92

allemaal in flitsen, niet teveel, want teveel van dit g zou de draken opwekken. Zij wilden Doornroosje v eeuwig laten slapen, en niet slechts voor honderd j Ik keek met haar over de rivier van gisteren, naar d dampen ervan en de spoken, en wij wilden er niet w Wij waren gevangen door het morgenland, waar de prinsessen en prinsen van gisteren niet meer regeer Wij konden het, ja, wij konden het wat we jaren ni gekund hadden. In het midden van de stad was zij Wij werden door haar gevuld als roomsoezen. Van vlees waren haar vullingen, niet om te eten, maar o broeden. De kok van de slacht werd terechtgesteld, allemaal na een reeks lovende woorden. Morgen zo maaltijd zijn, niet vandaag. Nooit meer zouden wij onrijpe druiven eten waardoor de tanden van onze kinderen slee waren geworden. En deze komende m was een maaltijd voor vogels, raven, want zij ware bestemd voor dat uur om het eerste aan tafel te gaa eten. Het oog van de stad wilde haar verlichten, wa stad had haar nodig, en wilde haar nooit meer uit h gezicht verliezen, maar op die dag vertrokken de z naar het oosten. De raven hadden de stad nu, en zij ingenomen, zoals zij eens innamen. Het pasen met 47

93 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication