246

Het Bruine Boek De slaven waren gepiercet in hun tepels. Ze stonde bevend voor haar. Zij had de macht hun leven gehe vernieling te brengen. Niet lang daarna lagen ze aa voeten, smekend om genade, maar er was geen gen moesten hun lot aanvaarden, en gehoorzamen. Zij manieren om hen tot die gehoorzaamheid te brenge hen daarvan niet te laten afwijken. Zoveel middelen had zij om hun leven tot een hel t maken, en dat zou zij ook doen. Er was niets meer haar tegen zou kunnen houden. Zij waren alleen m als haar hulpeloze slaven. Hoeveel ze ook gilden en schreeuwden, het kon ha schelen. Ze waren nek-geketend en aan handen en gebonden. Zij overviel hen in hun slaap. Nu was er wat haar kon stoppen. Hier had ze lang op gewach wraak was met haar. Wanneer ze hen riep ging het hen door merg en bee trok hen aan een touw door het zand. Zij was zovee sterker dan hen. Nooit zou een man meer over haar heersen. Lang genoeg had zij in gevangenschap ge maar nu was zij vrij, en zou haar vrijheid verdedig 124

247 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication