weerwolven komen de kabels leggen. Dat is iets buitenaards, en dat ligt al door de geschiedenis heen. Dit willen snelheidsduivels niet horen. Ze willen dat je hen op hun wenken bedient, dat je het vlees dient. Snelle antwoorden, want ze willen geen diepte. Snelle feestjes, je lekker voelen, geen strijd meer, vrede, vrede, vrede. Dat is alles wat ze willen, en hebben dit voor het hogere onderwijs verruild. Dat hebben ze weggeworpen. Ze verwachten van anderen dat er voortijdig wordt binnengegaan in gevaarlijke hoogspanningshuisjes, en zetten zo als een afgevallen David Uria vooraan in de strijd. Ze zetten mensen voor hun karretjes als werkpaarden, en zelf groeien ze niet. Ze houden zich dom zodat anderen al het vuile werk kunnen opknappen. Snelheidsduivels kun je tegen spreken, en ze vergeten alles met een poep en een scheet, dus de volgende dag moet je hen weer precies hetzelfde zeggen. Zo leven zij, als vampieren. Ze krijgen een opkikker van iemand anders z’n energie, iemand anders z’n aandacht. Het zijn aandachtshoeren. Jantje lacht, Jantje huilt. Jantje moet op zijn wenken bedient worden. Dat zijn vleselijke weerwolven, gebrekkige electriciens, die de grootst mogelijke puinhopen aanrichten, waardoor de parasieten worden aangetrokken, en ze worden door deze parasieten ook rijkelijk betaald hiervoor. Maar wat is het uiteindelijke loon van het vlees ? Het is een doodlopende weg. Je komt zo in een hele andere slaap terecht, de slaap van het vlees. Onze toorn moet niet vleselijk zijn, maar geestelijk. Kersten wijst op psalm 2 en 7. Dat is dus een educatieve en literaire toorn. Kersten wijst op Duitsland als voorbeeld, dat alles mis ging toen het Duitse volk de God van Luther kwijtraakte, oftewel de God van de reformatie. Die had uitgewerkt moeten worden, niet zomaar in zijn totaliteit overboord gegooid. De Duitse filosofische verlichting werkte het uit, maar met het komen van de weltpolitik, de politiek van expansie-zuchtige snelheidsduivels, gooiden de Duitsers de Lutherse schat overboord. Ze bouwden liever verder op het Romeinse rijk. Ze wilden van kruis en verdieping niet weten. Zo kwamen die zombies tot de aarde, de zombie spasmes van het lagere orion, de spasmes van de dood, met hun eigen boeren taaltje. Niet voor niets wijst Kersten daarom op psalm 119, over het belang van studie, en het je daarin verlustigen : 47 Ik toch verlustig mij in uw onderwijs, dat ik liefheb; In plaats van jaloers te zijn op mensen die het goed hebben in het vleselijke, moeten wij studeren om hieraan te ontkomen. Wij moeten het kruis begeren voor ons hogere goed. Eer die restricties
122 Online Touch Home