een vroegere Jezus.’ Als in Turkije daadwerkelijk het paradijs heeft gele dan ging daarachter nog steeds deze gruwelijkheid een dieper kruis, een genitale afsnijding, een sexue 38
aren als ze den hun dekt met van hun derf. Mijn denken ij din r zoneden je is de jongen chzelf e legen, d schuil : ele
apartheid. En dit had grote orale gevolgen. Het moederschap en de mannelijkheid werden ingeruil de oorlog, de jacht, de dood. Attis had zijn geliefde Cybele, verlaten voor een sterveling, en werd door getroffen met de vloek van waanzin, vanwege de ja In de Joodse legendes duikt ook de naam van Lilith de eerste geliefde van Adam, maar zij werd al heel hof uitgestuurd, omdat zij zich niet aan Adam wild onderwerpen. En dit kruis was een enigma met vel gevolgen. Lilith zwoer dat zij de kinderen van Ada mensen, zou vernietigen. Zij kwam terug als de sla Adam en Eva het gif aan te bieden. Ik ging op mijn liggen, en mijn vriendin ging op me liggen. Ik was getroffen door een vloek omdat ik een andere vrien nu, en mijn vorige vriendin had ook een andere vri Er was geen jaloezie. Er was vrijheid. Er waren ge rekken in onze monden meer. 39
ld voor de, r Cybele jaloezie. th op als l snel de de le am, de ang om jn buik s niet ndin had riend nu. een
Hoofdstuk 2. ‘Een vrouw zonder borsten heeft alleen gif te voere wordt er weleens gezegd, figuurlijk dan. Dat betek een vrouw die geen verantwoordelijkheid draagt, g moederlijke empathie, een gevaar is voor de samen Dat was de slang in het paradijs, maar we zagen al vele kanten aan het verhaal zaten, vele factoren spe een rol, en het is niet echt eerlijk om alles zwart-w te zetten met vurig religieus fundamentalisme. Er w andere kanten. Wie hakte de borst van de vrouw af Waarom was ze zo woedend op de man, en wilde z berechten ? Is er een kant van het verhaal die wij n kennen ? Of heeft ze haar borst zelf afgehakt, als e amazone, om zo macht te kunnen voeren over de m met welke redenen ? Voelt ze zich bedreigd door d Of wil ze gewoon dwars haar zin doorvoeren. Ik besluit met mijn vriendin terug te keren tot het s Ditmaal gaan we nog hoger. Op een hogere verdiep vinden we veel olie-lampen, veel Arabische spullet schilderijen zijn veel bloederiger hier, met veel naa vrouwen die oorlog voeren. Ook zijn er veel jachttafereeltjes. We lopen naar de volgende verdieping 40
ren,’ kent dat geen nleving. l dat er peelden wit neer waren f ? ze hem niet een man ? En de man ? slot. eping etjes. De aakte - g, waar
het enigma al snel toeslaat : afgehakte koppen van staan op de schilderijen. Ook zijn er veel azteekse schilderijen, waar azteekse priesters de harten uit h slachtoffers snijden en omhoog houden. Het is een boel van besnijdingen en afsnijdingen, allemaal om apartheid te creeeren. Weer een verdieping hoger s enorm schilderij met de toren van Babel. De toren Babel is een verhaal uit de bijbel waarin mensen ee proberen te bouwen naar de hemel, en naam te mak maar dan daalt God neer om hen te verwarren en te scheiden, zodat ze elkaar niet meer kunnen verstaa een verdieping hoger staat een standbeeld van een waarachter een schilderij is met de boom des leven engel lijkt op een wachter, zelfs op de engel des do houd mijn vriendin vast. We zijn beiden naakt, en s verschrikt naar de engel en het schilderij. Naast on een klein trapje naar boven, naar een zoldertje. We een stem : ‘Wie wil het ei uitbroeden, wie eet het, e staart naar de dop ?’ ‘Zei jij dat ?’ vraag ik aan mijn vriendin. ‘Nee,’ zeg ‘Jij ?’ Ik schud mijn hoofd. Dan vliegt er een papeg het zoldertje naar beneden. ‘Opkrassen,’ schreeuwt ‘Wie heeft jullie gezegd hier te komen. Het ei zal r 41
n bizons hun n dolle m staat een n van een toren aken, te an. Nog n engel, ns. De oods. Ik staren ns is nog e horen en wie egt ze. egaai van wt hij. rotten.’
We lopen naar boven naar het zoldertje en zien ove eieren liggen. Het stinkt hier ook verschrikkelijk n eieren. ‘Te laat,’ krijst de papegaai, ‘te laat. Jullie h eerder moeten komen om het geheim te zien. Nu is weg, voor eeuwig. Dit is wat jullie krijgen voor jul optreden : Rotte eieren.’ Tussen de eieren ligt een k kruisje waaraan een staafje hangt dat lijkt op een mannelijk geslachtsdeel. ‘En nu oprotten,’ roept de papegaai. Het beest begint ons te pikken, en we ren naar beneden. Het best blijft ons pikken totdat we u slot zijn. Snel rennen we door de tuin het water in, zwemmen naar de overkant, maar nog steeds houd beest niet op met aanvallen. Dan komt de grootste ons te hulp. We houden er heel wat plekken aan ov willen voorlopig niet meer naar het slot. Blijkbaar is de vruchtbaarheid aan het lijden verbo onlosmakelijk, als twee tegengestelden, het naakte bedekte. We moeten maar wachten totdat daarin vr gekomen. In de grondtekst van de bijbel is het para Sheool, het dodenrijk, oftewel de tuin der doden. O val was een werking van het paradijs, om het offer rijpen. De ruwe diamant moest geslepen worden. Z op mijn rug en heeft haar armen onder mijn oksels 42
veral rotte naar rotte hadden s het ullie klein e ennen uit het , en dt het e zwaan ver, en onden, e aan het rede is radijs Ook de r te doen Ze ligt s door en
houdt mijn schouders vast. Ze probeert me op te tr maar ik ben moe. Dan vallen we beiden in slaap. Een oosterse tuin van geheimen, met religieuze valstrikken. Ik schrik wakker. Zij houdt me vast. Ik weer in slaap. Voor een tweede keer schrik ik wakk houdt me weer stevig vast, en ik val weer in slaap. wiens armen lig ik, of is dit weer een strik van de d Hoe dan ook, ik heb het nodig om door de dag te k Het is mij gegeven. Ze staan daar voor huizen als p paardjes van de apocalypse om de volle druiven te betreden, te vertrappen. De maan schijnt, de sterren een droomweb houdt mij vast. Houd mij vast, laat jouw trekpop zijn, in dit speelse paradijs is het bete zijn, beter dan daarbuiten. Het paard van religie tra ongenadig, straft voor eeuwig, zet schaakmat, en tr de druiven van het genot in, één voor één, en soms meerderen tegelijk. Een hard besluit, van een jaloe God, een erfenis, van lang geleden, een raadsel dat smeekt, dwingt. Kijk naar de vrucht, niet naar de d niet, want het is slechts vergif, maar zoek naar haa geheimenis, broedt het uit, en ren wanneer je kan, over de wateren, als een afstandelijke liefde, veilig weg als de zon. Laat de hoop je niet ontnemen, laa 43
rekken, k val kker. Zij . In dood. komen. paardjes, e en vallen, t mij ter te apt hard, trapt dan s erse at brult, dop, eet ar zweef g en ver at je niet
zeggen dat ver weg alleen maar koud is, want kijk zon, die het verste weg is van ons allemaal, en schi warmte geeft zoals niemand anders dat kan. De zon astronaut, op zoek naar geheimenissen, het grote b Ik maak een verkeerde beweging en er knapt iets in rug. Toch nog een complicatie van de steekpartij. I tegen de dood, en heb een bijna-dood-ervaring. Ik het paradijs, waar naakte vrouwen zijn, overal. Zij een geheim vast, een ei, een groot ei, een doorgang weg. Het is een ei vol van bloed. Ik bekijk het ei vo belangstelling. En het bloed stolt, en brengt een lic voort met orale en genitale vrijheid. En er is een ha tussen die twee, en er is vrede. Na een paar dagen b weer de oude. Er is iets veranderd in mij. Ik heb de ontmoet, en daardoor het leven. Ik sta aan beide ka ben de brug tussen twee naturen. Er stonden vele narcissen in onze tuin, vechtend te koude dood. Zij gaven het leven warmte, de mense warme deken. Alles was bevroren, bevroren legers werd gehandeld in mensen. De koude hand des doo greep hen, en wie kon daar tegen opvechten. Somm dachten harmonie in bloed te zien, anderen alleen m twist. De raven kwamen over de stad. De stad was 44
k naar de hijnt en on, de broeden. in mijn Ik vecht kom in j houden g, een vol chaam harmonie ben ik e dood anten. Ik egen de en een s. Er oods migen maar s snel
opengebroken. Er was plaats voor het enigma nu, m staarde niet alleen maar naar de dop. Men at niet m het vergif. De broeders waren gekomen. In de held stonden zij daar, in de Arabische zon. De raven wa het oosten gekomen. Oosterse wachters waren nu i stad, kloppende op de deuren. Zij brachten dat and nieuws. Zij geloofden dat zij het hart waren binnen op de zwaan waren zij geklommen, en het bracht h Ook zij hadden hun verwachtingen, hun verlangen logica. De Arabische zon was heet. Zij waren de pa van de apocalypse, maar niemand heeft hen begrep Zachte hoeven hadden zij, manen overal, lange wim dromerige ogen, bruin, dromend van zachte winter sneeuwwitte daken, waarop het paarse zou neerdal paarse hand zou hen allemaal wegnemen. Zij hadd schuilplaats in het oosten wanneer de winter zou v dan zou het pas echt hard en koud zijn. En de drop verkopers zouden er rijk van worden, de banketbak vol, want iedereen wilde daar ineens slapen. Men z vluchten tot het orale als de genitale klem zou wor gebroken. Nu lag zij nog vastgebonden op de gron de wachters waren dichtbij haar. Ik hoorde een sch Zij stond op, en bedekte haar naakte lichaam met e 45
men meer van dere zon aren uit in de dere ngegaan, hen hier. ns, hun paarden pen. impers, rs, len. De den hun vallen, en pkkerijen zou rden nd, maar hreeuw. een
nachtjapon. Zij ging de nacht in met een fakkel, zij moeder der raven. De paarse hand bracht haar op d van de kerktoren. Een sneeuwwitte dag zou het wo nu Doornroosje was ontwaakt. Niet door een kus. N Door een warme hand, een innige omhelzing. Het was een paarse dag met lange manen, een koni feest. Doornroosje was opgestaan. Zij stond tussen vader en moeder in, de oude koning en koningin. Z bracht hen de smeltende chocola die voor eeuwen verborgen was gehouden. Iedereen zou wel met ha willen dansen, iedereen zou wel een veeg van haar willen krijgen. Maar zij was selectief in haar genad selectief. Zij bedekte de edele vruchten met chocol schoof hen in de ogen. De bakker stond buiten op e en zong van haar. Zo lieten zij het feest ten einde g Maar tot diep in de nacht werd er nagenoten. De ba stond bij de notenboom met een bijl, en brak het op Kisten vol mandarijnen stonden hier, kisten vol ou mandarijnse koningen, met een mandarijns accent. zetel gaf zij aan de oude man die zij door het licht geleid. De baard van de oude tovenaar die vastzat i boomspleet was losgesneden door het zwaard van ogen. Haar ogen spoten vuur, en lieten de koralen z 46
ij was de de punt orden, Neen. ninklijk n haar Zij aar r chocola de, zeer ola, en een kist gaan. bakker open. ude . Een had in de haar zien. Dit
allemaal in flitsen, niet teveel, want teveel van dit g zou de draken opwekken. Zij wilden Doornroosje v eeuwig laten slapen, en niet slechts voor honderd j Ik keek met haar over de rivier van gisteren, naar d dampen ervan en de spoken, en wij wilden er niet w Wij waren gevangen door het morgenland, waar de prinsessen en prinsen van gisteren niet meer regeer Wij konden het, ja, wij konden het wat we jaren ni gekund hadden. In het midden van de stad was zij Wij werden door haar gevuld als roomsoezen. Van vlees waren haar vullingen, niet om te eten, maar o broeden. De kok van de slacht werd terechtgesteld, allemaal na een reeks lovende woorden. Morgen zo maaltijd zijn, niet vandaag. Nooit meer zouden wij onrijpe druiven eten waardoor de tanden van onze kinderen slee waren geworden. En deze komende m was een maaltijd voor vogels, raven, want zij ware bestemd voor dat uur om het eerste aan tafel te gaa eten. Het oog van de stad wilde haar verlichten, wa stad had haar nodig, en wilde haar nooit meer uit h gezicht verliezen, maar op die dag vertrokken de z naar het oosten. De raven hadden de stad nu, en zij ingenomen, zoals zij eens innamen. Het pasen met 47
goede voor jaar. de wezen. de erden. iet verlicht. n taai om te d, en dit zou de ij van e maaltijd en an en te want de het zwanen ij werden t zijn
versierselen van drop was nog steeds een ingrijpen gebeurtenis. Ik keek haar aan, zij keek naar mij. Ik mijn oude jeugdliefde teruggevonden. Zij had klein borsten, niet gevuld, zij was teder, intens, voorzich zacht. Nooit zou er meer een zondvloed komen na Haar regenboog was een teken daarvan aan haar he schraapte de damp er vanaf. Een standbeeld werd v opgericht in de stad. Wij zouden haar nooit vergete Na die week speelden de kinderen spookje in de st werden de oude hobbelpaarden uit de schuur gehaa speelde, ik droomde. Het was de slag der herinneri rijkelijk belegde het mijn brood. Ik liet de raven er eten. Ik at de worst van het verleden door de berg n andere kant, en daar werd het varken van de toekom geslacht. Tijd was niet meer. De bezetters hadden d en het land ingenomen, weer vanuit het oosten, doo Arabische zon. En ik kon alleen maar glimlachen. het wel grappig, al die vogels. Wij voerden de voge het zwanenmeer, maar de zwanen zijn hier nooit m teruggekomen. Zij hadden het geheim ergens ande gebracht. Ook voerden wij de paarden die dag, de p van deze apocalypse. Beschuit was haar lievelingsv rozen haar lievelingsbloemen. Een paard zwom do 48
nde k had ine htig, a die dag. hemel. Ik van haar en. tad, en aald. Zij ingen, r van naar de omst de stad oor de Ik vond gels aan meer ers paarden svoer, en oor de
grachten. Ik keek erna, en mijn rug maakte mij los aarde. Ik zweefde er boven, als een grote broer, als lange neef. Ik verzorgde de aarde als mijn broertje. Het regende buiten. Ik zat met mijn jeugdliefde op bank. Aan al het oude was een einde gekomen, nu oudere had gevonden. Het was als een harem in mi gedachten, een doornenkroon, een rozenkrans, de cirkelzaag boven Bagdad, de ster van Betlehem. Ee ster was het, van genadeloos geduld. Haar licht wa verblindend, en toen konden we ineens weer voele elkaar voelen. Voelen datgene wat zo lang was weggeweest. Zij liep zo langzaam in haar lange nachtjapon, een oosterse avondjurk, leren schoentj riempjes, met allerlei gaten, gelakt, en haar sokjes kinderlijk als de bloesem. En nog steeds dacht ik a zwanen. Waar zouden ze zijn ? Verblindend was ha des te zoeter haar aanrakingen, haar verschijning. T licht, weeskind, wolf, onbegrepen. Ongezadeld in d nacht. Ik borstel haar, er is rust. Zij neemt haar pijl boog, en gaat de stad in. In de stad staan beelden v zwanen, als een herinnering aan die dag. De zwane van steen, niet van vlees. De stad is verlaten van zw De oorlog is dood. Elke knie zal zich buigen, elke 49
s van de s de e. p de ik het mijn Een zoete as en, jes met waren aan de haar licht, Teer de l en van en zijn zwanen. tong zal
belijden, en niemand weet wat. Een onverbiddelijk heeft de oorlog lamgelegd. Het vrederijk is aangeb De paarden van de apocalypse gaan streng door de heen, en dan komt de zon op, de Arabische zon. He jachtboek is nu geopend. Men bekijkt de plaatjes, e begrijpt niet waarom. Men wil terug naar de oude d maar het kan niet meer. Ik borstel haar haren, er is is in de stad met haar boog, als vrouwe Justitia. De rechtszaak begint. Zij was een vrouw van geconcen kracht en zwakheid. De jacht-engel. Zij roepen vre vrede, terwijl er geen vrede is. Na de duizend jaren een nieuw tijdperk van vrede aanbreken. Ik borstel haren nog steeds. Ze zegt niks. Ik zak weg, en ze g mijn rug liggen. Als een kat heeft ze haar prooi. De vlekken van de luipaard spreken van oude wonden breekt ze mijn rug, en ik ben niet meer van de aard bereiken kan ik niet, alleen door stralen. Ik moet ha overgeven, ik moet haar loslaten, de afstand zal nu zijn. Ik voel mij als een Arabische zon, die het ijze stinken, die het leer zacht maakt. 50
k zwaard broken. e stad Het en dagen, s rust. Ze e entreerde ede n zal er l haar gaat op De n. Dan de. Haar haar u rechter er laat
Zij zal het grote ei uitbroeden, zonder dat het haar doden. Van het vergif zal zij niet eten. Eens sprong het wespennest, en werd een luipaard. Nu komt zij dichtbij, maar broedt van ver weg. De dokters zegg mijn rug nu goed is, maar ik heb pijn. Zij zeggen d niet is. Zij staren alleen naar de dop. In een vuur da eeuwig brandt wonen zij. Van een afstand ontkenne problemen, een naaldboom groeit uit mijn wond. Grootgebracht door wilde schapen ben ik. We zijn omsingeld en schaakmat gezet door levensgevaarli zotten. De idioten van de planeet Idiotia zijn gekom Waren de dokters maar dronken en aardig. Wat is e ons Utopia overgebleven ? De nieuwe bezetters rui het oude, de mondenrekken zijn weer terug. Ditma veel prikkeldraad. IJzeren Jaap is uit zijn doos gek om de klokken terug te zetten. Waren de zwanen n hier. Zij is een boogschutter, een teken aan de hem de oorlog nooit meer komen zal, maar we leven me jacht. Een teken dat er nooit geen zondvloed meer komen, maar nu zijn we hier. De ijzeren maagd is o straf. Zij broedt niet, zij steekt, zij is op jacht. Mijn van ijzer, een bouwwerk van amalgaam, van kwik, Mercurius, om de rest van mijn lichaam te verzieke 51
zal g zij in j niet gen dat dat dat er dat nen zij de n lijke men. er van uiken als aal met klommen nog maar mel, dat met de r zou onze n rug is k, van ken. De
dokters zien niets op hun foto’s. Zij staren alleen n dop. Wij wachten allen op Bert Ootjes, die nu inmi een martelaar is. Maar de zwanen hebben hem bez Mijn buik is gemaakt van witte en rode vulling, ee eeuwig gif. Zelfs al is de wortel eruit, het symptoo altijd blijven. Een leuk syndroom waar geestelijk verzorgers aan kunnen blijven sleutelen. Ouders bl met hun kinderen naar zulke dokters gaan, want als kind geestelijk ziek wordt verklaard door de beroep dan treft de ouders zelf geen schuld, want geestelij zijn dat ben je vanaf de geboorte, en zo hebben de die hun kind verrot hebben geslagen een alibi. Zo i zogeheten tandarts met zijn stiekeme, niet navolgb zogeheten vullinkjes die het kind beladen met com vergiftigingen en de syndrooms-stempeltjes van de geestelijk verzorgers, de zogeheten psychiaters en handlangers, een professionele ouders-bescherming geworden. En hoe kan een kind tegen zo’n doortra systeem opboksen ? Een kind heeft geen diploma’s zegeltjes, maar mag deze zegeltjes wel verbreken, paardjes van de apocalypse. Maar waar zijn de zwa wanneer je ze nodig hebt ? En waar is Bert Ootjes Rebelse kinderen worden al snel ziek verklaard, ni 52
naar de middels zocht. en om zal blijven ls het epsbeul, jk ziek e ouders is de bare, mplexe e hun ng apt ’s, geen door de waantjes ? iet de
maatschappij, nee, want de maatschappij is heilige ieder geval heiliger dan degene die aan de bel trekt paardjes staan nog steeds in deze carrousel. En de mierzoete snoepjes van oma moeten de kinderen klaarmaken om een reis door de fuik van de zogeh tandarts te maken. De zogeheten tandarts gebruikt hiervoor goedgepraat geweld. De Arabische tandar nu gekomen, en die was nog wel orthodoxer. Bij de werd snoep uitgedeeld wanneer een kind zich keur netjes had gedragen. Het hormoon van Bert Ootjes inmiddels uitgewerkt. Ook de botten begonnen gaa vertonen, en ook die moesten gevuld worden, en d de Arabische tandarts een heel arsenaal voor, en di echt geen tegenspraak. Arabisch amalgaam werd d gebruikt, waarvan de ingredienten strict geheim we gehouden. Alleen de ingewijden mochten de amba uitvoeren, en beunhazen werden streng gestrafd. D werden openlijk op de pleinen aan de schandpaal g Nee, de Arabische tandarts, daar viel niet mee te so Malafide tandartsen werden als kwakzalvers bestem afgezet, en gingen sindsdien vaak zonder een ledem ontmand door het leven. Azteekse praktijken kwam zelden voor. De Arabische tandarts meende het. De 53
er, in kt. De heten t rts was de balie rig en s was atjes te daar had ie duldde daarvoor werden acht Die gezet. ollen. empeld, maat of men niet De
bottenvuller, zo werd de Arabische tandarts vaak genoemd. ‘Ik moet vandaag weer naar de bottenvu klaagde een oud mensje. ‘Ja, ik ook,’sprak een bijn tandenloos oud mannetje, en een ander moest de da Controles waren wekelijks, en sommigen moesten keer per week. Elke knie boog, elke tong beleed, en trotse nek brak voor de Arabische tandarts. Als er problemen waren met het Arabisch amalgaam, dan dat altijd op iets anders geschoven, en dan voelde d Arabische tandarts zich diep beledigd, en kon erg k worden, wat dan de meest verschrikkelijke consequ had. Het was godslasterlijk om te twijfelen aan het Arabisch amalgaam. Zulke godslasteraars en aanst waren rijp voor de Arabische psychiater. De Arabis tandarts was wel heel goed voor dieren. Zo wreed waren naar hun klagende patienten, zo genadig wa naar dieren. Het lichaam van Bert Ootjes lag inmiddels op de b van het meer van Geneve, waar ze hem hadden ged Zijn botten werden later opgedoken en hij kreeg ee eervolle begrafenis. De appel brandt, en kan niet m gegeten worden. Er kan alleen nog maar gekeken w als naar de uitbarsting van een vulkaan. De trekpop 54
uller,’ na dag erna. n twee en elke n werd de kwaad quenties t tellers ische als ze aren ze bodem edumpt. en meer worden op van
het verleden is stuk, maar de Arabische tandarts ka nog wel maken, want die handelt ook in speelgoed Ootjes zal zich zeker in zijn graf omdraaien. Speel om kinderen klaar te maken voor de tandarts. Nu k ze nog spelen, maar straks ? Onze enige hoop is de marsmannetjes, maar die bestaan niet. De marsman marcheert onderdrukt in ons geconditioneerd verst Arabische tandarts is de banketbakker, heeft een ho keten, is ambitieus. Hij is de grootste snoep-produc voor kinderen. Hij verdient wat bij, om ook een zw te hebben onder zijn kast van een huis. De Arabisc tandarts is hier kind aan huis. Om Bert Ootjes word inmiddels flink gerouwd. Velen worden monddood verklaard. Ik begin een Arabische tandartsen-prakt beetje de enige manier om aan de Arabische tandar ontkomen. Een nieuwe Arabische vogelsoort is er toegevoegd plantsoen, om het verlies van de zwanen op te vang draai-konten. Prachtige vogels, daar niet van, maar kunnen zo vanuit het niets bezoekers aanvallen. Zo van te voren maar eerst bellen. Hele statige, deftige met een strenge zwaar-orthodoxe etiquette. Zo ken nog één. Het doet me een beetje denken aan die pa 55
an het d. Bert lgoed, kunnen e an tand. De hotelucent wembad che rdt d tijk, zo’n arts te d in het ngen : de ar ze o van : ge vogels n ik er apegaai
van het slot. Ik durf niet zomaar meer naar het zwanenmeer, het plantsoen. Deze vogels zijn geen grappen. ‘IJs ?’ vraagt ze. - Ja, met slagroom, zeg ik ‘Siroop erbij ?’ - Ja, die rode ‘De Arabische tandarts zal daar blij mee zijn, die is duur, en veroorzaakt veel gaten in je botten. Hij za weer flink op je schelden bij de komende controle blijdschap om de winst goed te verbergen.’ - Nee, ik heb nu mijn eigen kwastjes. Ik kom meer bij die man. Ik ben nu zelf die man. Hij mag mij komen, dan zal ik hem een koekje van eigen de geven. ‘Arabisch amalgaam ?’ - Ja, schat, die met die vogelstront. ‘Schat, je weet toch dat je de doodstraf kan krijgen het verraden van de ingredienten.’ - Laat hen maar hierkomen met hun bekken v mislukte plastische chirurgie en gedwongen eeuwi mode. 56
n is lekker al wel om zijn niet wel bij deeg en voor vol ige
‘Schat, je weet toch dat dat hun geloof is ? Ze wete beter, en dat moet je respecteren.’ - Ik heb daar allemaal geen respect voor. Heb respect voor een mes die in je rug wordt gestoken ? ‘Toe nou, liefje, dat moet je zo niet zien.’ - Oh, en hoe moet ik het dan zien ? ‘Moet je kijken hoe je jezelf opstelt, en dat noemt z Arabische tandarts. Een beetje professioneler mag - Oh, gaan we het nu ook over professionalite hebben, en vergeet vooral het woord deskundig nie noemen. Ga godverredomme een ezel kopen. ‘Zeg, jeetje, nu ga je ook nog eens een beetje lopen vloeken hier.’ - En doe jij nu maar niet ineens alsof je heilig bent. ‘Oh, heerlijk zo’n ruzie met jou, maar je weet wie boven in bed de touwtjes in handen heeft.’ - Ja, Katrijn. Je hebt gelijk, ’t spijt me, zal niet meer gebe ‘Goed, Jan Klaassen, dan is dat in ieder geval duid - ‘Moet je nu nog ijs met slagroom en rode siroop ?’ - Nee, Katrijn, ik heb geen honger meer. 57
ten niet b jij ? zich een g wel.’ eit et te n g Aagje er beuren. delijk.’ ?’
We starten een restaurant in het midden van de stad elke goede Arabische tandarts zou doen. Het voeds zalig, en mensen komen hier echt om heerlijk te ge We hebben ons eigen plantsoentje met Arabische draaikont-vogels, door ons getemd. Een betere plek me niet wensen. Mijn wereld kan niet meer stuk, e hare ook niet. 58
ad, zoals dsel is er enieten. ek kan ik en de
Het Gedwongen Chocola Een oud vrouwtje leefde helemaal alleen in het bos klein huisje. Ze staarde naar buiten. Ze kon de bom goed zien. Daarna staarde ze naar haar gedroogde v die ze als kind had gevangen. Voor haar gevoel mis nog een paar kostbaren. Ze had haar net nog dichtb klaar om de ontbrekende exemplaren te vangen. Al ze op zoek. Niets dan leugens zweefden in de lucht beschuldigende. Ze wilde deze leugens vangen, op en inlijsten. Ze was vol van haat. Ze kon het gelach plagende spotters om haar heen niet meer aan. Elke weer probeerden ze haar neer te halen, al vanaf het moment dat ze wakker werd. Ze leken op kinderlij kleine elfjes, met brutale gezichtjes, als vlindertjes dartelend om haar heen. Ze haatte kinderen op die en ze droeg dan ook een duister geheim in haar bin Soms sloeg ze met haar schepnet om zich heen, en ‘Is het nu afgelopen.’ Maar de laatste jaren ving ze meer. Ze droeg een duister geheim van binnen. Ze hier niet aan denken, en met niemand over praten. 59
os in een men vlinders iste ze bij haar, Altijd was ht, haar pdrogen ch van de ke dag et jke s vrolijk e manier, nnenste. n riep : e niks e wilde Ze was
het vechten moe. Niemand zou haar begrijpen, en n zou sympathie voor haar hebben. Langzaam schon thee in voor haarzelf. Buiten vlogen wat vogeltjes naar keek. Ze snapte niet waarom zo’n jonge geest opgesloten moest zijn in zo’n oud lichaam. Zij zou worden in de armen van een ieder die haar aan zou en daarom bleef ze ver van de mensen vandaan. Ov werkte ze aan haar maaltijd voor de avond, en zorg dat het huisje voldoende schoon bleef. Ook deed ze handwerk. Ze was ver weg in haar gedachten. Niem kon haar bereiken. Ze was bitter geworden. Ze wist niet dat er wat verder in het bos wonderbom stonden. Ze kwam niet verder dan haar eigen tuin. bomen werden bewaakt door dieren, zoals katten, s en konijnen, orakels. De bomen zouden haar naar b leiden, maar ze zag hen niet. Ze zag alleen de kaba vliegende deugnietjes om haar heen fladderen. Ma een dag was ze als door hypnose geslagen, en liep tuin uit door het tuinhekje. Ze wilde even het bos i zo ver, maar even ergens anders zijn. Een konijn st voor een boom, en wenkte haar. Ze kwam dichterb keek in de ogen van het konijn. Waarom komt u ni 60
niemand nk ze wat waar ze t als zij u oud u raken, Overdag gde ze ze wat mand omen . De slangen boven alerige aar op haar in, niet stond bij en iet in
deze boom wonen, zei het konijn. De top van de bo draagt een geweldig huis. - Hoe kom ik daar, vroeg het oude vrouwt Maar toen was het konijn weg. De vrouw wist niet het konijn kon vertrouwen, liep door, en gleed in e onder het mos verborgen put. Ze viel gelukkig zach de bodem van de put stond een kat voor een deurtj ‘Heus,’ zei de kat, ‘er is een ander leven voor u. W binnen in uw nieuwe huis.’ En ineens was de kat verdwenen. De vrouw wist niet of ze de kat kon vertrouwen, maar ging toch naar binnen. ‘Welkom boom,’ zei een stem. ‘De boom is alles wat er is.’ ‘Ik heb anders nooit in een boom geleefd,’ zei de v ‘Omdat je dat niet wist,’ zei de stem. ‘Je dacht alle dat je wat wist.’ ‘Ik wil hier weg,’ zei de vrouw. ‘Ik moet weer naar ‘Dit is je huis,’ zei de stem. Ze keek recht in de oge een kat. ‘Oh, jij weer,’ zei ze tegen de kat. ‘En jij weer,’ zei de kat. De kat greep haar en wilde haar dansen, maar de vrouw wilde niet. ‘Ik wil eru ze. ‘Waaruit ?’ vroeg de kat. 61
boom tje. t of ze een cht, en op je. Welkom m in de vrouw. een maar ar huis.’ gen van de met uit,’ riep
‘Uit deze hel,’ zei de vrouw. ‘Dit is alles wat er is,’ zei de kat. ‘Spreek geen onzin,’ zei de vrouw. ‘Ik was daarnet mijn huis.’ ‘Welk huis ?’ zei de kat. ‘Dat dacht je alleen maar. hier altijd al geweest.’ ‘Leugenaar,’ riep de vrouw. ‘Ik haal de politie erbij ‘De politie ?’ zei de kat. ‘Wat is dat ? Dat zijn allee gedachten.’ De vrouw werd woest en probeerde de kat te slaan die was ineens verdwenen. Alles was donker om ha heen. Ze liep een trapje op naar boven, waar een be licht was. Daar was de kat weer. Beiden stonden ze een lift. ‘Stap in de lift,’ zei de kat, ‘dan zul je van problemen af zijn.’ Als gehypnotiseerd stapte de vr de lift, en de kat sloot de deur achter haar. Hoog in boom kwam ze aan in haar nieuwe huisje. ‘Maar d fantastisch,’ zei ze. Ze zou de kat wel willen omhe maar die was nergens te vinden. Het beviel haar go haar nieuwe huisje. Alles was prachtig wit. Al snel er een konijn boven. Het bleek hetzelfde konijn te ‘En van hieruit zul je alle lieve kinderen van de we opnemen,’ zei het konijn. ‘Er zijn kamers genoeg.’ 62
t nog in . Je bent ij.’ en je n, maar haar beetje ze voor n al je vrouw in n de dat is elzen, oed in l kwam zijn. ereld ’
‘Oh, dat lijkt me heerlijk,’ zei de vrouw. ‘Dan kan eindelijk voor het eerst een tante zijn.’ ‘Zorg voor ze, kook voor ze, ga leuke dingen met z zei het konijn. ‘Deze kinderen zijn erg ongelukkig. ze gelukkig.’ De vrouw had er echt zin in, en voeld jonger dan ooit tevoren. Het huis was inderdaad er Ze zou pannekoeken bakken, sprookjes voorlezen, spelletjes met hen doen. Ook zou ze hen de andere plaatsen van de boom laten zien. Snel was haar hui met lieve kinderen. Ze sprak tot de boom als tot ha geliefde. Op een dag was ze verschrikt en in de wa haar kinderen in vuur waren. Maar de kat stelde ha gerust : het was slechts boomvuur. Het was een ko wat aan hen beitelde, om hen nog meer klaar te ma voor het leven in de boom. De gezichten van reuze in de boom die tot hen spraken. Op een dag stierf d vrouw. Heintje, een van de kinderen, nam de leidin Op de kamer van de oude vrouw stond een oude lif ze ingingen. Boven het huis bleek de boom gewoo te gaan, en al snel waren ze in de wolken. Via een h hoge tak kwamen ze in een andere boom terecht. Z werden direkt door een konijn gegrepen en naar bi gesleurd. Hier moesten ze gedwongen van vruchte 63
ik ze doen,’ g. Maak de zich rg groot. , en veel e uis vol aar ar omdat aar oud vuur aken en waren de ng over. ift waar on door hele Ze innen enpastei
eten. Ja, zei het konijn, want dit is de boom van de gedwongen vrucht. De kinderen vonden het niet zo want de vruchtenpastei was erg lekker. Maar al sne moesten ze nog meer eten, en veel kinderen begon misselijk te worden. Heintje begon het toen flink z worden, trok zijn pistool en schoot het konijn aan f Het bleek verder een prachtige boom te zijn. Ieder kreeg hier zijn eigen verdieping. Midden in de nac maakte een ander konijn hen allemaal wakker, en d hen om chocola te eten in de gezamenlijke huiskam Eerst vonden de kinderen dat geweldig, maar toen nog meer moesten eten werden sommigen al snel e misselijk. Het konijn was verschrikkelijk aan het s Heintje vroeg : ‘Mag ik vragen wat hiervan de bed is ?’ Maar het konijn wilde er niks van zeggen. Ze maar te gehoorzamen. Dat liet Heintje niet op zich greep zijn pistool en schoot op het konijn. Maar he dook weg. Even later kwamen er nog meer konijne binnen, en grepen Heintje. Heintje zou worden opg achter tralies. De kinderen waren erg in paniek. Da werd hun nieuwe leider. ‘Zoals jullie hebben gezie hier niet veel pluis,’ zei Daantje. ‘We kunnen beter teruggaan.’ Maar toen ze bij de hoge tak terugkwam 64
e o erg, el nnen zat te flarden. r kind cht dwong mer. n ze later erg schelden. doeling e hadden h zitten, et konijn en gesloten aantje en is er r amen
zagen ze konijnse wachters staan. Toen zijn ze naa beneden gegaan, maar ook daar stonden konijnse wachters. De dagen erna werden ze weer gedwong chocola te eten, meer dan ze opkonden, en niemand wat tegen doen. De kinderen werden doodziek. We Daantje iedereen bij elkaar en zei : ‘Dan maar zo h mogelijk.’ En ze gingen ditmaal gewoon zo hoog a konden. Ze hoopten dat ze weer een tak tegen zoud komen die hen naar een andere boom zou brengen, er gebeurde niks. Wel zagen ze ergens een deurtje waardoor ze naar binnen konden gaan. Het bleek e zijn, maar die kon alleen maar omhoog. De kindere gingen in de lift, en Daantje drukte op het hoogste ‘Jullie zitten vast,’ zei een stem van de lift. ‘Niema van de boom van de gedwongen vrucht ontsnappen kinderen begonnen te huilen. Ook Daantje wist nie kon doen. Toen ze uit de lift stapten zagen ze een h zitten, met een slang en een beer. De beer was een knuffelbeer. Toen ze wat beter keken zagen ze dat en de slang een standbeeld waren. De knuffelbeer b lachen. ‘Wat sta je te lachen,’ zei Daantje. ‘Jullie hebben vast moeten eten van de vruchtenpa de chocola, nietwaar ?’ zei de knuffelbeer. 65
ar gen om nd kon er Weer riep hoog als ze den n, maar een lift te ren e knopje. and kan en.’ Veel et wat hij heks n de heks begon te astei en
‘Ja, hoezo ?’ zei Daantje. Weer begon de knuffelbe lachen, ditmaal te schaterlachen. ‘Wat sta jij daar nou te lachen, domme aap,’ zei Da ‘Nou,’ zei de knuffelbeer, ‘ik vind het wel grappig. ‘Grappig,’ zei Daantje, ‘het is helemaal niet grappi zijn er doodziek van.’ Weer moest de knuffelbeer d om lachen. ‘Zit je ons nu uit te lachen ?’ vroeg Daantje. ‘Kom, knuffel me,’ zei de knuffelbeer ineens. Daan stapte voorzichtig naar voren, en begon de knuffelb knuffelen. ‘Laat mij maar met jullie meegaan, dan jullie niks overkomen,’ zei de knuffelbeer. Samen g ze terug en de knuffelbeer had gelijk. Nu hij mee w gekomen lieten de konijnen hen met rust. De knuff was heel aardig. Op een dag vroeg Daantje waarom konijnen hen niet meer dwongen. ‘Omdat ze bang zijn,’ zei de knuffelbeer. ‘Kun jij Heintje dan niet bevrijden ?’ vroeg Daantj ‘Nee,’ zei de knuffelbeer, ‘een konijnenslot valt nie maar open te krijgen.’ De konijnse wachters stonde nog steeds bij de grote tak en beneden, en daar viel zomaar langs te komen. ‘Ik zal je vertellen hoe je b knuffelboom kan komen,’ zei de knuffelbeer. ‘Mid 66
eer te aantje. g.’ pig. We daar erg antje lbeer te n zal gingen was ffelbeer m de g voor me je. iet zo den ook el niet bij de dden in
de nacht als iedereen slaapt dan schuift het standbe de heks en de slang even opzij waardoor er een tun ontstaat die tot de knuffelboom leidt.’ Daantje besluit er naar toe te gaan om meer kennis doen. Hij moet helemaal alleen gaan, want de knuf is van die boom verbannen. Voor de jongere kinder het te gevaarlijk zijn. Alles lukt, en al gauw komt D via de tunnel aan in de knuffelboom. Maar het is al behalve een knuffelplaats. Militaire konijnen lopen rond. Daantje heeft nog nooit zoveel wapens bij elk gezien, en ze zien er heel gevaarlijk uit. Deze koni zien er veel erger uit dan de andere konijnen. Het z roofkonijnen, als ratten. En hun oren zijn ook een s korter. ‘Neem van mij aan, deze konijnen zijn geen stumperds, nee, zeker niet. Geen ruzie mee krijgen een konijn tegen hem. ‘Wat kom je hier doen trouw Maar Daantje loopt door. ‘Wat hebben jullie met H gedaan ?’ roept hij. Even later komt hij bij een hok een heleboel knuffelberen zijn, en waar ook Heintj Heintje is flink boos. Heintje ziet er een stuk ouder vertelt hem dat ze gedwongen worden gevaarlijke medicijnen te slikken. Als dat zo door gaat heeft H niet lang meer te leven. Daantje schrikt daar erg va 67
eeld van nnel s op te uffelbeer eren zou Daantje alles n hier lkaar ijnen zijn stuk n n,’ zegt wens.’ Heintje k waarin je zit. er uit, en Heintje an.
‘Daantje,’ zegt Heintje, ‘herinner je dat tante het ee gehad over het huisje waar ze eerst woonde, vlak b boom, dat daar plagende elven woonden ? Misschi zij kunnen helpen. Wij kunnen niet van deze boom maar als jij naar beneden loopt dan kon je door de voordeur eruit en naar ze op zoek gaan.’ Goed idee, zegt Daantje, en vertrekt meteen. Na ee zoeken komt hij bij het huisje van het oude vrouwt In het huisje vindt hij de elfjes. Ze zijn erg droevig ze het oude vrouwtje allemaal hebben aangedaan. D vertelt hen het verhaal, en al snel gaan ze met hem naar de knuffelboom. Ditkeer gingen ze plagen en zoals ze nog nooit eerder hadden gedaan, maar nu voor een goed doel. De konijnen waren snel allema de boom vertrokken. Deze magische elven wisten goed hoe ze de kooi moesten openen, en al snel wa Heintje en de knuffelberen vrij. 68
eens heeft bij de hien dat m weg, e en tijdje wtje aan. g om wat Daantje m mee n pesten allemaal maal van heel aren
De Ontsnapping Jara stond stil. Ze keek om haar heen. De rivier lee het elk moment kon opwellen. De zon raakte bijna rivier aan, geheel wit in de verte. Apen zag ze aan overkant. Al snel was ze in de rivier en zwom naar overkant. Ze greep een liaan, en trok haarzelf uit h Apen staarden haar aan. Ze kroop op een heuveltje het water uit, haar huid zat onder de modder. Ze ho het geluid van de apen, en opeens voelde ze hun ha op haar huid. Ze trokken haar verder omhoog. Het dampte als in een mist, en het was er warm. Even l ze languit op het gras, tussen het mos, onder de bo Het was een prachtige jungle hier, in de dieptes van regenwoud. Weer raakten de apen haar aan, en de r gingen door haar lijf. Ze omhelsde hen, en ze lieten toe. Ze was hun kind. Ze maakte zich meester van situatie, stond op, en rende het oerwoud in. Even la stond ze in een hut. Ze was moe, ging op de versle matras liggen. Niemand kon haar zeggen waar ze w leek wel alsof de apen hier woonden. Achter de hu ze een skelet. Ze nam van wat appels die hier en da lagen. Ze was hongerig, en ze at zelfs wat oud broo 69
ek alsof a de de r de het water. e verder oorde handen t water later lag omen. an het rillingen en het n de later eten was. Het ut vond daar ood. Haar
hele leven had ze verlangd naar een rustige plaats, alleen zou zijn. Ze was onrustig, zoals de apen onrustig waren, ma natuur was mooi hier, ze kon hier wegglijden. De a probeerden met haar te communiceren, maar zij gle steeds weg omdat ze moe was. Ze hielden haar vas later duwden ze haar bananen in haar mond. De natuur was als gladgestreken hier, niemand zei voelde zich oud en jong. Ze staarde naar het amule om haar nek had gedragen. Ze had het in haar hand Plotseling draaide ze zich om en zag een man staan indiaan. Een band met een paar witte veren om zijn Hij pakte haar hand, en ging naast haar liggen. Zij dat eigenlijk heel normaal. Misschien woonde de m Hij joeg haar niet weg. Hij gedroeg zich mysterieu voelde geen angst voor hem, alleen acceptatie. Als ze in zijn ogen keek zag ze een open jungle. H staarde naar haar. Ze kon wegzinken in zijn ogen. Z zeiden niets tegen elkaar. De man maakte een vuur ging erbij zitten, en Jara kwam er ook bijzitten eve Het leek wel alsof elke minuut een uur duurde. Zo het hier. Er was hier een open wereld, een diepte. Ze omhelsden elkaar terwijl ze elkaar niet kenden. 70
, waar ze aar de apen leed st. Even i wat. Ze et wat ze d. an, een jn hoofd. j vond man hier. us. Ze Hij Ze r, en en later. o stil was . Ze
wisten genoeg. De natuur bond hen samen. Er war woorden nodig, alles was ondergedompeld in de pr natuur. De ontmoeting duurde lang. Daarna vertrok man weer. Jara staarde naar het amulet. Het glom. terug naar de versleten matras, en viel in slaap. Ze zag haar reis als een gezel, ze hield van de reis. van de natuur, en dronk van de rivier, het was geno was gelukkig. Jara was als bedekt door de natuur, a veilige schuilplaats, geen slavernij meer. Maar nog littekens daarvan. Ze was ontsnapt, ze had dagen d bos gerend, en nu was ze hier. Slangen gleden door gras. Ze had van hen niets te vrezen. Het was alsof natuur haar opnam. Ze wilde wraak nemen op de blanken, maar hoe. Z zelfs gemerkt in haar mond. Vreemde tekens hadde haar tanden gesneden, en metalen erin gegoten. Me mes probeerde ze het eruit te snijden. Al snel was z het bloeden. De apen kwamen dichtbij. Ze kwam e dat de kolonisten zendertjes hadden gestopt in de d van haar kiezen. Ze wist dat ze in gevaar was, nog Misschien konden ze haar wel achtervolgen. Ze ren verder, de voetstappen van de man volgende. Na en dagen kwam ze hem tegen. Hij trok haar naar zich 71
ren geen prachtige ok de Ze ging . Ze at oeg. Ze als een g wel de door het or het f de Ze was den ze in Met haar ze aan erachter dieptes g steeds. ende enkele h toe. Ze
spraken niet. Het was alsof ze elkaar aanvoelden. Z hoorden schoten in de lucht. 'Slaven ontsnapt,' riep iemand. De man greep zijn mes, maar daarna greep pijl, en toen zijn boog. Beiden renden ze verder. W waren er schoten, maar ze zagen niemand. Ze kwam bij een riviertje, waar een bootje was. Ze namen he om de rivier mee over te komen. Aan de overkant gekomen wees Jara op de mond van de man. Ze op haar mond om haar tanden te laten zien. Ook de m opende zijn mond, en Jara zag het metaal, en de zendertjes. Ze probeerde het hem duidelijk te make een mes kregen ze het eruit. Jara gooide de zendert het riviertje. Toen gingen ze dieper het oerwoud in hoopten dat niemand hen hier nog zou kunnen volg natuur was te mooi om daar nog drukte om te mak was alsof hun lasten door die pracht werden afgesp Het was alsof de man wilde zeggen : Laten we hier opnieuw beginnen. Jara knikte. Zijn ogen spraken. leven hier zou goed zijn. Ze wilden wraak nemen op de blanken, maar de na nam hen mee. De natuur deed hen vergeten, maar e nog wel die diepe pijn van binnen. Er was geen do was alleen het leven. Het was als een warme haard 72
Ze p ep hij een Weer amen aan et bootje pende man ken. Met rtjes in n. Ze lgen. De ken. Het poeld. er . Een atuur er was oel, er d, de
natuur om hen heen. En die kwam dieper en dieper pijn weg te wassen. De man raakte haar aan. Het v als vertrouwd. De zachte aanraking van de natuur l te vermengen. Voor het eerst voelde Jara zich geluk kon de sterke stroming van de rivier horen in de ve geluiden kwamen haar lichaam binnen, en openbaa zich aan haar. De man streelde door haar haar, en g zijn vingertoppen over haar lippen. Ze boog haar h Ze begreep niet wat er gaande was. De man omhel van achteren, en in haar gevoel was het alsof hij te zei : 'Je bent vrij nu.' Ze zochten de rivier weer op, gingen daar zwemmen. Hier zouden ze willen won de verte was een waterval die ze konden horen bul Ze besloten er naartoe te gaan. Het was alsof de wa hen van binnen schoonwaste. De waterplanten war prachtig en overtuigend hier. Ze sprongen bijna do water heen. Wisten zij dat zij kinderen waren van de bomen, va struiken die onderwater en bovenwater groeiden. W zij dat zij gemaakt waren voor ritmische en kronke groei. Krokodillen waren hun vrienden hier, geen vijanden. Ze waren aan het ware gevaar ontsnapt. O waterslangen waren hen goedgezind. Ze voelden z 73
er om de voelde leek het ukkig. Ze erte. Alle aarden ging met hoofd. lsde haar egen haar , en nen. In lderen. waterval ren oor het van de Wisten elende Ook de zich fijn
met deze kronkelende elementen. De waterplant w de hemel voor hen. Ze stonden open voor het harm gevoel van de natuur, ze spraken met hun ogen. He was een bron van leven voor hen. De man staarde n haar amulet. Hij kuste het amulet. Het was alsof de wilde zeggen : Als zij, het amulet, haar ogen zal op waar zullen de blanke kolonisten dan zijn, heus, ze geleid worden naar de hel. Ze hebben een hel gema een hel die hen dan zal opslokken. Het was alsof h zonlicht het zo overbracht, en zo waar als de water Ze keek hem diep in de ogen, alsof ze het veranker had respect voor hem, stond open voor hem, ze bes zij het antwoord om haar nek droeg. Het amulet lee een slang. Het had veel waarde voor haar. Sommig slangen hier leken op het amulet. Het was alsof het ooit de sleutel was van haar kooi. Ze voelde zich w worden als ze naar hem keek. De blauwe lucht leek dalen in de rivier, op weg naar de waterval. Het lic alle kanten opgereflecteerd. 74
was als monische et water naar e man penen, e zullen maakt, het rval zelf. erde. Ze esefte dat eek op ge et amulet week ek neer te cht werd
De Vierde Aarde Hoofdstuk 1. Wij waren gemaakt van een gouden amalgaam. Wi kinderen van de godin, die vrij in de tuin leefden. A het gouden amalgaam kon de stralen van haar liefd opvangen, om ons tot eeuwig leven op te wekken. een liefdes-amalgaam, volkomen toegewijd aan de Ook de hekken rondom de tuin waren van het goud amalgaam gemaakt. Zij waren hoog en scherp. Wij voelden ons veilig binnen deze hekken. Eens aten w de verboden vrucht van de vleermuizenboom, een die in ons binnenste begon te branden, zodat we do andere wereld geroofd werden, en wij kinderen van werden. Maar de godin verstootte ons niet. Nog me ooit wijdde ze zich toe aan haar liefde voor ons, en geduld en passie probeerde zij ons terug te lokken tuin. Een gouden vrucht hing zij voor onze ogen, e deze weg zodra wij ernaar grepen, om ons zo haar volgen op het pad terug naar de tuin. Het was een verboden en geheime tuin voor velen. Deze wereld Doornroosje, de slapende prinses, en voor de paash 75
Wij waren Alleen deszon . Het was e godin. uden ij wij van kaars, oor een an de hel meer dan n met naar de en trok r te laten d aanbad sheks
hadden ze niet veel sympathie. Deze paasheks was de godin van de armoede, die het geheim van Door kende. Doornroosje was een ei in haar handen, een ze zou afpellen. Doornroosje sliep nog steeds in he paradijs, en zou tot de berg der goden moeten kom onderwereld. Er was een doodslucht in de tuin, waarin zij die zic konden beheersen leefden. Altijd liepen ze hun beg achterna, als in een roes. Zij waren de schone slaap de volgelingen van Doornroosje, van alles wat moo duur was. De onthechting was een groot geheimen zij werd gedemoniseerd en als heks bestempeld. Zi vanaf de berg, vanuit de wildernis. Zij wilde Doorn opwekken tot een hogere wereld. Dit zijn geen gew paadjes. Deze paadjes zijn afgesloten door de plaat gemeentes. De draak zelf was de prins van de jung Doornroosje vrijkocht uit de kooi van de bebouwd De kus wekte haar op tot de wildernis, omgeven do doornenstruiken. De slang van het paradijs was eerst een draak, en z aan paarden de macht om zich te verzetten tegen h rijders. Zij maakte eenhoorns van hen, de grote ont Ook gaf zij de macht aan bizons om zich te verzett 76
s Inanna, ornroosje n ei die et men, de ch niet geertes psters, ooi en nis, maar Zij riep rnroosje wijde atselijke gle die de kom. door zij gaf hun ntwaking. ten
tegen hun jagers. Zij maakte eenhoorns van hen. M haar wijsheid werd buiten de poorten van het kaste gezet, en zij veranderde in een vlam, om te verwar te verleugenen. Zij gaf haar aanklagers over aan ee dwaalgeest. Zij was de vleesgeworden boom die haar eigen koninklijkheid had bewaard. Zij was de koninklijk het communistisch anarchisme. Zij was de koningi de bloemen. Wilde bloemen had ze in onze haren gestoken, in deze drakentuin. Zij trok ons omhoog schip, toen de dauw ging vallen. De rivier van plas omhulde ons. Zij had haar eigen pad, en wilde niks van het verwende gemeentepark. Daarom was zij onuitgenodigd, gehaat door velen, en gevreesd. De viel en werd in een kooi gestopt, maar niemand ko geheim doorgronden. Zij wist dat slechts hen buite kooi gekooid waren. Ze hadden maar een fragment van haar vastgezet. Z natuurlijk veel groter. Zij leefde in plaatsen waar z zouden komen. Zij leefde in een mengsel van vuilh de dieptes van de wildernis, als sluiers van haar schoonheid. Deze schoonheid werd geproclameerd een genetische collage van juwelen. De stenen stap 77
Maar eel rren en en kheid van gin van g op het stic ks weten e draak on haar en de Zij was zij nooit heid in d door pelden
zich op tot een druipkoninkrijk. Zij liet geen steen perste hen geheel uit. Haar schoonheid kon niet uit worden door stenen, alleen door wildernis. Zij ging de muren. Zij van de smetvrees zouden daar nooit Zij bouwden auto’s die alleen maar op gladgestrek wegen konden rijden, en die het zonlicht als tralies weerspiegelden. Maar zij zocht het licht in de duist op, de zon van de onderwereld. En zij leefde in ons een diepere plaats. Hier in de diepe wildernis had z huisje van snoep geplaatst, en was zij slechts een d inwijder. Het harnas van snoep lokte de soldaat tot diepere strijd, de patronen van de wildernis, de ver arena waar slechts zij keek. Zij was het kruis van d jongen in zijn jeugd om hem te behoeden voor een groter kwaad. De kooi die zij hier had gebouwd wa vergeleken met de kooi van de stad. Zij was immer pasen gevierd met chocola. Zij was de moeder van jungle, maar zij onderwees haar kinderen over de g Zij bewapende haar kinderen en ontzag hen niet. Z tuchtigde haar kinderen reeds vroeg, en daarom mo heks dood. De stad wilde kinderen verwennen met allesverblindend licht, verlammend en bemoederen Zij was de zwarte koningin des doods, de koningin 78
n heel, itgedrukt ng over komen. ken s sternis ns, op zij haar diepere t een rborgen de n veel was niets ers het n de gevaren. Zij moest de t een nd. n van het
oerwoud, toen het witte haar kinderen en haar scho stal. En zij beval haar jager het sneeuwwitte om te brengen, want het witte moest sterven, zeven maal hing haar vrucht van het gouden amalgaam. En het sneeuwwitte was jong, oningewijd, omgeven door doornen. En zij lokte haar tot de deur van de dood oerwoud. En het sneeuwwitte gewaad werd afgeda een zwarte vrouw rees op. Zij was de koningin van de wolven, de koningin va zwarte draken. Vele andere kinderen waren tot de d doods gekomen, en haar moddermannen namen he brachten hen tot haar. Wilde bloemen hebben hen t ingewijd, en ze raakten verstrikt in haar webben. Zij had ons geschapen in de dooier, omringd door h witte, in een ei. Zij hing dit ei hoog. Het was een e omringd door vlees. Wij groeiden op en aten van h en kwamen tot het huisje van snoep in de wildernis Binnenin waren paaseieren versierd. Ze had een pa in het woud. Haar paaswachters liepen op haar druipmuren. Zij wilde de lichtjes van het pinkstere doven. In de poppenstadjes werden keurige pinksterfeestjes gehouden, vol van smetvrees. En z onuitgenodigd. Daarom bracht zij haar stortvloed, 79
one land e l. En zij et r witte d in het aan, en van de deur des en op en toen het ei het vlees, is. aasrijk en zij was en liet
hen het ei van pasen zien, hun verboden vrucht. En kindertjes begonnen ervan te eten, en werden uit de gezet. Zij had haar eigen stadje aan de rand van haar rivie in de wildernis, een schilderachtig stadje, en zij gin van vrucht tot vrucht, van ei tot ei. Haar eenhoorns in pas, een drachtige optocht door de stad. En de st op heuveltjes in de wildernis, en de eenhoorns ging de bruggen tussen die heuveltjes, langs de paars-ro sluiers. ‘Kun je van haar houden ?’ vroeg ik. We zaten geh het bed. Ik hield haar billen vast die heet aanvoelde Vanuit de raampjes konden we de bomen zien met blauwpaarse vruchtjes en hun donkergroene blaadj duwde mij neer, en ging op me liggen. ‘Natuurlijk, ‘Ze is mijn moeder.’ Ik kuste haar, en ze was geluk waren naakt, maar we schaamden ons niet voor elk want we waren in haar hof. Van gouden amalgaam wij gemaakt. In een kooi vonden we doorgang. He niet onze dood, maar een transformatie. We waren vlindertjes in haar bos. Wij kwamen voort vanuit h der goden, het gouden amalgaam, wat als een vruc ons hing, als een ei, en waartegen gewaarschuwd w 80
n hun de stad er, diep ngen s liepen stad lag ngen over oze hurkt op den. t hun djes. Ze k,’ zei ze. kkig. We kaar, m waren et was n als het orgie cht voor werd,
want men vreesde de geheimenissen van het bos. D goden hadden er veel liefde in gestopt, als het seru bevrijding, als de paradijselijke zweer. Maar zie, zi geweerd als een melaatse. En zij hield de raadselen tuin verborgen. En het imperium werd gebouwd, en zij werd als ee boeman beschouwd, maar in haar waren de rangen gegarandeerd. Er was niks mechanisch aan, alles w natuurlijk, vanuit de dood voortkomend, het was ee spot. Er moest plaats voor haar gemaakt worden, d haar vereiste, want ze was al lang genoeg weggedr hadden naast haar niet veel in te brengen, want zij het raadsel van de dood niet. Zij omsingelde de gro met haar eenhoorns, en trok haar kinderen er één v uit. Tussen haar woestijnen door zijn rivieren, met waar barbaren voor staan, één wachter per brug, en kan hen verslaan ? Maar kinderen trekken zij mij, h bezegeld zijn door haar liefde. Zartan was de poort van haar secte, bestempeld als een verleider, maar strikken brachten hen tot leven, voortkomende van meer. Haar moddermannen werden zij, en zij schuw bokken niet, zij waren de dragers van haar geheim. secte werd groot en gevreesd, en men vergat de sec 81
De um van zij werd n van de en n was een roze dit was rukt. Zij kenden rote stad voor één t bruggen n wie hen die rtwachter haar nuit het uwde de m. De ecte van
de grote stad. Arsis en Jupo waren twee andere poortwachters van haar, maar die stonden dieper in rijk, want dit rijk had veel gebieden. En ook de kin werden beproefd door deze wachters. En velen ble steken. De worsteling met de roos was een grote. H secte scheurde families uiteen. Ze zat rechtop. Ze had contact met de bloemen, me Braziliaanse schietbloem, met de Rijn-bloem, de v bloem, en de flamingo-bloem. Zij had het wilde wi konijn gevolgd tot de sprekende bloemen. En zij ha verborgen de vrucht die haar deed groeien. Zij likte vrucht, nam ervan, en begon langzaam te groeien, hoge burcht in de woestijn. De zon van de Sumeris onderwereld verlichtte de woestijn. Hier werd nog zuivere Ninurta gegoten, de boodschapper der god Nergal, de god van de onderwereld zat hier op zijn met speren aan weerszijde. Hij sprak en genas. Het hier waar de eenzamen elkaar hadden gevonden. H de Sumerische ark, terwijl buiten het gif van Mercu regende. Er zou een zondvloed komen, want het tij van Mercurius was nog maar net begonnen. En daa stonden ze dan, drie boodschappers van de goden : Ninurta, Hermes en Mercurius, en zij kwamen tot d 82
n haar nderen even Haar met de vuurwitte hadden te aan de tot de ische g het den. n troon, et was Hier was curius ijdperk aar : de troon
van Nergal. En Mercurius had het gezicht van een en had een grote glimlach. ‘Ik weet het, er zijn dui mercuriussen,’ zei Nergal. ‘En jij bent de enige die toegang hebt gekregen tot mijn paleizen.’ ‘Vader,’ sprak Mercurius, ‘het kwik is alleen maar groeiende buiten, en u kent dit vergif. En u weet oo het enige anti-gif hiertegen is. De cocon van Mercu heeft de wortelkwik-vlinder voortgebracht. Zij hee ark gebouwd.’ ‘Schenk mij het wortelkwik, Mercurius,’ sprak Ner Mercurius deed een stap naar voren en gaf hem een met wortels waarin het wortelkwik zat. ‘Dit zijn de voor wortelkwik-bloemen,’ zei Mercurius. Toen ve hij. ‘Hermes en Ninurta,’ zei Nergal, ‘jullie gaan deze zaaien in de koninklijke tuin.’ Hermes en Ninurta d direct wat hen gezegd was. Snel groeiden er in de t weelderigste bloemen die zich in het snelste tempo begonnen voort te planten. Het wortelkwik was duizendmaal sneller dan het normale kwik. ‘Dank Mercurius,’ zei Nergal. En Nergal sprak tot al zijn volgelingen : ‘Dank dat u allen gekomen bent. Zoa weet kunt u niet alleen bevrijd worden van uw kett 83
n wortel izenden e r ook wat curius eft uw ergal. en zakje e zaadjes ertrok zaadjes deden tuin de o aan als u ttingen
door exorcisme, maar ook juist door ingewijd te w de mysterien.’ Een beeld van Mithras werd naar vo gebracht, die vlak voor de opkomst van het christe door de Romeinen werd aanbeden. Mithras streed het kwaad, wat de vorm had van een stier. Het cent thema van Mithraisme was de slacht van deze stier gedoopt worden in zijn bloed, en banket te houden zon. In het pre-atlantische was Mithras genaamd M en werd het kwaad als een bizon uitgebeeld, waarte Matras streed. Het afleggen van het oude leven doo naaktheid, naturisme, was een belangrijk item in zo Mithraisme en Matraisme, maar werd door de chris priesterdienst steeds meer ingebonden. Door onder aan de goden kon men hogerop komen in het Mith en Matraisme, maar het kerkelijke christendom leg vooral het accent op de onderwerping aan het kerk gezag. Bij Mithraisme en Matraisme stond het losk van de aarde centraal. Dit kon bereikt worden door ascetisme. Nergal nam wat van het wortelkwik, sm het standbeeld ermee in, en het kwam tot leven. Ied begon te juichen. Toen werd het beeld van Matras voren geschoven die in worsteling was met de bizo tot leven gekomen beeld van Mithras liet zien hoe 84
worden in oren endom tegen ntrale r, het n met de Matras, tegen oor zowel istelijke erwerping hraisme gde kelijk komen or meerde edereen naar on. Het e Mithras
in gevecht was met de stier, en werd geholpen doo hond, een slang, en een schorpioen. De schorpioen genitalien van de stier aan, maar het standbeeld van Matras toonde geen schorpioen maar een spin. Ver werd hij niet geholpen door een hond en een slang, door een vlieg en een wesp. Ook dit beeld werd ingesmeerd door het wortelkwik en kwam tot leven groot gejuich. Martarius was de pre-atlantische vor Mercurius, de boodschapper van de goden, maar g geen kwik maar zwavel, want kwik hield gebonden materiele sferen. Ook zijn beeld werd door het wor tot leven gewekt. Nergal maakte toen het wortelkwik tot een sleutel i hand, en opende de deur naar een verborgen tuin. H brandde ergens het rode vuur, het verboden vuur, w mengsel was tussen het bloed van een rund en het van een aap. De tuin was vol met rook. Ook is er h grot waar het rode vlies zich bevindt, de huid van e sprekend en vliegend varken. Deze huid wordt bew door een schorpioen. Alleen degene die de schorpi temmen en berijden kan het rode vlies bereiken. D vlies is het vlies van eeuwig leven. Alleen de godin Utanga, de pre-atlantische Athena, kan het hoofdst 85
or een n viel de an rder g, maar en, onder orm van gebruikte en aan de ortelkwik in zijn Hier wat een bloed hier een een waakt ioen kan Dit rode in tel, het
zadel en de teugels hiertoe overhandigen, het tuig waarmee de schorpioen bereden kan worden. Zond tuig zal een ieder ten prooi vallen aan de schorpioe kwam op een nacht tot Aleron, de pre-atlantische J om dit tuig aan hem te geven. Zij kwam tot hem op rijtuig in de donder, omringd door luipaarden. Zij s een pauw en bedekte hem met het bloed als met ee deken. De pauw was de wachter van de grot waarin schorpioen leefde. Als Aleron de schorpioen zou b dan zou het rode vuur op hem vallen om naar de onderwereld te gaan naar zijn geliefde Averon. Ook haar zal hij een deel geven van het rode vlies. En z komen erachter dat dezen allen huwelijksgeschenk En wanneer hij zijn geliefde heeft bereikt zal de schorpioen in een rund veranderen. Kamperdam aan Zee, Juni 1962 Mijn jeugd was een hel. Ik ben nu getrouwd en heb kinderen. Wij hebben hier een heel speeltuin-comp waar ze vaak spelen. Ook gaan we zo nu en dan na strand of de stad in. Ik heb mijn vrouw in het zieke ontmoet. Zij was de verpleegster, ik de patient. Het 86
der dit en. Zij Jason, op haar slachtte en in de berijden, ok aan zij ken zijn. eb twee plex aar het enhuis et
winkelcentrum van de stad is overdekt. Onze jongs dochter is het ijverigst. Sinds 1948 is ons land hermitatisch. Daarvoor was het land christelijk, om werden bestuurd door Roomse keizers. De staatsgodsdienst was christelijk en heidendom was verboden. Sinds de hermitatische bevrijding zijn w universeel. Ik zal die dag nooit meer vergeten dat o hermitatische bevrijders kwamen. Hoe dan ook, wi allen slaven van de waarheid, en alles is een halve waarheid. We vallen totdat we vliegen. Ik ken een genaamd Torpoteo, een beetje de pre-atlantische vo Yggdrasil. Hierin kunnen we schuilen, als gevallen strijders die hun kruis binnengaan. En bovenin won Wanen, de elven, de vruchtbaarheidsgoden, de Van de pre-atlantische vorm hiervan : de Targa. Het zal uitlopen op de Ragnarok, in het pre-atlantische wo genoemd de Dordada, de grote eind-oorlog. Alleen diepste van de boom Yggdrasil zal er veiligheid en bevrijding zijn, als de vuurreus Surtr alles in vuur b door zijn zwaard. Ook de christenen hebben zo’n mythologie, over Armageddon, over de zondvloed vuur, en een ark waarin bevrijding is. Het gaat alle om het binnengaan van het kruis, het ascetisme. De 87
gste mdat we s wij meer onze wij zijn e boom vorm van n onen de nir, met l ordt dit n in het n brengt d van emaal De
Torpoteo herbergt de bron van Tirz, die de pre-atla Mimir is, de bron van wijsheid. Odin gaf zijn oog o deel te hebben aan die bron, maar de pre-atlantisch genaamd Wassan gaf zijn vrouw op om deel te heb de bron. Deze bron is het bodemloze ravijn, waarin viel, de pre-atlantische vorm van Balder, en door d gestoken werd, en hij zal vallen totdat hij vliegt. H voortkomen vanuit de Dordada, de grote eind-oorlo pre-atlantische Surtr is Staumi, met zijn zwaard La maar hij is een mengeling tussen een vuurreus en e ijsreus, dus Surtr-Ymir. De nadruk wordt vaak gele het brandende ijs. Hij woont in Oswold, de pre-atla vorm van Jotunheim, waar de ijs-reuzen wonen. D waar wij inkwamen had muren gemaakt van slange het gif droop, waar de lucht was van bloed. Hier kw wij om de schilden te bezichtigen, maar zij waren b doorzichtig. Staumi had met het zwaard van wraak toegeslagen. De stad was nu als een woestijn. Zel z op haar troon, in een ruimte achter rode doorzichtig sluiers, waar haar langharige leeuw ook was. Deze was genaamd Sogroff, en was omringd door een ri genaamd Harenx. De schorpioen van Zel bracht wi om de gevallen strijders die hier kwamen dronken 88
antische op om he Odin, bben aan n Zolder de rotsen Hij zal log. De auri, een legd op lantische De stad gen, waar kwamen bijna k zat hier ige e stad ivier wijn voort n te
maken. Drie godinnen, Slova, Jarx en Slama, zoud verleden, heden en toekomst bepalen. Als ze goed gestreden, dan gingen ze naar Travaska. Zo niet, da werden ze door Zel opgeslokt. In Travaska woonde met zijn hamer Avik, die hen beschermde tegen boosaardige reuzen en dwergen. Travaska was een in het hart van Zel. En Zel bewoog zich gesluierd door de stad, en vers haar bloemen van vuur. Kinderen groeiden hier in bomen. Zij kwamen voort van een diepe eeuwige s De tweede aarde was Trok, de derde Kempen en de Saraul. En deze aardes waren al van een meer verh stof. Men aanbad daar een ekster, een masker en ee zeedraak. Er was daar alleen leven in het masker, e masker was het oog. Hoofdstuk 2. Ik was de nachtleider. Ik had een nieuw pistool. Ik door de stad naar de kerk in de verte, en ik kon de maar niet bereiken. In de top van de kerk woonde e geest. Ik richtte mijn pistool op de geest en schoot. kerkelijk hoofd spatte uiteen. Ik had de vrouwen in 89
den hun hadden dan de Rolf n plaats rspreidde de slaap. de vierde heerlijkte een en het k rende kerk een t. Mijn n de
kerk lief. Zij waren aan zware ketenen, maar ik bem hen. Ik had de sleutel die op hun sloten pasten, en i voerde hen uit. Zij hadden mij ook lief. Ik nam hen door de oceaan. Mijn huis stond hoog, op een rots in de stad. Ik liet mijn schilderijen zien. Hier konden ze veilig wone was goed zo. Ik had een kroon voor hen gemaakt. Z reisden van wereld tot wereld. Zij aanbaden het ma Het maakte hen sterk, en de man werd zwak. De m trager en trager, en stond plotseling stil. Zijn hoed het gesmolten zilver. Ook zijn schoenen waren als gesmolten zilver en goud. Het droop van hem af. Ik naar hem, maar hij hoorde mij niet. Hij staarde naa kerktoren. ‘Daar bevinden zich al mijn geliefden,’ Hij wilde mijn pistool zien. Toen liet hij zijn eigen zien. Hij gaf mij geld, veel geld. Ik bouwde een brug, ee tot zijn wereld. Hij kon me duidelijk horen nu. ‘Ja, je duidelijk horen,’ zei hij. We staarden samen naar hoge kerkgebouw wat begon te druipen. Hij liet mi horloge zien. Ik zweefde tussen de werelden, tussen het westelijk paradijs en het oostelijke paradijs, en langs het voo 90
eminde ik n mee et hen en. Het Zij masker. man werd was als s Ik riep ar de ’ zei hij. n pistool en brug a, ik kan ar het mij zijn jke or
paradijs gleed ik terug naar de eerste aarde. En toen de eerste aarde niet meer. En toen weer wel, en de aarde begon te veranderen, en de man had een jas a zebra-huid. ‘Ik ben de nacht,’ zei de man. We klom kerk binnen, en die begon te druipen. Het was pudd Wodan en Thor kwamen langs op hun paarden. He van ons, zeiden ze. En ze wezen naar Wassan en R droeg een masker, en de man was als een zeedraak wiens rug ik zat, en we zakten in de zee, en kwame lucht terecht. Zo ging dat op en neer. Hij strekte zic langs de kerkmuur. Hij strekte zich uit tot aan de rozenhaag waar alles begon te golven. 91
en was eerste aan van mmen de dding nu. et land is Rolf. Ik k op men in de ich uit
Troon der Lelies En ik liep bijna dronken naar de brug. Ik had een o trauma in mijn hoofd. Aan de overkant van de rivie lelies. Ook was er een stad van lelies. Ik liep langs grachten. Een vrouw met een wit en zachtgele hoed keek naa Ze had ook een zacht gele, witte jurk. Ze zeiden da vrouw der lelies was. Zonder adem keek ik naar ha hand was bedekt met Belgisch kant. Ze wees naar toen naar een huis. Ze wenkte mij om met haar me komen. Dronken liep ik achter haar aan. Ik had nie gedronken, maar ik was dronken van het oorlogs-tr We moesten een trap op, en gingen in rieten stoelen Ze glimlachte naar mij, maar ik kon haar ogen nau zien vanwege de sluier van haar hoed. We dronken wat, en zij vertelde haar verhaal, het v over de stad. Hier had ze altijd gewoond, maar een had alles verscheurd, al haar herinneringen. Zij had een oorlogs-trauma … Terwijl ze vertelde keek ik u raam, waar ik de lelies zag in de vijver en in de gra het was alsof ze mijn naam uitspraken. Zij tikten o ramen. 92
oorlogsier waren s de aar me. at zij de aar. Haar mij, en ee te ets trauma. en zitten. uwelijks verhaal n oorlog ad ook uit het acht, en op de
De lelies hadden alles zien gebeuren. Zij waren de veroorzakers van de oorlog. Haar herinneringen wa elkaar getrokken. Ze haperden, zoals de mijne. Het allemaal fragmenten in onze hoofden. Ik moest ze rangschikken, maar de lelies trokken ons uit elkaar scheen ze er niet eens te wonen. Ik was te dronken langs de lelies, een pad maakte ik door hen. Ik had zwaard, mijn mes en mijn speer, en zoveel pijlen o boog. Eén pijl had een touw. Ik kon op het kasteel Zo kwam ik dichtbij haar ramen. Dus hier woonde had deze illusies en weerspiegelingen op mij afgez Ik klom door een raam, en zag haar daar zitten. Me witte, zachtgele taartjes, als mokka taartjes. Ze at, e sprak, maar ik wist niet tegen wie. Misschien wel t mij, maar zij zag me niet. Of ze zag me wel, maar alsof ze mij niet zag. Ik moest mijn herinneringen op orde zien te krijgen stapte op haar af. Zij stond op, en schudde mij de h glimlachte. 'Eindelijk ben je gekomen. Zoveel hop dromen.' Ik keek verlegen naar beneden. Ze liet mij de stad zien. We gingen langs alle lelies liet ze mij de valleien zien, waar de lelies weelderi 93
e waren van et waren zien te r. Later n. Ik liep d mijn op mijn komen. e zij. Zij zonden. Met haar en tegen deed en. Ik hand. Ze pen van s. Ook ig
groeiden. Ik bracht de lelie tot haar. Ze zat op een troon. 94
Laura de Indiaanse Ze ging met rode bloemen over de huid van haar p Toen wierp ze de prooi tussen de bruine bloemen. D bruine bloemen deden haar altijd zingen. Ze kookte haar prooi op, en toen was de dag alwee Haar tent is wild, gemaakt van bizonvellen, zoals h is. Haar tent is groot en harig, zoals haar hart is. Zi meesteres van de wildernis. Wanneer zij haarzelf omdraait, jaagt zij. De prooi i zijn hoede wanneer zij haar rug naar hen toekeert. Diep in de wildernis woont zij. Diep in de wilderni zij. Er waren wat dingen die alleen zij kon weghale Daarom bezocht ik haar. Zij schreeuwde hard. Ik m altijd op mijn hoede zijn. Ze liet rode bloemen ove huid heenglijden, en duwde mij vaak in de bruine bloemen. Grote bruine bloemenvelden liet ze mij z daarachter was de hei. Ze kon het mij niet uitleggen wat de hei was. Ze w daar eigenlijk niet komen, maar ik hielp haar daar. wilde ze er zelfs wonen, maar eerst gebruikte ze he jachtterrein. Ze had dikke, forse heupen. Ik bevroo als ik haar zag. Ik kon haar niet de baas. Als ze haa 95
prooi. De er om. haar hart Zij is de is op nis troont len. moest er mijn zien, en wilde . Toen het als or altijd ar dikke,
forse heupen draaide was ik verloren. Nog vaak ging ik terug naar Laura de indiaanse, w waren dingen in mijn leven die alleen zij kon wegh dingen die alleen zij de baas kon zijn. Maar ik zoch steeds minder op, omdat het leven mij opslokte. Al ik druk. De rook van de stad hield mij tegen, had m gevangen. Ook was ik een beetje bang voor Laura indiaanse. Er was niemand zoals zij. Nooit begreep ik waarom ze mijn huid bestreelde m bloemen. Het bleek een ritueel te zijn. Nooit begre waarom ze me altijd duwde in de velden van bruin bloemen. De bruine bloemen deden haar zingen zo ze zag. Glorieus was haar speer, genadeloos haar mes. Op bezocht ze de stad waarin ik was opgesloten, helem achter het rookgordijn. Ze liet mij daar de rode en bloemen zien, en ik huilde. Ik miste hen. Zij was d voor mij, de wildernis. Ze had mij veel geleerd. Ze ze nu op de hei woonde, en dat ze dat aan mij te da had. Ik keek haar aan met grote ogen. Ze zei dat ik speciaal voor haar was, en wilde me weer meenem wilde mij voor altijd vasthouden. Maar in paniek re weg, en nooit heb ik haar teruggezien. 96
want er halen, cht haar Altijd was mij a de met rode eep ik ne odra ze p een dag maal tot bruine de natuur e zei dat anken k men. Ze rende ik
Nu slijten mijn dagen met gemengde gevoelens, w ik denk aan Laura de indiaanse. Wilde dromen heb haar, zoals haar hart wild was. Ik weet niet waar ze ik durf niet op zoek te gaan. Misschien woont ze n steeds op de heide. Ze vertelde me dat ze daar een had, een hutje, of een tent. Ze deed er niet duidelijk Ze was altijd een beetje vaag, en het is nog maar v mijn herinneringen. Toch wil ik haar niet verloren gaan in mijn herinneringen. Ik heb het gevoel dat z belangrijk is, en dat ik haar nodig heb. Elke avond brand ik een kaarsje voor haar, voor La indiaanse. De dromen worden steeds wilder. Het is bij haar hoor, en zij bij mij. Maar haar bezoeken du niet. Ik zou op zoektocht kunnen gaan, maar de hei groot, te groot. En misschien is ze daar allang weer vertrokken, want dit alles was lang geleden. Het lij alsof de herinneringen veranderen, alsof de tijd stil bevries wanneer ik aan haar denk, maar wordt dan heel warm, en bang. Het is een vreemde mengeling gevoelens en emoties, en vreemde gedachtes. Ik vo dan heel extreem. De dromen beginnen me zelfs ov te beheersen. Ik krijg haar niet meer uit mijn gedac weg lijkt het wel. Ik denk dat ik verliefd ben, op La 97
wanneer b ik over e is, en nog n huisje jk over. vaag in doen ze Laura de s alsof ik durf ik eide is er ijkt wel ilstaat. Ik n weer g van oel me overdag chtes Laura de
Indiaanse. We hadden het zo goed samen, en nu is weg. Ik kan alleen maar dromen. Oh Laura de Indiaanse, wat is er toch van ons gew We hadden het zo goed samen, En je had zulke vreemde rituelen, En dat past wel een beetje in mijn vreemde gedach Ik denk vaak aan je, en voel je altijd bij me, Eigenlijk wordt het alleen maar sterker, Blijf bij me, of kom weer terug, Of is deze veranderende herinnering genoeg ? Ik heb het gevoel dat je me nog steeds in de bruine bloemenvelden duwt, Alsof ik wegzak in een diepe put, Ik kan je niet bereiken, en weet ook niet of ik je we bereiken, Ik voel me zo gespleten, Ik bekijk alles maar op een afstand, Veilig achter de schermen van mijn herinneringen, Maar het lijkt alsof je er doorheen breekt, Op je hoge paard, Je roept me, ik volg je, Ja, ik hoor bij jou, maar de stad trekt me altijd wee Voor het donker moeten we thuis zijn, 98
s alles worden, htes, e wel wil , er weg
En dan krijgen we brood met melk, Oh, Laura de Indiaanse, Bij jou wil ik zijn. 99
De Ring van de Leprechaun Hoofdstuk 1. De Troon van de Leprechaun Sonja en Eduard woonden op Flierefluit 16. Hun h als een koeienstal, maar wel vol met protserige spu Er werd in dit huis echt geleefd. Sonja woonde eer Gregorius Laan, maar was later bij Eduard ingetrok had een kat genaamd Darmia. Ook had ze een paar parkieten, en zelfs een vleermuis. Rekel heette die. sprak vaak tot Rekel, maar Rekel zei nooit wat teru Eduard had een oom die vaak langskwam, oom Kl konden het erg goed met elkaar vinden. Er was niet veel met Eduard te beginnen. Hij was n koppig en eigenwijs. Hij had een hele andere kijk o leven dan anderen. Nee, Eduard was nooit voor een karretje te spannen. Sonja was een heel gelovig me ook nogal goedgelovig, en dat botste nog weleens Eduard, want Eduard trapte nergens in. Eduard wa paranoide, heel erg achterdochtig, en daardoor zak Toegeven deed hij overigens nauwelijks. Sonja hie veel van hem, want volgens haar was hij toch een h warme man. Hij had zijn eigen wereld gecreeerd, e 100
huis was ulletjes. rst op de okken. Ze r e. Ze ug. laas. Ze nogal op het en ens, en met as meer kelijk. eld erg hele en was
hierin een gulle gever, erg hartelijk, open en gastvr mededeelzaam, maar wel verschrikkelijk manipule Het is voor het goede doel, dacht Sonja altijd bij zi Ze begreep hem wel. Hij was verschrikkelijk perfectionistisch en net, maar sinds Sonja er was, w huis een zwijnenstal, alhoewel het volstond met ko dingen. Hun huis was dan ook echt een hele beleve Sonja stond in de keuken ham te snijden, en daarna voor de tosti's. Eduard was boven aan het werk. Plo werd er gebeld. Het was een dikke man met een bo op. Hij was niet echt dik, maar meer gezet, maar do dikke jas leek het erg dik. 'Wat zullen we nou krijg Sonja, toen de man haar een folder aanreikte. 'Hier jou,' zei hij met een hoge stem. 'Wat is dat dan ?' vroeg Sonja. 'Bent u een Jehovah getuige ?' 'Nee, veel erger, veel erger,' lachte de man. 'Oh, ik zie het al,' zei Sonja, 'u bent van die nieuwe aan de overkant ?' Er stonden wat religieuze plaatjes op de folder, en plaatjes van sprookjesachtige figuren. 'Kom,' zei de man, 'je weet wie ik ben. Ik ben de ni buurman.' 101
rij, erg erend. zichzelf. was het ostbare enis. na kaas, lotseling olhoed door zijn gen,' zei r, voor h's e zaak wat nieuwe
'Ja, maar wat is dit ?' vroeg Sonja. 'Lees het gewoon even door, lieve schat,' zei de ma 'Ik ben uw lieve schat niet,' zei Sonja gewiekst. 'En me ook niets aan te smeren. Ik ben nu met Eduard, leert mij om voorzichtig te zijn met mensen die din aanreiken aan de deur.' 'Maar ik ben je buurman, honey,' zei de man. 'Dat kan wel wezen,' zei Sonja, 'maar Eduard wil d minder naief ben.' 'Zo, zo,' zei de man, 'je zit aardig bij Eduard onder plak.' 'Het is voor de veiligheid,' zei Sonja. 'Ha, buurman,' zei Eduard, die net naar beneden kw lopen. 'Voor de veiligheid hoef je het echt niet te doen,' ze man. 'Ik ben de veiligheid zelve.' 'Kom binnen, buurman,' zei Eduard. Het bleek dat de nieuwe buren al had gesproken. Ze hadden een kinderen, en die kwamen al snel dagelijks bij hen o vloer. Voor kinderen was het huis van Eduard en S hele belevenis, heel mysterieus ook met al die bijzo dingen. En rommel maken viel hier echt niet op. Vo kinderen was het een paradijs. 102
an. n u hoeft d, en hij ngen dat ik r de wam ei de t Eduard heleboel over de Sonja een zondere Voor
Sonja bleek de folder helemaal vergeten te zijn. De bleek heel aardig te zijn, en zijn familie ook. Rita w zakenvrouw. Ze hadden ook een papegaai in huis. E begon een beetje ellende te ruiken. Het was nu altij druk in huis, dus hij ging er vaak vandoor. Op een dag had Eduard een nieuwe vriendin. Sonja ontroostbaar, maar ze mocht zijn huis houden. Edu bij zijn nieuwe vriendin intrekken, die extreem net Ze moest ook niet zoveel van drukte hebben, en lee afgezonderd leven. Ze was een soort moderne klui Eduard en Sonja bleven nog wel contact houden, e maakte het voor hen wat makkelijker om het te ver Ook voor Eduard was het moeilijk de keuze te mak haar weg te gaan. Gelukkig hadden ze geen kinder maar de kinderen van de buren begonnen Eduard e missen, omdat hij toch wel een wonderbaarlijk per was. Ze mochten weleens bij hem logeren, en dan zijn nieuwe vriendin het huis uit, want die kon abs niet tegen kinderen. Eduard voelde zich als een koning. De kinderen aa hem bijna. Op een dag kwam zijn oude buurman la reikte hem de folder aan. Oh ja, die folder. Die had nooit gelezen, maar die lag ook nog steeds bij Sonj 103
De man was een Eduard ijd zo ja was uard zou tjes was. eefde een izenaar. en dat erwerken. aken bij ren, erg te rsoon ging soluut anbaden langs, en d hij nog nja
ergens. 'Wat is het, buurman ?' vroeg Eduard. Er stonden religieuze plaatjes op en plaatjes van feeen. Maar z raakten in gesprek over hele andere dingen, dus Ed legde de folder opzij. 'Ik geloof niet zo in religie en sprookjes,' zei Eduard. Eduard had zijn eigen were anders dan anderen. Eduard was een tamelijk uniek persoon. Bijna tot het punt dat er geen herkenning Eduard was bijna van een andere wereld. Hij wilde folder eigenlijk niet lezen. Zijn haar was netjes gek hij had een stropdas. De buurman schoot bleek. 'Ik gaan,' zei de buurman, en vertrok. Eduard vroeg zich af waarom de buurman zich zo gedroeg opeens. Even later kreeg hij een telefoontj buurman een hart-aanval had gehad, en hij was inm overleden. Eduard schrok, en greep het foldertje. T legde hij het foldertje weer weg, en belde Sonja. So was erg in paniek, en wilde in het bos wonen. Een paar weken later verhuisde Sonja naar een bos Ze kwam hier helemaal tot rust. Soms logeerden de kinderen van de oude buren nog weleens bij haar, m werd minder en minder. Sonja wist dat ze zich niet teveel aan mensen moest hechten, want dat deed te 104
ze duard en eld, alles ek g was. e de kamt, en k moet vreemd tje dat de middels Toen Sonja shuisje. de maar het t meer eveel
pijn. Eduard zocht haar vaak op. Ze deden veel samen, e gingen samen op vakantie. Er leek weer een nieuw te ontpoppen tussen Eduard en Sonja. Maar ze besl gewoon goede vrienden te blijven. De relatie tusse Eduard en zijn nieuwe vriendin was inmiddels op d klippen gelopen. Eduard en Sonja gingen vaak bra plukken. Er groeiden veel bramenstruiken achter h van Sonja. Eduard hield ervan om in de tuin te wer begon allerlei soorten groenten, kruiden en vruchte verbouwen. De bramenstruiken groeien wild door, hele huis heen. Het geeft hen een gevoel van veilig Het wordt voor Eduard steeds moeilijker om het hu Sonja te bereiken. Daarom besluit hij bij haar in te wonen. Ze raken steeds meer en meer geisoleerd v buitenwereld. Middenin de nacht klopt er een man op hun deur. D draagt een wapenrusting, en heeft een helm op. Hij onderdak. Hij zegt dat hij op de vlucht is. Ze laten binnen en even later zitten ze om de tafel. De man vlucht voor het leger, en beweert van een andere pl zijn. Plotseling zijn er allemaal lichten rondom het Wapens verschijnen voor de ramen, en Sonja en Ed 105
en we liefde sloten en de amen het huis erken, en en te , om het gheid. huis van e komen van de De man ij zoekt n hem n is op de planeet te t huis. Eduard
raken in paniek. De man staat rustig op, en zegt da zijn vrienden zijn. Even later zijn er nog veel meer mannen binnen. Ze zien er inderdaad uit alsof ze v andere planeet zijn, maar tegelijkertijd zijn ze zo menselijk. De man legt een boek op de tafel, en zeg boek zal jullie aarde veroveren.' Het boek heeft een kaft, maar er staan geen letters op. Dan gaan de ma weer weg. Eduard en Sonja durven het boek niet open te doen leggen het in een doos onder de kast. De dag erna i man weer terug, en zo komt hij elke nacht even lan een nacht leest hij hen voor out het zwarte boek. O eerste bladzijde staat de titel geschreven : Plan Voo Die Echt Rijk Zijn. Dit gaat dan niet om de rijkdom geld, maar om de rijkdom van het weten. Het gaat mensen die weten wat er gaande is, die weten welk machten achter het wereldgebeuren schuilen. Het b vertelt dat de wereld wordt beheerst door leprechau plaaggeesten van geld, maar dat er een oorlog zal z tussen de leprechaunen en de trollen, en dat de trol zullen winnen. Die trollen komen uit de dieptes va terwijl de leprechaunen alleen maar op de oppervla leven. Sonja krijgt even de rillingen. 106
at het r van een egt : 'Dit en zwarte annen n, en is de ngs. Op Op de or Hen m van t over ke boek aunen, zijn llen an Orion, laktes
Het zou om een groot kaartspel gaan. De leprechau hun kaartendekken tegen de trollen met hun kaartendekken. Zo zouden er goede trollen zijn, en trollen, maar de goede trollen zouden winnen. Daa was de man naar de aarde gekomen, om de aarde v bereiden op die strijd, en om de aarde er goed door helpen. De man vocht mee aan de zijde van de goe trollen. Hij zei dat het leger in handen was van de leprechauns en de slechte trollen. De man liet wat kaarten zien in het boek. Die kaart waren belangrijk in de strijd. Ook liet hij de kaarte van de tegenstander, zoals de Leprechaunse Slang. een wapen,' sprak de kaart, 'uitgezonden om de lief de zorg te doven. En dit allemaal om het medische systeem te laten heersen.' Om tegen deze kaart bes zijn, moesten er twee kaarten getrokken worden : D Trolse Kabouter en de Trolse Vos. Snel sloeg de m boek dicht. 'Ik voel het spoken,' zei hij. 'De oorlog volle gang.' 'Hoe kunnen we hiertegen bestand zijn ?' vroegen S Eduard. 'Door mee te delen in het kaartspel,' zei de man. 107
uns met n slechte arom voor te orheen te ede rten en zien . 'Ik ben efde en e machtsstand te De man het g is in Sonja en
Ze kregen een helm op, met een vizier, waardoor z leprechauns konden neerschieten. Ze waren al een van de oorlog. De man zei dat herdershonden gematerialiseerde leprechauns waren die een scher systeem vormden voor het leger op aarde, om alles beheersen. Het was een gevangenis. De man zei da zijn planeet hele andere soorten herdershonden wa hen zouden helpen in de strijd tegen de leprechaun waren hemelse herdershonden aan de zijde van de trollen. Een paar dagen erna nam hij wat van die herdershonden mee. Zo waren er goede herdershon valse herdershonden. Met hun vizier konden ze oo valse herdershonden uitschakelen, die dus gematerialiseerde leprechauns waren die de aarde gevangen hielden. De man zei dat hij gestuurd was valse herdershonden spuitjes te geven, voornameli leiders, de alfa's. Dit zou een belangrijk onderdeel oorlog zijn, een beroemde sleutel alreeds op de pla waar hij vandaan kwam. Het vizier maakte heel go onderscheid tussen valse herdershonden en goede herdershonden. De valsen werden blauw op het sch de goeden werden rood. Ook begonnen de blauwen knipperen, terwijl de roden stabiel werden. De vals 108
ze n deel rp alarm s te at op aren die ns. Dat e goede nden en ok die s om die ijk hun l van de aneet oed cherm, en en erg te lse
herdershonden tapten energie van een vreemde zon der wespen, waar reuzen woonden met hele kleine hoofdjes, piepklein. De oorlog was eigenlijk om de wespenzon. Degene die de wespenzon in handen z krijgen, zou de oorlog winnen. De man vertelde da hele grote en gevaarlijke gallactische wespenzee m overzwemmen om tot de aarde te komen. De man dat de aarde gered zou worden, als de zon der wesp Orion zou verschijnen. Het werd ook wel de zon d gekken genoemd. De man zei dat de hyena's van Orion de sleutel wa de wespenzon onder controlle te krijgen, en dat de van Orion de sleutel waren om de valse herdershon onder controle te krijgen. Hierdoor zouden de vals herdershonden in gnoes veranderen, als voer voor hyena's van Orion. De wespenbrug was een belang verbinding hier tussen. Hierover was in het boek geschreven. Ook waren er plaatjes van te zien. Hoofdstuk 2. De Wortelboom De wortelboom werd bewaakt door een lange slang Niemand mocht van die boom eten. De wortels wa 109
n, de zon e de zou at hij de moest zei ook spen in der aren om e gnoes onden se de grijke ng. aren
hemels, en niet bestemd voor mensen. Alleen de go konden er van eten. Kinderen ook. De slang bewaa eeuwenoude schat : een naakte vrouw. Zij was in d boom opgesloten. De wortels waren haar vruchten, brachten dromen en visioenen. Er was ook een and wortelboom waar men wel van mocht eten, maar d wortels brachten de dood voort. En in de woestijn verscheen een regenboog, en kinderen hadden een regenboog om hun hoofd. En ze kwamen tot het ka van fantasie. Eduard en Sonja besluiten detective te worden ove eigenlijk aan de hand is in het heelal. In deze speur ontmoeten zij Filip, een man met eigenaardige uitvindingen. Ze vroegen hem of hij afwist van het zwarte boek. kende het niet, maar toen ze hem de verhalen erin vertelden, scheen hij daar veel van af te weten. 'Oh hij. 'Ik kan het heelal aardig traceren met mijn appa Ik weet precies wat zich daar afspeelt. Die leprecha bijvoorbeeld, die gematerialiseerde herdershonden hebben bazen. Dat zijn de pitbulls. Zij komen van planeet ver weg waar zij leven met hun stropdassen Pitbulls met kleren. Zij vergaderen daar. Zij beheer 110
goden arde een deze n, en dere deze n kasteel er wat er urtocht . Hij h ja,' zei paratuur. hauns n, die een en. ersen de
aarde.' Filip had met zijn decodeer-apparatuur ontdekt dat heelal was onderverdeeld in stierengevecht-velden beheerst werden door matador-pitbulls, een hoge v leprechauns, de leidinggevenden. En deze afschuw wezens werden bestuurd door nog afschuwelijkere : tandartsen. Filip zei dat hij een medicijn had ontw tegen tandartsen. Hij leidde Sonja en Eduard naar e kamer waar ze op een lange stoel moesten liggen. S Eduard moesten volgens hem bevrijd worden van z tandarts-straling. Hij activeerde zijn aparatuur, en v Sonja en Eduard met de aparatuur door vreemde dr De aparatuur begon allerlei signalen te geven. Het duurde niet zo lang. Tien minuten. En toen leid hen naar een bovenverdieping waar ze thee met ge kregen, en daarna koffie. Filip was een aardige ma overal veel vanaf wist te weten. Ze hadden lange gesprekken over allerlei zaken. Filip was een man nooit opgaf, en altijd doorpuzzelde. Hij scheen een team te hebben van mensen die altijd weer dingen uitbouwen waren, en nieuwe uitvindingen uitvoerd 111
t het n, die vorm van welijke e wezens wikkeld een Sonja en zware verbond draden. idde Filip ebak an, die die n heel aan het den.
Snelheids Duivel Ze zaten hand in hand. Ze wilden elkaar niet verlie waren bang, omdat zoveel relaties om hen heen stu 'Blijf alsjeblieft altijd eerlijk tegen me,' zei ze tegen 'Praat alles met me uit.' Hij knikte. 'Natuurlijk scha 'Ik heb zo vreemd gedroomd vannacht,' zei ze zach 'Waarover dan ?' vroeg hij. 'Over voeten,' zij ze. 'Voeten ?' vroeg hij. 'Wat deden die voeten dan ?' 'Ze speelden,' zei ze, 'en ze deden alsof ze machtig Plotseling kreeg hij stuiptrekkingen, en viel op de g Er was schuim op zijn mond. Even later zat hij wee haar op de bank. Ze zei niets. 'Ga verder,' zei hij. 'W heb je nog meer over gedroomd ?' Maar het was al zichzelf gekeerd was nu. 'Oh, niets,' zei ze. Hij kee aan. Haar lippen waren vol. Hij wilde haar kussen, het was alsof iets hem tegenhield. 'Het zijn de tuinen,' zei hij. 'Wat bedoel je ?' zei ze bijna fluisterend. 'Nou ....,' zei hij. Maar verder kwam hij niet. 'Ik moet gaan,' zei ze. 'Waarom ?' vroeg hij. 112
ezen. Ze ukliepen. en hem. atje.' htjes. g waren.' grond. eer naast Waar lsof ze in ek haar n, maar
'Ik heb nog wat dingen te doen,' sprak ze, en vertro Die nacht had hij een droom. Over voeten die als d waren, en die op jacht gingen. Het was een vreemd droom, en de volgende dag vertelde hij het aan haa lippen waren vol en een beetje vochtig. Hij wilde h kussen, maar ze duwde hem van haar af. Ze was ee misselijk zei ze. Hij begreep haar niet. Sinds hij die stuiptrekkingen had deed ze ineens zo koud. Ze leg uit dat ze zich niet lekker voelde na het vertellen v droom, zoals hij zich ook niet lekker voelde. 'Wat is er dan met ons aan de hand ?' vroeg hij. Toe omhelsde ze hem met haar warme lichaam. 'Alsjeb laat me nooit meer gaan,' zei ze. 'Natuurlijk niet, sc zei hij. Ze drukte wat toetsen in op de telefoon, en iemand op. Ze raakte diep in gesprek, alsof ze hem helemaal had vergeten. Hij voelde nog steeds haar lichaam tegen zich aan. Toen ze had opgehangen b te huilen. 'Ik voel me niet lekker,' zei ze. Hij nam h dichter tegen zich aan. 'Misschien moet je er gewo praten,' zei hij. 'Het zijn de dromen,' zei ze. 'Waar heb je dan over gedroomd ?' vroeg hij. Ze zei niets. 113
ok. dieren de ar. Haar haar en beetje ie gde hem van haar oen blieft, schatje,' n belde m r warme begon ze haar nog oon over
'Toe, je moet het me vertellen,' zei hij. 'Ik droomde over Klaas,' zei ze. 'Dat hij alleen die r overzwom, en verdronk.' Hij wiegde haar een beetje. Hij nam haar heupen v Opeens kreeg hij weer last van stuiptrekkingen, en neer. Midden in de nacht werd hij wakker, en ze hi over hem. Hij greep haar vast. Ze begon hem te ku 'Eindelijk ben je wakker,' zei ze. 'Je bent zo lang bewusteloos geweest. Ik heb je naar je bed getrokk 'Je bent sterk,' zei hij. Ineens staat er een man in de deur-opening. Ze sch beiden. De man heeft een zwarte hoed op, en een w gezicht, met verder een zwart lichaam met zwarte k Maar dan is ook zijn gezicht zwart, en er rollen spi de pijpen van zijn jas. Een vreemde geur verspreid de kamer. Ze horen geschreeuw. De man begint te Het is als het gebrul van een leeuw of een tijger. 'Ik ben een gek,' zei de man. 'Ik ben verschrikkelijk gestoord.' De man begint verschrikkelijk te gillen, weer te lachen. Hij begint te bulderen van het lache totdat hij vuur spuwt in alle kleuren. 'Ik heb deze d gegeven !' schreewde hij. 'Ik ben een engel.' De ma bed krijgt weer stuiptrekkingen, en begint heen en 114
rivier vast. n viel ing wild ussen. ken.' hrikken wit kleding. pinnen uit d zich in lachen. jk , en dan hen, dromen man in n weer te
rollen. 'Indiaanse dromen,' zei de man in zwart. 'Ik boodschapper, een shamaan. Ik heb een boodschap jullie. Er is iets achter jullie aan, en het zal jullie kr ook.' Toen was de man verdwenen. 'Bah,' zei de vrouw. 'Wat is dat ?' Maar de man in b nog steeds stuiptrekkingen. Toen stond er ineens een clown voor hen. Hij had e jas aan met wat gele en gouden strepen. 'Kaartje ?' hij. Hij hield hen een kaartje voor. Nu viel de vrou flauw. Hij nam hen in zijn armen, en begon te groe terwijl hij over de straten begon te racen, en in een vuur alles achter zich liet. Hij was een ware snelhe duivel. 115
k ben een p voor krijgen bed had een rode ' vroeg uw ook eien, n vreemd eids
Het Zwaard van Trol Kemis, in kleuren en geuren, in het trollenwoud, to oerwoud. De geheimen van Kemis, het trollenkind opgesloten in dozen, kisten van groot geweld. Ope en sterf. Zij houdt een symbolisch zwaard voor jou het draait, het spreekt. Het is het Zwaard van Trol. Kemis, de sleutel is hier, een trollenkind, tot de poo van de Leprechaun. Zij houdt een Zwaard voor je, spoedig in duisternis zal veranderen. Het zal geabs worden door de lucht, en dan zal de hemel harig zi hel zal het vieren. Kemis, om je vrij te zetten, de boerderij doet haar d open. Ren daarom, tot het oerwoud, waar de taal v leprechaun spreekt. Haar lippen zijn groot, een gro geheim. De haaien zijn veranderd in varkens. Nu k jacht beginnen. Grijp de dolk van leprechaun. Kemis, vol van kennis, hebbende de sleutel van de leprechaun gnosis, als een vlam. Zij draagt het in h hand, en in haar andere hand de trol gnosis. Zij staat in een geopent raam. Haar hand uitgestoke heeft een wapenrusting. Zij is klaar voor de jacht. Z sprak in de duisternis van de leprechaun. De duiste 116
ot het d, en het, uw ogen, . oorten , wat sorbeerd ijn. De deuren van oot kan de e haar ken. Zij Zij ernis van
de lokogamen is gekomen. Zij is de eerste duistern Kemis, zij houdt de dolk vast, en de boog is op haa Zij wijst op de rivieren. Zij zijn de rivieren van oerwouden. Zij wijst op de lucht, die donker wordt een haak in de lucht. De Tirkw. Kemis is een leprechaun. Zij is een lokogaam. Zij s zij jaagt. Zij staat in het open raam. Zij roept je naa 117
nis. ar rug. dt. Er is spreekt, aam.
Het Labyrint Hoofdstuk 1. 'Als ik in jouw spiegels kijk, ben ik altijd lelijk,' sp 'Dat komt...' zei hij aarzelend, 'omdat het de spiege de dwergen zijn.... eh... de boze dwergen dan, wan goede dwergen kunnen het niet wezen. Die doen zu dingen niet.' 'Ja, maar wie leidt hen ?' vroeg ze. 'De heerser waarschijnlijk,' zei hij. 'Wie is de heerser ?' vroeg ze. 'Laat maar,' zei hij. 'We zitten nu eenmaal in dit du labyrint. We kunnen er niet uit, en we weten niet v 'Alsjeblieft doe die spiegels dan weg,' zei ze. 'Ik ka meer tegen. Ik vind je prachtig, dus je hoeft niet te de spiegel te kijken of je haar wel goed zit, of dat j wel recht staat.' 'Je begrijpt het niet,' zei hij. 'Ik heb die spiegels nod omdat ....' Maar toen vielen ze beiden weer in slaap door de z winden van het labyrint. Aan het meer op een klein strandje zat een dwerg o 118
prak ze. els van nt de zulke uistere veel.' an er niet elkens in je neus odig zachte op zijn
fluit te spelen. Ik haaste me er naartoe. Al snel wer overvallen door struiken met scherpe doornen .... bessenstruiken. Daarachter waren de bessenbomen daar weelderig groeiden. Ik probeerde te ontsnappe kwam niet meer los. Ik werd in het meer getrokken bomen groeiden door tot in de dieptes van het mee meer was langwerpig als een rivier. Ik kon de over zien. De dwerg speelde rustig door, en betoverde m was nu een gevangene van het labyrint. Ik dwaalde over het zand, en zag een stad in de verte. Toen vie in slaap door de zachte winden van het labyrint. 'Mara, Mara,' zong de geest van het meer, de veerm beter gezegd de veerjongen. Ik zat in zijn boot en m lange staf in het water kon hij de boot voortduwen. schreeuw heeft je gevonden,' zei de veerjongen. 'Ik brengen naar de overkant van het meer, naar het pa de heerser en de prins.' Maar ik zakte weer weg. Ik door de wind opgenomen, en vloog richting het wa geestachtige paleis in de verte, als een paleis van m vage mist, weerspiegelingen. 'Ja, ja,' hoorde ik de g roepen. 'Ja, ja, ja,' alsof hij iets probeerde af te zegg dan ben ik klaar.' Ik zakte weg, als in een rozentuin Vreemde bessenbomen, weelderige bessenbomen e 119
rd ik n die pen, maar n. De er. Het rkant mij. Ik e rond el ook ik man, of met zijn n. 'Mijn k zal je aleis van k werd azige, mist, geest ggen. 'En n. en
struiken hingen over mij. Ze hadden hun doornen v 'Ik breek !' schreeuwde de geest. Er was alsof er iet knapte in mij. Ik steeg op, en verliet de aarde. Ik be mij boven een woeste zee. 'Houd moed!' werd er geroepen. Ze probeerden mij op een schip te heisen zeemannen die er lichtelijk als piraten uitzagen, en kapitein. Ze smeerden mij in met schuim. 'Tegen de draken,' zeiden ze. 'De zeedraken. Ze had Maar nu hebben wij jou.' Ik waggelde als een beschonkene, alsof ik teveel bier of andere sterke d had gedronken. Ze wasten me in een teil van sterke en bier even later. Het tintelde op mijn lichaam. M glanste in de zon. Het was bijna plakkerig, alsof er olie-laagje op mijn huid zat nu. De wanen hadden hem in zijn macht. Hij werd wak een zoutachtige smaak in zijn mond aan het hete st Het was warm en de zwoele zeewind overweldigde 'Dodelijke spiegels zijn het,' werd er gejammerd. E er meer die er onder leden. Boze dwergen hadden d spiegels gesmeed, van zwart goud, behekst. Het wa er een holte in was waar je doorheen kon rollen. D heerser had hen waarschijnlijk daartoe geinspireerd zelfs hen daartoe opdracht gegeven. Waarschijnlijk 120
verloren. ets bevond en. Ik zag n een adden je. drank ke drank Mijn huid r een akker met strand. de hem. Er waren die was alsof De rd of k zou de
prins nog daartegen hebben gevochten, maar het m niet baten. De heerser had het voor het zeggen. Het zwarte goud was een edel familie-geschenk, om banden in stand te houden. Maar waar leidde het h naartoe ? Naar hel en verdoemenis ... scheen het. N wist wat er mee te beginnen. Alles leek zo hopeloo waren in de ban van het zwarte goud, wat de toeko kunnen voorspellen. De leugenaar woonde in hen. Hoofdstuk 2. Ze zit aan het strand met een klein dwergje. In de v ziet ze de torens. Ze komen snel voort vanuit de ze omgeven met een lichte mist. Golven spoelen aan. zoekt naar boodschappen gebracht door pijn. In de ziet ze visioenen. De pijn laat haar wanen. In de pi ze het gejoel van indianen, als het gejoel van hyena gaat languit liggen in het hete zand, en voelt dan za lippen op haar. Ze glijdt weg in de slaap, als een gevangene van het labyrint. Wie heeft dat labryrint gebouwd ? Ze ziet boten in de verte, die metaal voortbrengen. zij blijft dichtbij de bessen. 121
mocht om de hen Niemand os. Ze omst zou . verte ee, . Ze e pijn ijn hoort na's. Ze zanderige nt . Maar
De Droomster Ik was de tuinman van mijn ziel. Het was moeilijk tuin op orde te krijgen. Zo wild groeide het, en ik w gevangene van mijn eigen tuin. Ik was verliefd op droomster. Zij was vrij, als de godin van de lucht. Z een gouden sleutel om mij vrij te zetten, en toen m haar tuin bewaken. Ik mocht het groots maken zoa zelf wilde. Maar toen vertrok zij ... Ik heb het nooit goed kunnen verwerken. Ze liet ge spoor van haarzelf achter. Misschien was zij ontvo een beest. Ik bleef in haar tuin werken, en bleef op wachten, maar tevergeefs. Ik legde mij neer aan de van dit raadsel. Er was geen doorkomen aan, en sp begon ik te merken dat ik in een boom begon te veranderen. Mijn takken strekten zich uit in de luch ik vond haar niet. Mijn wortelen groeiden diep ond aarde, maar vinden deed ik haar niet. Ik droeg vruc bloemen, en bloesem kwam ook, maar zij kwam ni kwamen allerlei dieren op me af, maar meestal om bestelen. Ze namen alles van me af totdat ik kaal st Op een dag kwamen ze me omhakken, en toen was gedaan met mij. Ik werd een tafel. En zij was nerge 122
k om de was een p de Ze had mocht ik als ik geen oerd door p haar e voeten poedig cht, maar der de cht, en niet. Wel m me te stond. as het gens te
bekennen. Ik raakte verbitterd. Niemand keek naar niemand om. Op een dag werd ik wakker, en merkte dat ik brand familie bij wie ik als tafel stond wilde mij niet mee moest ik branden, maar ik werd vrij. Mijn as zweef de lucht, en een wind nam mij mee. Ik was overal, zag ik haar weer ... de droomster ... Ze was prachtig, en voerde mij naar haar luchtkast Daar zijn we toen gaan wonen, en ze verliet mij no meer. 123
r dde. De er. Nu efde in , en toen teel. ooit
Het Bruine Boek De slaven waren gepiercet in hun tepels. Ze stonde bevend voor haar. Zij had de macht hun leven gehe vernieling te brengen. Niet lang daarna lagen ze aa voeten, smekend om genade, maar er was geen gen moesten hun lot aanvaarden, en gehoorzamen. Zij manieren om hen tot die gehoorzaamheid te brenge hen daarvan niet te laten afwijken. Zoveel middelen had zij om hun leven tot een hel t maken, en dat zou zij ook doen. Er was niets meer haar tegen zou kunnen houden. Zij waren alleen m als haar hulpeloze slaven. Hoeveel ze ook gilden en schreeuwden, het kon ha schelen. Ze waren nek-geketend en aan handen en gebonden. Zij overviel hen in hun slaap. Nu was er wat haar kon stoppen. Hier had ze lang op gewach wraak was met haar. Wanneer ze hen riep ging het hen door merg en bee trok hen aan een touw door het zand. Zij was zovee sterker dan hen. Nooit zou een man meer over haar heersen. Lang genoeg had zij in gevangenschap ge maar nu was zij vrij, en zou haar vrijheid verdedig 124
en heel in de an haar nade. Zij had veel gen, om te r wat met haar, aar niks n voeten er niets ht. De een. Ze eel malen ar ezeten, gen als
een wild beest. Zij trok hen naar een gebied waar het groene niet w gebied van duistere jungles. Alles was hier grauw. wateren waren van bloed en bruin. Het groene had eens geketend, maar nu zou zij alleen maar terugga het groene om gevangenen te maken. Zij wist dat d aanval de beste verdediging was. Ze zou niet wach totdat ze weer door een groep mannen overvallen z worden. Neen. Zij moesten allemaal in gevangensc gaan voordat dat kon gebeuren. Zij haatte het groene. Ook haatte zij het blauwe. N zij voor eeuwig daar waar het groene en het blauw kon komen. De mannen verbleekten voor haar aang Zij zou hen uithongeren, en voor eeuwig haar slave Zij zou hoe dan ook met hen afrekenen. Zij hadden teveel aangedaan. Nu was zij een wild beest. Zij zo niet veel kunnen doen. Zij was vele malen sterker d Toen ze jong was, en niet was ontwikkeld tot haar kracht konden ze haar nog temmen. Maar nu niet m rollen waren omgedraaid. Ze lachte, en spotte, terwijl ze de mannen bekeek d de grond lagen. Ze zou hen voor eeuwig kooien. Vo werken zouden ze, zodat ze geen tijd zouden hebbe 125
was, een . De d haar gaan naar de hten zou chap Nu leefde we niet ngezicht. ven zijn. n haar ouden dan hen. volle meer. De die op Voor haar ben om
aan andere dingen te denken. Als hun gedachtes af dwalen, dan zou dat een gevaar voor haar kunnen betekenen. Daarom zou zij hen moeten temmen. Z hen onder hypnose moeten brengen, totaal onder h macht. Als een roofdier sloop zij tussen haar prooi. mes had ze dicht tegen haar aan, en haar arm was gespannen, alsof ze elk moment kon toeslaan. Zij z eerste offer brengen. Eén man moest sterven voor w was aangedaan. Ze boog over haar slachtoffers heen, hen uiterst zo bekijkende, op zoek naar sporen van angst. De man beefden voor haar. Sommigen rolden over de grond van haar proberen weg te komen, maar het touw aa nek-ketens liet hen merken dat ze nergens naartoe Ze waren van haar, haar bezit. Ook hadden sommig dunne ketens bevestigd aan hun tepel-piercings. Ke die terugliepen tot aan haar riem. Zij zouden altijd paniek leven, gedwongen door pijn om haar te gehoorzamen, en door de pijn die op de loer stond. konden nergens heen. Ze rook hun lichamen, en genoot van hun angst, zo eens van haar angst genoten. Ze liet hen merken ho onwaardig ze waren, en vernederde hen op allerlei 126
f zouden Zij zou haar i. Haar zou haar wat haar orgvuldig annen nd, om aan hun konden. igen Ketens d in d. Ze oals ze hoe i
manieren. Ze lachte en spotte. Na een tijd had ze haar offer gevonden. Deze man voor haar sterven. Ze greep hem bij de keel, en zet mes op zijn nek. Langzaam begon ze het mes naar te laten zinken. Het bloed spoot eruit, en ze liet hem helemaal leegbloeden. De man begon luid te gillen lag even later bewusteloos in het zand. Toen sneed kop eraf, en trok het op aan zijn haren. 'Dit is wat i jullie maak !' schreeuwde ze. 'Hier hebben jullie om gevraagd !' Ze ging in het zand zitten en huilde. Zoveel herinn kwamen naar boven. Dit was de man die haar dit a had aangedaan. Ze was opgelucht nu. Zijn botten z haar tent hangen. Zijn schedel zou heilig zijn voor Zij zou zijn schedel plaatsen op een paal. Ook zijn spietste ze op een paal. Oorlogsgejoel klonk door d duistere nacht. Hier was het altijd nacht. Het bloed licht, en er was veel vuur. Zo was er een donkere g waarin zij voortleefde, waarin zij zich veilig voelde zou ze bedenken wat ze met de andere mannen zou Zij konden niets meer tegen haar beginnen, nu ze t volle kracht was uitgegroeid. Haar tranen vielen op grond, maar spoedig zouden haar tranen niet meer 127
n moest tte haar r binnen em n, maar d ze zijn ik van m neringen allemaal zou ze in r haar. n scalp de d gaf gloed de. Hier u doen. tot haar op de r
stromen. Zij had al genoeg gehuild in haar leven. N zouden de mannen huilen. Grote tranen vielen op haar voeten. Tranen die niet haar waren, maar van hen die haar eens hadden op en hadden opgesloten. Zij voerden jacht op haar, en daarin geslaagd. In een kerker moest zij leven, voo lange tijd. In een duistere kooi leerde zij wat het w een slaaf te zijn, afhankelijk aan de genade van een Die man was nu niet meer in leven. Maar al zijn dienstknechten lagen aan haar voeten. Ze verachtte deze slaven. Zij waren altijd slaven ge en nu waren ze haar slaven. Zij zou geen genade of medelijden met hen hebben. In deze duistere nacht moesten zij op hun plaats gezet worden. Hier, in di nachtgebied, zouden zij weten wie of wat ze waren ze moesten dienen. Zij zou raad weten met hun tro borsten. Piercings gingen daarin, totdat de pijn hen hun borsten te laten invallen, dichtvallen zoals zij d noemde. Zij waren niet meer zo trots, en zij zouden minder trots zijn. Daar had zij haar middelen voor. hun borst-piercingen werden soms bevestigd aan la dunne kettingen, die terugliepen tot aan haar riem. lichte beweging van haar of hen hadden ze pijn. De 128
Nu et van pgejaagd, en waren or zo'n was om n man. geweest, of t dit n, en wie otse n dwong dat en nog r. Ook lange . Bij een De pijn
dwong hen om aan haar toe te geven. Ze hadden m verkeerde persoon te maken. Zij zouden haar niet m kunnen voorliegen. Als een duister beest met veel prooi stond zij daar nachtgebied, naast haar tent. Ze stond daar met blo haar mond, het bloed van een prooidier wat ze een geleden had gevangen en vetgemest voor deze dag deze mannen zouden haar geheim kennen. Ze zou voer geven wat hen zou veranderen in vee. Zij had magie in haar botten. Zij was de koningin van de z magie en voodoo. Zij zou hun hoofden beheersen, omdraaien. Zij zou hen in verwarring brengen, en h doen laten geloven dat zij beesten waren, fokvee, n anders dan dat. Slachtvee waren zij in haar ogen, en ook zij begon meer en meer te geloven. Elke dag sprak ze dat op en zij begonnen zich steeds meer als slachtvee te gedragen. Voodoo was haar naam. De dag erna vermoordde ze al haar slaven. Nu zou zusters vrijzetten. Zwaar bewapend ging ze tot de g en blauwe gebieden, daar waar het daglicht regeerd kwam tot hun kerkers, waar ze een zware strijd beg onthoofde de geestelijken, en verscheurde hun 129
met de meer in het oed aan n tijd g. Al hen d zwarte zwarte , en alles hen te niets nnen dat p hen in, u ze haar groene rde, en egon. Ze
wetsboeken. Ze daalde neer op hun schedels. Zij b miserabele lichamen, en slachtte haarzelf een weg bijna bevroren massa's. Zij waren alreeds zombies. op weg naar hun leider. Zij bespotte hem al in de v riep zijn naam. In visioenen had zij hem al gezien. hem zou zij breken. Op een hoge rode troon zat hij honden aan weerszijden. Hij leefde als in een kooi. Gouden tralies probeerden haar te stoppen. Er heer een verschrikkelijke stank. Even dacht ze dat ze zo bezwijken, en alles was hier zo vol van licht. Ze ve naar de duisternis, maar moest eerst met deze perso afhandelen om haar zusters vrij te zetten. In haar hart sprak ze wat voodoo spreuken. Toen hij haar zag veranderde hij in een groen gedro ken je !' riep ze bijna gillend. 'Jij bent het groene g Jij hebt mijn zusters verkocht ! Waar heb je ze ?' H groene gedrocht greep haar en begon haar te versch Hier was zij niet tegen opgewassen. Ze krijste en schreeuwde. Toen hoorde ze de stem van haar zust was stervende, maar met haar laatste kracht wilde z zusters vrijzetten. Ze sleepte haarzelf voort tot waa geluid vandaan kwam, terwijl het groene gedrocht haar had vastgebeten. Moeizaam sleepte ze haarzel 130
brak hun g door de s. Zij was verte, en . Ook ij, met i. rste hier ou verlangde soon rocht. 'Ik gedrocht. Het cheuren. ters. Ze zij haar ar het t zich in elf voort.
Het groene gedrocht liet niet los, en ze begon steed kracht en bloed te verliezen. Ze kon het groene ged met geen mogelijkheid van haar afkrijgen. Ze kwa bij een duister hol, en ging daar naar binnen. In de zag ze de kooien, en hoopte maar dat ze die kooien kunnen bereiken voordat ze zou sterven. Moeizaam sleepte ze zich voort, en alles ging steeds trager. Ze steeds duizeliger te worden, maar het geschreeuw v zusters scheen haar een vreemde kracht te geven. N nooit had ze deze kracht eerder gevoeld. Met een k slingerde ze het beest van haarzelf af, en het spatte een rotspunt aan in het hol. Ze was bedekt met gro slijm. Ergens lag een dierenvel waarmee ze haar w begon dicht te knopen. Ze strompelde naar de kooi met haar laatste krachten brak ze de tralies open. H zusters waren vrij. Ze namen haar in hun armen, m niets kon meer baten. Ze was stervende. Ze ijlde. Z te diep verscheurd. Haar zusters huilden. De grote Voodoo was niet meer. De zusters keken elkaar aan. Ze wisten dat ze allee moesten. Voodoo had hen bevrijd, maar … dat was tegelijkertijd het einde van Voodoo. Het was alsof nog steeds hoorden krijsen in de verte, maar het ge 131
ds meer drocht am aan e verte n zou m Ze begon van haar Nog krijs e tegen oen wond oien en Haar maar Ze was en verder as ze haar ekrijs
werd minder, om even later plaats te maken voor d stilte. Snel renden de zusters de wildernis in. Wie zou nu de koningin van de zwarte magie word zusters wisten niet of ze wel voor zo'n taak opgewa waren. Ze waren anders dan Voodoo. Hoe het kon wisten ze niet, maar het groene gedroc hen ook te vinden. Hij begon hen te verscheuren zo deed met hun zuster, en er was niets wat ze konden Ze zouden sterven in deze nacht. Het groene mons hun wereld over, en ze kwamen samen met hun zu de onderwereld. Zij troonde daar in de onderwereld grote Voodoo koningin. Zij verbleekten naast haar. ook hier kwam het groene gedrocht om hen te achtervolgen. Er was geen ontsnapping mogelijk v groene gedrocht. Ze werden getrokken tot de hel w zouden branden. In het vuur zagen ze elkaar's gezic en gilden. Ze smolten weg, totdat ze geheel opgebr waren, om dieper weg te zinken in een massale lee waren tot de afgrond onder de hel gekomen, tot de bodemloze put. Hier zonken ze als in een moeras, e moeras van vergetelheid. Het voelde aan als een ni geboorte. Ze gaven geboorte aan een dochter, een g strijder. Zij waren door het groene zaad bevrucht. H 132
doodse den ? De wassen ocht wist zoals hij n doen. ster nam uster in ld als de r. Maar van het waar ze ichten, brand egte. Ze e een nieuwe groot Hun
dochter was een groot jager, met de macht om het g gedrocht te vernietigen. Het groene gedrocht vloog zijn zaad, en verslond het, maar hij werd er erg zie Hij moest het weer uitspugen. Een grote gestalte stond voor hem, zijn dochter, ee vrouw. Ze was goed bewapend, en begon hem te m met de wapens. Hij wist dat zij op zijn vernietiging was. Ze had geen medelijden met hem. Er was gee genade. Hij riep tot zijn blauwe meesters, en smeek Het blauwe gedrocht zou nu komen om hem van zi pijnigingen te verlossen. Onder het aanroepen van uit een boek die hij nog kende kwam er een blauwe Het blauwe gedrocht was gekomen, de grote vader kind begon te verslinden. Het kind stierf. Nu waren sporen van het geslacht van voodoo uitgewist. Het monster had overwonnen en zong zijn oorlogsliede zong van overwinning, en het blauwe nam alle wer in, als grote zeeen die alles overspoelden. Er was geen herinnering meer aan Voodoo en haar Iedereen herinnerde alleen de verzen van een oud b De verzen waarmee het groene gedrocht zijn blauw meesters had opgeroepen. Deze verzen moesten be worden tot in alle eeuwigheden. 133
groene g toe op ek van. en martelen g uit en ekte hen. zijn n verzen we mist. r, die het en alle t blauwe deren. Hij erelden r zusters. boek. we ewaard
Een vrouw keek uit over de zeeen. Zij was opgegro het blauwe boek, en ook met het groene gezag. Ma had altijd de visioenen van het bruine in haar hoofd vertelden haar over Voodoo en haar zusters. Het blauwe moest haar doden, maar kon het niet. Z beschermd door een bruin boek. Het was juist het b boek waarin Voodoo en haar zusters hun toevlucht gevonden. 134
roeid met aar zij fd, en die Ze werd bruine t hadden
_________________________________ RNL-POCKETS REEDS EERDER VERSCHENEN : _________________________________ 1 HET OORLOGS-SPEL 2 DE TUIN VAN MEVROUW VAN DALEN 3 PLANTEN VAN VLEES 4 ZIJN HUIS STOND IN DE WEG 5 HET SURINAAMSE DAGBOEK 6 DE EVOLUTIE VAN DE HEMEL 7 FABRIEKEN AAN ZEE 8 DE INDIAANSE AVONDEN 9 DE BRUG VAN HEIMDAL 10 HET METALEN EI 11 DE POPPENMAKER VAN HIROSHIMA 12 SOBIBOR – DE LAATSTE JAGER 13 HET PAARSE COMPLOT 135
1 Online Touch