Het Labyrint Hoofdstuk 1. 'Als ik in jouw spiegels kijk, ben ik altijd lelijk,' sp 'Dat komt...' zei hij aarzelend, 'omdat het de spiege de dwergen zijn.... eh... de boze dwergen dan, wan goede dwergen kunnen het niet wezen. Die doen zu dingen niet.' 'Ja, maar wie leidt hen ?' vroeg ze. 'De heerser waarschijnlijk,' zei hij. 'Wie is de heerser ?' vroeg ze. 'Laat maar,' zei hij. 'We zitten nu eenmaal in dit du labyrint. We kunnen er niet uit, en we weten niet v 'Alsjeblieft doe die spiegels dan weg,' zei ze. 'Ik ka meer tegen. Ik vind je prachtig, dus je hoeft niet te de spiegel te kijken of je haar wel goed zit, of dat j wel recht staat.' 'Je begrijpt het niet,' zei hij. 'Ik heb die spiegels nod omdat ....' Maar toen vielen ze beiden weer in slaap door de z winden van het labyrint. Aan het meer op een klein strandje zat een dwerg o 118
235 Online Touch Home