17

vermengen,' werd er toen gesproken, en weer moest Evert het nazeggen. 'Wie is de koning ?' vroeg Evert weer. Evert voelde steken in zijn hoofd. 'Dromen kan een ziel niet meer die ééngeworden is met de koning. Al zijn dromen zijn kapot, en de koning is nu zijn woning,' werd er toen gezegd, en weer moest Evert het nazeggen, maar hij kon het niet. 'Spreek,' werd er gezegd, maar Evert kon niet spreken. 'I ... ik kan het niet,' stotterde Evert. 'Je moet !' werd er gezegd. Evert stortte neer, maar werd toen weer opgetild. 'Zij die de verzen niet nazeggen worden gemarteld en gedood,' werd er gezegd. 'Zij die het schrift van de koning niet lezen zijn het leven niet waardig,' werd er gezegd. Evert had kramp in zijn buik. 'I ... ik kan het niet,' stotterde Evert weer. Een zombie schopte in zijn buik, terwijl Evert weer neerviel. Weer werd hij 17

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication