212

Het zou om een groot kaartspel gaan. De leprechau hun kaartendekken tegen de trollen met hun kaartendekken. Zo zouden er goede trollen zijn, en trollen, maar de goede trollen zouden winnen. Daa was de man naar de aarde gekomen, om de aarde v bereiden op die strijd, en om de aarde er goed door helpen. De man vocht mee aan de zijde van de goe trollen. Hij zei dat het leger in handen was van de leprechauns en de slechte trollen. De man liet wat kaarten zien in het boek. Die kaart waren belangrijk in de strijd. Ook liet hij de kaarte van de tegenstander, zoals de Leprechaunse Slang. een wapen,' sprak de kaart, 'uitgezonden om de lief de zorg te doven. En dit allemaal om het medische systeem te laten heersen.' Om tegen deze kaart bes zijn, moesten er twee kaarten getrokken worden : D Trolse Kabouter en de Trolse Vos. Snel sloeg de m boek dicht. 'Ik voel het spoken,' zei hij. 'De oorlog volle gang.' 'Hoe kunnen we hiertegen bestand zijn ?' vroegen S Eduard. 'Door mee te delen in het kaartspel,' zei de man. 107

213 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication