struiken hingen over mij. Ze hadden hun doornen v 'Ik breek !' schreeuwde de geest. Er was alsof er iet knapte in mij. Ik steeg op, en verliet de aarde. Ik be mij boven een woeste zee. 'Houd moed!' werd er geroepen. Ze probeerden mij op een schip te heisen zeemannen die er lichtelijk als piraten uitzagen, en kapitein. Ze smeerden mij in met schuim. 'Tegen de draken,' zeiden ze. 'De zeedraken. Ze had Maar nu hebben wij jou.' Ik waggelde als een beschonkene, alsof ik teveel bier of andere sterke d had gedronken. Ze wasten me in een teil van sterke en bier even later. Het tintelde op mijn lichaam. M glanste in de zon. Het was bijna plakkerig, alsof er olie-laagje op mijn huid zat nu. De wanen hadden hem in zijn macht. Hij werd wak een zoutachtige smaak in zijn mond aan het hete st Het was warm en de zwoele zeewind overweldigde 'Dodelijke spiegels zijn het,' werd er gejammerd. E er meer die er onder leden. Boze dwergen hadden d spiegels gesmeed, van zwart goud, behekst. Het wa er een holte in was waar je doorheen kon rollen. D heerser had hen waarschijnlijk daartoe geinspireerd zelfs hen daartoe opdracht gegeven. Waarschijnlijk 120
239 Online Touch Home