0

Niet voor de Verkoop

reformatie en regressie van heidelberg tot dordrecht hermitatia-rodenberg college 2021-2022

voorwoord DEEL 1 – VERKLARING VAN DE HEIDELBERGSE CATECHISMUS hoofdstuk 1 het belang van zondag 1 en 2 in het roddel tijdperk hoofdstuk 2 zondag 3 en 4 en de catechismus van geneve hoofdstuk 3 zondag 5-8 hoofdstuk 4 zondag 9 – van hamelen tot heidelberg hoofdstuk 5 zondag 10-12 – don quichot hoofdstuk 6 zondag 13-19 en de orionse tijdperken hoofdstuk 7 zondag 20 en de betekenis van de heilige geest hoofdstuk 8 zondag 21 en de strijd tegen de zondies hoofdstuk 9 zondag 22-23 – een donderende preek hoofdstuk 10 zondag 24 en het ‘new age sinterjezus voor verwende kindertjes’ gevaar hoofdstuk 11 zondag 25 en het geheimenis van de geuzen opstand in de tachtigjarige oorlog hoofdstuk 12 zondag 26 en de imkers van heidelberg hoofdstuk 13 zondag 27 – de geestelijke waarheid van de kinderdoop hoofdstuk 14 zondag 28 en het vegangelie hoofdstuk 15 zondag 29 – van vegangelie tot gevangelie hoofdstuk 16 zondag 30 – een geuzengeheimenis – onderwijs en bovenwijs hoofdstuk 17 zondag 31 en de new age race hoofdstuk 18 zondag 32-34 – padvinderij in heidelberg hoofdstuk 19 zondag 35-36 en de strijd tegen reus goliath hoofdstuk 20 zondag 37-38 : het ware Woord is oorlogszuchtig hoofdstuk 21 zondag 39 en de spasmologie van Orion – de betekenis van de wederkomst hoofdstuk 22 zondag 40 en de strijd tegen de racedrugs maffia van snelheidsduivels – de komst van de orionse breinspasmes hoofdstuk 23 zondag 41 en het belang van de hemelse geschiedologie – herstel het contact met moeder geschiedenis – de strijd tegen het race-vlees hoofdstuk 24 zondag 42-44 en het vijfde seizoen hoofdstuk 25 zondag 45 en het kennen van de kerkgeschiedenis – de leeuwen van reformatie en regressie

hoofdstuk 26 zondag 46 en de ontwaking van Piet Hein hoofdstuk 27 zondag 47 en de betekenis van Piet Hein en de zilvervloot hoofdstuk 28 zondag 48 en de gezonken zilvervloot hoofdstuk 29 zondag 49 hoofdstuk 30 zondag 50-52 en de hemelse biologie, met overzicht van zondag 1-9 DEEL 2 – VERKLARING VAN DE DORDTSE KERKENORDENING hoofdstuk 31 van heidelberg tot dordrecht – de dordtse kerkenordening 1-4 hoofdstuk 32 dordtse kerkorde 5-6 hoofdstuk 33 de dordtse kerkenordening 7-17 hoofdstuk 34 dordtse kerkenordening 18-25 – de tijdmachine – fictie of werkelijkheid ? – van reformatie tot regromatie – het geheim van het tijdreizen DEEL 3 – VAN HUS TOT CALVIJN hoofdstuk 35 het kruis van johannes hus - de wederkeer van de tijdmachine – de tachtigjarige oorlog en het alva-matrix probleem in nederland hoofdstuk 36 de eerdere reformatie – de hussitische oorlogen in bohemen (tjechie) hoofdstuk 37 de nordicse adam en eva hoofdstuk 38 van hus tot calvijn hoofdstuk 39 de nordicse theologie en de betekenis van lucifer hierin hoofdstuk 40 de nordicse stenen tijdperken hoofdstuk 41 de christus van de reformatie hoofdstuk 42 van suri tot amalek hoofdstuk 43 van leviticus tot hooglied hoofdstuk 44 calvijn – dubbelspion van de reformatie – hoe het kruis te dragen hoofdstuk 45 calvijn en de engel van de reformatie hoofdstuk 46 Rachel – de waterlelie van de reformatie – haar betekenis en waarom Jakob haar liefhad hoofdstuk 47 de nieuwe calvinistische wereld hoofdstuk 48 lokken, fokken en hokken hoofdstuk 49 theopunk sf

hoofdstuk 50 van cyberpunk sf tot theopunk sf hoofdstuk 51 teveel hemel – hoe diep is je liefde ? hoofdstuk 52 van hus tot calvijn – pilaren van regressief-reformatorisch hussisme en calvinisme en het loskomen van dutch dark side calvinisme hoofdstuk 53 van jezus christus tot johannes hus – van kruis tot brandstapel hoofdstuk 54 de pilaren van het hussisme hoofdstuk 55 de nieuwe pilaren van het calvinisme hoofdstuk 56 hoog en laag calvinisme hoofdstuk 57 afkicken van de jezus-drugs hoofdstuk 58 onze twee moeders : moeder reformatie en moeder regressie hoofdstuk 59 contact zoeken met je innerlijke moeder en innerlijke kind om zo je lego-zelf te bouwen hoofdstuk 60 een stekker in een varkensneus ? – loskomen van de schijnwerkelijkheden van het vleselijke kind en de vleselijke moeder hoofdstuk 61 oorlog in de oekraine – wat betekent het ? hoofdstuk 62 oorlog in de oekraine – 2 – glasnost in de recyclocratie – het openbaar worden van motor en brandstof – de openbaring van de engel van rusland hoofdstuk 63 oorlog in de oekraine – 3 – glasnost toepassen op de gnosis – van gereserveerd tot gereformeerd (perestrojka) – het grote geheimenis van Rusland hoofdstuk 64 oorlog in de oekraine – 4 – wachters van de glasnost – glasnost of de mobiel ? DEEL 4 – DE REGRESSIEVE KERKGESCHIEDENIS hoofdstuk 65 oorlog in de oekraine – 5 - de nucleaire dreiging van rusland - hoe kom je erdoor, hoe kom je eruit ? - de regressieve kerkgeschiedenis hoofdstuk 66 oorlog in de oekraine – 6 – de bloeiende roede in de russische nacht hoofdstuk 67 oorlog in de oekraine – 7 – de middernachtstrein naar georgia – het leren van de energie economie hoofdstuk 68 oorlog in de oekraine – 8 – het schaakbord van de jaren 1800 en de vervulling van mattheus 25 – ken de russologie

DEEL 5 – VAN HEIDELBERG TOT DORDRECHT EN TERUG hoofdstuk 69 recyclocratie in lenzologie hoofdstuk 70 bespreking psalm 1 van de nederlandse voorvaderen hoofdstuk 71 kettingreacties in de recyclocratie hoofdstuk 72 gashandelaren in spekronia hoofdstuk 73 russisch of hussisch ? hoofdstuk 74 het belang van de ganzen totem in deze dagen hoofdstuk 75 de wachters van bethlehem hoofdstuk 76 het dreigen van de russische beer hoofdstuk 77 terug naar heidelberg – het kruis dragen of gedragen worden door het kruis ? – de oogst van orion hoofdstuk 78 van heidelberg tot dordt en terug – geheimenissen hoofdstuk 79 robotten van de recyclocratie

voorwoord Dordrecht en Heidelberg zijn de dialectische urim en thummim van de reformatie, als het geheimenis tussen Nederland en Duitsland, en dialectisch houdt in dat je alleen zuiver filosofisch de steen kunt benaderen, als in een kehatitisch mysterie. Lees hierover ons onderwijs boek ‘Het Kehatitische Verschijnsel’. Er is een gebruiksaanwijzing voor de orakelstenen. Wie dit niet in acht houdt vindt de dood tussen de stenen, als in een ravijn. Er is een afgebakend pad door deze stenen, en er is een grote oorlog om deze stenen. Het lagere, vleselijke Dordrecht moet overwonnen worden door te komen tot het hogere Dordrecht, het wilde Dordrecht, en zo is dit ook met Heidelberg. De wilde economie moet zich herstellen. De mens moet loskomen van het gevaarlijke Rigil Kent. Lees ons onderwijsboek ‘Rigil Kent Ontsluierd’ hierover. De mens kan niet zomaar aan de lagere reformatie, het lagere Dordrecht en lagere Heidelberg, ontkomen. De mens moet tot de recyclocratie gaan, en dit omzetten tot andere stoffen. De mens moet het nuttig zien te maken. Vuilnis heeft dus zin, heeft dus doel. Laat het niet zomaar allemaal liggen en dek het niet onder, maar ga ermee aan de slag. Verheerlijk de vuilnis van de voorouders niet, maar gooi het ook niet zomaar weg, want er kunnen bijzondere edelstenen, schatten en andere waardevolle spullen tussenzitten die we eens nodig zullen hebben en die de oplossing kunnen vormen voor vele problemen. Daarom is de geschiedenis zo belangrijk. Daarom is de regressie zo belangrijk. Het is niet om te pensioneren, maar om de mijnen in te gaan en aan het werk te gaan, en ook dus te gaan tot de recyclocratie, de gebieden van vuilverwerking. Zo winnen wij gas, zo winnen wij dat wat onder de aarde verborgen ligt. Het wacht. Werken bij de regressieve vuilnisdienst. Dat is een oproep, een recyclocratische oproep, anders gaat het zich ophopen en zal het op een keer ontploffen. De recyclocratie is dus een absolute noodzaak. Lees hierover ons onderwijsboek ‘De Recyclocratie.’ Draag jij straks de geestelijke sieraden van de recyclocratie, of ga jij door blijven pronken met je vlees en je vuilnis ?

DEEL 1 – VERKLARING VAN DE HEIDELBERGSE CATECHISMUS hoofdstuk 1 het belang van zondag 1 en 2 in het roddel tijdperk Lezen : Zondag 1 2 Petrus 2 Zondag 2 In zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus komt het dankbaarheids-principe duidelijk naar voren. ‘Vraag 2: Wat moet u noodzakelijk weten om godvruchtig te leven en te sterven? Antwoord: Drie stukken. Ten eerste, hoe groot mijn zonde en ellende zijn. Ten tweede, hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost word. Ten derde, hoe ik God voor zo’n verlossing dankbaar zal zijn.’ Wij worden van zonden en ellende verlost door het kruis. Wij mogen dus dankbaar zijn voor het kruis, door dit te leren toepassen. Basilea Schlink zei eens dat als de zonde van de mens zo diep is en zo groot, hoe kan het lijden dan ooit teveel zijn ? Blijkbaar heeft de mens dat nodig, dus we

kunnen onszelf wel verbazen over hoe groot het lijden is, maar de mens heeft het nodig om los te komen. Het profetische leven probeert dit niet allemaal in kannen en kruiken te brengen, want er is een veel hogere weg. De dankbaarheid en vrijwillige toewijding tot God is een veel hogere weg, en God weet de weg. Veel mensen willen het woordje God niet meer horen, omdat hun ego nog op de troon zit. En het ego jakkert ziekelijk voort in het vlees en is zijn eigen afgod. Ze halen hun informatie niet uit het Hemelse Woord, maar uit vleselijke blaadjes, en jagen elkaar daarmee op, maken elkaar bang en manipuleren elkaar, en zijn zo dienstvaten en dienstkanalen van de duivel, elkaar ziekelijk programmerende om het duivelse koninkrijk te bouwen. Ze zijn kanalen waardoor demonen zich kunnen materialiseren, omdat ze hier verdicht mee bezig zijn. Ze worden niet stil voor het Woord, en als ze even stil zijn, dan zijn ze ook weer snel afgeleid. 2 Petrus 2 spreekt over hen, en waarschuwt tegen hen. Het is een stuk over dwaalleraars. Zij zijn agenten van de matrix die de matrix ook voeden : ‘Toch zijn er ook valse profeten onder het volk geweest, zoals ook onder u valse leraars zullen komen, die verderfelijke ketterijen zullen doen binnensluipen, zelfs de Heerser, die hen gekocht heeft, verloochenende en een schielijk verderf over zichzelf brengend. En velen zullen hun losbandigheden navolgen, zodat door hun schuld de weg der waarheid gelasterd zal worden; en zij zullen uit hebzucht met verzonnen redeneringen u als koopwaar behandelen. Vooral hen, die, begerig naar onreinheid, het vlees volgen en hemelse heerschappij verachten. Zulke vermetelen, vol van zelfbehagen, schromen niet de heerlijkheden te lasteren. Zij achten het een genot op klaarlichte dag te zwelgen; schandvlekken en smetten zijn zij, die in hun bedriegerijen zwelgen, als zij met u feesten; zij hebben ogen, die altijd uitzien naar een overspeelster en nooit ophouden met zondigen; zij verlokken onstandvastige zielen, hun hart is volleerd in hebzucht; kinderen der vervloeking zijn zij. Doordat zij de rechte weg verlaten hebben, zijn zij verdwaald en de weg opgegaan van Bileam, de zoon van Beor, die het loon der ongerechtigheid liefhad, maar een terechtwijzing kreeg voor zijn ongerechtigheid: het stomme lastdier, dat met mensenstem sprak, heeft de dwaasheid van de profeet verhinderd. Dezen zijn bronnen zonder water, nevelen, door een windvlaag voortgejaagd, voor wie de donkerste duisternis is weggelegd. Want met holle, hoogdravende klanken verlokken zij door vleselijke begeerten en door ongebondenheid hen, die zich ternauwernood aan degenen, die in dwaling verkeren, onttrekken. Vrijheid spiegelen zij hun voor, hoewel zij zelf slaven des verderfs zijn; immers, door wie men overmeesterd is, diens slaaf is men.’ Daarom begint Zondag 1 in de grondtekst met deze stelling :

‘Dat ik met lichaam en ziel, zowel in leven als in sterven, niet mijzelf toebehoor, maar de hemelse baarmoeder. Daarom verzekert Hij mij ook door het heilige geestelijke van het eeuwige leven en maakt mij van harte gewillig en bereid om voortaan Hem toegewijd te leven.’ Wij zijn er dus niet voor om het ego na te leven. Dan missen wij ons doel. Tegenwoordig is alles gemoderniseerd om het ego te dienen. Alles zit onder camouflage hiertoe, en de mens kent het profetische niet meer. Ze zijn niet meer prophetic maar pathetic. Ze spreken niet : ‘Zo spreekt de Heer,’ maar : ‘Zo spreekt de Telegraaf, of het Algemeen Dagblad.’ En ze spreken elkaar allemaal tegen. Het is ego tegen ego, en men zweept elkaar op. Dit zijn duistere geesten die van bloed genieten, van chaos genieten, want het is hun lucratief handeltje. Het gebeurt waar mensen God loslaten, het profetische op een tweede plan zetten. Het ego staat op het eerste plan. Dit ego wil het kruis niet zien, maar duwt het kruis weg, en het vlees is bang voor het kruis. Ze wijden zich niet toe aan het kruis om hierin het Woord van God te ontvangen. Nee, het ego zit op de troon, niet God. De Libelle zit op de troon, de Story, de Weekend, het NRC Handelsblad, Youtube, Facebook of Instagram. Ze zijn slaven geworden van de aardse media, programmeurs, om het koninkrijk van de duivel te bouwen, als rollende balletjes zijn ze in de flipperkast. Flipperkast profeten zijn het. Je kunt niet van ze op aan, want het is elke dag weer anders. Elke dag hebben ze wel iets nieuws, en telkens weer zeggen ze dat ze het mis hadden, en maken ze excuses, en gaan vervolgens vrolijk op dezelfde voet verder. Het zijn dwaallichten, zegt Petrus, bronnen zonder water, nevelen, door een windvlaag voortgejaagd. Ze draaien voortdurend alles om. Waarheden vermengd met leugens, het goede vermengd met het slechte, maar het Beste volgen zij niet. Het zijn strontvliegen die van de stront der aarde leven. De mens volgt Areta niet als Heracles, maar volgt de heks Kakia, wereldgezindheid in plaats van geoefendheid in het sobere profetische leven. Ze moeten geprikkeld worden met vleselijkheden, met plaatjes. Ze willen de filmen en de stripboeken, maar niet de boeken, en vooral niet de oude boeken. Ze willen sensatie, entertainment, griezelen in moderne spookhuizen. Voor elk wat wils. De mens is op de kermis van de duivel en heeft het merkteken al ontvangen. Men projecteert dat graag op iets anders en wil het kruis niet dragen, en niet het pad der verlossing gaan. Alles moet luidruchtig en chaotisch, opgedreven door de winden van het lagere aardse, de schetenlatende heks Kakia. Kontenlikkers zijn het. Pipo de clown opent zijn mond en ze hangen direct aan zijn lippen. Het profetische verachten ze. Dat kost hen teveel geduld. Hier ligt alles voor het grijpen. Het levert geen diepte. Ze doven elkaars geestelijke leven met deze gokkast. Het leven is een duivels casino geworden, en je speelt Russisch roulette. De kosten zijn hoog, en zo wordt de mens zelf tot een leprechaun, een goudduivel. Wat baat het je als je de wereld hebt gewonnen en

alle kennis der aarde, maar aan je ziel schade hebt geleden ? De mens kan geen twee Heren dienen. Zondag 2 geeft dan in de grondtekst een oplossing : Vraag 3: Waaruit kent u uw ellende? Antwoord: Uit de Wet van God. Vraag 4: Wat eist Gods Wet van ons? Antwoord: Dat leert de baarmoeder ons in een hoofdsom, Matt. 22:37-40: Gij zult God uw Here liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand en met al uw krachten. Dit is het eerste en grote gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse Wet en de Profeten. Vraag 5: Kunt u zich aan dit alles volkomen houden? Antwoord: Nee, want ik ben van nature geneigd God en mijn naaste te haten. Er liggen dus regels hieraan verbonden. De mens kan het niet zomaar uit zichzelf, en dan komt God weer in the picture. Vandaag de dag is de mens totaal van God los, omdat God misschien verkeerd is voorgesteld door anderen. Vandaag is de mens verwond en paranoide. Maar als er vals geld in de omloop is, is er ook echt geld. De grondtekst spreekt over God als de hemelse baarmoeder van de hogere natuur. Wij hoeven niets zomaar weg te gooien, maar mogen het tot hogere vormen brengen. De Egyptenaren schreven hun woorden in vele vormen, en ook omgedraaid, wat we bespreken in het boek ‘De Ontsluiering van Genesis’, en dit was om het hemelse Woord te beveiligen, te camoufleren ook, dus wij zijn mensen van verschillende lagen en talen, anders heeft het geen techniek. Een zanger zei eens : ‘Je kunt niet altijd alle mensen voor de gek houden, maar het is heel goed mogelijk om de meeste mensen meestal voor de gek te houden. Alleen omdat we bestaan, nemen we aan dat we weten hoe we moeten denken. Om een goede artiest of muzikant te worden moet je op de juiste manier oefenen om een goede techniek te krijgen. Zo is het ook met denken. Sommigen zullen boos, beledigd, verontwaardigd zijn over de suggestie. Ik, ik ben nog aan het leren.’ Vannacht had ik een droom dat een vrouw achter mij aanzat met een geweer of pistool. Er zat een bepaald onzichtbaar schild om mij heen wat de kogels afweerde, maar er was ook een jongen bij me. Ik kon vliegen en nam de jongen mee de natuur in, maar de vrouw achtervolgde ons nog steeds. Het was allemaal langs het water, en ik vloog toen met de jongen boven het water, maar ook daar

volgde de vrouw ons, en bleef maar schieten. De vrouw was half naakt en manifesteerde zichzelf ook zo, tot een jonge vrouw met ronde vormen, en dat is wat heksen kunnen, en de jongen viel ervoor. De jongen had zich toen omgevormd tot een grote panter, en wilde met de vrouw paren, want de vrouw bood vriendschap aan. Ik zei toen tegen de jongen : ‘Ze is een moordenares,’ maar de jongen wilde niet luisteren, en ging toch met haar mee om met haar te paren. Easily convinced, koppig, als een rund naar de slachtbank, want Spreuken waarschuwt zo ook voor de vreemde vrouw. De nacht daarvoor had ik een droom dat we gezinnen hielpen in een stad, en we deelden onderwijsboeken uit, en een jonge jongen liep met zo’n onderwijs boek in zijn hand naar ons toe en vroeg toen of hij het mocht overslaan. We zeiden hem toen dat het een stripboek was, en toen wilde hij het wel lezen. Het is allemaal onder hun eigen voorwaarden, als er maar genoeg sensatie is, prikkeling van de zintuigen met visuelen, maar dat is niet het ware profetische leven. Bovenstaande dromen zijn voorbeelden van de hedendaagse staat van de wereld, dat de mensen niet echt willen luisteren, maar excuses vinden om ook nog hun eigen afgoden te houden. Zondag 2 spreekt dan een radicale boodschap van God volkomen liefhebben, zoals Maleachi ook stelt dat er een volkomen offer gebracht moet worden, want de vijand zal haastig gebruik maken van elk gaatje in de wapenrusting. Ook al is de mens ontrouw, God is altijd getrouw, maar de mens zal wel zijn karma moeten dragen. Karma valt niet te misleiden. Karma prikt door de excusen van de mens om in het vlees te kunnen blijven leven heen. Karma is niet om te praten. Dan hebben wij gewaarschuwd, zoals we de laatste tijd veel doen en ook moeten doen, zowel in Nederland als daarbuiten in ons werk, zodat het bloed niet aan onze hand zal hangen, maar op hun eigen hoofd zal zijn, en dan vegen wij het stof van onze voeten en dan gaan wij verder. Toch is God dan nog getrouw. Toch heeft God dan voor de mensheid de deur nog op een kier, zoals sinterklaas ook nog eenmaal per jaar terugkeerd, wat dan een heel aards voorbeeld, een hele aardse schaduw is. Men heeft God niet nodig. Men heeft het Woord niet nodig. Men is immers verslaafd aan de roddel industrie, aan lagere aardse geesten die zich aan de mens ook vastklampen. De Oahspe noemt ze druja’s en fetals, plaaggeesten en verslaafde geesten. De mens heeft deze geesten gekozen boven God, en daarom moet de mens er ook mee leven. Ook als je wil ontsnappen, zoals Sint Antonius in de wildernis, zullen die geesten je niet zomaar laten gaan. Ze houden van sprookjes en fabeltjes vertellen als de fabeltjes krant, en mensen roken het als sigaretjes. Afkicken geblazen dus, en halve waarheden maken niet het geheel waar. De duivel gebruikt graag het aas van de halve waarheid, en zij die niet waakzaam zijn en nuchter vallen ervoor. Daarom roepen wij op om terug te keren tot de heidelbergse catechismus die door de buitenaardsen aan Duitsland was gegeven in de reformatie, om de gegeven natuur tot hogere vormen te brengen, zoals we ook met de Dordtse leerregels

hebben gedaan. Er liggen hier te belangrijke doorgangen om zomaar te verruilen voor het Parool, de Yes, of de Margriet. Lesvragen hoofdstuk 1 : 1. Geef een korte uitleg van zondag 1. 2. Toon aan hoe mensen zondag 1 overtreden. 3. Toon het verschil aan tussen roddelblaadjes en het hemelse Woord. hoofdstuk 2 zondag 3 en 4 en de catechismus van geneve Omdat men hun eigen goden heeft gemaakt wil men niets meer van God weten. Men heeft zich profeten vergaderd die hen naar de mond praten, dus willen ze niet naar de hemelse profeten luisteren, mediageil als ze zijn. De boodschap van de hemelse, opgenomen profeten is niet populair, want dat kost hen teveel, namelijk hun leven, en dat willen ze behouden. Het is het tijdperk van de mediageilheid. Het is instant zelfbevrediging. Lekker makkelijk, krantje erbij, en maar geilen en huiveren met de goden van deze tijd, de grote media goden die de matrix bouwen en herbouwen. Welkom op de grote media kermis. Voor elk wat wils. Paren met grote, dikke vrouwen met pikante kleding en je kaartje daarvoor laten knippen. Het kan allemaal. Leugen op leugen tot een dikke vette big mac. Kan het woordje ‘kleren’ niet meer schrijven. Hup, uit de kleren, en er maar bovenop springen alsof het niks is. Ze zijn er nu toch. De Oahspe schreef er al over. Zondag 3 stelt dan een goede vraag : ‘Vraag 6: Heeft God de mens dan zo slecht en verkeerd geschapen? Antwoord: Nee, God heeft de mens goed en naar zijn beeld geschapen, dat is in ware gerechtigheid

en heiligheid, opdat hij God zijn Schepper op de juiste wijze zou kennen, Hem van harte liefhebbenen met Hem in eeuwige zaligheid zou leven. Vraag 7: Waar komt dan die zo verdorven aard van de mens vandaan? Antwoord: Uit de val en ongehoorzaamheid van onze eerste voorouders Adam en Eva in het paradijs; daar is onze natuur zozeer verdorven, dat wij allen in zonden ontvangen en geboren worden. Vraag 8: Maar zijn wij dan zo verdorven dat wij geheel en al onbekwaam zijn tot iets goeds en geneigd tot alle kwaad? Antwoord: Ja, tenzij wij door het geestelijke van God wedergeboren worden.’ De gnosis heeft zich dus als een waterval lopen emaneren, naar beneden stortende op de rotsen, en er zijn dus valse scheppingen geweest, en er lopen valse scheppers en schepsters rond. Je bent dus deels hier op aarde een valse schepping gemaakt door een valse schepper. D.w.z. dat het bewustzijn deels vals is, en de manier waarop je dingen ervaart, hoe je bent, enz. enz. Iemand zei eens : ‘Slimme mensen leren van alles en iedereen, gemiddelde mensen van hun ervaringen, domme mensen hebben de antwoorden al.’ En hoe komen die domme mensen aan die antwoorden ? Juist ja, van de media. De mens leeft in een Venusiaanse media matrix, in een roddel pandemie. Het is niet zomaar een nachtmerrie, maar een woordmerrie. Men staart zich blind op woorden, niet op betekenissen, en zo is het verstand versluierd. Efeze 1 in de grondtekst stelt dat de hemelse baarmoeder boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw is gesteld, en Efeze 2 stelt dat wij daarin een plaats mogen hebben en mogen wandelen, niet in woorden, maar in betekenissen. Dat is wat het ware hemelse woord is in diepte. Hebben wij onze plaats al ingenomen, zijn wij al vol met het hemelse Woord, of leven en dansen wij nog naar de pijpen van de media ? Dit is waar Zondag 3 op doelt : Wij kunnen wederomgeboren worden in de hogere natuur om hieraan deel te hebben, maar niet als wij junkies blijven van de media. Wij moeten strijden tegen het collectieve vlees van de media in onze positie in de hemelse baarmoeder. Maar als wij telkens ons zaad aan de media-hoeren doneren en hen gaan bepooieren, dan zijn we verdoemde mediakinderen, en dan brengen we die ook voort, in de valse schepping. Maar de muren tussen de derde

en vierde dimensie, en ook de muren rondom de vijfde dimensie, zullen wegvallen, en niemand zal zich nog kunnen verstoppen. Calvijn zegt in de catechismus van Geneve : Vr. 23 In welken zin kent gij Hem de naam Almachtige toe? Antw : Niet op deze wijze, dat Hij een macht heeft, die Hij niet gebruikt; maar dat Hij alles onder Zijn macht en in Zijn Hand heeft; dat Hij door Zijn voorzien de wereld bestuurt, door Zijn wil alles tot stand brengt, en alle schepselen naar het Hem goeddunkt, regeert. Daartoe moet de mens dus ontwaken dat ze deze Hand in alle dingen zullen zien, en de hemel ziet uit naar deze ontwaking. Vr. 25 Waarom voegt gij daarbij: Schepper van hemel en aarde ? (Rom. 1 : 20) Antw : Omdat Hij door werken Zich aan ons geopenbaard heeft; Hij moet daarin ook door ons gezocht worden. Want onze geest kan Zijn wezen niet vatten. De wereld zelf is dus als een soort spiegel, waarin wij Hem kunnen zien, voor zover het ons dienstig is Hem te kennen. De wereld is dus een spiegel waardoor we die Hand toch kunnen zien. Je kunt het alleen zien als je de dingen van boven zoekt, en niet de dingen van de wereld op zich. Je moet er dus doorheen kijken en doorheen prikken, en geen media hoer worden, want dan is het einde oefening. Vr. 28 Wat moeten wij denken van de goddelozen en de duivelen, zullen wij zeggen, dat die ook aan Hem onderworpen zijn? Antw : Hoewel Hij ze door Zijn Geest niet bestuurt, bedwingt Hij ze toch met Zijn macht als met een teugel, zodat ze zich zelfs niet kunnen bewegen, dan voor zover Hij het hun toestaat. Ja, Hij maakt ze zelfs tot dienaars van Zijn wil, zodat zij huns ondanks en tegen hun eigen beleid in, gedwongen worden uit te voeren, wat Hem goed gedacht heeft. We zien dus dat het beest beteugeld is door de gnosis, en hiertoe moet de mens ontwaken. Als zondag 4 het dan ook heeft over eeuwige straffen, dan zijn dit meer eeuwige beteugelingen in de eeuwige tucht en opvoedingsleer, en dat is iets voor de rechtvaardigen, want de goddelozen zullen ten verderf varen. Zondag 4 (in de grondtekst)

‘Vraag 9: Doet God dan de mens geen onrecht als Hij in zijn Wet van hem eist wat hij niet doen kan? Antwoord: Nee, want God heeft de mens zo geschapen dat hij hiertoe in staat was. Maar de mens heeft zichzelf en al zijn nakomelingen op aanstichten van de duivel en door moedwillige ongehoorzaamheid van deze gaven beroofd. Vraag 10: Wil God zo’n ongehoorzaamheid en afval ongestraft laten? Antwoord: Volstrekt niet. Hij is hevig vertoornd, zowel over de zonden die ons aangeboren zijn, als die wij bedrijven en Hij wil die door een rechtvaardig oordeel nu en eeuwig straffen (toetsen, beteugelen), zoals Hij gesproken heeft: Vervloekt is een ieder die niet blijft bij alles wat geschreven is in het boek der Wet om dat te doen [Gal. 3:10]. Vraag 11: Is God dan niet ook barmhartig? Antwoord: God is wel barmhartig, maar Hij is ook rechtvaardig. Zijn gerechtigheid eist dat de zonde die tegen Gods allerhoogste majesteit begaan is, ook met de hoogste, dat is met de eeuwige toets (beteugeling) aan lichaam en ziel getuchtigd (opgevoed) wordt.’ De mens verspeeld dus de geestelijke gaven als de mens vast blijft houden aan de zonde, en aan de leugenachtige media. Dan is de mens al vol met valse informatie, en dan kan de ware hemelse informatie er niet meer bij. Calvijn : ‘Vr. 29 Welk nut trekt gij uit de kennis van deze zaak? Antw : Zeer veel. Want het zou er voor ons slecht uitzien, als er de duivelen en de goddeloze mensen iets vrijstond buiten de wil van God, en wij zouden zeker nooit een gerust gemoed hebben, wanneer wij denken dat wij aan hun lust zijn blootgesteld. Ja, wij zijn dan pas veilig en gerust, wanneer wij weten dat zij beteugeld en als ingesloten worden door Gods beslissing, zodat zij niets kunnen zonder Zijn toestemming, terwijl God zelf Zich inzonderheid voorbehouden heeft onze Beschermer en de Voorstander van ons heil te zijn.’ Weten wij dit al, en zijn wij hiertoe al ontwaakt ? God heeft het al beteugeld, maar nu moeten we het beest in onszelf nog beteugelen, door terug te keren tot de hemelse baarmoeder en die kennis, en die positie in te nemen. Het is dus niet zomaar een algemeen heilsfeit, maar het moet ook een persoonlijk ervaringsfeit zijn.

Er zijn in deze dingen dus vele valse scheppingen geweest, dus daarom spreekt Efeze aan het eind ook over de geestelijke strijd tegen de valse overheden en machten, tegen alle valse goden en scheppers. Een geadopteerd meisje van de natuurvolkeren die bij mij aan de kerk zat en op dezelfde kleuterschool zat deed eens tijdens het bidden een beweging naar mij toe met gevouwen handen, zo van : ‘Je moet bidden, waakzaam zijn. Er is een strijd te voeren.’ J.G. Feenstra zei : ‘Wij worden alleen verlost, als aan Zijn recht is voldaan.’ Lesvragen hoofdstuk 2 : 1. Leg uit wat een woordmerrie is, en geef een paar voorbeelden. 2. Wat viel je het meest op aan dit hoofdstuk ? 3. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 3 zondag 5-8 Zondag 5 gaat erover dat het ego van de mens de mens niet tot volkomenheid kan brengen. Er is dus een missing link, een soort middelaar nodig, wat we dan voor het gemak ‘God’ noemen. Zorg dat je dus alle schakels hebt, ook de missing links, oftewel dat wat we ‘God’ noemen. Zondag 5 is een mooie natuurvrouw, vergeten door de samenleving. Men kent deze natuurvrouw niet. Men heeft eigen middelaars gemaakt, maar het gaat niet diep genoeg. De media, de valse middelaar, laat dit namelijk niet zien. Zij zijn niet theologisch, demonologisch en gnostisch geschoold. Zondag 5

Vraag 12: Aangezien wij dus naar Gods rechtvaardig oordeel nu en eeuwig straf verdiend hebben, bestaat er dan nog een middel, waardoor wij deze straf zouden kunnen ontgaan en weer genade vinden? Antwoord: God wil dat aan zijn gerechtigheid voldaan wordt. Daarom moeten wij of zelf of door middel van een ander er volkomen aan voldoen. Vraag 13: Maar kunnen wij daar zelf aan voldoen? Antwoord: Volstrekt niet. Wij maken de schuld zelfs nog dagelijks groter. Vraag 14: Is er ergens enig schepsel te vinden dat voor ons kan voldoen? Antwoord: Nee. Want ten eerste wil God niet een ander schepsel voor de schuld straffen die de mens veroorzaakt heeft. Ten tweede kan ook geen enkel schepsel de last van Gods eeuwige toorn tegen de zonde dragen en andere schepselen daarvan verlossen. Vraag 15: Wat voor een Middelaar en Verlosser moeten wij dan zoeken? Antwoord: Een zodanige die waarachtig en rechtvaardig mens is, en toch krachtiger dan alle schepselen, dat wil zeggen, die tevens waarachtig God is. M.a.w. het moet hemels zijn, getoetst, en iets van de mens zelf zijn, oftewel doorleefd. Door iemand anders verlost te worden is dus alleen maar symbolisch, niet letterlijk, en gaat dus om de missing link in de mens zelf. Op dit principe van Zondag 5 is ook de Oahspe gebouwd. Het is theologische dialectiek, een taal die maar weinigen verstaan, omdat het dus inspanning en oefening vergt om die taal te leren verstaan en spreken. Men moet die missing link dus niet bij de mensen zoeken, maar bij God in de hemel, waar de waarachtige mens is die alles heeft doorleefd. De natuurvrouw of natuurgodin van Zondag 5 is dus belangrijk in onze bescherming tegen vals verletterlijkt, eenzijdig projectie-christendom. Er moet een brug zijn tussen theologie en filosofie, en er moet een brug zijn tussen theologie en dialectiek, anders werkt het niet. Zondag 6 stelt dan in de grondtekst dat de ware middelaar, de ware media de hemelse baarmoeder is. Vraag 18: Maar wie is deze Middelaar ? Antwoord: De hemelse baarmoeder, die ons door God tot wijsheid, gerechtigheid, heiliging en tot volkomen verlossing geworden is. Vraag 19: Waaruit weet u dat? Antwoord: Uit het heilig Evangelie, dat God zelf eerst in het paradijs geopenbaard heeft, daarna door de heilige aartsvaders en profeten heeft laten verkondigen en door de offers en andere

ceremoniën van de Wet afgebeeld, en dat Hij ten slotte door het hemelse eniggeboren zoonschap heeft vervuld. In Zondag 7 zien we hoe we dan tot de baarmoeder moeten gaan. H.F. Kohlbrugge, gereformeerd theoloog, brengt dan de aandacht op Psalm 2 in dit verband : ‘Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden gegenereerd.’ Ik moet dan ook denken aan Psalm 8 : ‘Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen verstommen.’ Men moet een eniggeboren zoon zijn, dus afgezonderd zijn, zich niet achter broeders verstoppen, maar een persoonlijke relatie hebben met de hemelse moeder in het eenlingenschap. Ook Kohlbrugge wijst op het eniggeboren zoonschap. Dan zegt hij : ‘Zijt nuchter en waakt, want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende wien hij zou mogen verslinden. Of u valt in zijn muil, of u blijft bij de onvervalste melk der eenvoudige waarheid.’ Zondag 7 roept de mens op om terug te keren tot de hemelse moederborst, om veilig te blijven tegen de roofdieren, zoals in de Steen van Chawila van het Eeuwig Evangelie ook een verhaal hierover gaat, dat de mens bij de melk moet blijven en de wilde bloemen (Rozinde). We kunnen zo stellen dat de psalmen de wilde bloemen zijn. Zondag 8 Vraag 24: Hoe worden deze artikelen ingedeeld? Antwoord: In drie delen. Het eerste gaat over God de Moeder en onze schepping, het tweede over God de Zoon en onze verlossing, het derde over God het heilige geestelijke en onze heiliging. Vraag 25: Wanneer er maar één enig goddelijk wezen is, waarom noemt u er dan drie, de Vader en de Zoon en het heilige geestelijke ? Antwoord: Omdat God zich in zijn Woord zo geopenbaard heeft, dat deze drie onderscheiden personen de enige, waarachtige en eeuwige God zijn. God wordt dus in drie onderverdeeld : schepping, verlossing en heiliging. G.H. Kersten stelt dat God steeds roept vanuit de hemel, en dat de zoon dan zijn bloed sprengt voor zondaren ten zaligheid, en dat wij in het stof zouden moeten buigen voor deze prediking. We kunnen stellen dat de zoon zijn bloed sprengt opdat zijn vlees eraf gaat. Dit zijn niet alleen heils-archetypen, maar moeten ook ervarings-archetypen worden in onszelf. Zo komen wij tot verlossing. De hemelse moeder roept, maar wie antwoordt ? De zoon antwoordt door zijn bloed te sprengen. De hemel communiceert door bloed, door de taal van het bloed. Zo kan het vlees afsterven, en is er beveiliging tegen het vlees.

Kersten stelt dat deze drie, het hemelse werk, ertoe aandrong de wereld, de zonde, zichzelf, alles, te verlaten. Paulus zei in 2 Korinthe 2 in de grondtekst dat hij had besloten niets te weten dan de baarmoeder en de gekruisigde, oftewel de hemelse Moeder en het hemelse zoonschap. De rest mogen wij niet aanraken, tenzij het profetische daarin opspringt. Kersten roept wijzende op de drie van Zondag 8 op tot bevindelijkheid, de innerlijke beleving van het heil. Hij stelde dat er veel grote christenen zijn die de kinderlijke gestalte missen. Hij klaagde erover dat de kerk veelal God alleen naar het vlees kende. Hij roept de mens op om losser te worden van de aarde, en gemeenzamer te zijn met de dood, om zo te wandelen in het hemelse. Lesvragen hoofdstuk 3 : 1. Geef een beschrijving van zondag 5 2. Geef een korte beschrijving van het hoofdstuk. hoofdstuk 4 zondag 9 – van hamelen tot heidelberg 1816, het merkteken van het beest. In dat jaar moest iedereen zich onderwerpen aan het nieuwe koninklijke gezag van de kerk, aan Willem I, en wie dit niet deed kon vervolgd worden en in de gevangenis gezet worden. Je mocht niks anders prediken, want dan werd je uit je functie gezet. Er was een boekje gemaakt met de nieuwe koninklijke synode van 1816, en dit boekje moest je in je hand en je hoofd hebben, net zoals het merkteken van het beest. Nu moest de mens dit boekje ontvangen, anders zou de mens buiten de samenleving worden gezet. Komt ons dat niet bekend voor ? Het stond al opgetekend in het boek Openbaring. Toen kwam de beweging van afscheiding en wederkeer naar de calvinistische fundamenten. Koning of Calvijn ? Dat ging behoorlijk mis aan beide kanten. Aan beide kanten was er veel extremisme. Nederland was in oorlog met een beest met meerdere koppen. De koningskerk moest een kwartslag draaien, Calvijn moest een kwartslag draaien, en zo ook de heidelbergse catechismus. De mens moest terug naar Heidelberg, waar een veel grotere oorlog gaande was en is. ‘Kunt u ons de weg

naar Hamelen vertellen ?’ was een groot thema in de zeventiger jaren. Maar nu is het : ‘Kunt u ons de weg naar Heidelberg vertellen ?’ Oh, zoveel gevaren liggen er op de loer. Zoveel afdwalingen zijn er, en er is zoveel extremisme. De zondagen bevatten hoe dan ook onze hemelse natuurmoeders, dan wel openlijk, dan wel opgesloten, dan wel verdraaid. Het gaat vooral om het herstel van ons zicht erop. Daarom is het belangrijk dat in deze tijd de weg tot Heidelberg gepredikt wordt, anders is er geen hoop voor de mensheid. Het was een geschenk door God gegeven, maar de mens heeft het helemaal verkeerd geinterpreteerd, en in de westerse talen neergezet, in plaats van naar de grondteksten te gaan. Heidelberg heeft niet zomaar zijn wortels in Duitsland, maar in Israel, Egypte en Orion. Op dat spoor verder. Nog steeds moet de mens loskomen van de koningskerk die haar vervolgd, waar het boek Openbaring over gaat. De hemelse natuurvrouw heeft haar schuilplaats in de wildernis. Daar is de wedergeboorte. De mens is gebrandmerkt met 1816, en het druipt nog steeds zijn gif. Er komt zwarte troep uit. Je mocht niet protesteren. Ledeboer smeet het boekje van 1816 van de kansel af, en begroef het in de tuin. Hij wilde geen staatsslaaf zijn. Hij werd toen opgepakt en in de gevangenis gezet. Hij mocht geen prediker meer zijn. Wij hebben over dit tijdperk veel geschreven in onze onderwijsboeken. Ken uw geschiedenis. De mens zit hier nog steeds in. Daarom moeten wij op weg gaan naar Heidelberg. ‘Kunt u ons de weg naar Heidelberg vertellen ?’ Wat zullen de zondagen met de mens doen ? Zullen ze lief en aaierig zijn ? Nee, ze staan daar met de tuchtroedes. De zwarte pieten zijn daar een schaduw van, een feest wat in Nederland maar blijft terugkomen, en over wiens betekenis gestreden blijft worden. Ledeboer bracht een Kersten voort, en een Klaas Schilder. Allen predikten zij over Heidelberg. En dat moest ook wel, want de mens had meer losgelaten dan lief was. Terug naar Heidelberg was de boodschap, want dit kon zo niet langer. Kersten zegt over zondag 9 dat God zich ontfermt over hen wie hem vrezen. Zondag 9 gaat over de schepping, en we kunnen stellen dat waar die hemelse vrees er niet is er een valse schepper aan de gang is geweest. In het Hamelen sprookje was de verlosser een bedrieger, en zo is het ook in dit sprookje, dus we moeten dieper gaat tot de fundamenten van Heidelberg en niet bij moderne, aardse verlossers blijven rondhangen. Dit geldt dus ook voor Heidelberg, en ook de Oahspe hamert erop dat de mens moet oppassen met zogenaamde vrijheid en verlossing aangeboden door grote verlossers. De mens moet oppassen met die iconen en nuchter en waakzaam blijven. De mens moet alert zijn. Het was al gegeven, maar wat heeft de mens ermee gedaan ? De mens heeft het omgesmolten en geasfalteerd om in een goed blaadje bij de koning van het vleselijke te komen.

‘Gelijk een vader zich ontfermt over zijn kinderen, ontfermt zich de Heere over degenen die hem vrezen,’ stelde Kersten. Dat is de ware schepping, niet naar aardse maatstaven, en God heeft ook geen kleinkinderen. Daarom zijn er maar weinig waarlijke kinderen van God, stelde Kersten, juist omdat die vreze deels of totaal ontbreekt. Daar is men niet mee bezig. Dat asfalteert men, dat cementeert men, dat drukt men weg. Veel grote christenen, maar weinigen hebben een kinderlijke gestalte, stelde Kersten. Zij die Hem vrezen doen niets uit eigen kracht, stelt Kersten. Waar die vreze er niet is, daar leeft men vanuit de krachten van het eigen vlees, het ego, en dit ego wil zichzelf groot maken, als een koning, en zo een koningskerk bouwen waarin hij troont en hij aanbeden wordt, allemaal valse afgoden. Zouden wij dan niet huiveren ? Ze zagen het vlak voor hun ogen gebeuren hoe de mens gretig het merkteken van het beest aannam. Zouden we dan niet vluchten tot de wildernis ? ‘Ja, maar ik erken het gezag van koning Willem I en zijn handlangers niet.’ – Oh nee ? Dan maar de gevangenis in, want dat kan echt niet. ‘Ja, maar ik erken het gezag van de gevangenis van 1816 niet. Ik vrees de hemel, niet de aardse koning. Er zijn altijd al aardse koningen geweest en ze hebben elkaar altijd verscheurd. Dit beest is tegen zichzelf verdeeld.’ Maar dat mocht je niet zeggen. Het beest duldde geen kritiek. Dan werd je verbannen. Komen we uiteindelijk zo tot de wildernis ? Verbannen worden tot steeds diepere kerkers, tot aan de rand van de grote onderwereldse wildernis ? Daar zaaien wij ons zaad. Kersten zei : ‘Gedenkt dat gij stof zijt, en tot stof zult gij wederkeren.’ Wat is dan de schepping ? Het is de generatie van het zoonschap, en op die basis is er schepping en herschepping. Kersten noemt de punten op als hij zondag 9 bespreekt. Er is op die basis van het zoonschap, wat niet zomaar vanuit stof is maar vanuit de hemelse vrezen, schepping en voorzienigheid. Koning of Kersten ? Kersten wees terug op de schepping, en hoe de mens het totaal had verprutst in koningsgewaden. Het vlees houdt ervan om koninklijk te pronken, om anderen goddeloze regeltjes op te leggen, en iedereen die zich daar niet aan verlekkert het gevang in te werpen. De wereld kent heel wat goddeloze koningen, maar Kersten was een wegwijzer : Terug naar Heidelberg. De mens was in Hamelen verstrikt geraakt. Oh ja, die grote rattenvanger van Hamelen zal ons wel verlossen, maar hij stal hen als Repelsteeltje de kinderen af. De koning zou ze allemaal wel eens even uitleiden, maar hij sloot ze op in een rots. Hij versteende

ze, zoals de rattenvanger van Hamelen eens deed. Alleen Heidelberg kon nog redden, maar er waren veel gevaren. En waar was Heidelberg ? Hoe moest je daar komen, en wat stond je daar te wachten ? We kennen allemaal de strikken van de reformatie. Goede oude Repelsteeltje. We hebben er veel over gesproken. Hij had een jacht geopend op het innerlijke kind, op de kinderlijke gestalte. Daar ging het hem om, om dat van de mens af te roven. ‘Niemand weet, niemand weet, dat ik Repelsteeltje heet.’ De mens is zeer gretig in het aangrijpen van allerlei verlossers als de mens in nood is. Men denkt dan niet na over de mogelijke gevolgen. Kersten stelt dat de aardse vaders der mensen slechts flauwe weerspiegelingen zijn van het eeuwige, hemelse. De mens neemt er genoegen mee, verkoopt het, dwingt het. Het is zeer griezelig allemaal. De duivel is het tegenbeeld van God. En de bijbel geeft zelf het antwoord al : Johannes 5 26 Want gelijk de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven, leven te hebben in Zichzelf. 27 En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is. 28 Verwondert u hierover niet, want de ure komt, dat allen, die in de graven zijn, naar zijn stem zullen horen, 29 en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel. Kersten noemde Johannes 5:26, niet zonder redenen, maar het is belangrijk te zien wat hier eigenlijk staat. Er staat dat de zoon, het zoonschap, zelf die sleutel heeft, zelf het leven heeft, dus niet alleen maar een kanaal is. Het gaat om de wording, want uiteindelijk moet de zoon ook het moederschap op zich nemen, en in principe heeft hij en is hij die innerlijke moeder al. Dus zo zien wij ook de uitleg van het raadsel ‘Jezus is God’, waarover men tijdenlang de papieren paus en beul over heeft gespeeld, en wat men afschuwelijk heeft vervleselijkt en verletterlijkt, maar het bedoelt eigenlijk dat het zoonschap zelf die verantwoordelijkheid moet dragen, en het niet zomaar af moet schuiven op de hemelse moeder, en dan zelf maar kan aanrotzooien. Het is de dienstplicht van het hemelse zoonschap, en een oproep tot het hemelse zoonschap om dit te doen. Daarom zijn de drie altijd belangrijk. Het is niet ‘of, of’, maar ‘en, en’. De mens is zoon en moeder. Dat is de dialectische theologie die beoefend dient te worden. Hoe kun je zoiets loochenen ? stelt Kersten. Hij is er helemaal overstuur van. Het is een waarheid die verdedigt dient te worden, maar dan ga je ontwaken, en moet je dit een kwartslag draaien. Kersten een kwartslag draaien, net zoals Calvijn en de koning. ‘De loochening van de godheid van de zoon is iets verschrikkelijks. Oh, wat een nare man was die Arius.’ Oh ja ? Voor die tijd wel, ja, want de koning drong zijn godheid aan de mens op, en daarom greep de afgescheiden mens naar de

gevaarlijke drugs van de zoon als godheid. Nee, de zoon is niet zomaar god. Natuurlijk wisten zij dat ook, en hadden zij het over het volkomen zoonschap, het hemelse zoonschap, en die is dus in de dialectische theologie allereerst helemaal geen godheid, maar die moet zich allereerst onderwerpen aan de hemelse moeder, maar omdat dit in zichzelf is, is hij dus deels een godheid. We zien dus stelling, tegenstelling en samenstelling, als hemelse wiskunde, en daar mag theologie dus nooit van losgekoppeld worden, en daarom is theologie een wetenschap, een zeer ingewikkelde wetenschap, want hier kan het dus al snel foutgaan, dat de rattenvanger van Hamelen je meeneemt, en dan ben je je innerlijke kind kwijt, en dan toont Repelsteeltje zijn afschuwelijke gezicht, die kinderkannibaal. Zomaar stellen dat Jezus God is kan dus niet, en ook de zoon is niet zomaar God, maar de aandacht moet gericht worden op Heidelberg, want de mens is godziek, en de mens heeft een godsyndroom, godsdienstwaanzin, grootheidswaanzin. God kunnen duiden is een sport, een wetenschap, een oefening. Het kan al snel misgaan, en dan zijn de gevolgen niet te overzien. Och, het luie vlees, zo laf. Daarom heeft de mens de zondagen nodig. Die zondagen werden uitgelegd door de vaderen van de afscheiding en de wederkeer, en nu moeten zij uitgelegd worden, en een kwartslag gedraaid worden. Exegese op exegese, zoals in de Talmoed. Dat is een Israelitische bezigheid dus. Alleen zo kan de hemelse natuur begrepen worden. Dit is iets van de hogere hemelse natuur dus. Kersten is diep verbolgen en verontwaardigd over de lastering en loochening van het hemelse zoonschap, en noemt het ondankbaarheid, en niet zonder redenen. Telkens weer als wij mensen vrijzetten uit het afgedwaalde westerse moderne christendom zien wij ze worden tot extremistische liberalen die het er gewoon van nemen, en telkens heb ik weer spijt als haren op mijn hoofd dat ik ze heb vrijgezet, want ze worden vaak nog wel erger. Natuurlijk kan ik daar niks aan doen. Ook Jezus had veel met deze ondankbaarheid te maken als hij mensen genas of vrijzette. Hoe veel je er ook op hamert dat het belangrijk is om terug te keren tot de fundamenten, en dat het geen vrijkaartje is om dan maar alles weg te werpen, ze luisteren niet. Eerst waren ze heet en radicaal, en nu zijn ze lauw of koud, onverschillig. Maar dat doet verder niks af aan de boodschap, dus ik blijf het prediken, maar de mens haat de natuur. Als het even kan rent de mens van de ene naar de andere stad, die nog wel erger is, onder het mom dat ze zijn bevrijd van de stad, en dan gaan de verslavingen gewoon door in andere, nog wel ergere, vormen. Tot dansende leprechauns worden ze. Ze zien geen taak in de geschiedenis, dat vergeten ze, dat onderhouden ze niet, verbeteren ze niet, maar ze richten zich op de overtechnologische moderne toekomst. Ze gaan space-cake eten. Kersten stelt terecht dat het hemelse zoonschap niet zomaar om een schepping gaat, maar om een geboorte. Hij wijst dus op de hemelse baarmoeder, en niet op allerlei knopjes. We spreken over het

hemelse organisme, geen organisatie. Men heeft alles met grote bulldozers lopen platgooien, de gehele hemelse amazone natuur, maar tegen deze wildernissen valt niet op te boksen. In principe hebben ze maar een druppeltje van de oceaan weten te roven en vernietigen, en het zal weldra op hen af gaan komen. Nee, de hemelse wildernis wordt alleen maar groter. De ware zonen des hemels gaan opstaan. Dat is een groot geheimenis. Het zoonschap zal hersteld worden. Niemand kan dat tegenhouden. Deze bulldozers zullen dus weggeblazen worden, maar de mens moet hiertoe wel ontwaken. De mens moet wel ijverig meewerken om dit asfalt weer weg te krijgen. We hebben deze lagen besproken in onze onderwijsboeken. Zoveel hiaten zijn er tussen God en mens, en God boog tot Adam in de paradijselijke tuin, stelde Kersten, en Adam werd de zoon van God genoemd, en was versierd met God’s beeld. God moest dus heel diep buigen om Adam te kunnen bereiken, maar dan moet het kind in het paradijs nog de hemelse woning vinden. Laat het kind gaan tot Heidelberg, om aan de klauwen van Repelsteeltje te kunnen ontkomen. Repelsteeltje is overal, verbergt zich in iedere pot en pan, in ieder hoekje, ook in Heidelberg. Heidelberg moet dus ingenomen worden, verlost worden, door de hemelse waarheden. Valse verlossers zijn altijd op jacht. Zij jagen voor de koningskerk. Ieder mens moet het 1816 teken dragen. Kersten noemt hen ‘moderne vertrappers.’ Er is veel te veel weggegooid. De mens kan de waarheid of niet verdragen, of vervormt de waarheid tot zijn eigen schikken. Je zet mensen vrij, en ze vliegen elkaar in de haren, en vechten om wie de vrijheidsbokaal mag hebben. Ze vechten om ieder stukje brood, en om het pronkjuweel, spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is mentaal het schoonste van het land ? Kersten noemt dan het verhaal van de verloren zoon, die het niet meer kon houden, en toen wegtrok naar vreemd land, en zich daar aan van alles tegoed deed. Hij leefde in verkwisting, grote verkwisting, zijn gave verachtende. Kersten spreekt van een bondbreuk. De mens hield het niet meer uit bij God, en zo viel de mens. Waar begint het dan mee ? Met allerlei grandioze verhalen ? Kersten stelt dat het begint met boetvaardigheid : ‘Ik ben het niet waard Uw zoon te heten.’ Hij stelt dat de mens moet wederkeren tot het Adamitische werkverbond, in het paradijs gegeven. Hierin wordt de mens van de vloek verlost, om zo als kinderen te worden aangenomen tot herschepping. In Adam ligt ook het boze, van het willen zijn van een mensenmoordenaar, de begeerte van de valse vader. In Adam lag al het kindschap van Repelsteeltje, de kinderkannibaal. Daarom moeten wij tot Heidelberg gaan. Dat is het hemelse werk. Voor iedereen is er hoop. Kersten stelt dat niemand te goddeloos of te slecht is, om tot deze weldaad te komen. Iedereen heeft dus die eeuwige vonk al diep van binnen. De mens moet slechts loskomen van deze schaduwen. Maar dat kan dus niet in eigen kracht. Alleen door te sterven in het zoonschap, tot wedergeboorte. Alles tot de hemelse

moeder, de zondagen. Wedergeboorte dus, niet door de krachten van het zichzelf kronende vlees. Afsterven dus. Steek de lont maar aan. Door wedergeboorte worden wij eigendom, niet door enige andere weg. Een ieder die uit God geboren is is een kind van God, stelt Kersten. Ook is een ieder zo een hemelburger van Sion, hoe geestelijk klein, schuchter en twijfelmoedig dan ook, stelt Kersten dan. Alleen als wij in de doodstaat zijn worden we door de hemel bezocht. Dat is niet zomaar een woord, maar een ervaring, een vastbesloten, eeuwig volhardende beslissing die je neemt, in ijverig, heilig vrezend toetsen. En dan komen we op het juiste moment tot leven, als alles er doorheen is gegaan. Niet eerder. Wee het gebeente van degene die het pusht. Wee het gebeente van degene die afzwakt in het toetsen, die denkt dat hij soms niet hoeft te toetsen, en soms wel. Toetst alle dingen. Toets te allen tijde. Behoud het goede. Er is alleen waarlijk leven in de leiding door Zijn raad, merkt Kersten op. Wij leven om geleid te worden, anders is het dus het leven niet. Zo is er veel vals leven. Je moet je ogen nog gesloten houden als je nog door het vlees wordt geleid. Zij worden voortgeleid door de wil van het vlees, zegt Kersten. Het zoonschap is de weg tot de hemelse moeder. Stervende in de hemelse baarmoeder, tot wedergeboorte en leiding. De wegen zijn al uitgestippeld. Die wegen gaan door de hemelse natuur, de paden van vur, de natuurkennis. Had de mens maar wat meer natuurkennis in plaats van al die jagende, dwingende, manipulerende, intimerende lagere aardse kennis van het vlees. De wedergeboorte is een openbaring, een illuminering, van God gegeven, vanuit de hemel, als een tegemoetkoming. Het is iets van de hogere natuur. Al bent u kapotgehakt door de valse goden van iemand anders, dat wil niet zeggen dat er geen waar godsbegrip dient te komen. De ware god werkt door de kinderlokker god heen, een principe wat we altijd onderwezen hebben, maar waar vele zogenaamde verlosten zich vanaf keren nadat we hen hebben vrijgezet, en dan is het lang leve de lol. Zou God dan nog mensen moeten genezen en vrijzetten ? Zou God dan telkens weer zijn parels voor de zwijnen moeten gooien ? Wij zaaien slechts. Kersten wijst erop dat het pad van hemelse leiding een pad van hemelse oefening is. Als het niet geoefend wordt is het niks en is het vals. Dat is waar zondag 9 over gaat, dat het tot hogere vormen moet komen. Kersten stelt dat we zo mogen groeien in de hemelse voorhoven, om ver van de zonden te wandelen als kinderen van God, in stilte en ootmoed, en ook in hemelse vreze als het zegel van dat hemelse kindschap. Laat die heilige vrees niet los, want dan is alles los, en is de beer los. De heilige vrees is het fundament van alle toetsen. In zorgeloosheid is er nog nooit iets zuiver getoetst. Heb je geen hemelse vreze, dan mag je daar om vragen, om smeken, in boetvaardigheid, want daar begint alles. Zonder boetvaardigheid is het toetsen heilloos.

Lesvragen bij hoofdstuk 4 : 1. Toon aan hoe de strijd tegen Repelsteeltje in z’n werk gaat. 2. Geef een korte beschrijving van het hoofdstuk. hoofdstuk 5 zondag 10-12 – don quichot Het is je niet overkomen, maar het is je geopenbaard, als je aan traumatische dingen in het verleden denkt. Niets overkomt je, maar alles is openbaring, illuminering. Het was er namelijk al, en je moest het ervaren. Iemand is voor jou geweest, en toen kwam jij, en zag hetzelfde. Het kwam tot de oppervlakte, dat wat er al was. De media laat het zien alsof het allemaal echt is, de mensen om je heen. Ze doen net alsof het echt is, alsof het allemaal waar is, alsof zij betrouwbare getuigen zijn met betrouwbare getuigenissen. En vele mensen zijn media-verslaafd, media-junkies. Ze kunnen niet meer zonder. Ze worden allemaal in dat gat meegezogen. Wat blijft er nog van de natuur over ? Ze lopen met apparaatjes rond en strijden mee in de micro-golf oorlog om het laatste beetje natuur ook weg te schrapen, want de mens haat de natuur ten diepste. De mens wil niet naakt en alleen in de natuur zijn, terug gaan naar het paradijs, maar de mens wil naar een stinkende conferentie door de media georganiseerd, los van de natuur, of gewoon met bloemetjes in de haren en met wat huisdieren, vogeltjes en konijntjes in kooitjes alsof de mens toch nog van de natuur houdt, een beetje. Voor de nog echt kritisch denkenden ligt het er dan wel bovenop. Zondag 10 zegt : Vraag 27: Wat verstaat u onder de voorzienigheid van God?

Antwoord: De almachtige en alomtegenwoordige kracht van God, waarmee Hij hemel en aarde met alle schepselen als door zijn hand nog onderhoudt en zo regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijs en drank, gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede, ja alle dingen ons niet bij toeval, maar uit zijn vaderlijke hand toekomen. Vraag 28: Waarom is het voor ons van nut te weten, dat God alles geschapen heeft en nog door zijn voorzienigheid onderhoudt? Antwoord: Opdat wij in alle tegenspoed geduldig, in voorspoed dankbaar mogen zijn en in alles wat ons nog overkomen kan ons verlaten op onze getrouwe God en Vader, in de zekerheid dat geen schepsel ons van zijn liefde scheiden zal, omdat alle schepselen zo in zijn hand zijn, dat zij zich tegen zijn wil niet kunnen roeren of bewegen. Dat is een strijd tussen een heks en een natuurvrouw. De prins van Heidelberg zit opgesloten in een kasteel. De vogels voeden hem door de tralies, en ‘s nachts komen de hemelse natuur moeders, de zondagen in de grondtekst, want er is een wereld van verschil tussen de westerse heidelbergse catechismus, en de heidelbergse catechismus in de grondtekst. Is die er dan ? Jazeker, want de gehele heidelbergse catechismus is opgebouwd vanuit de bijbel. Als we het over de duivel hebben, het kwaad, dan hebben we het over een sluwe duivel, niet iets wat je filosofisch omver kan praten, of weg kan praten. Er komt veel meer bij kijken. Met bloed, zweet en tranen bouwen wij de school van deze wetenschap. Om elke vierkante centimeter wordt gestreden. ‘s Nachts komt altijd datgene terug wat overdag werd onderdrukt. ‘En we zingen en we springen en we zijn zo blij, want er zijn geen stoute kinderen bij,’ is een vlieger die niet opgaat. Er zijn overal stoute kinderen om ons heen. Sinterklaas moet nog komen. ‘Vol verwachting klopt ons hart, wie de koek krijgt, wie de gard,’ is dan een veel lichtere versie van wat de westerse christenen zingen : ‘Vol verwachting klopt ons hart, wie de eeuwige zaligheid krijgt, wie de eeuwige verdoemenis.’ De gard is een ander woord voor de roe, en dat heeft ieder mens nodig. Omdat we blijven stellen dat God het kruis is, is het woord God ook gewoon een variant op Gard, en Gard is om de hemelse Gist op te wekken, een variant op de heilige Geest. Van Gard tot Gist dus, van God tot Geest. Sinterklaas is trouwens als heilige klaas een variant van de heilige eklessia, oftewel de hemelse kerk, en dit is een vrouw, sint eklessia. De oorlogen over sinterklaas en zwarte piet zijn overigens weer op volle gang begonnen. Men bekogeld elkaar nu met oliebollen om dit sprookje in dit tijdperk. Het geheimenis van sinterklaas ligt in Heidelberg, en het blijft maar terugkomen.

Het sinterklaas mysterie is een groot mysterie. Sint Eklessia troont in Heidelberg, in de wildernis, waar zij haar schuilplaats heeft. Op arendsvleugelen is zij daar gekomen. Zondag 10 gaat over geduld en dankbaarheid, wat de sleutels zijn tot Heidelberg. Ook gaat het over schepping en onderhouding, wat een resultaat en vrucht hiervan is. Wij onderhouden de schepping door geduld en dankbaarheid. Zo zal er een nieuwe schepping zijn in hemelse gebondenheid en verbondenheid, stelt zondag 10 in diepte. Ook Kersten bevestigt dit, dat schepping en voorzienigheid bijeen behoren, dus de eklessia, de hemelse kerk, is ook het principe van nazorg, en niet alleen maar geboorte geven. En die onderhouding van de schepping geschiedt naar de eeuwige hemelse raad, stelt Kersten. Er mag dan ook niet zomaar van kracht gesproken worden, maar de ware hemelse kracht is de voorzienigheid. De opvoeding, de tucht en de zorg is de ware hemelse moederlijke kracht. De zondeval was een ontwaking en openbaring over wat de mens nog allemaal moest doen. Kersten wijst op ‘in het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten.’ Kersten noemt de komst van de wereldoorlog een oordeel van God, want de wereld was door de zonden rijp geworden voor het oordeel. Hij riep : ‘Weg met al uw verzekeringen ! Zoek toch berging in de klove der steenrots. Gedenk toch het Woord, door een godvrezende moeder dikwijls tot haar zoon gesproken : ‘Weest niet al te verblijd in de voorspoed, en niet al te bedroefd in tegenheden.’ Ook afgoden willen voorzienigheid bieden aan de mens, ver van de Heere vandaan, waar Kersten ook tegen waarschuwt. Vannacht had ik een droom over de valse zondag 10 die als een hoer was, een media hoer, blond, groot, en met donkere lipstick op, en een jongen liet zichzelf door haar verleiden. Ik kon dat niet aanzien, en ben toen weggegaan, en ik liep naar huis, en zou daarna naar het dorp gaan. Toen ik naar het dorp liep zag ik een jongen van het gebouw tegenover me, en ik was op een skelter, en ik kon me niet meer herinneren of dat nu zijn skelter was of mijn skelter, maar hij zei : ‘Tot ziens,’ en ik wist niet of hij het tegen mij had, of iemand die bij hem stond, maar ik had niet lang daarvoor een gesprek met hem gehad, en ik wist niet eens meer waarover dat ging. Het was uit mijn geheugen weg, alsof er iets in me gewist was. Zondag 11 – grondtekst Vraag 29: Waarom wordt het hemelse zoonschap tot de hemelse baarmoeder, de zaligmaking genoemd? Antwoord: Omdat Hij ons zalig maakt en van al onze zonden verlost, en omdat

bij niemand anders enige zaligheid te zoeken of te vinden is. Vraag 30: Geloven dan ook zij in de enige Zaligmakende baarmoeder, die hun zaligheid en heil bij de heiligen, bij zichzelf of ergens anders zoeken? Antwoord: Nee. Door dat te doen verloochenen zij de enige Zaligmakende baarmoeder, hoewel zij Hem met de mond roemen. Want één van tweeën: of de hemelse baarmoeder is geen volkomen Zaligmaker, óf zij die deze Zaligmaker met een oprecht geloof aannemen, moeten alles in Hem bezitten, wat tot hun zaligheid noodzakelijk is. Er zijn vele valse baarmoeders, vele valse wedergeboortes en ontwakingen, en daarom mag de mens niet overmoedig tot een baarmoeder gaan, maar alles toetsen, in de hemelse slaap blijven. Er is maar een hemelse baarmoeder, en daar moeten we alles voor opgeven, en daar kunnen we alleen binnengaan door volkomen hemelse slaap tot het sterven van het ego. Adam moest in een diepe slaap om tot de baarmoeder van Eva te komen, de moeder van alle levenden. Kersten zei : Ga toch dat Woord binnen, want datzelfde Woord zal tegen de mens getuigen die geen waarachtige gemeenschap ermee heeft verkregen. Wie het verleden zomaar als het verleden zien en alleen maar in het ‘nu’ strijden zijn materialisten. Het verleden is de geestelijke wereld waar de wortels liggen. De verborgen hemelse raad is in het verleden. Daarover gaat zondag 12, die als de Efeze 6 van de Heidelbergse catechismus is, want er wordt opgeroepen om boven alles te strijden tegen de zonde en tegen de duivel. Het ‘nu’ is slechts het voorhangsel van het verleden, van de geestelijke wereld, waar de dwazen zich laten misleiden door de valse morgens, waar de Vur ook over spreekt. De morgen bedriegt, ik heb het zelf gezien, De morgen lacht je uit, waar de ontwaking slechts een keten is, Wat is dan de diepere nacht ? De nacht is op een hoge berg, Terwijl de ochtend in het dal de dwazen misleidt (De Vur, 114:7,9)

Een grote stoet komt uit de stad. Zij gaan tot de morgen, maar de nacht kennen zij niet. (De Vur 65:32) Zij die als de gele morgen is, Zij is dan het raadsel van de oude tijden, de hoeder der tranen en de leidsvrouwe der heiligen en gezuiverden. (De Vur 86:11) Ik kom tot het morgenrood, om alles terug te draaien, Zij hebben mij teveel gestoken, Zij hebben mij teveel gebroken. Alles deed pijn, maar van het lijden zingt zij, als van zoete dromen. (De Vur 42:11) Zij die zomaar tot de morgen gaan, en dus zomaar in het ‘nu’ strijden, in het vlees, zijn dus deserteuren, die zich hebben laten bedriegen door vleselijke steekpenningen, wat hun drugs is. Zo horen zij niet dat zij geroepen worden door de hemelse moeder vanuit het verleden. In het ‘nu’ is het oordeel gekomen, en wordt de mens teruggeroepen tot de ark in het verleden al gegeven, maar de mens veracht de strijd in het verleden, want dat is immers zijn strijd niet. De mens wil het lijden van het verleden niet dragen door zijn zorgeloosheid en gebrek aan barmhartigheid. En zo blijven de wortels, en de hemelse raad verborgen. En dan zal er volgens Amos een tijd van honger zijn, waarin de mens zoekt maar niet zal vinden, omdat de mens verkeerde paden heeft gekozen, en zijn oren in de verkeerde richting heeft gestoken. Het zijn de klassieke voorbeelden van afdwaling. De afgedwaalden in de woestijn klaagden tot Mozes dat ze weer terug wilden naar de vleespotten, oorlog voeren in het vlees, en dat er zo weinig voedsel en water hier was, maar het is allereerst geen strijd tegen vlees en bloed, maar het is een strijd van territoriale demonologie. Het ‘nu’ is slechts een poppenkast, en mensen die territoriale oorlogsvoering verachten strijden dan tegen de poppen, terwijl de poppenmakers zich slap lachen, want zo krijgen ze je meer en meer in hun macht. Het is allemaal dweilen met de kraan open. De man aan het kruis kwam niet om de romeinen te verslaan, maar om aan het kruis te gaan voor de

diepere weg, dus het wachten op superman en spugen op het kruis telkens weer is zelf iets romeins. De romeinen hadden hun eigen afgoden, en waren de nazi’s van hun tijd, terwijl de germanen vanuit het geestelijke en vanuit het kruis werkten, en toen Duitsland na het filosofische, intellectuele tijdperk overging tot de weltpolitik, expansie politiek, werd Duitsland ook romeins. Het is allemaal romeins, dat je zelf tot een beest wordt. De vrouw in Openbaring, als beeld van het overblijfsel, ging op adelaarsvleugelen de wildernis in, tot haar wortels, waar ze een schuilplaats heeft, vol worden met het Woord, en de arend is een beeld van het profetische. Het vleselijke begrijpt het profetische niet. Het is allemaal aards. De oorlog is geestelijk. Het beest is het ego, wat diep in de mens zit, en de matrix is de illusie dat het ergens anders en iets anders zou zijn, dus dan vecht je tegen de bierkaai. Water gieten in een bodemloos vat. De mens heeft het Woord niet aangenomen. Tandarts en psychiatrie heeft het implantaat al ingebracht en niemand protesteerde, en wat er in het ‘nu’ gebeurt is daar gewoon een reflectie van, niets meer. Het is een oordeel. De zondvloed is gekomen. Dat is al uitgesproken. Men wordt pas wakker als er bloed vloeit en als men wilde mannen om zich heen ziet hakken, maar tandarts en psychiatrie zijn smooth criminals die alles in het heimelijke doen, waar het grote volk langsheen leeft, dus er wordt gezaaid, tijdbommen gaan tikken, en als het dan ontploft, dan zijn ze ineens wakker en vallen de dansende poppetjes aan die ze om zich heen zien, omdat de tandarts en de psychiater altijd vrij spel hadden gekregen. Dus in het ‘nu’ is er dan allemaal slechts symptoombestrijding, en ook de dierenslager heeft vrij spel want dat kon ook altijd maar. Het waren immers geen mensen die leden, maar dieren. Dus nu moet de mens het hebben van vleesetende autoriteiten die dan de autoriteiten gaan bestrijden, het beest die zichzelf verscheurd. Ze praten zichzelf er helemaal in, want slager, tandarts en psychiater waren de afgoden van de mens, en nu moet de mens dus de gevolgen ervan dragen. De mens is nu ingesloten in het ‘nu’ en nog bekeert de mens zich niet. Nog wil de mens het pad niet zien wat terugleidt. De mens is totaal mediaverslaafd, klagende tegen Mozes, omdat het haters zijn van de sobere natuur. De mens wil terug naar de romeinen. Het is vandaag de dag nazi tegen nazi. Als mensen om je heen jouw wereld proberen te bouwen, dan moet je je eigen wereld bouwen, en die wereld is al gegeven. Bouwen op het Woord. Het zijn klassieke junkie-symptomen. Allemaal onstuimig junkie-gedrag gebaseerd op of er een joint in de mond hangt of niet.

Het is het Noord-Korea tijdperk. De mens heeft teveel tegen de bijbel en het geloof aangetrapt, extremistisch, ook te lang. Wij pakken het alleen aan in het kader van de dialectische theologie. De mens hoort wat woorden, en dan gaan ze er met de botte bijl mee aan de gang, helemaal uit de context. Wie zijn leven tracht te behouden zal het verliezen. Er is alleen leven in het kruis. Werk zolang het dag is, want als het nacht is kan niemand werken. Dat hebben we veel vaker gezegd. Het is nacht nu. Daarom moet de mens terug naar dat wat al gegeven is. De rest is allemaal de bijeffecten van de drugs die men gegrepen heeft. Lesvragen bij hoofdstuk 5 : 1. Toon het gevaar van de morgen aan. 2. Geef een korte samenvatting van zondag 10 3. Geef een korte samenvatting van dit hoofdstuk. hoofdstuk 6 zondag 13-19 en de orionse tijdperken De mens is onder het oordeel gekomen. De vlees-industrie is namelijk niet aangepakt, maar werd aanbeden. De auto-industrie is niet afgeschaald, maar volop aanbeden. De psychiatrie werd niet afgeschaald, maar volop aanbeden. De tandarts werd niet afgeschaald, maar volop aanbeden. Daarom is de zondvloed gekomen. Dat wil niet zeggen dat er geen hoop meer is voor de mensheid.

Als de mens getrouw is, dan is God nog steeds getrouw. De ark is er nog steeds, en die blijft. Zondag 13 gaat over alles verdienen, alles moet gekocht worden, en dat is de enige weg uit het duivelse systeem, dus niet zomaar natuurlijke processen van slapen en ontwaken, maar je kan een ontwaking alleen verdienen, dan is het gefundeerd. Valse ontwakingen moet je je van loskopen door wat je verdiend hebt, anders worden het gave-spelletjes en geloofs-spelletjes waar de mens lui van wordt. De mens moet er zelf bij betrokken zijn. Zondag 14 gaat dan over de vleeswording van het Woord, en de vernedering van de man aan het kruis. Het is de emanatie van het Woord, waarin het hemelse zich verbergt. Kersten stelt dat we heel erg moeten oppassen met vals medelijden, want het medelijden kan juist ook een duivelse strategie zijn om heimelijk door te kunnen blijven zondigen, en Kersten noemt de tekst van ‘Weent niet over mij maar over uzelven.’ Het ware medelijden zorgt dat de mens ver weg blijft van de zonde, anders is het medelijden slechts spot. Het ware medelijden is ook plaatsvervangend en zelftucht, als onderdeel van het ascetisme. Doordat het Woord vlees werd kon het de zonde overtreffen, stelt Kersten. Ook stelt hij dat de geboorte van de man aan het kruis nederig was, in de natuur. We kunnen ook stellen dat de hemelse moeder, de moeder van de man aan het kruis, maagdelijk was als een beeld dat ze zich niet had verhoerd aan de stad. Zondag 15 gaat over het kruis. Kersten stelt dat de gekruisigde nedergeworpen moest worden in de diepste vernedering, in de diepten van de dood. Ook noemt hij psalm 69, waar overigens wordt gezegd in vers 11 : ‘Ik weende onder het vasten van mijn ziel, maar het werd mij tot diepe smaad.’ We kunnen stellen dat het als een voorbeeld is gesteld om na te volgen, en dat daarin de mens opgenomen wordt, als een vis verstrikt in hemelse netten. Een heleboel mensen lezen het verkeerd, meer naar de westerse interpretatie, alsof het buiten hen omgaat, maar het moet dwars door de mens heengaan. De heidelbergse catechismus kan alleen maar tot zijn recht komen vanuit de grondtekst. Ik had een droom over de stenen tijdperken van Orion, en die tijden waren opgeschreven in drie hele grote dikke boeken. Deze stenen tijdperken heetten : 1. TOHL 2. ARAG 3. TUUG

Daarna kwamen de ijstijden. Zondag 16 gaat in diepte erover dat de mens naar de hel (baarmoeder) moet, om los te komen van valse kracht en valse rust, in heropvoeding. Zondag 17 gaat om de opstanding, en in principe kunnen we stellen dat de ware opstanding alleen geschiedt als de geloofsoefening, en daarbij is zondag 17 het Aretaitische hart, want dat is wat het woord betekent, namelijk geloofsoefening. Het is de toets-oefening van Jakob op Pniel, als de urim, en zondag 18, die over de opname gaat, is dan het toets-resultaat, de thummim. De opstanding is slechts een dieper kruis, om tot de diepere sappen te komen, de ware opname. Wij moeten zondag 17 en 18 in ons hart ontvangen, als natuur moeders. We moeten niet het voor de hand liggende denken. Vannacht had ik een droom dat ik naar de achter hersenen moest, waar het slaap gedeelte is, en het was als een zee, een slaapzee, en ik werd meegezogen door de sterke stroming en naar beneden getrokken. Ik was toen in een hele lange gang, en er waren aan beide zijden deuren waarop ‘ontwaking’ stond, maar ik mocht door geen van die deuren heengaan, anders zou het een valse ontwaking zijn, een overmoedige en overmatige ontwaking. Je zou dan ook vals wedergeboren worden in een soort kerststal, en je zou ingepakt worden als een kerstcadeautje. Ik liep dus gewoon door in die gang, ging door geen van die deuren, en kwam toen uiteindelijk in de gang aan in een kerstgedeelte waar allerlei kerstbomen stonden. Ik mocht hier niet blijven, maar moest doorlopen. Er werden hier allerlei cadeautjes ingepakt voor kerst. De gang begon toen over te lopen verderop in een wildernis, en ik werd steeds naakter, en was uiteindelijk helemaal naakt. Ik viel toen weer dieper in slaap en was toen gewoon weer gekleed en in een woonwijk. Ik liep op de stoep langs rijtjeshuizen en verderop kwamen wat militaire jongeren aanlopen. Eentje had ook een hele lange dunne witte raket, als een soort wapen. Ik liep er langs, en sommigen liepen ook gewoon op straat. Een eind verderop waar een dwarse straat tegenaan lag zag ik toen een militaire schietwagen waar een skelet op zat in groene militaire kleding. Ik dacht : ‘Oh, dus daar hebben we mee te maken gehad, dit zijn dus die dingen die ons gekweld hebben,’ zo van dat alles op z’n plaats viel. Het intimideerde me verder niet, en de wagen viel me verder ook niet aan. Ik was toen in het ouderlijk huis op die planeet, samen met een medewerker, en we stonden bij de secretaire op de begane grond, en omdat het zo’n smal ding was vond ik dat het te gammel tegen de muur stond, alsof het zo om kon storten. Er lag heel veel stof op het ingeklapte ding, en de medewerker zei dat het niet goed was voor het gas, dat het stof gasproblemen zou leveren. Ik heb toen het stof verwijderd. Ik zei toen dat dat altijd al het probleem was, terwijl het in het aardse leven in dat huis nooit echt stoffig was, alleen heel erg vroeger op zolder. Ik moest me toen richten op de voorzijde van de hersenen, wat de steen wereld was. Ik hoorde toen ook het liedje van Abba ‘When all is said

and done.’ Je mocht dus niet het voor de hand liggende nemen, zoals de achterhelft van de hersenen is slapen, dus dan moet de voorhelft van de hersenen wel ontwaking zijn. Neen. De slaapzee komt in balans met de steen wereld. De mens moet dus juist dieper slapen, en dat is ook de boodschap van zondag 17 en 18, dat de mens dan het voor de hand liggende zou denken : ‘Nou, we hebben het kruis gehad, dan nu de opwekking, de opstanding, en de opname. Kijk hoe goed we het in het westen hebben.’ Dat heeft dus niet gewerkt. De mens heeft geen grotere kracht nodig, maar een dieper kruis. Er waren namelijk dingen overgeslagen. De mens raffelde dingen af. Zondag 19 gaat over de geestelijke gaven, een fundament wat de latere reformatorische kerk steeds meer ging loslaten. Vraag 51: Welk nut heeft deze heerlijkheid van ons Hoofd Christus voor ons? Antwoord: Ten eerste dat Hij door zijn Heilige Geest in ons, zijn leden, de hemelse gaven uitstort. Vervolgens dat Hij ons met zijn macht tegen alle vijanden beschut en bewaart. Kersten noemt lijdzaamheid ook als gave. Het kruis is de gave, namelijk te lijden met de hemel. De vrucht van de honger is het lijden, en de slaap, zoals ook Adam door de diepe slaap tot de geestelijke gaven kwam, tot het kruis in de hebreeuwse grondtekst. De gaven zijn de charis in het grieks, en de kanan (vgl. kanaan, het beloofde land) in het hebreeuws. Lesvragen bij hoofdstuk 6 : 1. Toon aan hoe medelijden ook gevaarlijk kan zijn. 2. Geef een korte samenvatting van dit hoofdstuk.

hoofdstuk 7 zondag 20 en de betekenis van de heilige geest zondag 20 Vraag 53: Wat gelooft u over de Heilige Geest? Antwoord: Ten eerste dat Hij samen met de Vader en de Zoon waarachtig en eeuwig God is. Ten tweede dat Hij ook mij gegeven is om mij door een oprecht geloof deel te laten hebben aan Christus en al zijn weldaden, mij te troosten en eeuwig met mij te blijven. Wat betekent dit ? De derde persoon is zo belangrijk, het heilige geestelijke, als de heilige vergeestelijking, symbolisering, van alle dingen, anders groeit het vast en wordt het eng. Dat hebben de vader en de zoon dus wel nodig, want kijk hoe het allemaal verletterlijkt is tot allerlei griezeligheden vandaag. Wat is een mens te betreuren als hij de taal van de symboliek niet kent, en alles maar grauw en dor verletterlijkt telkens. De school van symboliek is een van de belangrijkste scholen. Kersten noemt in dit opzicht de nachtdiscipelen, zoals Nikodemus. Deze discipelen zijn veel vrijer en symbolischer. Wat moeten we dan ontvangen, de Heilige Geest ? Wij moeten de vergeestelijking ontvangen, want dat is wat het betekent, d.w.z. de interpretatie van dingen, wat ook weer een vertakking is van de gave van profetie. Materialisten begrijpen symboliek niet, en willen het ook niet begrijpen, want dat staat hun gejaagdheid in de weg, hun snelle auto’s. Zo jakkeren ze voort over de snelwegen van het vlees, en kunnen de vergeestelijkingen niet oppikken. Het gaat dus niet zomaar om het geestelijke, maar om het vergeestelijken van dingen. Dan hebben we een beter beeld gekregen van wat de Heilige Geest is en waarom het zo belangrijk is. Dingen staan of vallen met de Heilige Geest, de vergeestelijking dus. Hier moeten wij op wachten, en niet zomaar dingen gaan doen of zeggen. De Heilige Geest mag nooit een vleselijke betekenis gaan krijgen. Het is een gruwelijk iets als het wordt afgekapt van de oorspronkelijke betekenis. Het is een verschil tussen dag en nacht. Alleen door de vergeestelijking van de dingen worden wij wedergeboren, zoals de geboorte door de Heilige Geest wordt genoemd, want anders zouden wij in het vleselijke en de vervleselijking blijven, en dat is een macht van de dood. Naar deze gave dienen wij ons uit te strekken en tijd voor te maken. Waar is ons hart op gericht ? Met recht zei Yeshua daarom hoe moeilijk het zou zijn voor de rijken om het koninkrijk binnen te gaan, want het was nog gemakkelijker voor een kameel om door het oog van de naald te gaan. De rijken zijn ook de snellen van deze aarde met hun snelle

auto’s waarmee ze eindeloos doorjakkeren en zo geheel langs de vergeestelijkingen die hun zouden kunnen redden heenleven. Zo is dat ook in hun geestelijke leven, want zo op de aarde, zo ook in de hemel. Hoe zij leven op aarde geeft allemaal tekenen door. De Heilige Geest is daarom een gevaarlijk woord. Zonder de Heilige Geest ga je het niet redden, en als je de Heilige Geest lastert dan kom je zo ook nergens meer, zo belangrijk is het, maar men moet weten wat dit betekent, want dat gaat dus om het vermogen om te vergeestelijken, en dat heeft een mens nodig als water in de woestijn, anders komt de mens om. Nu, dat zijn zo wat dingen om over na te denken vandaag. Laat u niet meer bedriegen dat u het wel alleen afkan, zonder de middelen. Er zijn middelen door de hemel opgesteld om de mens er doorheen te helpen, als de gebruiksaanwijzing van het leven. Het was de Heilige Geest die Jezus opwekte uit de dood. Begrijpen we dit verhaal ? De vergeestelijking van de dingen, ook deze dingen, is de opstanding. Het is een Israelitisch sprookje met een diepere betekenis. Kersten brengt zondag 20 in verband met psalm 27 : 4 Een ding heb ik van de Here gevraagd, dit zoek ik: te verblijven in het huis des Heren al de dagen van mijn leven, om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen, en om te onderzoeken in zijn tempel. 5 Want Hij bergt mij in zijn hut ten dage des kwaads, Hij verbergt mij in het verborgene van zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots. 6 En nu heft mijn hoofd zich op boven mijn vijanden rondom mij; daarom wil ik in zijn tent offeren offers met geschal, ik wil zingen, ja psalmzingen de Here. 7 Hoor, Here, hoe ik luide roep 8 Van Uwentwege zegt mijn hart: Zoekt mijn aangezicht. Ik zoek uw aangezicht, Here. 9 Verberg uw aangezicht niet voor mij

11 Onderwijs mij, Here, uw weg en leid mij op een effen pad om mijner belagers wil; 12 geef mij niet prijs aan de lust van mijn tegenstanders, want valse getuigen staan tegen mij op, en hij die geweld blaast. 14 Wacht op de Here, wees sterk, uw hart zij onversaagd; ja wacht op de Here. Kersten noemt ook psalm 119, waarin ook dit vers staat overigens : 11 Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige. Ook noemt hij psalm 84 : 2 Hoe liefelijk zijn uw woningen, o Here der heerscharen. 3 Mijn ziel verlangt, ja smacht naar de voorhoven des Heren; mijn hart en mijn vlees jubelen tot de levende God. 4 Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen neerlegt: uw altaren, o Here der heerscharen, mijn Koning en mijn God. 5 Welzalig zij die in uw huis wonen, zij loven U gestadig. sela 6 Welzalig de mensen wier sterkte in U is, in wier hart de gebaande wegen zijn. 7 Als zij trekken door een dal van balsemstruiken, maken zij het tot een oord van bronnen; ook hult de vroege regen het in zegeningen. 8 Zij gaan voort van kracht tot kracht en verschijnen voor God in Sion.

11 Want een dag in uw voorhoven is beter dan duizend ergens anders; ik wil liever staan aan de drempel van de tent mijns Gods dan verblijven in de tenten der goddeloosheid. Het is verschrikkelijk hoe de mens met de bijbel omgaat, zowel in het vervleselijken ervan als het totaal van zich afwerpen. We mogen terugkeren tot zondag 20, tot haar hemelse tent om daar eeuwig te verblijven, boven de hoofden van de vijanden. Zij troont op een hoop van schedels. Alleen Zij is het ware hoofd, en wij moeten in Haar blijven opdat wij ook ver zijn verheven boven de aardse vervleselijkingen die de ziel bederven. Dat kost niet zomaar wat moeite, pijn, zweet en tranen, maar dat kost u alles. Laat u niet voor de gek houden. Is haar woord al in uw hart om zo niet tegen haar te zondigen, of heeft u daar nog nooit echt de tijd voor genomen, omdat u u met allerlei andere, minder belangrijke zaken heeft bezig gehouden telkens ? Alles moet vergeestelijkt worden, uw hele leven, niet alleen maar de vader en de zoon. Zo komt u uiteindelijk terug tot uw hemelse moeder. Als psalm 84 zegt : Hoe liefelijk zijn uw tenten, dan mogen we ook denken aan Jesaja 52 over hoe lieflijk op de bergen de voeten zijn van hen die het goede nieuws brengen. De vergeestelijking is een werkwoord, en het is een woord om te delen, als een overdracht, tot hen die daarvoor rijp zijn en het verstaan. Vleselijken zullen hun hoofden erop stukbreken. Deze tekst staat trouwens ook in Romeinen 10 waar ik een paar dagen geleden een droom over had : 8 Nabij u is het woord, in uw mond en in uw hart, namelijk het woord des geloofs, dat wij prediken. 14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? 15 En hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn? Gelijk geschreven staat: Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen. Vannacht had ik een droom dat mensen die ik hielp ergens bij een park of grasveldje werden lastig gevallen door een man met een pistool. Ik liep over de straat er naartoe en zei tegen de man : ‘Wat moet u ? Dat zijn mensen die ik help.’ De man draaide zich toen om, en richtte het pistool op mij. Ik greep toen het pistool vast bij de loop, en er was even een worsteling om het pistool, maar toen zei ik : ‘In de naam van Jezus.’ De man liet toen het pistool los, werd rood, en begon ineen te krimpen, en heel spastisch weg te rennen. Nu, de naam van Jezus op zichzelf heeft geen macht natuurlijk,

want het is maar een sprookje, in overdrachtelijke zin, maar ik sprak het profetisch uit, en vanuit de diepere betekenis, want in de worteltekst betekent het de baarmoeder en de geestelijke waarde van dingen, en dit is steeds meer aan de oppervlakte aan het komen, dat deze dynamieken hun eigenlijke betekenis krijgen, en dat dingen gesorteerd worden. Op deze aarde is er heel veel vervuiling en troep en rommel waar de mens soms ziek van kan worden, en als een mens niet ziek wordt dan wordt men wel ziek van alles wat de menselijke systemen de mens aandoen, maar daarom is het belangrijk dichtbij de natuur en het innerlijke paradijs te leven, want deze aarde is dus het paradijs niet, en wat ze lopen verkondigen is de waarheid niet. Moeten de blinden dan de blinden leiden of eenoog is koning in het land der blinden gedoe ? In deze wereld moeten we ons kruis dragen want dat doet de hemel ook. De mens wordt niet altijd gespaard, maar moet ook leren, en juist door het lijden meer inzicht krijgen en begrip. Als een lid lijdt, lijden alle leden, maar ook het tegenovergestelde, dus uiteindelijk is het kruis de enige weg, en wat daarbuiten valt is allemaal schijn-leven. Soms heeft de mens ook een doorn in het vlees voor wat voor reden dan ook. Het leven op aarde is als een hel omdat het nog maar het begin is van de evolutie, omdat het nog niet gesorteerd is dus, alles loopt door elkaar heen, en alleen tijd brengt ware, hemelse orde, geduld, en het zal vaak heel anders zijn dan mensen zich hebben voorgesteld. Rozen hebben ook weer doorns om te laten zien dat er geen korte weg door de school is, maar dat het een lange en diepe weg is, anders zou het allemaal niet veel voorstellen. Dus alles moet doorleeft worden, bezield, en dan heb je ook iets om uit te putten. Wij mogen uitzien naar de terugkeer van zondag 20, de vergeestelijking van alle dingen tot een hoger, hemelser niveau, als een brug tussen hemel en aarde. Lesvragen bij hoofdstuk 7 : 1. Geef een korte uitleg van zondag 20 en toon aan waarom deze zondag zo speciaal is. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 8 zondag 21 en de strijd tegen de zondies Totalitarisme is het afnemen van de taal van de mensen, zei iemand. Het totalitarisme is overal. Ook dat je geen christelijke termen meer zou kunnen gebruiken is totalitarisme, want het is nu eenmaal een taal, en het gaat om de definities. Een mens mag in het totalitarisme niet meer symbolisch spreken, en dit bepalen anderen die ook maar een druppel in de oceaan zijn, en dit is iets heel griezeligs, maar vroeger was het nog wel erger. Dit zijn dus schaduwen van de heilige geest, van het geleid worden, van de vergeestelijking tot de hemelse gebondenheid die we op aarde zien. Dus moeten we ons daar zorgen over maken ? Ja en nee. Laten we eerlijk zijn : het is al tijden Noord-Korea. Eigenlijk al vanaf het begin van deze aarde. Het is het tegenovergestelde van de hemelse gebondenheid, dus het zou ons een wijze les moeten leren. Het is een heenwijzing. Daarom moet de heilige vergeestelijking, de heilige geest, terugkomen, uitgestort worden, anders blijft de mens teveel bij letterlijke drama hangen, en dat is een tikkende tijdbom. Ja, je mag klagen, maar dan moet het ook vergeestelijkt worden, zoals we ook bij de tandarts en de psychiatrie, en de modern-westerse christelijke tirannie dat hebben gedaan. En dat moet met alles zo. Ontvang daarom de heilige vergeestelijking, en wacht erop, ga er mee aan de gang. Allereerst moet je er dan diep in, anders valt er niets te vergeestelijken. Het gaat niet gebeuren door de beste stuurlui die aan wal staan. We spreken over kruis-begeerte. 1/5 van het eindtoneel, wat overigens allang geweest is, gaat over het oordeel over het vlees, en de rest gaat allemaal over vergeestelijkingen, recycling etc.

De bijbel is een verzameling van adviezen en verhalen van de Israelitische voorouders, en ook is het een kunstverzameling. Dat ging zo goed en kwaad als het ging, en vaak zijn het juist de westerse eenzijdige vertalingen die zo verschrikkelijk zijn, want Israel gelooft weer hele andere dingen, en neemt het vaak symbolisch, vanwege hun kennis van deze talen en deze dingen. Als je daar allemaal zomaar overheen walst dan ben je een deserteur, en hetzelfde geldt voor de heidelbergse catechismus. De Israelieten kregen de opdracht het beloofde land in te nemen en de vijanden te verslaan. Als ze bepaalde dingen zouden overslaan, dan zou dat grote problemen geven, en in die dagen waren er ook deserteuren. Het is ook allemaal weer ondankbaarheid, luiheid en lafheid als je niet bezig gaat met wat de voorouders overgedragen hebben gekregen. Het niet eren van hun geestelijke vaders en moeders heeft voor de mens verschrikkelijke gevolgen, want ze komen zo in de leugen terecht of in schijnwaarheid. We zien in de exodus de afschuwelijke gevolgen van dienstweigering. Zondag 21 gaat daarom om het verrichten van de geestelijke dienstplicht, wat niet alleen een dienstplicht is van lijden, maar ook van strijden. Als je gaven hebt ontvangen geldt er een dienstplicht, anders wordt het corrupt. Het volk Israel liet een overblijfsel van vijanden bestaan, en dat werd hen tot strop. De moderne mens is van alle markten thuis, heeft de naam ijverig te zijn, maar negeert, veracht en haat de geschiedenis lessen, waardoor de geschiedenis zich blijft herhalen, totdat de mens eens die lessen leert. Daarom moeten de zondagen terug komen voor dit onderwijs. Alles om ons heen is de zondagen, stromende uit dit machtige orakel van de jaren 1500. Elk mens om je heen. Het kaf groeit tezamen op met het koren, zowel de goede zondagen als de valse zondagen. De valse zondagen zijn een speciaal soort zombies : de zondies. Zij zijn de robotten van het vlees. Allereerst moet je dan naar de thuisbasis gaan om aan deze zondies te ontkomen. Gehoor geven aan de geestelijke dienst oproep, wat de enige veiligheid is tegen dit soort beunhazen. Het kaf op laten groeien met het koren en vertrouwd raken met de zondies, want er is geen snelle, liberale weg. Dan door eigen innerlijke groei steeds meer loskomen van de zondies. Dit is het smalle pad met enge poorten, terug naar Heidelberg, de inname van het beloofde land. Er staan veel kapers op de kust. Elke zondag heeft zijn eigen zondies. Dat zijn de vervleselijkingen ervan, de voorhangsels. Ook de zondag 20 van de vergeestelijkingen is daarom zeer belangrijk om gehoor te kunnen geven aan de geestelijke dienstoproep van zondag 21. Velen verslonzen zo dat ze slechts tot voorhangsels zijn geworden. Ze glijden er langsheen, missen hun doel, en leven zo in schijnwaarheid en schijnwerkelijkheid, als zondies. Ze hebben hun eigen religies en rituelen om de mammon te aanbidden, hun eigen snelle zondagen.

Lesvragen bij hoofdstuk 8 : 1. Wat zijn zondies, en hoe kun je aan ze ontkomen ? 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 9 zondag 22-23 – een donderende preek Een nieuwe wereldwijde afval is gekomen, dat mensen zich massaal overgeven aan de new age en andere over-liberale stromingen die opkomen voor de menselijke eigengerechtigheid, tot de ontwaking van het vleselijke. Mensen weten het verschil niet eens meer tussen het vleselijke en het geestelijke. Tijd dus om even wat begrippen op een rijtje te zetten. Het is een groot alarm. De new age verklonterd zich steeds meer en meer tot zorgwekkende substanties, geboorte gevend aan de ene na de andere gruwel. Dit is een strijd die alleen in Heidelberg uitgevochten kan worden, dus daarom in het kader van de zondagen. New age engelen onthouden hun wapenen van bloed, maar lopen rond met hun moderne machinetjes in het mobiele tijdperk, en gaan daar helemaal in op. Ze kunnen het ook niet meer oppikken want ze zijn teveel verslaafd geworden aan de sociale media. De zondies, heidelbergse zombies, zijn tot u gekomen, wetende dat hun tijd kort is. Zij zijn vervleselijkingen van de zondagen, allemaal in dienst van mammon. Het zijn vernietigingen van de zondagen waarin elk spoor tot Heidelberg vernietigd wordt, en zo ook elk spoor tot Israel, Egypte, de voortijden, het oer en Orion, want die bevinden zich immers achter Heidelbergse voorhangselen. Tijd dus voor een donderende preek.

zondag 22 Vraag 57: Welke troost biedt u de opstanding van het vlees? Antwoord: Dat niet alleen mijn ziel na dit leven terstond tot Christus, haar Hoofd, opgenomen zal worden, maar dat ook mijn lichaam door de kracht van Christus opgewekt, weer met mijn ziel verenigd en aan het verheerlijkte lichaam van Christus gelijkvormig zal worden. Vraag 58: Welke troost put u uit het artikel over het eeuwige leven? Antwoord: Dat ik, aangezien ik reeds nu in mijn hart het begin van de eeuwige vreugde gevoel, na dit leven de volkomen zaligheid zal bezitten, die geen oog gezien, geen oor gehoord heeft en die in geen mensenhart is opgekomen, om God daarin eeuwig te prijzen. Er ligt een brug tussen lichaam en ziel, wat het kruis is. Dit houdt ook in dat de ziel het lichaam, het vlees, moest worden, op verschillende manieren. Dit houdt in dat de ziel zich in vele aardse talen moest leren uitdrukken, geheel mens moest worden dus, wat ook het diepere ‘spreken in nieuwe talen’ inhoudt. Zo komt men ook tot de hogere vormen van hemels vlees, waar de orionse monniken koren over zingen. Er moet vlees gezaaid worden, en er moet vlees opgewekt worden. Waarom is religie zo belangrijk ? Omdat de mens die tweedeling in zichzelf moet vinden en houden om zo onderworpen te blijven aan hogere principes, vanwege de bedriegelijkheid van het zelf. Zo niet dan kom je in eenheidsdenken en new age terecht. Telkens zien wij weer waar mensen bevrijd worden van religie door de gnosis dat ze terecht komen in liberaal vrijheidsdenken en zo van de ene materialistische valstrik vallen in de andere, van de ene naar de andere stad gaan. Dat is niet de natuur. Zo heeft de gnosis het niet bedoeld. Dit is een wereldwijd, universeel probleem, dat mensen de gnosis misbruiken, voor hun karretje spannen. Dat de westerse bijbel levensgevaarlijk is is een feit, en dat de mens door seizoenen moet gaan om ervan los te komen is ook waar, maar wie de vijand niet kent, en zich ook niet bezig houdt met slachtoffer hulp, wordt zelf een heel gemakkelijk doelwit van de vijand. Wat houdt de vijand allemaal verborgen ? De mens probeert de holocaust te vergeten en vergeet zo ook dat er nog een heleboel slachtoffers in de holocaust zijn. De mens is aan de new age drugs. Het zijn snelheidsduivels die de mens in de greep houden. Laten we eerlijk zijn : in de gnosis moet je juist de bijbel beter kennen dan de westerse christenen. Als je aan de andere kant terecht bent gekomen waarin je dat allemaal niet meer zo nauw neemt, omdat je graag op joyrides gaat, dan mag je je afvragen of je nog wel in de gnosis bent. Zowel westerse, moderne christenen als westerse, moderne gnosis-new agers zijn materialisten die door het vlees leven en moederhulp hebben verzaakt. Zij eren hun geestelijke moeders niet die hen roepen vanuit de geschiedenis. ‘Oh ja, wij zijn verlost. We gaan niet meer terug. Wat hebben we daar nog te zoeken,’ denkt de vrijgevochten dienstweigeraar. Nee, je hoeft niet meer terug naar waar je geweest was,

maar je moet wel het verdiepen. Het Woord is immers vlees geworden. Er is een brug tussen lichaam en ziel die het kruis is, zegt zondag 22. Je bent vrijgezet om vrij te zetten, maar zoals velen die Jezus genas zag hij nooit meer terug. De westerse Jezus is inderdaad levensgevaarlijk, maar het Jezus principe mag verder uitgewerkt worden. Het Woord werd vlees. De mens moet vlees worden, net zoals het Woord. Het is een vuil karwei maar dat kun je niet op iemand anders schuiven. Egoisme is de draagmoeder van de hedendaagse mens. Zondag 22 komt tegen die mens, waarschuwt die mens, en kondigt het oordeel aan. Zondag 22 overtuigt de mens van zonde. Dat is een natuurkracht. Zij herbergt het geheimenis en mysterie van het hart in haar binnenste, maar wie zal hiertoe ingewijd worden ? Of je nu een westerse christen bent of van de new age gnosis maakt geen verschil als je niet vanuit je hart leeft. Dan is de rest allemaal slechts een vermomming. Een mens kan aan beide kanten van het schaakbord zeer vroom en schijnheilig zijn. Kijk om je heen hoevelen de gnosis proberen te verkopen, de gnosis aantrekkelijk maken door af te doen van het profetische woord, door de mens naar de mond te praten dus, het hapklaar te maken. Het kruis wordt niet gepredikt. De geschiedenis wordt niet gepredikt, geen oorlogsbevelen gegeven. Er wordt geen strategie op tafel gelegd. De vergetenen blijven de vergetenen. De verlorenen blijven de verlorenen. Men heeft immers het geweten afgekocht. Men blijft voortjakkeren, maar het oordeel van de zondagen zal komen. Voldoe aan de voorwaarden, dat is ook de boodschap van de aarde, wat ergens naartoe wijst. Maar de mens voldoet niet aan de voorwaarden, neemt de checklist niet door. Zo leven zij in wanen. Men heeft zich in de gnosis niet aan de gebruiksaanwijzing van het ‘zelf’ gehouden. Ze hoorden het woordje ‘zelf’ en renden ermee weg, niet wetende wat het betekende, en ook deden ze de moeite niet om het in de context te plaatsen door te luisteren en te leren. Het ‘zelf’ moet altijd staan ‘in verhouding tot’, want uiteindelijk gaat het ‘zelf’ niet om het eigene maar het principiele, het ethische, en daarom moet de mens de hogere ethiek wel leren, anders is het een joyride zelf, het lagere egoistische zelf, die een truukje doet. Daarom blijft religie belangrijk als symbool. Het Woord moet dus wel vlees worden. New age gnosisers kennen de bijbel niet beter dan westerse christenen, kennen de heidelbergse catechismus niet, de dordtse leerregels niet, de kerkgeschiedenis niet, kennen dus de vijand niet, en ook niet wat de vijand achterhoudt. Ze zijn liberaal, zoals de VVD, minder belasting. Het kunnen goede mensen zijn met goede principes over het algemeen, maar ik heb ook veel het ‘minderen op empathie’ gezien onder VVD-ers en groot opportunisme op allerlei gebied. Het kan per persoon verschillen, maar dit is even een voorbeeld. Zomaar van de geestelijke VVD zijn, daar redt een

mens het niet mee. Helaas. Sorry. VVD new agers kunnen fijne mensen zijn, maar ze leven vaak er gewoon langsheen. Dat moet gewoon even gezegd worden. Ik groeide op met zg. VVD-ooms dus ik kan het weten. Leuke mensen, goede humor, vrijgevochten, maar met een poep en een scheet alles wegkakken, en maar aan lopen jakkeren op de snelwegen. Grote auto’s, grote monden, wegglijdende, wellustige ogen, snel afgeleid, makkelijk te beinvloeden. Grote posters van de VVD, veel vrije dagen, je komt er er niet mee. Er moet veel meer gebeuren. De nostalgie is weggekakt. Het zijn vette katers in een waanwerkelijkheid. Alles snel ontladen. Ja, het waren ook prachtmensen in hun eigen recht, maar half half, de kantjes er vanaf lopen. Zondag 23 vraagt dan om een terugkeer, terug naar de basis, los van de stijfkoppige eigengerechtigheid, het waan-ik. zondag 23 Vraag 59: Maar wat baat het u nu dat u dit alles gelooft? Antwoord: Dat ik in Christus voor God rechtvaardig ben en een erfgenaam van het eeuwige leven. Vraag 60: Hoe bent u rechtvaardig voor God? Antwoord: Alleen door een oprecht geloof in Jezus Christus. Al klaagt mijn geweten mij aan dat ik tegen al de geboden van God zwaar gezondigd en geen daarvan gehouden heb en nog steeds tot alle kwaad geneigd ben, toch schenkt God mij, zonder enige verdienste van mijn kant, uit louter genade, de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus. En Hij rekent mij die toe als zou ik nooit zonde hebben gehad of gedaan, ja als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor mij volbracht heeft, voor zover ik deze weldaad met een gelovig hart aanneem. Vraag 61: Waarom zegt u dat u alleen door het geloof rechtvaardig bent? Antwoord: Niet omdat ik vanwege de waarde van mijn geloof God welgevallig ben, maar omdat alleen de genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus mijn gerechtigheid voor God uitmaken, en dat ik die niet anders dan alleen door het geloof kan aannemen en mij toe-eigenen. Ken je deze taal, of raak je hiervan overstuur ? Wij hebben de vertaal sleutel tot deze passages al veel gegeven. Deze passages zijn allang door de recyclocratie heengegaan. In de gnosis heeft het een hele andere betekenis dan in de westerse wereld, omdat we de grondteksten ervan hebben laten zien, in de bijbel. Het komt uit Israel, uit Egypte, uit Orion. Ken je die taal ? Wat betekent het dan ? Ga je lopen grienen of miauwen als een linkse of rechtse ? Er is geen strijd tussen oost en west,

kapitalisme en communisme, maar tussen educatie en propaganda, zei Martin Buber. Er is ook geen strijd tussen links en rechts, of tussen christelijk en niet-christelijk. Daar gaat het helemaal niet om. Het is een strijd tussen hart en hoofdkennis. Op dat slagveld worden de grenslijnen en scheidingslijnen getrokken. Er moet een principiele bron zijn waaruit de mens put, en dat wordt beschreven in zondag 23 en dat is in het westen door misvertaling uit z’n verband gerukt. Het komt er op neer dat de tweedeling in de mens dus moet blijven, anders is die hemelse orde er niet meer. Dan zou alles zich op een punt gaan ophopen. Hoe je het noemt maakt dan niet uit, de taal op zich maakt dan niet uit, maar wat je ermee bedoelt. De gnosis wordt niet verkocht, maar de mens leest nu eenmaal graag populaire boeken van rijke mensen met grote reikwijdte, want dat spreekt tot het vlees. Zo is niet alleen het Woord vlees geworden, maar is het Woord ook omgebracht, afgeknald. Er is geen natuur meer. De mens kan niet meer ademen. Dit zijn allemaal vlees parasieten. ‘Oh, maar ik eet geen vlees meer,’ is een vlieger die niet opgaat, want vlees parasieten kunnen zich ook anders uiten, en kunnen zich camoufleren, hebben duizenden vermommingen en vermommingsstrategieen. Maar de mens is de gnosis ook niet waard. Er zijn velen geroepen maar weinigen zullen door de smalle poort gaan. Velen zoeken het, maar weinigen zullen het vinden. Dat is een hele tragische boodschap die ook in de gnosis te vinden is. De parasiet komt van nergens en gaat naar nergens, keert ook weer terug tot het nergens, als een zucht. Er is dus een zekere uitverkiezing, maar die gaat in de gnosis heel anders. Dus wat wil die geloofstaal ons zeggen, zondag 23 ? Dat het niet het zelf ‘op zichzelf’ is maar het zelf onderworpen aan hogere principes, dus in de context die de new age heeft lopen wegwuiven door allerlei geestesdrugs. ‘Hier en nu’ is zo’n gevaarlijke drugs, en ‘toekomst’, om maar eens wat voorbeelden te noemen. En daar wordt allemaal over gedobbeld, en de natuur moeders van de geschiedenis, de voortijden, het oer en orion worden vergeten. Dit is misdaad en misbruik, gedaan door dienstweigeraars, piraten, zondies. Ze zijn nog steeds in de oude kerken, maar verblind en verdwaasd. Nooit ontsnapt maar losgekocht door een bepaalde drugs. Ze zitten nog steeds vast. Hebben het ene goedje slechts verruild voor het andere goedje. De tweedeling van de mens, maar het vlees gooit alles op een hoop. Lees de prins van orion geschriften er op na om te zien hoe gevaarlijk dat is. Dat is het grote new age gevaar waar we al tijden voor waarschuwen, dat ze het zoonschap uit het programma willen halen. God is nu een grote bloedworst, want dat ben je zelf ook, en zo is er ook geen zoonschap meer. Het ontbreekt het totaal

aan nuance, en het natuurpad daartoe is geasfalteerd door de new age. Het is allemaal romeins, niet meer germaans. Men spreekt het voor de hand liggende, het conforme, terwijl het wilde, gesproken door verwilderde profeten, niet meer wordt gehoord. Alle klanken zijn hol en modern geworden, met een overmaat aan verziekte technologie, zo technologisch dat de stem van de natuur niet meer wordt gehoord. Hoera, de geschiedenis is dichtgegooid. Het is er niet meer. Maar guess what ? Het kost je alles, echt alles. Maar de mens heeft teveel excuses, schuift de varkensneus weg. Wat baadt al die aardse informatie je die je kan opkopen ? Helemaal niets, en het schaadt de ziel. De duivel is op jacht. Onderschat hem niet. Kersten wijst op de tollenaar die van de Romeinse onderdrukkers een tol heeft gepacht en met woeker de betaalde som terugeist en zo zijn eigen volk afperst. Het zijn landverraders, stelt Kersten. Zo zijn vele mensen vandaag de dag op hetzelfde niveau bezig als de tollenaar en zijn nog steeds in dienst bij de romeinen. Dat is het moderne fundament van de samenleving, tot de goden van vleselijk materialisme en hedonisme. Alles is zo ingedut. Er is geen ware bewondering meer, maar slechts bedondering, als een sleur. De tollenaar is een zondie, van de romeinse erfenis. Romeinen, koud en hard, de empathie verloren in zelfzuchtige drogredeneringen. Het is een filosofie op zichzelf geworden, met hiaten door de alcohol. Het schuift overal langs, maar raakt niet aan. Het zijn snelle vitesses van het gouden kalf, van de heidelbergse ferrari’s. Het zijn zondies die hun eigen Heidelberg hebben gemaakt, hun eigen waanzondagen, ter ere van het gouden kalf, de dikke mercedes. Het zijn zondies die om rolce royces heendansen, en daar helemaal bloeddronken en bloedgeil van worden. Daarom wordt hun offer niet aanvaard, ook al snijden ze zichzelf helemaal kapot. Psalm 16:4 zegt : Ze dingen naar de gunst van een andere god; ik zal hun plengoffers van bloed niet plengen, zelfs hun namen op mijn lippen niet nemen. Kersten stelt terecht dat het ware geloof niet alleen maar een zeker weten is of kennis maar ook een zekere relatie, een verhouding, dus dat vereist ook communicatie, maar wij mogen in die zin de tweedeling in onszelf, niet opgeven. Zonder het zoonschap komen we er niet. Er moet geboorte zijn, uitgebeeld door de metaforen daartoe. Dit wordt bewerkt door de vergeestelijkingen. Kersten noemt dit overigens het geloof van de uitverkorenen, wat ook genoemd wordt in Titus 1:1. Er is dus hemels geloof en vals geloof. Het is een gevaarlijk woord wat vaak misbruikt wordt, en waar je niet voorzichtig genoeg mee kunt zijn. Daarom moet je weten wat het is, tot de juiste definitie komen in de juiste verhouding. Geloof mag profetie nooit vervangen. Geloof mag liefde, empathie, nooit vervangen. Geloof is onderworpen aan een heleboel principes. Zonder die principes is geloof een wild vraatzuchtig, ongetemd varken. Pas op met dat beest. Het is op hetzelfde niveau als het new

age geloof in de media, wat allemaal voor de verkoop is, allemaal reclame voor het aardse, om de mens te binden. Het gaat niet zomaar om geloof. Kersten noemt op dat Christus vergadert door Geest en Woord, oftewel door de vergeestelijking en de educatie, het hemelse woord, niet zomaar door geloof. Een technicus dient zijn apparaten te kennen, hoe die werken. Geloof je ogen niet wat je allemaal om je heen ziet. Je ogen en oren worden bedrogen. Dit is het terrein buiten het paradijs. Het terrein van de trickster. Kus de prins en vindt je kikker, zong een zanger eens in de tachtiger jaren. Het vlees laat zich graag bedriegen door al die schijnwerkelijkheden. ‘Ja, maar hij ziet er zo goed uit in pak.’ So what ? Het is het vlees ! ‘Ja, maar die auto rijdt zo fijntjes. Ik kan hem toch niet wegdoen. Heb er zoveel voor betaald.’ En dat is het vaak. Ze hebben er al een deal mee gesloten. Het laat niet zomaar meer los, en ze worden door die geesten verwend en bedreigt, en je moet het allemaal leuk en mooi vinden. Je bent verkracht en in een stockholm syndroom. Laten we er even heel eerlijk over zijn. Voor de vleselijke is het vlees altijd mooi en leuk, want dat past bij hem, krijgt hij een goed gevoel bij, spreekt tot zijn zintuigen. Maar door het vleselijke leven te behouden verlies je je ziel en de hemelse zintuigen, meer en meer. Dat zijn de demente waanwerkelijkheden. De mens houdt van zulke gimmicks. Wordt goed verkocht, iedereen doet het, iedereen zegt het, makkelijk toch ? Zeg ik het ook. De weg van de minste weerstand. Maar wat heb je dan ? Wat ben je dan ? Wat verwacht je daar verder van in de toekomst, als je als een dwaas je huis op zand bouwt ? En dan maar spotten met de Noachen die tegen de stromingen en trends in hun arken bouwen ? Ze minachten en verachten ? Schoppen tegen Mozes in de woestijn omdat hij je niet naar de mond spreekt ? Je schopt slechts tegen een steen. Het oordeel is allang geweest, en ook het eeuwig leven. Alles is al opgetekend in de boeken. Hierom werd Jezus gekruisigd. Niets nieuws onder de zon. Door zijn eigen volk nog wel. En zijn discipelen sliepen. Wie dit sprookje nu nog niet begrijpt … Tweeduizend jaar hebben ze daar over moeten doen, en nu weten ze het nog niet. Ze begrijpen er nog steeds niks van, want hun vlees staat hen in de weg. En het vlees draait alles om. Kersten sprak over de tijdgelovigen. Zij zaaien op de steenrotsen, niet op de akkers. Ze ontvangen het Woord met vreugde op het moment dat ze het horen, maar het mag niet wortelen. Ze doen er verder niets mee, want in de tijd van verzoeking haken ze af. Het zijn slechts tijdelijke gelovers. (Lukas 8:13) Hij wijst ook op degenen die denken de gave door geld te kopen. Er zijn mensen die een hele bibliotheek aan spirituele boeken kopen en beroemde sprekers overmatig vereren, en de

gnosis die niet verkocht wordt, niet bekend is en niet populair, verachten. Ze denken door geld de gave te kunnen kopen, en willen er niet de lange natuurweg voor gaan om de zuivere authentieke, shamaanse gave te ontvangen en te doen laten groeien in zichzelf. Petrus bestrafte zulke mensen. Zij zijn in principe ook gewoon een soort tollenaren. Ze werken samen met de romeinen. Stoere macho mannen of snelle vitesse mannen zonder daadwerkelijke gevoelige snaren. Het is een strijd tussen de elven en de trollen. Stoer en vlot verkoopt. Het dringt zich namelijk op, maakt veel reclame, lekker makkelijk. Het zijn verkoop truukjes van tollenaren voor het romeinse bewind, lekker zaaien op de rotsen, mensen en informatie als sigaretjes gebruiken, als drugs, lekker geloven, en het komt in orde terwijl je wacht en niets doet. Druk op de knop. Hupsa. Stoer he, zo’n laf machinetje. Slaat allerlei dingen over. Het zijn platte gimmicks, boeren geluk. Ze worden alleen heel snel oud. Het verveelt ook. Maar dan geven ze het wel even een ander tintje, even een nieuwe trend opgooien. Kersten wijst op Petrus die het bestrafte, de gave kopen voor geld. ‘Gij hebt geen deel noch lot in het Woord, want uw hart is niet recht voor God.’ Trots is iets lelijks, maar het vlees vindt het maar mooi. Hebzucht, gebrek aan empathie, is iets lelijks, maar het vlees vindt het stoer, snel. Stoer krijgt dingen snel voor elkaar, allemaal bedrog, want het vergeet het kruis, vergeet de rest, denkt alleen aan zichzelf en zijn dierbaren, kijkt niet verder dan de neus lang is, is altijd hyper selectief, ziekelijk zelfs, denkt niet in contexten. Lekker hard rijden met de ambulance voor de verzekerden, maar als een kind in Afrika doodhongert zijn de ambulances er niet. Ze zijn namelijk niet ingeschreven. Spaart u ook zegeltjes ? In Christus rechtvaardig dat wil zeggen dat er hogere principes nodig zijn, een hogere ethiek, waardoor de hemelse zintuigen komen, zich weer gaan openen, en bloeien. Maar die zogenaamde stoere mannen en vitesses verkopen bloemen, kappen ze af. De strijd tussen elven en trollen, en daartussen is een groot grijs vlak. Jezus kwam ook voor die mensen. Jezus kwam zelfs voor de trollen. Het is een sprookje. Begrijp je het ? ‘Ja, maar ik heb liever niet dat u het woord Jezus noemt. Ik wordt daar een beetje misselijk van.’ Pardon ? Het Woord moest vlees worden. Het Woord moest zich uitdrukken in aardse talen, voor de recyclocratie, de opstanding tot het hemelse vlees, dus je ontkomt er niet aan. Als je de voorhangsels niet wil kennen, dan zul je de tent ook niet binnenkomen. Waarom moest het Woord vlees worden ? Om zich te beschermen tegen parasieten. Het Woord is beveiligd, werpt haar parels

niet voor de zwijnen. Maar wat is het verschil tussen het Woord, de parels en de zwijnen ? De mensen weten het verschil niet eens. Jezus is zowel een jachtmiddel van de amazones, als een middel van inwijding. Ja, zoek dat maar uit. Ken het verschil maar. Het is de steen des aanstoots. Goedzo. Knal je kop er maar tegenaan. Laat het je brein maar breken. Maar zorg dat je erachter komt hoe dat werkt, anders heb je gewoon niet geleefd. Niets komt zomaar. Alles heeft een bedoeling. Ze willen niet van Jezus horen omdat ze het kruis haten. Ik heb zelf ook tijden gehad dat ik niet over Jezus sprak vanwege de algehele bejezusing en jezusinatie, jezusocutie en jezussimilatie die gaande is, als een totaal bizarre jezusocratie, maar je kunt ook andere woorden gebruiken om die principes aan te tonen, zoals de man aan het kruis, moeder natuur, en ga zo maar door. Wanneer iemand begint te klagen dat ik het woordje Jezus niet meer noem, terwijl ik het er vaak met ze over gehad heb, dan ga ik doelbewust het woord Jezus helemaal niet meer noemen, of slacht ik hun gehele afgod af, want het IS een afgod, maar het Woord moest vlees worden. Het is een woord. Het is een taal. Soms moet je het niet gebruiken als er woord-afgoden dreigen te onstaan, maar soms kan je het gebruiken bijvoorbeeld wanneer het tegenovergestelde gaande is, als mensen van het kruis beginnen af te wijken, van het Woord dat vlees is geworden. Volgen we het nog ? Want dit is hemelse wiskunde. Zorg dat je het begrijpt. Het is een zaak van het hart, niet van het hoofd, niet van woorden op zich. Zelfs een geestelijk gehandicapte zou dit kunnen begrijpen. We hebben nu eenmaal met het Jezus varken te maken. In het westen is het helemaal tot een dol zwijn geworden. Daarom moet je de geestelijke ‘Jezus’ leren te begrijpen, anders kun je het Jezusvarken, het Jezus-vlees, nooit overwinnen. Dan heb je al je jaren weggegooid. Wij blijven erop hameren hoe belangrijk het Jezus mysterie is, niet alleen om te ontmaskeren en te herzien, maar ook om terug te leiden tot de bronnen. Ga werken in die mijnen. Handen uit de mouwen. Niet bang zijn om een beetje vies te worden. Beste stuurlui die aan wal zijn hebben we niks aan. Die zullen door de oprijzende golven weggespoeld worden. Ga aan de slag met het mysterie. Moet je dan op een dag van de gekruisigde horen : Ik ken u niet ? Hoe verschrikkelijk zal dat zijn. Dan moet je wenen als om een eniggeboren zoon. De mens heeft het Woord weggeworpen en is met de zwijnen meegegaan, en dat werd hen tot Woord. Zo werd hun vlees tot Woord. Het vlees werd tot Woord, en het werd tot een gruwel. Ze aanbaden en aanbidden dit gouden zwijn, dit gouden varken. En het goud geeft af. Heerlijk vinden ze het om ermee te knuffelen. Kunnen ze ook weer aan anderen laten zien : ‘Zie, ik heb met het gouden varken geknuffeld.’

‘Nou, stoer hoor.’ ‘Was je niet bang ?’ ‘Nee hoor, het was heel lekker en leuk, zalig gewoon. Ik zit er nog helemaal onder, al dat goudpoeder. Dat zal mijn populariteit zeker ten goede komen.’ Wat betekent het ‘met Christus’ te leven ? Het is zeker een onderwerp van de gnosis. Niet letterlijk, niet als een westerse, moderne christen, maar als nacht discipel. Geen slapende discipel. Je moet naar Getsemane en naar Golgotha. Kersten wijst erop dat ook de Efezen eertijds zonder Christus waren (2:12). Wat betekent dat, zonder Christus zijn ? Er staat : ‘uitgesloten van het burgerrecht Israels, vreemd aan de verbonden der belofte, zonder hoop en zonder God in de wereld.’ Het woord Christus hoeft dus niet eens genoemd te worden, want het gaat over Israel, en Israel had trouwens ook een heel ander beeld van Christus, als principe. Ja, Jezus en Christus komen ook in het Oude Testament voor, in het Grieks en de Israelitische talen zelf, als onderdeel van de taal, terwijl de Israelieten juist niet in Jezus geloven omdat ze weten wat het betekent. Natuurlijk geloven ze in het Jezus principe en gebruiken ze het woord, maar niet als de afgod die het westen van Jezus heeft gemaakt, als een soort tweede Boeddha, of christelijke boeddha of wat het ook is. Een volgevreten Jezus hebben ze ervan gemaakt in plaats van de oorspronkelijke wilde die hij was. Het is ook in de verste verten geen germaanse wilde met wilde haren en wilde baard. Neen. Ze hebben een Romeinse Jezus gemaakt. Laten we eerlijk zijn. En daarom : Terug naar Israel als je dit sprookje wil begrijpen. Terug naar de Israelitische fundamenten van de heidelbergse catechismus ook, de natuurmoeders van de gekruisigde zoon. Westers christendom en new age vallen geheel met elkaar samen in bedriegerij en bedonderij. Blinde ogen zijn het. Blind voor de zonde, en blind voor het oordeel op de zonde. Ze kennen de zonde niet. Ze willen dat ook niet kennen. Ze denken dat het kennen alleen toegepast moet worden op recente en actuele zaken van de aarde, en de goede dingen. Geschiedenis en vijand willen ze niet kennen. Het vergetene willen ze niet kennen. Iedereen is ze vergeten, dus waarom zouden zij het niet vergeten ? Kersten noemt op dat de hond is teruggekeerd tot zijn braaksel, en de zeug tot de wenteling in het slijk. Varkens noemt hij ze. Hij stelt dat voor de toetsing van henzelf en anderen er een veel betere toetssteen aangelegd moet worden, namelijk de gekruisigde, maar dan moet je daartoe niet in het vlees wandelen, maar in het geestelijke. Woord en Geest, niet zomaar blind geloof. Wat betekent dat ?

Efeze was afgedwaald. Oorspronkelijk was deze nederzetting gevestigd door de amazones. Maar toen dwaalde Efeze af. Daarom wordt Efeze weer bepaald bij de geestelijke wapenrusting in hoofdstuk 6. Terugkeren tot de oorlogsgodin. 2:12 heeft her erover dat de Efezen weer tot Christus naderden door het bloed. Wat betekent dit ? Wat is de vertaal-sleutel hiertoe ? Even er vanuit gaande dat het Woord vlees is geworden, niet zomaar alleen het vlees dat Woord is geworden. Er is dus een kruizing, een kruiziging. Woord werd vlees. Vlees werd Woord. Een mysterie om niet te verachten. Tot Christus naderen door het bloed. Hier gaat het duizenden malen mis in de westerse kerken. Juist. Terugkeren tot de oorlogsgodin. Efeze 6. Er moet bloed vloeien. Het vlees moet verscheurd worden, het voorhangsel, opdat de mens tot het Woord nadert. Woord werd vlees, vlees werd Woord. Hier gaat het mis in de westerse kerken. Daarom : Terugkeren tot de oorlogsgodin. Terugkeren tot de zondagen van de Heidelbergse catechismus. Dat houdt oefening in, dat houdt school in. Een oorlogsschool. Ken je vijand. Hij kent jou namelijk beter dan dat jij hem kent. Hij heeft wat dat aangaat zijn huiswerk goed gedaan, in verkeerde zin dan. Het leven is in het bloed, de ziel is in het bloed. Het Woord is in het vlees, dus daarom ontkom je niet aan de oorlogsvoering tegen het vlees. Als je dan op varkensjacht gaat, waarom zou je je dan niet wenden tot de oorlogsgodin die de jachtwapens en jachtmiddelen hierin kent ? Zij kent ook de gevaren, en weet precies hoe de varkens van het vlees gevangen kunnen worden zonder dat je er zelf aangaat. Zij kent die varkens. Zij weet wat voor truken ze gebruiken. Zij weet hoeveel onoplettende jagers al aan hen ten onder zijn gegaan. Zou je dan niet luisteren ? Zou je dan niet wachten, en eerst haar raad aanhoren over hoe die jachtwapens en jachtmiddelen te maken ? Daar komt een heleboel bij kijken. Die wapens maak je niet zomaar. Daar zijn een heleboel items voor nodig, en voor die items moet je eerst naar allerlei plaatsen toe. Het vlees is een abstractie, dus de mens ontkomt hoe dan ook niet zomaar aan het vlees, hoe je het ook wendt of keert. Het is een worsteling. Het vlees moet dronken gevoerd worden (Jeremia 13, 25, 51), want zo gaat het vlees zijn geheimen prijsgeven, net zoals Simson die liefdesdronken werd gevoerd en zo zijn geheimen prijsgaf. Maar het volk pikt die dronkenschap niet op. Ze hebben het niet door wanneer grote geheimen worden prijsgegeven, want ze zijn immers zelf in het vlees en dronken. Ze kennen geen oorlogstekenen, noch overwinningstekenen. Zolang je groeit is het goed, vooral in empathie. De gnosis is immers het mysterie van het hart, niet zomaar van kennis. Ik ken een heleboel mensen in de gnosis die van jaar tot jaar steeds meer groeien en bloeien, en ik zie hun empathie, hoe ze door dingen heen prikken juist door hun empathie, want empathie prikt diep door het vleselijke heen. De afval is dus niet algeheel. Maar er

is een grote afval gaande. Die is wereldwijd en universeel. En dat zijn juist degenen die gebrekkig zijn in hun empathie en daardoor niet door dingen heen kunnen prikken. Het is een kwestie van het hart. Ze blijven achter hierdoor, gaan van de ene leugen tot de ander, toch wel oppervlaktevermaak, waardoor hun binnenste steeds meer en meer sterft. Daarom gaat dit alarm ook wereldwijd aan, en wij zijn niet de enigen die dit alarm laten horen, maar wij doen dit wel met diepgang en fundament. Keer terug zolang je nog kan. Ga in zak en as, verscheur je klederen, want het is een tijd van rouw, berouw en boetvaardigheid. Zo niet, dan zal de new age nog meer gaan wegvreten en nog meer leugens brengen. Iedereen heeft met deze strijd te maken, en een ieder heeft met deze boodschap te maken. Als wij deze boodschap niet zouden prediken en als wachters niet het waarschuwingssignaal zouden laten horen, dan zou het bloed ook aan onze handen rusten. Blaast de bazuin. Als het zwaar onweert in het open veld, dan moet je op de grond gaan liggen, anders wordt je zelf ook getroffen. Kain was landbouwer en bracht alleen maar plantaardige offers, en daarom werd zijn offer niet geaccepteerd, maar Abel, Hobel in het Hebreeuws, was jager en fokker, en bracht bloedoffers, en daarom werd dat offer wel geaccepteerd. Het geeft ons te denken over deze metafoor, deze zinnebeelden, wat hier gaande is, en hoe we dit kunnen toepassen. Uiteindelijk bracht Kain dan wel een bloedoffer, maar een hele verkeerde, en werd zo tot een verworpene. Laten we hier intens over nadenken dat we niet in hetzelfde lot vallen en een Kainsloon ontvangen. We ontkomen niet aan de jacht op het vlees, maar laten we wel zo geschoold zijn dat we het verschil weten tussen het vleselijke en het geestelijke. Abel werd omgebracht vanwege dat hij het vlees niet spaarde, en zo werd Jezus ook omgebracht door een geliefde, een van zijn broeders. Zijn wij kinderen van het bloed van Abel of van Kain ? Uiteindelijk heeft het bloed van Abel niet voor niets gestroomd. Het Woord moest vlees worden, en het Woord moest aan het vlees sterven. Lesvragen bij hoofdstuk 9 : 1. Omschrijf het new age gevaar. 2. Wat valt je het meest op aan dit hoofdstuk ?

hoofdstuk 10 zondag 24 en het ‘new age sinterjezus voor verwende kindertjes’ gevaar Blinde toeschouwers roepen het blinde voetbalspel toe, en ook juichen ze de blinde motorcoureurs toe in hun blinde autootjes. Waar gaat dat naartoe ? Hup, druk op de knop, het Woord, als een juke box. Van God hebben ze een hoer gemaakt, als pooiers. God als koffie-automaat. Verwende spirituele marktboeken en hun reclame makende dameskransjes voor de verwende kinderen. Kerstkrans koekjes erbij, en maar smullen. Spirituele new age boeken of van soortgelijke overliberale stromingen voor de verkoop zijn populair, worden goed verkocht, omdat de zonde niet of nauwelijks wordt genoemd, en ook de demonologie niet, en het vlees voelt zichzelf daar prinsheerlijk bij, en vindt het allemaal mooi en lekker, en dat uit het vlees ook overmatig, hoe mooi het allemaal is, hoe strak in het pak, hoe lekker dat allemaal is, al die gepensioneerde new age engelen in witte uniformen met hun zichzelf aangereikte lintjes en medailles. Hevig lopen ze te kwekken over hun grote idolen. Het moet vooral allemaal erg groots zijn. Ze zijn verwend, willen altijd antwoord, ook als God om een goede strategische reden niet spreekt. Dan gaan ze klagen, en zoeken hun heil bij de sinterklazen van deze tijd, allemaal geestelijk gepensioneerde opaatjes en omaatjes. Allemaal opgesmukt tot etalage poppen. Er wordt grof geld mee verdiend, over de ruggen van anderen heen. Natuurlijk mag je bij tijd en wijle parelduiken in zulke boeken, maar er liggen grote gevaren. Klaas Schilder, van de vrijmaking, stelde dat als God zou zwijgen, dan is dat als een Golgotha, en dan kunnen we niet anders dan wachten op de paasmorgen, op de opstanding, waarin dan het profetisch woord komt, en dit is ook hoe de profetologie werkt : Alleen door het kruis. Het vlees moet sterven, opdat het geestelijke kan opstaan, en zo is dat ook met alle vleselijke profetie die moet sterven, opdat de geestelijke profetie zal opstaan. Zo stelt Klaas Schilder ook dat het aardse oog moet sterven alvorens het geestelijke oog kan opstaan. Maar de new age mens neemt daar allemaal de tijd niet voor, want dat is een vraatzuchtige consument. Die wil niet van zonde horen, niet van demonologie, en ook niet van tijd, van geduld, van mechaniek. Alles is er immers al, of alles moet er wezen, en omdat ze telkens ruw in hun

dromen worden gestoord grijpen ze naar de houten sinterklazen om hen heen, en moet God het ontgelden. Zij staan dan ook boven God en het profetische, al pronkende en klagende in het vlees dat verwend moet worden. Verwende oren hebben ze, verwende ogen, snel met vooroordelen. Het kruis willen ze niet. Daar gaan die new age boeken allemaal niet over. Klaas Schilder stelde in zijn preek 'het gericht des verbonds dat ezechiel zag' in 1941 tijdens de oorlog dat het niet zomaar om geloven ging, maar om aan de eis te voldoen. En deze eis is de voorbereiding tot de geestelijke oorlog, de bereiding van de wapenen tegen het vlees. Het was natuurlijk een oorlog, maar broeder Schilder wilde de aandacht richten op de geestelijke oorlog. 'Geen mens komt tot exodus dan door leviticus,' zegt hij in een andere preek in 1941, want het gaat juist door het afsterven van het vlees. De zin van Leviticus is op Golgotha verklaard. Dit moest de mens leren in de oorlog, en dat was de ware vrijmaking. Klaas Schilder wilde zich los maken van dwangmatige synodale bevelen van de oudere gereformeerde kerk. Klaas Schilder wilde geleid worden door het hemelse woord, en niet wat allerlei kerken besluiten. De mens zat nog steeds vast aan vervormingen van de koningskerk van 1816, net zoals de new age mens nog steeds in andere vormen de koningskerk dient en daar nooit van los is gekomen omdat ze door dienstweigering zijn gaan wanen. Ze konden niet wachten totdat God zijn woord zou spreken, dus ze maakten hun vlees maar tot het woord. Ze willen altijd antwoord. Houd je mond. Als God nog niet spreekt dan heeft dat een reden. Maar dat willen ze niet horen. Ze staan onder een demonische koning, en zelf wanen ze zich ook als koningen over anderen en willen op hun wenken bediend worden. Dan moet je niet in het profetische zijn inderdaad. De new age heeft alle antwoorden al. Die zullen je niet vertellen over de demonen die over je hangen en in je wonen. Heerlijk toch ? Die houden je lekker blind hiervoor, en je zonden worden niet opgenoemd. Heerlijk slapen tijdens de oorlog. Het kan allemaal. Lekker met de dikke vette massa om je heen meestromen. Lekker pijpje roken met opa. Als het op is is het op, en dan grijp je weer wat nieuws. Geestelijk vervet de mens helemaal, en verslonst. Het zijn allemaal zeer griezelige dingen. De mens is in die staat zeer grillig. De mens is het zwijg en luister offer vergeten, zoals in Leviticus, waar alles mee begint. Geen exodus zonder leviticus. De mens rent als een Martha heen en weer. De mens is in een donker hol terecht gekomen. De prediking mocht de mens ook niet naar de mond praten, zo stelde Klaas Schilder, maar het moest twisten met het vlees van de mens, anders zou er ook geen bekering zijn. Dat kon de synodale kerk niet hebben. Weg moest hij. Hij trapte teveel tegen heilige huisjes. De mens wilde in de koningskerk blijven waar het collectieve vlees koning was, en waar zo ook het

individuele vlees dat daaraan gehoorzaamde koning kon zijn. Nederland worstelde met een enorm scala aan koningsgeesten, en nog steeds. zondag 24 in diepte : Vraag 62: Maar waarom kunnen onze goede werken geen gerechtigheid voor God of een deel daarvan zijn? Antwoord: Omdat de gerechtigheid die voor Gods gericht kan bestaan, geheel volmaakt en in alle opzichten met de Wet van God in overeenstemming moet zijn, en ook onze beste werken in dit leven onvolmaakt en met zonden bevlekt zijn. Vraag 63: Hoe kan het dat onze goede werken geen enkele verdienste opleveren, terwijl God ze toch in dit en in het toekomstige leven wil belonen? Antwoord: Deze beloning komt niet voort uit vleselijke verdienste, maar uit geestelijke verdienste. Vraag 64: Maar schept deze leer geen zorgeloze en goddeloze mensen? Antwoord: Zeker niet, want het is onmogelijk dat iemand die door een oprecht geloof in Christus is ingeplant, geen vruchten van dankbaarheid zou voortbrengen. Er moet wel een model zijn natuurlijk waaraan alles getoetst kan worden, als een voorbeeld, een ezelsbruggetje. Voor de oudheid was dat model Jezus, maar daar scheelde nogal veel aan. Toch is het maar een woord, net zoals volkomen een woord is. De mens drukt zich graag uit in sprookjes en verhalen om dingen te verhelderen, maar het moet wel een sprookje blijven, en niet worden tot een daadwerkelijk sinterklaasfeest voor gelovigen, als een soort sinterjezus. Het is een afgod geworden voor verwende volwassenen die zich als kleine kinderen gedragen. Sinterjezus kapoentje, gooi wat in m’n schoentje, dank u sinterklaasje. Klaas Schilder was met de vrijmaking al bezig met de vergeestelijking van de bijbel, want hij noemde de voorstellingen in de bijbel over hemel en hel ook zinnebeeldig. (in zijn bespreking van zondag 22 in het catechesatie dictaat van 1923) Ook noemde hij de afdaling van Jezus ter helle zinnebeeldig, want dat ging niet over een letterlijke hel, maar over de menswording van Jezus. Het mens zijn is de hel. Dit gebeurde dus volgens Klaas Schilder al voor het sterven van Jezus. Klaas Schilder was een hele geleerde man, ver voor zijn tijd, en hij wist dat ze toen nog maar aan het begin van de vrijmaking stonden.

Het Woord moest vlees worden, moest mens worden, maar de new age mens kan daar niet op wachten, trapt Mozes in de ballen, en bespuugd Noach, en maakt vervolgens zijn eigen vlees tot Woord, en niet alleen dat. Hij maakt zijn vlees tot God. Dat is wat de mens is, een dienstknecht van de koningskerk, nog steeds. Zondag 24 dus : Het begint allemaal met dankbaarheid, dus kijken naar welk werk de voorouders al hebben gedaan, geestelijk werk, goede vruchten, en daarop voortbouwen, en niet zomaar die rijke sappen met hun wortels loskappen. Eert uw geestelijke vader en moeder, opdat uw gaven zich kunnen ontwikkelen. De mens is schuldig aan het verbreken van dit gebod in al zijn alcoholische, snelle auto aanbiddende haast. Nu weer een hype rondom ons want een Nederlandse auto coureur is wereldkampioen geworden van de formule 1. Snelheidsduivels zijn het, ten koste van moeder natuur. Het zijn vrouwenvlees eters, want ze weigeren terug te gaan tot parelduiken in de bijbel en de heidelbergse catechismus waar moeder natuur in ligt opgesloten. Ze zijn er blij mee, want ze hebben liever moeder new age. Daarom zijn het laffe dienstweigeraars, en ze worden hierdoor op handen gedragen want misdaad loont in het domein van de trickster : jackpot ! fools gold. Met de rammelaar in de box blijven liggen terwijl je al een volwassene bent en al veel beter had kunnen weten en veel verder had kunnen zijn. Ze hebben hun geestelijke taken en verantwoordelijkheden niet op zich genomen. Klaas Schilder noemt het dode werken, in zijn commentaar op zondag 24, dode werken waar ook Paulus tegen streed. Het gaat niet zomaar om de goede werken, net zoals het niet zomaar om geloof gaat, want er is ook veel dood geloof, stelt Klaas Schilder. Het gaat om de geestelijke, profetische werken in de context van de vergeestelijking, werken in de mijnen van de vergeestelijking, en dat is een werk van ontmaskering. De maskers moeten eraf. De mens moet stoppen met carnaval spelen. Terug naar de mijnen van Heidelberg. Zijn we dankbaar, of lopen we te klagen omdat we de rammelaar niet krijgen, en God niet spreekt. Moet God dan spreken ? Heeft God niet al gesproken ? De mens heeft het Woord weggegooid, en verwacht dat God wel verder zal spreken. Klaas Schilder noemt psalm 139 over de menswording van Jezus : 15 Mijn gebeente was voor U niet verholen, toen ik in het verborgene gemaakt werd, gewrocht in de diepten van het aardrijk.

Willen wij dit proces verstoren ? Dit was het daadwerkelijke kruis en ter helle nederdalen. Hebben wij al een ontmoeting gehad met de Hel ? Dat is ook wat het woord helmet, helm, is, in het Engels : hel-met, een ontmoeting gehad met de hel. Dat is wat een ware soldaat is. Je moet de hel je eigen maken, zoals een schoolvriendje van mij van vroeger ‘helmich’ heette, mijn hel. Ook betekent het : mijn helm, mijn beschermer, in het germaans. New age fanaten, los van god en gnosis, los van kruis en profetie, los van stilte en geduld, los van moeder en natuur, los van geschiedenis en oer, als liberale snelheidsduivels, motorcoureurs op weg naar werelds kampioenschap, vrouwenvlees eters, waarmee ze hun borsten opspekken en hun buiken verharden om hun vraatzucht heethoofdig te bewaken. Dit kan trouwens niet zonder een koud hart. Het zijn immers dienaren van de buik, van de koningskerk, koude kak. Op pantoffels de stad doorsloffen met de joint half uit de mond hangende, alweer op naar de volgende joint. Ze willen vermaakt worden, gaan van soos naar soos, van dameskransje naar dameskransje. Het is een vrouwenhandel. Dat hebben ze niet eens door, want ze staan stijf van de drugs. De new age sinterjezus heeft hen verlost van iedere verantwoordelijkheid, van iedere weldenkendheid, en de new age geloofsdrugs doet de rest, doet alles voor ze. Dat wordt gewoon voorgeschoteld op tv en op sociale media, interactief. Matrixnieuws wordt zonder meer geloofd. Ze zijn nog geen stap van de koningskerk verwijderd. Blindelings volgen ze het, van illusie tot illusie. Kersten stelt bij zondag 24 dat de bezoldiging van de zonde de dood is. Ook Kersten stelt net als Klaas Schilder dat Jezus al voor zijn sterven neerdaalde naar de hel, toen hij helse pijnen en angsten beleefde. Dit was al in de hof van Getsemane. Dat is dus wat het shamanenleven inhoudt. De new age is niet shamaans, want de new age heeft het niet over wat de hel inhoudt. Daar zijn ze niet mee bezig. Dat ontlopen ze, want dat zou hun spekborsten kunnen schaden, en dan kunnen ze er niet meer mee pronken. De mens pronkt graag met vlees, met vlees wat tot Woord is geworden. Heerlijk vinden ze dat. Hun vlees is Woord, Koning en God. En dat moet dan de kerk voorstellen. Het is in en in triest, zou Klaas Schilder zeggen. Kersten stelt : Wie de val van Adam loochent kan het kruis niet verstaan. Hij heeft het dan over een kruisverdienste, niet zomaar over vleselijke werken. Velen kennen deze verzetsstrijders niet, Kersten en Klaas Schilder. Het wordt op de scholen niet onderwezen, en zo worden hun boodschappen door het nageslacht ook niet verdiept. De mens eert zijn geestelijke vaderen en moederen niet, kent ze niet eens, wil ze niet kennen, doet geen moeite om ze te kennen, want ze waren niet van hun kerk of niet van hun richting, enzovoorts. De mens heeft allerlei excuses, en

speelt woordspelletjes, groepsspelletjes, vriendjespolitiek, en blijft zo ongehoorzaam aan dit gebod en ondankbaar, en zo stromen deze levenssappen dus niet, en zo leeft de mens in een dorre stenen stad. ‘Hup, aan de matrix drugs, die bijtende alcohol in het hoofd die het kruis uitdooft, weg met de oude vandagen en vandalen. Hebben we niks mee te maken. Hup, aan de drugs van het hier en nu. De media spreekt de waarheid. Populaire sociale media weet de weg naar Rome wel. Het ligt allemaal voor het grabbelen. Weg met de oude raadsels. Hebben we niets aan.’ En zo drijft de goedgelovige, verwende mens steeds verder af. Natuurlijk spreken de vaderen van die tijd in geheimtaal, want dat was immers de taal die gesproken werd, die ze geleerd hadden, en daar probeerden ze het beste van te maken. Kersten wijst op het principe van de wijnstok. Hoe kan een wijnstok op zichzelf bestaan ? En hoe kan een rank op zichzelf bestaan ? Het ‘Blijft in Mij en Ik in u,’ gaat dus heel diep, en dan ontkomen we niet aan tweeledigheid en drieledigheid. Dan ontkomen we niet aan de natuurvoorbeelden van religie, zodat het ook weer rust en overzicht geeft, hemelse mechaniek. Je kan niet zomaar vrucht dragen in jezelf en op jezelf. ‘Zonder Mij kunt gij niets doen,’ heeft een hele diepe, natuurlijke betekenis. Zijn wij nog arbeiders in de hemelse wijngaard, of tot wijnzuipers geworden ? De mens is snel afgeleid van deze wijngaard, maar zij die hun huiswerk goed doen zullen veel vrucht dragen. Wordt je dan zelf verheerlijkt of juist het principe ? God spreekt niet, want hij had al gesproken, en men heeft er niet naar geluisterd. Dat is zijn probleem niet. God blijft zichzelf niet herhalen. De mens moet zijn woord zelf maar op gaan zoeken, en dan kan er misschien verder gesproken worden. En natuurlijk spreekt God wel, maar de mens is te ver weg, en verwacht dan van hun papieren media pauzen dat ze wel even verwend worden met een nieuw woord van God. Daarom moet de aangekondigde honger wel komen. God spreekt natuurlijk wel, maar de mens luistert gewoon niet. Overal om je heen spreekt God. Overal om je heen liggen de hemelswegen, maar die worden niet bewandeld. De mens is of te vet geworden, of wil gewoon niet op dat smalle pad. Dat is God’s probleem niet, maar het probleem van de mens. De mens heeft alleen maar zichzelf ermee. Wereldkampioentje erbij halen. In wat ? Snelrijden. Geen tijd, geen tijd, hoezeer het me ook spijt, geen groetje kan eraf, zoals in Alice in Wonderland. Wat moet je dan ? Is het slot wat ze op de bijbel hebben gedaan dan metaforisch gezien een grote waarheid ? Ja, in de vergeestelijking hebben we dat zeker nodig. Als het een kwartslag gedraaid wordt. Na de bijbel, na het woord van God, niets meer, helemaal niets meer. Afgelopen, uit met de pret. Wat een grote waarheid is dat als je het kunt verstaan. God spreekt niet meer, want hij heeft al gesproken en de mens heeft het verworpen. Niet het woord gaan lopen aanvullen, maar teruggaan. Er komt niets meer bij. Alles is er al. Schrijf die voortgaande openbaring maar op je buik. Er komt niks bij als de mens de moeite niet neemt om eerst tot de teruggaande openbaring te gaan. ‘Ja, maar wij hebben het Woord gelezen.’ Dat zegt niks. Heb je het

Woord ook bestudeerd en overdacht, en heb je het Woord ook toegepast en op waarde geschat, herleid tot de bronnen ? Als je je voedsel niet eet en toch je mond openhoudt, waar ben je dan mee bezig ? Hoe wordt dat genoemd bij kleine kindertjes ? Ondankbaarheid. Ze willen alleen de dingen eten die lekker smaken. Ze hebben nog niet geleerd dat ze los moeten komen van de god van de buik om in contact te komen met de god van het hart. Alleen snoepjes willen de kleine kindertjes wel eten. Al het andere vinden ze vies. En nu is er dan een Nederlandse wereldkampioen snelrijden. En heel het volk is verrukt. Het is een teken aan de wand, een teken des tijds. Het is de grote afval. Met een gouden kaartje er langsheen glijden, je doel missen, je ziel verliezen, allemaal voor wat goud der dwazen, wat allemaal slechts tijdelijk is en zo weer verdampt is. Goud-profeten, dat is wat het zijn. Met goudkoorts. Toronto komt tot de mens in vele vormen. Lukt het ene niet, dan probeert hij het andere. Alles wordt immers aan elkaar geslijmt, als een zeug die zich erin omwenteld. Lesvragen bij hoofdstuk 10 : 1. Toon de betekenis van het boek Leviticus aan. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 11 zondag 25 en het geheimenis van de geuzen opstand in de tachtigjarige oorlog Dit is de generatie van het verwend zijn, het mobiele tijdperk van snelle en slimme sociale media. Het vliegt je om de oren. Zelfs opa’s en oma’s worden misleid door dit tijdperk en voelen zich een hele kees als ze ‘mobiel bellen’, en zo met het feestje meedoen. Jezelf een hele ‘kees’ voelen, wat houdt dat in ? Wij zijn oordeels-profeten en nemen geen blad voor de mond, praten mensen ook niet naar de mond. ‘Ja, maar dat kun je zo niet zeggen,’ zeggen ze dan. ‘U doet ons pijn.’ Jezus sprak ook hele harde woorden, en ook woorden die ze niet verstonden, en bleef ook niet altijd voor de

uitleg, maar ging er vandoor. Dat was het dan. Zo is ook een oordeelsprofeet. Ze houden geen conferenties de hele tijd, en doen ook niet altijd aan nazorg. Daar zijn het oordeels-profeten voor. ‘Ja, hij spreekt in duistere raadselen,’ zeiden ze van de profeten vroeger, zoals Ophelia. En dat terwijl ze toch ook hele heldere uitleg gaven, en zeker ook de functie hadden van barmhartige samaritaan, maar dan niet op de manier van de mensen. Ze waren ook niet altijd geschoold en georganiseerd. Het waren wilden. Ze kenden de natuur. Stad en natuur kennen elkaar niet, begrijpen elkaar niet. Er zit een wereld tussen. De oordeelsprofeet draagt een kruis en een juk, maar de mens in de stad zaait liever op de steenrotsen. De mens in de stad grijpt liever snel de auto. Lekker makkelijk. Michael Jackson zong over de snelheidsduivel, en in de demo teksten zong hij dat hij op zoek was naar de prediker, dat het diep in zijn gedachten was. Nu is de mens heetgebakerd over het snel zijn. Als favoriete auto-coureurs het laten afweten naar hun fans en niet aan de hoge standaarden voldoen dan krijgen ze doodsbedreigingen vandaag de dag. Het is ‘snel zijn, of sterven’, ‘ride or die.’ Is het kruis een nachtmerrie ? Nee, het is het gemengd worden, wat ook de oude betekenis is van de hel. Ogenschijnlijk is het een nachtmerrie, maar de mens moet ontwaken tot de inmenging. Het kruis is immers een brug. Dan kun je verder alle sociale media vergeten, en jezelf richten op de ware brug. Oordeelsprofeten leven vanuit een cosmisch spasme. Ze leven niet door aardse driften en impulsen. Het aardse leven werkt allemaal door directe shortcuts die de hogere cosmische, spasmische natuur wegkappen. De aardse mens leeft ommuurd in die zin. De aardse mens leeft allemaal volgens van A naar B, en 1+1=2, aardse logica, waar de oordeelsprofeet worst aan heeft, want die zoekt niks in te passen. Die leeft volgens veel hogere regels, en dan begint allemaal het geklaag van de vleselijken, en dan worden er flink etiketten gedrukt, want de mens haat de hogere oordeelsprofetie over het vlees. Oordeelsprofeten zijn exegeten. Ze draaien niet om de brij heen maar gaan er dwars doorheen. De mens heeft ontelbare afweermechanismes opgebouwd tegen de hemelse profetie, en altijd weer komen standaard deze excuses. Zondag 25 legt een duidelijke verklaring af over wat er precies gaande is : zondag 25 Vraag 65: Aangezien nu alleen het geloof ons aan Christus en al zijn weldaden deel geeft, vanwaar komt dan dit geloof? Antwoord: Van de Heilige Geest, die het geloof in onze harten werkt door de verkondiging van het heilig Evangelie en het versterkt door het gebruik van de sacramenten.

Vraag 66: Wat zijn sacramenten? Antwoord: Sacramenten zijn heilige, zichtbare tekenen en zegels, door God ingesteld, om ons door het gebruik daarvan de belofte van het Evangelie des te beter te doen verstaan en die voor ons te verzegelen, namelijk dat Hij ons op grond van het enige offer van Christus, aan het kruis volbracht, uit genade vergeving van zonden en het eeuwige leven schenkt. Vraag 67: Zijn beide, het Woord en de sacramenten, dan daarop gericht, of daartoe ingesteld om ons geloof te wijzen op het offer van Jezus Christus aan het kruis, als de enige grond van onze zaligheid? Antwoord: Ja, zeker, want de Heilige Geest leert ons in het Evangelie en verzekert ons door de sacramenten, dat onze zaligheid geheel en al berust op het enige offer van Jezus Christus, dat voor ons aan het kruis is geschied. Vraag 68: Hoeveel sacramenten heeft Christus in het Nieuwe Testament of Verbond ingesteld? Antwoord: Twee, de heilige doop en het heilig avondmaal. Let wel : Het was de taal van die tijd, en de gnosis doet die taal verstaan, wat het daadwerkelijk betekent, want het hart probeerde iets uit te drukken in de taal van die tijd, en er staat ook direct waarom. Het zijn namelijk sacramenten, en dat zijn zowel tekens als zegels, die het Woord dus hebben verzegeld. Niet alleen de bijbel is in die zin het verzegelde Woord van God, maar ELK geschiedenis boek. Het Woord moest vlees worden, moest versluierd worden, moest sterven, tot een teken en een verzegeling, wat een beveiliging is. Een oordeelsprofeet begrijpt die taal, en ontwijkt het niet, maar ontmaskert het. Het vlees gaat het of ontwijken, of verafgoden, absoluteren. Al in Egypte was het Woord van God een draaiend boek, als een wiel, wat alles verdraaide, als een kameleon, om ‘de dwazen te verstrikken, en de wijzen doorgang te geven.’ Laten we eerlijk zijn : De bijbel forcefeeds de mens door dwangtubes, dwangvoeding dus, want het christendom is de grootste religie op de aarde, en werd groot door slavernij en dwang, door intimidatie en geweld. Mensen werden letterlijk gemarteld om ze dienstbaar te maken aan de bijbel, dus als je al die machines gedwongen in je lijf hebt en al die tubes en buizen van dwangvoeding dan is het dus fataal als je dat gewoon probeert af te wimpelen en weg te drukken alsof het er nooit is geweest, maar je moet het HERZIEN. Je brein is gehacked namelijk, en dat gaat nooit meer zomaar weg, totdat je het gaat VERDIEPEN in de recyclocratie. Je kunt het niet verwijderen, maar wel

VERANDEREN. Wie dat niet doet, die wordt gewoon gebruikt door de vijand. Zorg dus dat je het zegel van Ezechiel 9 ontvangt en er niet te licht over denkt. Teruggaan naar Heidelberg betekent ook leren wonen en werken in Heidelberg. Dat betekent werken in de mijnen van Heidelberg, en ook in de wijngaarden van Heidelberg. Dat zijn beelden van de exegese, de schriftuitleg. Je kunt deze mappen niet zomaar wegwerpen. Kersten wijst op Johannes 3:16 : ‘Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven,’ en een oordeelsprofeet weet wat dit betekent. Komen tot het zoonschap. Een zekere geestelijke moeder is je toegewezen, als een teken EN een zegel, dus als heenwijzer, als schaduw, dus het mocht niet zomaar volkomen zijn, want dan zou je daadwerkelijk weggebrandt worden door het licht, zoals in de new age. Wees maar blij dat die moeder een voorhangsel heeft, anders zou ze je verslinden. Wees maar blij dat die moeder niet ‘volkomen’ is. Je zou niet kunnen bestaan. Het Woord moest vlees worden, het Woord moest verzegeld worden, want niemand zou God kunnen zien en leven. Daarom mocht Mozes God alleen maar van achteren zien. Maar zelfs dat wil de mens niet zien. De mens is een snelheidsduivel, een rokkenjager. De mens wil het nu. De mens wil nu de gouden straten. De mens wil NU antwoord, en God moet aan zijn voeten liggen. De mens is verdwaasd, verdwaald, hopeloos verloren. Daarom heeft Johannes 3:16 ook een keerzijde, dat degene die de Zoon niet gehoorzaamt het leven niet zal zien, en de oordeelsprofeten weten ook wat dat betekent. Oordeelsprofeten zijn als hemelse wolven, en het verdwaalde en verharde zal zeker niet gespaard worden. Hemelse wolven door een code, door instincten van een bepaalde dieper liggende cosmische orde. Kersten stelt dat door de prediking van het Woord Paulus de Galaten zoekt wederom te baren, en hij had de Korinthiers door het Evangelie geteeld. Wat in de baarmoeder gebeurd is zeker niet het eindproduct, maar wel een belangrijke fase waar de vrucht door gaat. Cultuurbarbarisme moet dus zelf ook aan banden worden gelegd. Het mocht eens een hemels teken en een hemelse verzegeling zijn. Verbrand niet zomaar alle schepen achter je, want dat is zeer onwijs. Je mocht het nog eens nodig hebben. Sommige mensen verbranden zoveel dat ze op een bepaald moment niets meer over hebben. Op is op. Zij hebben hun leven verspild als de verloren zoon. Het is dan tijd om terug te keren en opnieuw te beginnen. Kersten stelt dat Ezechiel aandrong als een herder achter de schapen betaamt. Hij stelt ook dat in het Woord een dubbele werking is, dat er melk in zit voor de zuigelingen, maar ook vast voedsel voor de opgegroeiden. Niemand is te klein om van de prediking vrucht te ontvangen, stelt Kersten, ook al was het in de taal des tijds, maar we mogen blij zijn dat het Woord vlees werd en verzegeld tot ons kwam, anders zou het ons verblinden en vernietigen. Kersten stelt hierbij ook dat het niet om het Woord op zich gaat, maar dat de hemel het Woord vruchtbaar maakt. Het begint met zaad. Het zaad is niet het eindprodukt, maar

draagt alleen de kiem, en moet eerst sterven, en dat moet in ons hart gebeuren. Dan kunnen we klagen over het zaad en erover jammeren. Maar zaad is zaad. Zaad moet bepaalde eigenschappen hebben, aan bepaalde dingen voldoen, anders kan het de levenskiem niet dragen. Het zaad is dus de nodige verzegeling van de levenskiem, anders zou de levenskiem verloren gaan. Daarom is het zo belangrijk dat de mens de hemelse landbouw principes kent en leert. Juist de sacramenten, de waartekenen en de zegelen dus, zijn er dus voor om het hemelse evangelie beter te verstaan, en ook weer te verzegelen, te beveiligen, stelt Kersten. Het zijn voorbeelden, hulpmiddelen, steigers ook. Uiteindelijk zal het voorhangsel scheuren, maar de mens mag dit niet voor zijn tijd doen. Dat zou ook een soort van geestelijke verkrachting zijn, of een geestelijke miskraam. Het is hetzelfde als zwangere vrouwen inde buik trappen, waar we het al wel eens eerder over gehad hebben. Dat doet de mens graag, als een echte snelheidsduivel, een speed demon. Kersten stelt dat de waarde van deze tekenen en zegelen zowel niet oppervlakkig onderschat als overschat mag worden. Hij stelt dat in deze krachtige ontsluiting en verzegeling omtrend de natuurvrouwen dit wordt geantwoord : ‘Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm.’ Kersten wijst er vervolgens op dat zowel het Woord als de sacramenten op zichzelf niets kunnen geven, en dat Rome dit niet begrijpt, want bij Rome gaat het om de uiterlijkheden. Men gaat daar helemaal in op zodat er niets anders meer is, en voor niets anders nog ruimte is. Zo is ook het werk wat zij doen allemaal uiterlijk. Nederland is lang onder Rome en Spanje geweest, maar met de reformatie begon uiteindelijk ook de tachtigjarige oorlog van het verzet. Was het allemaal koek en ei ? Totaal niet, maar het was wel een begin, zo goed en kwaad als het ging. Kersten wijst ook op deze oorlog. Ook daar was het Woord vlees geworden. Ook daar stierf het Woord en vervormde het Woord zich, maar het was een belangrijke fase voor de wedergeboorte van Nederland. De natuur moeders van de heidelbergse catechismus, van 1563, brachten de geuzen voort, als een beeld van het Nederlandse zoonschap, en toen in 1568 begon de tachtig jarige oorlog, het verzet, de Nederlandse opstand tegen de Spaanse onderdrukker, de Spaanse tiran. Landgeuzen en watergeuzen met messen tussen hun tanden, tegen het Spaanse gezag. Zijn wij Heidelbergse germaanse geuzen of zijn wij paapse ijdeltuiten, snelheidsduivels ? Verzwagering met Rome is hierin fataal, stelt Kersten. Hij stelt dat er bloedige sacramenten waren in het OT die slechts een heenwijzing waren, en nu zijn er de onbloedige sacramenten. Dit zijn dus de nodige simulators. Het staat slechts ter model. Er waren zowel bosgeuzen, wilde geuzen, als watergeuzen, en het woord komt van het Franse gueux, wat bedelaar betekent en schooier, maar wat werd gebruikt voor de calvinistische

verzetsstrijders die tegen het overmaterialistische spaanse bewind streden, want het kan ook hongeraar betekenen, de soberen, die leven in de rauwe, primitieve, natuur, als wilden om zo aan het oordeel over de stad te ontkomen. Zij gingen niet losbollig om met godsdienst zoals vandaag de dag in de new age, even voor god spelen zolang de tijd duurt. Nee, zij leefden in heilige vreze, en wisten dat als ze god zouden zien, dan zouden ze sterven. De geuzen, de honger-strijders, waren kinderen van de reformatie, kinderen van Heidelberg, harde werkers, zowel in de mijnen als op de wijngaarden. Zij namen geen genoegen met het tafelschuimende, vraatzuchtige, verstadste modernisme. Uiteindelijk verdreven zij de spanjaarden. Nederland is dus gebouwd op wilde geuzen fundament. Ben je aan boord of loop je nog met Spanje aan te pappen ? De wilde geuzen waren opgeleid door de amazones van Heidelberg, die ze niet gezien hadden, alleen van achteren, zoals Mozes God ook alleen van achteren had gezien, alleen het zegel, het voorhangsel. Toen Mozes van de berg afkwam moest hij een bedekking dragen, anders zou het volk het niet kunnen verdragen. In de Bilha staat dat de achtersten, de billen, van de amazones, de hemelse natuurvrouwen, de patriarchie zullen verbreken, dus dit hele proces dat het Woord vlees wordt. Het wordt de hemelse baarmoeder genoemd, duistere kennis. Hier kwamen de wilde geuzen, de wilde jongens, uit voort. Uiteindelijk leidde dit tot de bevrijding van Nederland. Het heeft te maken met de duistere sleutel van zondag 25. Lesvragen bij hoofdstuk 11 : 1. Toon het gevaar van de mobiel aan. 2. Wat zijn geuzen ? 3. Welke soorten geuzen zijn er ? 4. Door wie werden de geuzen opgeleid ? 5. Tegen wie streden de geuzen en waarvoor streden zij ? 6. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 12 zondag 26 en de imkers van heidelberg Goed lezen is een kunst. De mens leest graag over dingen heen. Zo kan dit leiden tot al te hete hoofden en al te koude harten. De mens is een snelheidsduivel. Michael Jackson had in de tachtiger jaren een zware strijd met de snelheidsduivel, waar hij ook een lied over schreef op het Bad album. Ik heb altijd geweten dat het profetisch gezien een van zijn belangrijkste liederen was. Hij spreekt de snelheidsduivel direct aan, en het komt er op neer dat de snelheidsduivel hem opjaagt, hem op de hielen zit. Hij beschrijft de snelheidsduivel als een toekomst duivel, en daarom wil Michael Jackson leven alsof er geen toekomst is, dus preteristisch, in het verleden. Alles is al gebeurd. Telkens weer zegt de snelheidsduivel tegen hem dat hij zijn kaartje in orde moet krijgen. Wat voor kaartje hebben we het dan over ? Eeuwenlang al klaagt de mens over het opgedrongen ‘merkteken van het beest’. Niets nieuws onder de zon. Maar guess wat ? De mens gaat niet aan de slag met dit merkteken, komt de wortels niet onder ogen, herziet het niet, dus het blijft. De mens neemt het onderwijs over het merkteken niet aan, want de mens is geheel volgens de wetten van de snelheidsduivel teveel met de toekomst bezig, de matrix om zich heen, alsof zijn situatie zo uniek is, terwijl Petrus zei dat het de mens niet moest bevreemden zo beproefd te worden, alsof het iets vreemds zou zijn. Voor hen die het hemelse onderwijs niet navolgen en van de geschiedenis niet leren is het zeker iets vreemd. Zondag 26 draagt een groot geheimenis over de ware betekenis van de doop. Vraag 71: Waar heeft Christus ons beloofd, dat Hij ons even zeker met zijn bloed en Geest wil wassen, als wij met het doopwater gewassen worden? Antwoord: Bij de instelling van de doop, die aldus luidt: Gaat heen, onderwijst alle volken en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, Matt. 28:19. En: Wie geloven zal en gedoopt zal worden, die zal zalig worden. Maar wie niet geloven zal, die zal veroordeeld worden, Marc. 16:16. Deze belofte wordt herhaald waar de Schrift de doop het bad der wedergeboorte en de afwassing van de zonden noemt.

Hele christelijke taal, maar wat betekent het ? Je kan niet eeuwig overstuur blijven over het merkteken van het beest, maar moet het vervormen, hervormen, reformeren. De doop wordt hier onlosmakelijk genoemd met het onderwijs. Alleen het hemels onderwijs, wat wij ook door moeten geven aan anderen, zal ons dopen. Dat is dus een geestelijke doop, dus een ritueel zou dat alleen maar kunnen verbeelden maar niet kunnen vervangen. De doop kwam in de plaats van de besnijdenis, als een onbloedig sacrament na een bloedig sacrament, maar het wil wel zeggen dat het hemels onderwijs daardoor besnijdend is. De ware doop is dus gewoon het waterbad van het hemelse woord, oftewel het hemelse onderwijs door je heen laten stromen, en niet zomaar oppotten voor je zelf, want er ligt dus een zendingsbevel onlosmakelijk verbonden aan de doop. Je kunt dus alleen waarlijk gedoopt worden als je ook anderen doopt. Zo mag de hemelse doop in je groeien. Hoe kom je van de snelheidsduivel af ? Zoals Michael Jackson het zong moeten we leven alsof er geen morgen is, geen toekomst. M.a.w. Verleden, heden en toekomst moeten met elkaar in balans komen, en men moet niet over de limieten gaan, de dagelijkse limieten. De mens neemt veel te veel toekomst tot zich, en veracht het verleden. Dichters zijn ervoor om de momenten en herinneringen gevangen te nemen en ze te veranderen, ook te ontmaskeren. Zij zijn dus duidelijk preteristisch. Werken in de mijnen van het verleden. De rest is illusie. Er is geen makkelijke ontsnapping tot de verloren geschiedenis. De wachters van Heidelberg jagen op de mens, als snelheidsduivels, en je kaartje moet in orde zijn. Ontsnap via de vijftiger jaren dieper het verleden in, want de vijftiger jaren waren de jaren van wederopbouw na nazi Duitsland. Dan moet er gegaan worden tot de diepere wortels van Duitsland, tot Heidelberg dus. Laat de vijftiger jaren diep tot je doordringen en doe onderzoek in de vijftiger jaren, want er is geen snelle tunnel tot de jaren 1500. En om tot de vijftiger jaren te komen : Graaf gangen door de zestiger jaren. En om daar te komen kun je de zeventiger en tachtiger jaren gebruiken. Kom los van de valse toekomst en het valse nu, van de massa matrix media en zijn wachters. Afkicken van de nu-drugs en de toekomst-drugs, van overmatig heden en toekomst, van geschiedenis-verachting, want juist die drugs houdt een mens vast in de matrix. Er is dus een hoger en een lager Heidelberg. Ook tot Heidelberg ging de rattenvanger, met grote beloftes, om kinderen te roven. Repelsteeltje beloofde hen goud, maakte stro tot goud, maar in ruil voor de kinderen. En hij leidde hen tot de fokkerijen van het lagere Heidelberg. Dus ga bezig met de geschiedenis cellen, als in een bijenkorf, en laat je niet voor de gek houden

alsof er nog dingen bijkomen, want er kunnen alleen nog maar dingen uitkomen, uitgehaald worden, als honing. De mens moet dichterlijk aan de slag met de geschiedenis cellen, en niet misleid worden door de snelheids duivels van een valse toekomst. Bouw geen zandkastelen en luchtkastelen, want de zee zal alles wegspoelen. Dichterlijk of overdramatisch ? De hemel heeft genoeg aan zijn eigen hemelse drama. Dat is de drama van het kruis, geen wereldse drama van het vlees. Het vlees is een overmatige drama maker, een echte zeurkous, die het dichterlijke veracht, die het hemels onderwijs veracht en op een lager plan zet, want hij laat zich leiden door aardse, verdichte media van snelheidsduivels, een media motorbende. Hoe wordt je een bewoner van Heidelberg ? Ook door als een imker in de imkerijen van Heidelberg te werken, en daar zijn voorschriften voor. Naast het werken in de Heidelbergse mijnen en op de Heidelbergse wijngaarden zijn er dus Heidelbergse imkerijen, om los te komen van de snelheidsduivels van het modernisme, het lagere Heidelberg, met hun foto-ziektes en goudkoortsen, als volgelingen van Repelsteeltje. Elk geroofd kind wordt direct op de foto gezet, hele foto albums komen ervan, en het kind wordt verafgood om het in slaap te sussen, alsof er niks aan de hand is. Het kind wordt gegroomed. Zondag 26 zegt dan : Vraag 69: Hoe wordt u in de heilige doop eraan herinnerd en ervan verzekerd, dat het enige offer van Christus, aan het kruis geschied, u ten goede komt? Antwoord: Op deze wijze, dat Christus dit uiterlijk waterbad heeft ingesteld en daarbij heeft beloofd, dat ik even zeker met zijn bloed en Geest van de onreinheid van mijn ziel, dat is van al mijn zonden gereinigd ben, als ik uiterlijk met het water, dat de onreinheid van het lichaam pleegt weg te nemen, gewassen ben. En natuurlijk ligt daar het waterbad van de geschiedenis, want daar ligt het hemelse Woord verborgen. Het is al gegeven. Het zijn imker geheimen. Vraag 70: Wat betekent dit: met het bloed en de Geest van Christus gewassen te zijn? Antwoord: Het wil zeggen, van God – uit genade – vergeving van zonden te hebben omwille van het bloed van Christus, dat Hij in zijn offer aan het kruis voor ons vergoten heeft. Verder ook door de Heilige Geest vernieuwd en tot leden van Christus geheiligd te zijn, opdat wij hoe langer hoe meer aan de zonden afsterven en een godzalig en onberispelijk leven leiden.

Als we het dus over de Heilige Geest hebben, dan hebben we het over de vergeestelijking, niet als afgod. We hebben het over wat de indianen de Grote Geest noemen, over innemenheid, de koestering van het verleden, de dankbaarheid, en dat kan alleen door Heidelbergse dichterlijkheid, niet door modern dramatisme en zeurkouserij. Zondag 26 gaat ook over het offer. Er moeten zeker offers gebracht worden tot de geschiedenis. De mens heeft heel wat goed te maken, en kan het allemaal niet zo laten liggen zoals het is. Doop en kruis zijn dus aan elkaar verbonden, als Woord en Kruis, geschiedenis en kruis. Wat voor kruis houdt je over als je dat gaat lopen wegkappen ? Een gouden new age kruis. Repelsteeltje heeft zijn eigen kruis. Ook de media motorbendes hebben hun kruis. Het is een clankruis. Het is hun merkteken. Trouwe volgelingen ontvangen het, die het ook getrouw doorgeven in het roddel netwerk. Als je in Heidelberg baadt, in de natuurwateren, in natuurrivier en natuurmeer, of in de zee, dan ga je terug de geschiedenis in, als een ware goede herder, om het goed te maken. Dat is wat de ware hemelse doop is. En dit is niet los van het kruis. Het is ook niet los van het Woord, niet los van het hemels onderwijs. Ook Klaas Schilder hamert op deze verbanden in zijn bespreking van zondag 26. Kersten stelt dat zo de mens tot zelfkennis komt en de taal van het geloof van de bruidkerk leert te verstaan om zo te zeggen : ‘Ik ben zwart, doch lieflijk (gij dochteren van Jeruzalem) gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen van Salomo. De mens is hemels vuil geworden van de moeder aarde, van de moeder geschiedenis, van haar oer en orion, en is zo rein en liefelijk geworden. Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van degene die hemels nieuws brengt. Zij zijn op de bergen, in de natuur, in de aarde, niet feestend in de stad. Zij zijn teruggegaan in de geschiedenis. En de doop is een verzegelende macht. Er komt water tussen ons en God, als een middelaar. Er komt aarde tussen ons en God, en dat is maar goed ook, want niemand kan God zien en leven. Laten we blij zijn met deze bedekkingen, met de gordijnen van Salomo. Als imker heb je ook een speciaal pak nodig, anders wordt je door de bijen verslonden. Kersten waarschuwt voor hen die ‘geen leer, maar leven’ willen. Zij willen alles doen en bewerken door hun eigen vleselijkheid, hun eigen vleselijke inspanning en oefening. De farizeer is vreemd van de ware heiligmaking, stelt Kersten. Ze stellen ook allemaal eisen die onmogelijk te vervullen zijn. ‘Zonder Mij kunt gij niets doen’ is een principe wat de mens leert in de wijngaard. Dat is iets wat je moet leren verstaan door de Heilige Geest, stelt Kersten. Dan gaat de mens zien hoe zondig, arm en ellendig hij is, maar tegelijkertijd rijker, heiliger en gelukzaliger, stelt Kersten. Weer is er die tweedeling. Het is belangrijk dit te beseffen. Anders loop je in een waanwereld. Als Kersten dan zegt : ‘Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam des doods,’ dan is dat iets wat niet in new age groepen of door de media gepredikt wordt. Hij wijst op de boetvaardigheid van David in psalm 51 bij de bespreking van deze zondag. De snelheidsduivel zal het daar nooit over hebben, want het remt af. Daarom heeft de snelheidsduivel

het ook niet over de armen en de dieren in de holocaust, want het remt af. Geschiedenis remt af. Het kruis remt af. Het wordt door de snelheidsduivel systematisch afgewimpeld, veracht en gehaat. Het wordt weggewoven. Het is een gimmick. Snelheidsduivels zijn nog wel erger dan leprechauns, en velen leven op het niveau van de snelheidsduivel in dit tijdperk. Dan worden er vieze gezichten getrokken van ‘Ehhh, dat lus ik niet.’ Verwende kindertjes, snelheidsduivels. Als alcohol hiaten in het brein, skippend door de hemelse albums. ‘Het is niet echt mijn ding,’ zeggen ze dan. En dan zetten ze hun eigen snelheidsduivelse liedjes op, en dan kan het vlees zichzelf weer in slaap sussen. Het geweten wordt diep weggedrukt, vermoord. Het is een grote misdaad. Sluw vegen ze dan ook nog de mond af en zeggen : ‘Ik heb niks gedaan.’ De mens ziet niet hoe ellendig ze is. Kersten waarschuwt dat we niet moeten sterven zoals we geboren zijn. Daarom moet de mens bezocht worden met de roe en bittere tegenheden, opdat de heiligheid deelachtig wordt gemaakt, stelt Kersten. Daarom moeten ook al onze krachten verbroken worden, opdat we zoals Jakob op Pniel kreupel zullen heengaan, stelt Kersten, want ware hemelse kracht wordt volbracht in zwakheid. Dat is het cosmische spasme van de oordeelsprofeten. Dat oordeel gaat allereerst over hun eigen vlees. Oordeelsprofeten zijn dus geen krachtpatsers, rambo’s en andere supermannen, maar gekruisigde wilden, met ingewikkelde trauma’s, met sociale stoornissen. Het zijn geen allesweters die van alle markten thuis zijn. Ze moesten volkomen mens worden, want het Woord moest vlees worden. Het is geen voor de hand liggende weg. God’s wegen zijn ondoorgrondelijk. Dan moet er een balans komen tussen verleden en toekomst. De snelheidsduivel strijdt tegen deze balans. De mens moet aan deze balans werken in de mijnen, wijngaarden en imkerijen van Heidelberg. De mens moet tot de natuur van Heidelberg gaan, de bossen, om daar naar zijn weerspiegeling te kijken in de bosrivier om zo zijn geuzen zelf te zien. Dan vindt het wonder van de 80-er jaren plaats, een van de machtigste momenten in de muziek, in 1987, dat de snelheidsduivel een kwartslag wordt gedraaid, zoals in het het gelijknamige lied van Michael Jackson, waarin er dan een hele subtiele toonsverhoging plaatsvindt die het lied een hele andere lading geeft. Er wordt daar dus een portaal geopend, net zoals hij dit doet in het metro station in de Bad clip als hij een confrontatie heeft met gangsters. Hij rukt dan iets open. De balans tussen verleden en toekomst, de snelheidsduivel vindt het maar niks. Dan raast hij weg op zijn brommertje. Waar naartoe ? Dat zullen we misschien gaan zien in een volgende aflevering. We zijn nog lang niet klaar. De tocht terug naar Heidelberg is nog maar net begonnen. De snelheidsduivel is een heel min mannetje. Alle wachters van Heidelberg zijn snelheidsduivels,

minne mannetjes. Het zijn afleiders, om de tuin leiders. Het zijn de lieden van ‘foutje bedankt’ en ‘wir haben es nicht gewust’. Het zijn immers snelheidsduivels, en als ze over de kop vliegen dan zijn ze er geweest. Verwacht er niet teveel van, maar onderschat ze ook niet. Hoe word je een inwoner van Heidelberg ? Het is iets tussen jou en moeder Heidelberg, tussen jou en moeder geschiedenis. Als je de geschiedenis lessen op de Heidelbergse school niet volgt of veracht, op een lager plan zet, inclusief bijbel onderwijs, dan kom je niet binnen. Marcus 16 zegt : ‘Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden.’ Dit is iets zinnebeeldigs dus. Helaas hebben de snelheidsduivels dit verletterlijkt, maar in de vergeestelijking is het dus wel degelijk belangrijk en waar. Lesvragen bij hoofdstuk 12 : 1. Leg uit wat de ware doop betekent. 2. Leg uit waar de vijftiger jaren voor stonden. 3. Wat wordt er bedoeld met de Heilige Geest ? 4. Leg uit hoe je een inwoner wordt van Heidelberg. 5. Geef een korte samenvatting over het hoofdstuk. 6. Wat viel je het meeste op aan het hoofdstuk ? hoofdstuk 13 zondag 27 – de geestelijke waarheid van de kinderdoop Dieren in slachthuizen worden volgepompt met antibiotica en hormonen, gedwongen. Ook mensen worden soms gedwongen lichaamsvreemde stoffen binnen te nemen. Denk aan de tandarts, die net

als de slager nog gewoon rustig zijn misdaden op grote schaal kan uitvoeren, omdat het gewoon nog past in en tussen de menselijke systemen. De mens klaagt al vanaf het begin der schepping over het merkteken van het beest wat hem wordt opgelegd, maar laten we dit in balans houden met het omzien naar de dieren, en er zo shamanistisch mee bezig zijn. Snelheidsduivels hebben hier geen tijd voor. Die voeren deze beroepen uit, of klagen slechts over henzelf en zien de grotere verbanden niet. Ben je al aan het vegangeliseren ? Ben je het zendingsbevel al aan het uitvoeren ? Want dat is dus wat de ware doop inhoudt, en zij die geloven en gedoopt zullen zijn zullen behouden worden. Denk niet dat je op je lauweren kunt rusten en dat de wereld om je heen vanzelf wel zal veranderen. Zaai met het goede zaad, anders zal er niets gebeuren. Dat is de boodschap van zondag 26. Een van de grootste arena’s in de gereformeerde kerk is altijd geweest : Kinderdoop of volwassen doop. Het heeft geleid tot een heleboel hete hoofden en koude harten, grote kerkscheuringen. Ik heb het altijd een interessant onderwerp gevonden, want wat is hier nu daadwerkelijk gaande ? Waarom is dit nu zo’n heet hangijzer, en gilt de mens hierover als een mager speenvarken ? Worden je laatste centjes afgeroofd over dit onderwerp ? Waarom is de mens hierover zo heetgebakerd ? Uiteindelijk gaat het om het hart, en dit zijn maar beelden. De doop stond in verband met de behoudenis, dus ouders wilden het zekere voor het onzekere nemen, dus lieten het kind dopen. Ook was het een middel om een kind aan God op te dragen. Maar in de context van zondag 26 krijgt het een veel diepere betekenis, namelijk dat het hemelse zoonschap opgenomen wordt door de moeder om door haar te worden onderwezen, en ook door haar wordt uitgezonden. De kinderdoop is dus een oproep tot de zoon om te luisteren. Dat is de ware kinderdoop. Het zendt de zoon uit na het Woord te hebben ontvangen, het waterbad, en leidt de zoon dan hierin. Dus wat is dan de boodschap : Velen die als kind gedoopt zijn hebben de ware hemelse kinderdoop dus nog nooit ontvangen, en mogen hierom vragen en hiervoor open staan. Ben je al als kind gedoopt ? Maar dan moet je wel eerst als een kind worden. Dan moet je wel eerst het zoonschap aannemen en luisteren naar je hemelse moeder, anders zal de kinderdoop nooit kunnen komen. Klaas Schilder roept daarom bij deze zondag op tot zelf onderzoek. Hij wijst daarbij op Romeinen 9 dat alleen door Izaak, de zoon van Abraham dus, er van nageslacht wordt gesproken. Het is niet genoeg om alleen maar nageslacht van Abraham te zijn, want de mens moet ook het zoonschap op zich nemen, om in aanmerking te komen voor die kinderdoop. Het is iets groots, de geheimenissen van de zondagen, van Heidelberg. Toen ik met zondag 27 van de kinderdoop bezig ging toen was er een aanwezigheid om me heen, en die drukte zo zwaar op me van heiligheid dat ik mijn hoofd wel moest buigen, en mijn schouders, me laag moest houden. Ik

durfde niet op te kijken vanwege een hemels licht, wat geen daadwerkelijk licht was, maar een aanwezigheid, als een hemelse leeuw of leeuwin. Het was een groot geheimenis, en het werd steeds zwaarder, en ik boog toen nog dieper voor een paar minuten, terwijl ik niet durfde op te kijken. ‘Dit volk luistert niet. Zij jakkeren en jagen maar voort. Ik heb u geroepen. Sta op, mijn zoon,’ werd er gesproken. Ik kon pas toen weer opstaan. Iedereen is in principe geroepen. Dit is slechts standaard zondag 27, maar velen zijn snelheidsduivels en merken het niet op. Velen nemen niet als Mozes de tijd om de berg te beklimmen, maar bouwen een gouden kalf in het dal. Voel je het ? De kinderdoop was dus iets geestelijks. Het was een heilig moment, de kinderdoop geherintroduceerd, maar dan op een hemelse manier, een kwartslag gedraaid. Kersten noemt psalm 45, waarin ook staat : 11 Hoor, o dochter, en zie, en neig uw oor, vergeet uw volk en het huis van uw vader, 12 laat de koning uw schoonheid begeren, want hij is uw heer; buig u dus voor hem neder. Kunnen wij alles achter laten voor de hemelse principes ? Wij hoeven niet te buigen voor de geschiedenis, maar voor de diepere, hemelse lessen in de geschiedenis. Kersten noemt ook psalm 105:6 : 6 gij nakroost van Abraham, zijn knecht, gij kinderen van Jakob, zijn uitverkorenen. Jakob kwam tot het zoonschap in zijn worsteling op Pniel, waar hij alles tot krijgsgevangene moest maken, en zelf tot hemels krijgsgevangene moest worden, om zo als een ware zuigeling het hemelse onderwijs binnen te gaan, als een ware kinderdoop. Hij moest buigen tot het leeuwengeheim, de koning van de natuur. De koning is ook de voet in het Grieks, oftewel de geschiedenis. Hoe liefelijk op de bergen zijn de voeten van degene die het goede nieuws draagt. Dat is de geschiedenis, dat is Heidelberg. Heeft de mens geluisterd ? Nee, echt geluisterd ? Nee, de mens was en is een snelheidsduivel. Geen tijd, geen tijd, hoe zeer het me ook spijt. De mens is nog niet tot het geheimenis van de kinderdoop gekomen, het geheimenis van zondag 27. Spanje is een westers Jodendom, ook van de geestelijke wortels losgekapt, want ze laten nog steeds stieren bloeden in hun arena’s om van hun zonden vergeven te worden. Daarom is het zendingsbevel zo belangrijk, de

vegangelisatie, de vergeestelijking van deze dingen. Daarvoor moet je als kind gedoopt zijn, laten we eerlijk wezen. Je komt niet ver zonder deze doop. Juist door de vegangelisatie kun je de kinderdoop ontvangen, want het is het zendingsbevel van het zoonschap. Psalm 105 spreekt ook over de shamanistische taak van Jozef : 16 Toen Hij hongersnood opriep over het land en alle staf des broods verbrak, 17 zond Hij een man voor hen uit: Jozef werd als slaaf verkocht; 18 men knelde zijn voeten in boeien, hij kwam in de ijzers 19 tot de tijd, dat zijn woord uitkwam, de uitspraak des Heren hem in het gelijk stelde. 20 De koning zond heen en liet hem los, de heerser der volken maakte hem vrij; 21 hij stelde hem tot heer over zijn huis, tot heerser over al zijn bezit, 22 om zijn vorsten te binden naar zijn goeddunken, en zijn oudsten leerde hij wijsheid. Als laatste noemt Kersten ook psalm 22 over de kruiziging : 30 Alle welgedanen der aarde eten en aanbidden; voor Hem knielen allen die in het stof nederdalen, en wie zijn ziel niet in leven kan houden. 31 Het nakroost zal Hem dienen, er zal van de Here verteld worden aan het komende geslacht; 32 zij zullen zijn gerechtigheid verkondigen aan het volk dat geboren zal worden, omdat Hij het gedaan heeft. Alleen door het kruis is er een kinderdoop, en het houdt een grote belofte in. In de psalmen wordt hier rijkelijk van gesproken, en Calvijn heeft er rijkelijk van gesproken, en zo doet de Heidelbergse catechismus. Snelheidsduivels zullen het niet zien, die gaan te snel. De hermitatische synode van 2005, de 17 artikelen van de hermitatische vrijmaking, door God gegeven, riepen niet op tot slechts

het ontkrachten van de bijbel en geschriften zoals de Dordtse leerregels, maar tot verdieping en vergeestelijking ervan. Het was dus een oproep om deze geschiedenis geschriften profetisch te benaderen. Ze wezen op de Schrift als ‘een verborgen, geestelijke en symbolische boodschap voor hen die de Heere God waarlijk liefhebben.’ Het Woord moest door de Geest levend gemaakt worden (artikel 3). Hoevelen zijn er wel niet van de gnosis die deze artikelen van Godswege gegeven veracht hebben, op een lager plan hebben gezet, alsof het er niet toe deed, alsof het niet van belang was, en zijn toen op hun door de duivel aangeboden motor gestapt om als snelheidsduivels weg te rijden, de duisternis in ? Zij zijn tot valse volwassenen geworden, en hebben de hemelse, ware kinderdoop veracht. Keer terug tot onze hermitatische grondslagen, zonder welken wij ons werk niet zouden hebben kunnen doen. Na Jozef moest Mozes wel komen, stelt psalm 105 : 23 Toen Israël naar Egypte gekomen was, en Jakob als vreemdeling vertoefde in het land van Cham, 24 maakte Hij zijn volk zeer vruchtbaar en machtiger dan zijn tegenstanders. 25 Hij veranderde hun harten, zodat zij zijn volk haatten en listig handelden tegen zijn knechten. 26 Hij zond Mozes, zijn knecht, en Aäron, die Hij Zich verkoren had. 27 Zij deden onder hen zijn aangekondigde tekenen en wonderen in het land van Cham. 28 Hij zond duisternis, maakte het duister; en zij waren tegen zijn woorden niet weerspannig. 29 Hij veranderde hun wateren in bloed en deed hun vissen sterven; 30 hun land wemelde van kikvorsen, zelfs in de kamers van hun koningen. 31 Hij sprak, en er kwamen steekvliegen, muggen over hun ganse gebied. 32 Hij maakte hun regens tot hagel, gaf laaiend vuur over hun land; 33 Hij sloeg hun wijnstok en hun vijgeboom en verbrak het geboomte in hun gebied. 34 Hij sprak, en er kwamen sprinkhanen,

verslinders zonder tal; 35 zij aten al het groene kruid in hun land en aten de vrucht van hun akker. 36 Hij sloeg alle eerstgeborenen in hun land, de eerstelingen van hun ganse kracht. 37 Hij voerde hen uit met zilver en goud, en er was in hun stammen niemand die struikelde. 38 Egypte verheugde zich, toen zij uittrokken, want vrees voor hen was op hen gevallen. 39 Hij breidde een wolk uit tot bedekking, en vuur om de nacht te verlichten. 40 Zij vroegen, en Hij deed kwakkelen komen, met brood uit de hemel verzadigde Hij hen. 41 Hij opende de rots, en wateren vloeiden, zij stroomden door de dorre streken als een rivier; 42 want Hij gedacht aan zijn heilig woord, aan Abraham, zijn knecht. 43 Hij voerde zijn volk uit met blijdschap, zijn uitverkorenen met gejubel. 44 Hij gaf hun de landen der volken, zodat zij de arbeid der natiën beërfden, 45 opdat zij zijn inzettingen zouden onderhouden, en zijn wetten bewaren. Halleluja. Door Jozef was de mens van de honger verlost, maar toen ging de mens tot de andere extreem. Daarom moest de honger weer terugkomen, ditmaal een hemelse honger. Mozes leidde het volk daartoe veel verder de wildernis in. De mens moest weer tot zijn eerste liefde teruggaan, want de mens was afgedwaald. Mozes moest de kinderen dopen in de wateren van de woestijn, in de wateren van de wildernis. Zijn wij al tot dit punt gekomen ? Of leven wij nog als vorsten in Egypte, niet wetende dat wij voor de gek worden gehouden en slechts slaven zijn ? Mozes bracht het vegangelie, liet de diepere demonologie zien. Hij bracht het vleesgeworden Woord tot leven.

Lesvragen bij hoofdstuk 13 : 1. Leg uit wat de kinderdoop betekent. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 14 zondag 28 en het vegangelie Het ware avondmaal is het voeden van de armen, het onderwijs, de vegangelisatie. Het is het avondmaal van het Woord, want niet alleen van brood zal de mens leven. Als het Woord wordt gepredikt zullen er wonderen en tekenen volgen, wordt het goede zaad gezaaid, wordt de vloek verbroken, en komt de mens tot de zegen, maar wat is de zegen ? Dit is allereerst het kruis van saamhorigheid, als een lid lijdt lijden alle leden. Het plaatsvervangend lijden is altijd het fundament geweest van ons werk, maar dit is profetisch, niet roekeloos. Allereerst gaat dit om het deelachtig gemaakt worden aan het lijden van moeder natuur, zodat de mens niet het vlees dient, voor het vlees lijdt en werkt. Deze boodschap is niet populair maar voor de enkelingen, het overblijfsel, en die zullen komen uit alle stammen, uit de zee en de aarde. Ook de boodschap over demonen en de tandarts is niet populair, want de mens denkt liever niet na over dingen die in hen zijn die daar niet horen. De mens schuift dat liever weg om de drugs te nemen die de mens voorliegt alsof alles goed zou zijn. Nee, want als de mens in demonen zou moeten geloven, of dat die in de mens zelf zijn, en dan het hele verhaal over de tandarts, dan zou er werk aan de winkel zijn, dus vrolijk verzint de mens daar verhaaltjes omheen alsof het nog niet in de mens zit, maar dat het alleen maar een dreiging is, en daarom vrezen ze de toekomst, terwijl ze er eigenlijk al inzitten. Het zijn allemaal verhaaltjes en fabeltjes van de snelheidsduivel. Die schuift alles weg tot de toekomst, en van uitstel

komt afstel, en ondertussen kan hij nog even doorracen, en zo vergooid de snelheidsduivel zijn leven. De snelheidsduivel houdt van tijdelijke magie, en de eeuwige waarden veracht hij. Het diepe doorvorsen van de dingen haat hij. Het is hem te confronterend. Het komt dan te dichtbij. Zo is er dan het fundamentalistische christendom die alles in snelle vaart verletterlijkt en vervleselijkt, en naar de toekomst schuift, en dan is er aan de andere kant de new age die alles in een groot licht laat samensmelten in het grote vrijheidsdenken en eenheidsdenken. Niets hoeft meer. Alles is er al. Over het kruis en demonen wordt niet gesproken. Dit zijn twee zijden van dezelfde medaille, van dezelfde snelheidsduivel die twee gezichten heeft. Voor elk wat wils, en ook hen die eerst gretig de gnosis aannamen misleidt hij. Velen misbruiken de gnosis alleen maar om los te komen van het christendom. Ze hebben haar vertrapt met hun snelle auto’s, omvergereden. Zondag 28 gaat over het avondmaal. Klaas Schilder stelt dat het avondmaal onlosmakelijk verbonden is aan het Woord. De beker is een beeld van het shamanisme, de goede herder, van het diep in de put gaan, tot de armen en de verlorenen, om hen te voeden met het Woord : vegangelisatie, die wijst op de demonologie als vervanging van vlees, vergeestelijking van het vlees, de verdieping ervan. Demonologie is niet populair omdat men dan het vlees zou moeten opgeven. Demonologie is overigens iets metaforisch, iets dichterlijks. En al helemaal wil men niet weten van territoriale demonologie, waarin de heersersgeesten worden besproken, want men dweilt liever met de kraan open. Men doet liever aan pappen en nathouden, waar velen een markt in hebben gevonden, lekker aan symptoom bestrijding doen om er stinkend rijk en machtig van te worden. Dat is ook het verschil tussen goede herder en huurling, waarover Kersten ook spreekt. De huurling vliedt wanneer gevaar dreigt en laat de schapen aan zichzelf over. De huurling is er zeker niet na kantoor uren. Het gaat hem om het geld en de macht. Kersten noemt dat de goede herder in tegenstelling zijn leven voor de schapen stelt, en noemt dan David als voorbeeld, die zijn kudde niet aan het wild gedierte overgaf, maar een leeuw en een beer versloeg om het volk te redden. Kersten noemt psalm 73 : 3 Want ik was afgunstig op de hoogmoedigen, toen ik de voorspoed der goddelozen zag. 4 Want moeiten hebben zij niet, gaaf en welgedaan is hun lichaam;

5 in de kwelling der stervelingen delen zij niet, en met andere mensen worden zij niet geplaagd. 6 Daarom is de trots hun een halssieraad, het geweld omhult hen als een kleed; 7 hun ogen puilen uit van vet, de inbeeldingen van hun hart lopen over; 8 zij spotten, en boosaardig spreken zij van verdrukking, zij spreken uit de hoogte; 9 ze zetten een mond op tegen de hemel, en hun tong roert zich op de aarde. 10 Daarom wendt zijn volk zich hierheen, en als water in overvloed wordt het door hen geslorpt; 11 zij zeggen: Hoe zou God het weten; zou er ook wetenschap zijn bij de Allerhoogste? 12 Zie, zo zijn de goddelozen, altijd onbezorgd vermeerderen zij het bezit. 13 Maar tevergeefs heb ik mijn hart rein gehouden, mijn handen in onschuld gewassen. 14 De ganse dag word ik geplaagd, mijn bestraffing is er elke morgen. 15 Indien ik gezegd had: Ik zal aldus spreken, zie, dan ware ik afvallig geweest van het geslacht uwer kinderen. 16 Ik tobde erover om dit te begrijpen, een kwelling was het in mijn ogen, 17 totdat ik in Gods heiligdommen inging, en op hun einde lette. 18 Waarlijk, Gij stelt hen op glibberige plaatsen, Gij doet hen instorten tot puin. 19 Hoe worden zij in een oogwenk tot een voorwerp van ontzetting, zijn zij verdwenen, vergaan door verschrikkingen; 20 gelijk een droom na het ontwaken, o Here, versmaadt Gij, als Gij opwaakt, hun beeld.

Ook noemt hij psalm 31:19 : 19 Laten de leugenlippen verstommen, die tegen de rechtvaardige verwaten spreken, met trots en hoon. Zaak is dat het avondmaal diep gaat, als een besnijdenis. En de beker moet tot de bodem worden leeggedronken. Dan kom je dat allemaal onder ogen. Dan lieg je niet meer tegen jezelf met alle leugenaars om je heen. Lafaarden mogen komen tot de hemelse vreze en zo tot hemelse vrede, wat een hele andere vrede is. Dan mag je God’s tekenen in de geschiedenis opmerken. God is getrouw. Zijn plannen falen niet. De huurling bootst de stem van de goede herder na, stelt Kersten, dus we moeten heel erg voorzichtig zijn, niet zomaar alles geloven. De huurling kleedt zich ook zoals de goede herder, maar er is een wereld van verschil. De wolf is sluw. De wolf gebruikt strategie, zoals in het verhaal van de wolf en de drie biggetjes, en zoals in het sprookje van de wolf en de zeven geitjes. Alleen het geitje wat zich in de klok verschool overleefde het, als een beeld van de geschiedenis, het onderzoek van het vleesgeworden Woord. Kersten noemt het voorbeeld van de christenreis van Bunyan waarin mensen die niet door de enge poort zijn binnengaan over de muur geklommen waren, dus op een andere manier waren binnengekomen. Kersten stelt dat het avondmaal een beeld is van totale opoffering. Het eeuwig evangelie stelt dat we tegen deze drinkbeker niet mogen zondigen, dat dit de toetssteen is. Buiten deze drinkbeker is er geen leven mogelijk. Het is een drinkbeker van gedachtenis, van herinnering, van de geschiedenis, waar het verborgen, vergeten en verloren kruis ligt. Zoals Calvijn stelde : het ware altaar is de armen. Nee, dat pikt de snelheids duivel niet op. Die heeft honderden, zo niet duizenden, excuses, om maar niet door die enge poort heen te hoeven. Hij springt met zijn motor wel over de muren heen. Kersten noemt het avondmaal een liefdebevel. Het avondmaal van de mammon mag duidelijk zijn. Velen nemen deel aan dat avondmaal tot hun eigen oordeel. Het is het avondmaal van de getrouwe volgelingen van de snelheidsduivel. Het tragisch lot wordt in de psalmen besproken en bezongen. Het ware avondmaal is voor de zuigelingen van de geschiedenis, die gevlucht zijn tot de borsten van moeder natuur, die zich niet hebben gelaafd aan de borsten van de snelheidsduivelse moeders van de stad. Als we terugdenken

aan de geschiedenis mogen we zowel het ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten’ gedenken, als ‘Het is volbracht,’ stelt Kersten. Dit zijn kruisherdenkingen, heilsmysteries. Het avondmaal is door de snelheidsduivel vervleselijkt of weggewoven : twee zijden van de medaille, twee zijden van zijn gezicht. Velen volgen hem op zijn motor, in deze motorbende, maar laten wij teruggaan naar de Heidelbergse natuurdiepte van zondag 28, wat een groot geheimenis is. Drink deze beker, geestelijk, als een eeuwige spijze. Kersten spreekt van een liefdeloosheid om ons heen die zo dodend is, maar het liefdebevel van het hemelse avondmaal is er om de naakten te kleden, de hongerigen te voeden. Kersten stelt dat het Woord tralies heeft, dat het niet losgekoppeld is van het kruis, maar dat het goed is voor de ziel. Kersten noemt het ware avondmaal de geestelijke praktijk van het geloof waarin de mens geoefend moet worden, en de mens moet afkicken van al het andere, zoals een kind los moet komen van de borstvoeding van het aardse en vleselijke. Zoek de borsten van de ware hemelse natuurmoeders in de wildernis, juist door de melk te delen met anderen, te vegangeliseren. Het Woord begint bij het zwijg en luister offer. Ook dat moet onderwezen worden in de vegangelisatie. De vegangelisatie is ook onlosmakelijk verbonden met de demonologie, wat een belangrijk onderdeel daarvan is, en hiertoe behoort ook de territoriale demonologie, wat de gerichte demonologie is. Het ware avondmaal is dus het richten van de kinderdoop. Ze horen bij elkaar. Het ware avondmaal is dus het profetische aspect van de hemelse kinderdoop. Kinderdoop en avondmaal horen dus bij elkaar, zondag 27 en zondag 28. Het avondmaal volbrengt dus ook de kinderdoop, waardoor toen Jezus aan het kruis stierf hij tot zuigeling van de hemelse natuur werd. Vegangeliseer je nog wel ? Alleen vegangelisten kunnen tot Heidelberg komen. Zoek in bidden en smeken de geestelijke kinderdoop hierin. Alleen zuigelingen zullen door de enge poort van Heidelberg komen. Vele snelheidsduivelse rebellen zijn over de muren gesprongen en hebben deze beelden verdraaid. Daarom moet de mens opgevoed worden in deze geestelijke oorlog van de geschiedenis. Kinderdoop en avondmaal zijn hierin belangrijke wapenen. Feenstra noemt het veldtekenen van het kruis. Het avondmaal leidt ons tot de onderwereld, tot het dal van dorre doodsbeenderen, waar een werk is te doen, wat eens een kinderdroom van mij was. Het is een shamanistische taak. De beenderen waren de indiaanse natuurvolkeren die door de snelheidsduivels waren uitgemoord. Kennen wij deze geschiedenis ? Hun bloed roept nog steeds vanuit de aarde. Het avondmaal ? Nee, de avondborst, van de hemelse natuurmoeder die haar zuigeling in slaap sust.

In dromen moet het kind tot de onderwereld gaan voor de grote oorlog, om de verlorenen en vergetenen, de uitgebannenen tot leven te wekken. De Bilha zegt dat rivieren stromen vanuit haar voeten. De tandarts had een ware monddokter moeten zijn, door het voeden van de armen, onderdak te geven aan de armen, hen het Woord te brengen, het vegangelie. Maar de tandarts is van dit liefdebevel afgeweken, want het is een snelheidsduivel. Michael Jackson waarschuwde voor de snelheidsduivel in de tachtiger jaren, maar het volk sliep rustig door. Vandaar ook het lied : Gladde crimineel, wat daarover verder ging. Het volk werd bedrogen. De gladjakkers waren gekomen. Zij hadden het avondmaal met voeten vertrapt, waren over de muren geklommen, de enge poort veracht. Het is een motorbende. Alles moet snel. Er is geen bewondering meer, en zelfs niet eens meer angst, zong Herman van Veen in zijn lied ‘zingende doden’. Er is geen verzorging meer, geen onderhoud, geen interesse meer, geen dankbaarheid en koestering. Alles is dood. De moederborsten zijn verschrompeld. Keer daarom terug tot zondag 28. Gedenk weer. Lesvragen bij hoofdstuk 14 : 1. Wat is het ware avondmaal ? 2. Geef een beschrijving van de snelheidsduivel. 3. Geef een beschrijving van het vegangelie. 4. Wat is het verschil tussen herder en huurling ? hoofdstuk 15 zondag 29 – van vegangelie tot gevangelie Het bewustzijn van de mens is een kwelzijn. De intelligentie van de mens is een intelligentie van het vlees. Zondag 29 strijdt tegen de verletterlijking en vervleselijking van het avondmaal, want het

zijn allemaal slechts zinnebeelden. Zondag 29 wijst op de vergeestelijking. Wij mogen hierom vragen, om de heilige vergeestelijking, opdat we aan het letterlijke ontkomen. Wij mogen door de vergeestelijking opgenomen worden. De letterlijkheids-intelligentie van de mens moet verbroken worden en verlaagd worden. De mens heeft verschillende zelven die belangrijk zijn. De mens moet ook zijn onderworpen zelf (aan de hogere principes) onderhouden en koesteren. Daarvan is religie een belangrijk beeld. Wij mogen valse, letterlijke religie van het vlees haten, maar als wij religie algeheel haten dan zijn wij aan het verkeerde adres. Theologie blijft dus boven de new age. Er zijn ook allerlei liberale groepen, vrijheidsdenkende groepen, die het kruis willen vertoekomstigen, omdat ze nu het kruis niet willen dragen, en van uitstel komt afstel. De ware toekomst is in het verleden, als we daartoe ontwaken, en dan mogen we dat kruis dragen en dat kruis begeren. Alle andere illusies zullen dan wegvallen. Wel zal de mens in de babylonische ballingschap gaan, de orionse ballingschap, wat een hemelse ballingschap is, van de zuwr of Sur, wat het vreemde wildernis gebied was toen het volk Israel door de zee was getrokken. Als we dieper met de zondagen bezig gaan dan komen wij tot de wilde sabbathen, wat niet slechts iets is van Israel, maar ook van Orion. Snelheidsduivels hebben de mondjes van kinderen geasfalteerd, gemaakt tot hun snelwegen. We hebben er veel over gesproken. Peter Pan zoekt in het nooitland naar de verlorenen, de wilde jongens. Peter Pan is een beeld van de vergeestelijking, die tegen het letterlijke strijd, de piraten, zoals in zondag 29 die strijd ook wordt besproken. De kerk van vandaag is verschrikkelijk ver van de zondagen afgeweken, en zijn ook niet teruggekeerd tot de wilde sabbathen. De mens vereert de maandagen van het vleselijke werk. Men is er druk mee bezig. Ze draven voor hun eigen huisjes en koninkrijken, en denken niet aan de dieren en de arme kinderen. Ze denken niet aan de derde wereld. Alles draait om de eerste wereld, dat wat ze kunnen zien. Hebben ze hun teen gestoten dan zijn ze daar beroerd over, en dan gaan ze weer verder, maar aan de verlorenen wordt niet gedacht. Alles draait om hun wereld, hun media en matrix, hun motorbende. Snelheidsduivels zoeken elkaar op, en applaudiseren elkaar. Elke moord en misdaad wordt beloont met bloedgeld. Oh, hoe zal deze duik aflopen ? Ze zullen te pletter storten. Deze illusies zullen wegvallen uiteindelijk en de gordijnen zullen opengaan. Het voorhangsel zal weggeschoven worden, en de mens zal oog in oog staan met de wilde sabbathen. Ook de snelheids-parasiet moet plaatsmaken voor een grotere en hogere natuur. De zee ruist. De zee zal de mensheid overweldigen. Van alles wat de mens in zijn ijdelheid heeft bedacht zal achteraf niets waar gebleken zijn. Wat afschuwelijk moet het zijn als je tot de ontdekking moet komen dat al je werk voor niets is geweest, omdat je voor het vlees hebt gewerkt. Ziekelijk zijn ze bezig hun kaarten op orde te krijgen, en verlangen dat ook van de ander, waar Michael Jackson over zong in de tachtiger jaren, over de snelheidsduivels. Michael Jackson

was in die clip meer op zoek naar de konijnen die holen groeven, en in de bergen leefden. Kersten noemt bij zondag 29 psalm 69 : 3 ik ben verzonken in bodemloos slijk, waar ik niet kan staan; ik ben gekomen in diepe wateren, een vloed overstroomt mij. 4 Ik ben moede door mijn roepen, mijn keel is hees, mijn ogen zijn bezweken van het uitzien naar mijn God. 5 Talrijker dan de haren van mijn hoofd zijn zij die mij zonder oorzaak haten; machtig zijn zij die mij willen verdelgen, mijn valse vijanden; wat ik niet geroofd heb, moet ik toch teruggeven. 8 Want om Uwentwil draag ik smaad, bedekt schaamte mijn gelaat. 9 Ik ben een vreemde geworden voor mijn broeders, een onbekende voor de zonen van mijn moeder; 10 want de ijver voor uw huis heeft mij verteerd, en de smaadwoorden van wie U smaden, kwamen op mij neder. 11Ik weende onder het vasten van mijn ziel, maar het werd mij tot diepe smaad; 12 ik maakte een rouwgewaad tot mijn kleed, maar ik werd hun tot een spreekwoord. 13 Wie in de poort zitten, praten over mij, en een spotlied van drinkers. 21 Ik wachtte op een teken van medelijden, maar tevergeefs, op troosters, maar ik vond hen niet. 22 Ja, zij gaven mij gif tot spijze, en lieten mij in mijn dorst azijn drinken. 23 Hun tafel worde voor hun aangezicht tot een strik, en hun genoten tot een val. 24 Laten hun ogen verduisterd worden, zodat zij niet zien,

doe hun lendenen bestendig wankelen; 25 stort over hen uw gramschap uit, en de gloed van uw toorn achterhale hen. 26 Hun kamp worde tot woestenij, in hun tenten zij geen bewoner. 27 Want wie Gij hebt geslagen, vervolgen zij, zij doen verhalen over de smart der door U gewonden. 28 Voeg schuld bij hun schuld, zodat zij niet komen tot uw rechtvaardiging. 29 Laten zij uit het boek des levens worden uitgedelgd, met de rechtvaardigen niet worden opgeschreven. 30 Maar ik ben ellendig en in smart, uw heil, o God, bescherme mij. 33 De ootmoedigen zullen het zien, zij zullen zich verheugen; gij, die God zoekt, uw hart leve op. 34 Want de Here hoort naar de armen, en zijn gevangenen veracht Hij niet. 35 Dat hemel en aarde Hem loven, de zeeën en al wat daarin wemelt. 36 Want God zal Sion verlossen en de steden van Juda bouwen, opdat zij daar wonen en het bezitten; 37 het kroost van zijn knechten zal het beërven, en wie zijn naam liefhebben, zullen daarin wonen. De mens is niet zomaar God. Dat is iets Romeins. De mens is ook zuigeling. Als een mens waarlijk God zou zijn, dan zou hij omzien naar de armen en de dieren, omzien naar de verlorenen. De mens is ook gekruisigde. Het gaat om het ‘Ga, want Ik draag u’ principe. Meer dan wat dan ook moet de mens om een Damascus bidden, om te ontkomen aan de eisen van het moderne vlees. 9 Ik ben een vreemde geworden voor mijn broeders, een onbekende voor de zonen van mijn moeder; In deze psalm was de gekruisigde mens een vreemde geworden, en zo kan de mens tot het vreemde

land, Sur, gaan, tot de wildernis. Dat is ook wat het Hebreeuwse woord ‘Zuwr’ betekent, waar Jeremia ook over predikte, dat het zou komen, dit Orionse volk van vreemde vrouwen, van de duistere kennis, maar het is te licht geworden in het hart van de westerse mens, en het heeft de mens verblind. De profeten zien het, maar die worden afgeschoten, want zij zijn immers de gekruisigden. Zij zijn zuigelingen tot het hemelse Woord. Zij spelen niet zomaar voor God of superman. In dit moderne tijdperk van de new age is de boodschap van berouw, bekering en boetvaardigheid niet populair. Men ontloopt Damascus, men ontloopt Pniel, en men ontloopt Betlehem, maar de mens zal totaal ingesloten worden door de wilde sabbathen, en de zeeen van Orion zullen over de aarde worden uitgestort. Het vreemde volk zal komen. De mens kan de duistere kennis niet ontvluchten. De sluiers zullen uiteindelijk wegvallen. De vleselijke mens zal wegvallen uiteindelijk, en dan zijn er alleen nog maar de restrictie-gordels en riemen van Heidelberg over. Peter Pan zoekende naar zijn kinderen. Ga terug tot het Damascus van 1700, van John Wesley, en keer dan terug tot Heidelberg, tot de jaren 1500, en wacht op Orion. Daar zijn de putten die naar de onderwereld leiden, en die putten zullen hoe dan ook opengaan. Of je er nu naartoe gaat of niet, niemand kan aan deze putten ontvluchten. Kersten noemt ook psalm 119 : 32 : Ik zal de weg uwer geboden lopen, want Gij verruimt mij het hart. Alleen door Damascus wordt ons hart verruimd. De new age wil alle vrees uitbannen, en elke kruisgezindheid, en het zoonschap, maar Damascus brengt ons het ware zieleheil. Veel hebben de oude profeten gewaarschuwd in de taal van hun tijd. Kersten noemt ook psalm 2 : 1 Waarom woelen de volken en zinnen de natiën op ijdelheid? 2 De koningen der aarde scharen zich in slagorde en de machthebbers spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde: 3 Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen! Daarom wordt er in deze psalm juist gewezen op het zoonschap. Ga tot Betlehem. Wordt weer een

zuigeling, opdat de hemelse kinderdoop je zal opnemen, om aan deze dingen te ontvluchten. Nee, in de wildernis wordt je vlees niet gevoed, maar uitgehongerd. Wat aten de Israelieten in de wildernis dan ? Hoe overleefden zij ? Door het hemelse en verborgen manna. Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van het Woord als richtsnoer, en dit richtsnoer zal de mens leiden tot de ware levensbronnen en het ware hemelse voedsel, aan de borst van de hemelse natuurmoeders in Orion. Kersten stelt dat in het hemelse avondmaal, wat dus in principe gewoon de Orionse natuurmoeder borsten zijn, de mens tegemoetgekomen wordt op de weg van het behoud, want zij konden de vrijstad niet bereiken waar de bloedwreker hen niet meer jagen zal. Dit avondmaal kwam al uit de psalmen, stelt Kersten : ‘Gij richt voor mij een tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover de tegenpartijders’ (psalm 23) Hier vloeit mijn beker over. Het is een verbondstafel. Het avondmaal is verletterlijkt in de stad, maar zondag 29 gaat daar tegenin, en vergeestelijkt het, als het vegangelie. Het vegangelie roept op tot de geestelijke strijd. De new age wil leven, niet leren. Het kruis wordt niet gepredikt, Damascus wordt niet gepredikt. Zij houden vast aan de leugenleer die tot vals leven leidt. Het is allemaal heel ver weg van het vegangelie. Vele new agers eten nog gewoon vlees en drijven handel met hun new age boeken. Ze zijn op zoek naar onoplettende zieltjes die geen geestelijk huis hebben, geestelijk dakloos zijn. Dan wordt je gewoon een melkkoe. Je wordt behandeld als kippenvlees, en al die verwennerijen is slechts om je daarvoor vet te mesten. Sluwe snelheidsduivels die hun motoren hebben verloren staan aan de kanten van de weg, om te liften. Ze willen met je snelle auto meegaan, en je weet waar het zal eindigen. Deze auto’s komen niet aan in het beloofde land, maar zullen in de rivieren storten. Kersten vergeleek Nederland met de kerk van Laodicea, de lauwe kerk die uitgespuwd zou worden. Hij vreesde dat Nederland hierdoor ten onder zou gaan, en riep op om uit de keel te roepen, niet in te houden, om zo uw ziel van het land te bevrijden, want de afgoden van het land zijn naar het getal van zijn steden. Breng ons het vegangelie, De vergeestelijking van al het lijden en de pijn, opdat het tot nut wordt gestrekt, Breng ons het vegangelie, opdat de dieren ook hun plaats in de hemel vinden, Breng ons het vegangelie, opdat de ware vijand zichtbaar wordt :

het niet willen leren, maar alleen maar willen leven, en dat terwijl het ware leven het leren is, Breng ons het vegangelie om elkaar weer te begrijpen, niet in vooroordelen te leven, ons niet hoger heffen dan ons voegen, Breng ons het vegangelie, om alle valse drugs die het brein misleiden achter ons te laten, opdat wij kunnen komen tot de vrijsteden, waar de bloedwreker ons nimmermeer achterhalen zal. Kersten stelde dat het volk verloren gaat doordat het geen kennis heeft, en kleine kinderen worden op de leerscholen overladen, voortdurend volgepompt en volgepropt met alles wat maar op wetenschap lijkt, maar ze worden onderworpen aan leugenleer die maar verdragen wordt, want er is geen tijd meer over voor het hemelse woord. Zo zakt de kerk steeds verder weg, want het opkomende geslacht aanvaard datgene wat de toets der waarheid niet kan doorstaan. De mens had het kruis verworpen. Ze willen niet horen over de gekruisigde. Daarom moet het vegangelie wederkeren. Het blijft niet zomaar bij het vegangelie, want de wilde sabbathen leven van het vlees en bloed van hen die zich niet aan het vegangelie hebben gestoord, en zij prediken geen hippie new age evangelie, maar een gevangelie, een bittere ballingschap en boetvaardigheid om los te komen van het suikerzoete bedrog van de snelheidsduivels. Uiteindelijk leidt de hemelse bitterheid wel tot de ware hemelse honing. Dat is een natuurzoet, geen stadse namaak zoet. Je moet geen extreme new age vegan worden die zo vegan is dat er niet meer tegen het vlees wordt gestreden, want dan gaat de demonologie eraan, en daarmee alles waar het hemelse woord voor staat. Daarom moet de mens tot de wilde sabbathen komen om het gevangelie te leren, het toetsen. Als we het over sinterklaas hebben, oftewel de heilige ekklesia, de heilige kerk, het overblijfsel, en over de zwarte pieten, de zondagen van de Heidelbergse catechismus, dan hebben we het over een hemelse leerschool en opvoedingssysteem, een tuchtsysteem. Daarom dragen de zwarte pieten ook elk een roe, terugwijzende, net zoals de zondagen, op de wilde sabbathen. Die komen uit een andere wereld. Het zijn vreemdelingen. ‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld.’ Zij prediken de zak, de put. Zij prediken de afdaling, de regressie. Zij prediken het gevangelie. Zij nemen de mens terug tot Heidelberg, en zo door de putten en mijnen van Heidelberg terug tot de wildernis van Sur waar de wilde sabbathen leven.

Lesvragen bij hoofdstuk 15 : 1. Geef een beschrijving van het gevangelie. 2. Geef een beschrijving van de regressie. hoofdstuk 16 zondag 30 – een geuzengeheimenis – onderwijs en bovenwijs Klaas Schilder stelde dat in de eerste gemeente het avondmaal in het verband van het liefdemaal, het armenmaal, plaatsvond. Het avondmaal was een teken dat de armen werden gevoed. Dit heeft een hele diepe betekenis in zondag 30, want alleen zij die een volkomen offer hebben gebracht mogen aan het avondmaal deelnemen, en daarvan zijn de armen een beeld die geen bezittingen hebben, alles hebben losgelaten. Zij zijn de leegte ingegaan. Zondag 30 spreekt van een blijvende zwakheid, als een eeuwig kruis, een eeuwige sabbath, waardoor de gekruisigde mens leeft. Het is voor mensen die hun vlees niet behagen, maar mishagen. Zij hebben dus hun onderworpen zelf gekoesterd en hebben niet zomaar voor God gespeeld. Er moet altijd een tweedeling zijn. Zij zijn er niet om zichzelf te behagen, maar om zichzelf te offeren. God is onlosmakelijk verbonden met het kruis. Zij zijn er om zichzelf te verloochenen, zoals God zichzelf verloochende en zijn leven niet achtte. In de new age wordt een hele andere god gepredikt, een afgod van de vraatzucht. Dit kunnen we vergelijken met de paapse mis, wat gewoon een kannibalistisch feest is. Hiertegen predikt zondag 30, tegen dit materialisme. Het is de religie van de mammon. Het verblind de mens. Kersten stelt dat het beeld van het avondmaal een getuigenis is waardoor de mens door de Heilige Geest tot Christus, tot het zoonschap dus eigenlijk, wordt ingelijfd, en Christus is ook mens geweest, en dit kan niet zomaar door het uitwendige gebeuren. Kersten wijst dan op Paulus, wat ook een beeld is van zelf-mishaging, wat de weg is tot zelf-kennis. Kersten wijst erop dat het zelf

mishagen smartvol moet zijn, dat we er niet ijdel in roemen, en dat het geen goddeloos uitmeten van zondig bestaan is waarin zondelust des harten groeit. De mens moet vluchten tot het zoonschap, tot het zuigelingenschap, tot de hemel. Alleen dan is er grond om op te staan. Het zelf-mishagen mag dus niet de verkeerde kant op gericht zijn, maar Kersten spreekt van het belang van het jagen naar heiligmaking. We moeten oppassen dat we niet in zelf-misleiding komen, want dan eten en drinken wij ons tot een oordeel. Het avondmaal is een toetssteen. Daar kun je niet zomaar in doordringen. Het bedrog van de zelfverheerlijkende vraatzucht wordt buiten gehouden. Daarom is zondag 30 een poortwachter. Klaas Schilder stelde dat in de eerste gemeente het avondmaal vooraf werd gegaan aan de prediking van het Woord. Kersten stelt dat een leraar in de prediking van het Woord zich vrij te maken heeft van het bloed van zijn hoorders. Hij moet daarom eerst zelf heel diep ingewijd zijn in de toetssteen van het avondmaal, anders zou hij zichzelf tot een oordeel prediken, of zichzelf tot een oordeel zwijgen. Er mag daarom niet lichtvaardig omgegaan worden met het wel of niet prediken van het Woord. Door misbruik hiervan heeft men bloed aan zijn handen, zowel door verzaking ervan als door overmoed. Kersten stelt dat er zowel bannen waren in het leger in het OT als in de gemeente wanneer de tucht verslapt. Dan wijkt God uit hun midden, en dan houdt Hij zijn Geest in. De mens die tot God nadert mag niet lauw en gevoelloos zijn terwijl er zoveel afgoderij is, stelt Kersten. Elk mens heeft een verantwoordelijkheid en is een geroepene. In de new age worden deze instincten uitgedoofd en worden tot gevoelloosheid, en men wordt zo een hele andere richting opgedreven, die van het vlees. Dan kom je in een aards leger van vrijheidsdenkers, los van God. Ze hebben zich van het kruis en het hemelse woord losgevochten. Er is geen vergeestelijking meer, alhoewel er wel zweverige overgeestelijkheid kan zijn, die heel goed samen kan gaan met stijfkoppig materialisme, want dat is wat het eigenlijk is. Alles is uit balans, en men houdt er vleselijke prioriteiten op na : het ik op de troon. Daarom wijst Kersten bij deze zondag op psalm 51, een boete psalm, waarin gebeden wordt : Red mij van bloedschuld. Ook noemt hij psalm 139 : 1 Here, Gij doorgrondt en kent mij; 2 Gij kent mijn zitten en mijn opstaan, Gij verstaat van verre mijn gedachten; 3 Gij onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd.

Wij kunnen ons met deze psalm afvragen of wij ook God zo doorgronden en kennen, en van verre zijn gedachten verstaan. Wij kunnen ons afvragen of wij God zo onderzoeken zoals Hij ons doorzoekt. Zijn wij al met zijn wegen vertrouwd zoals Hij met onze wegen vertrouwd is ? 17 Hoe kostelijk zijn mij uw gedachten, o God, hoe overweldigend is haar getal. 18 Wilde ik ze tellen, zij zijn talrijker dan het zand; als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U. Koesteren wij al de gedachten van God, van de hemel, of koesteren wij alleen ons vlees nog ? Is er nog bewondering van God, of bewonderen wij de sluwheid van het vleselijke ? ‘Hoe kostelijk zijn mij uw gedachten,’ maar nee, de mens heeft ze weggeworpen, en veracht, op een lager plan gezet, want de mens had hele andere prioriteiten. Zo is de mens langs God heengeleefd. 19 O God, dat Gij toch de goddelozen ombracht – gij, mannen des bloeds, wijkt van mij – 20 die arglistig tegen U spreken en uw naam tot leugen gebruiken, uw tegenstanders. 21 Zou ik niet haten, Here, wie U haten, niet verafschuwen wie tegen U opstaan? 22 Ik haat hen met een volkomen haat, tot vijanden zijn zij mij. Feenstra stelt dat het avondmaal tot zegen kan zijn, maar ook tot oordeel, en dat er daarom een rechte avondmaalsbeschouwing moet zijn. Hij waarschuwde tegen Rome, dat Rome veel propaganda maakt en een hele grote invloed heeft, en dat terwijl de dwalingen al kerkelijk waren vastgesteld. Hij kwam daarom tot de conclusie dat de kerk in deformatie was verhard. Hij riep daarom op tot verdere reformatie en regressie, in de strijd tegen Rome. Hij noemt Rome een vervleselijking en verletterlijking van het OT, als een vals Jodendom, iets wat we ook van Spanje kunnen zeggen, en dat was ook de reden waarom Rome samenwerkte met Spanje, en waarom de tachtigjarige oorlog wel moest komen, want Nederland werd hierdoor overheerst. Daarom moet je geuzen zelf tegen deze dingen opstaan, want we leven nog steeds onder Spaanse onderdrukking, onder Spaanse heerschappij. Wij leven nog steeds in de tachtigjarige oorlog. Die oorlog is nooit daadwerkelijk gestopt. New age kan Spanje niet bestrijden. Wij moeten terugkeren tot het ‘Ik, ellendig mens.’ De liberale koningskerk kan Spanje niet bestrijden. De mens moet terug naar Dordt

en Heidelberg om te werken in de mijnen, om te gaan door de zee, om zo terug te keren tot de wildernis van Sur, tot de wilde sabbathen. Velen van de gnosis hebben hun roeping veracht, en zijn tot new agers, liberalen en materialisten geworden, tot afgodendienaren van de mammon. Zij volgen de aardse gnosis, de gnosis van het vlees. Zij zijn nog allen dienaren van de koningskerk, en dienaren van Spanje. Feenstra hamert erop dat de mens kennis moet hebben van zijn zonde, en droefheid over zijn zonde, en de mens moet hierin hongeren. Hierin moet de mens loskomen van elk goedkoop schuldgevoel, van algemeen schuldgevoel, maar het moet diep persoonlijk zijn. Feenstra stelt dat de mens tot ware droefheid moet komen, het onder ogen moet komen. Er moet zelftucht zijn, zoals er ook kerkelijke tucht is. Zo niet, dan is de mens een hypocriet die zichzelf tot een oordeel eet en drinkt. Het pinksterfeest is het feest van de vergeestelijkingen wat de mens dient te ontvangen om boven alle vervleselijkingen en slappe smoesjes uit te stijgen. Oorspronkelijk was het het feest van de eerstelingen van de oogst, een offerfeest, waarvan ook de kinderdoop een beeld is. De kinderen werden aan God opgedragen, de eerste vruchten. Begin 1900 was er de grote pinkster uitstorting in Los Angeles, in Azusa, en in Wales. Dat is wat zondag 30 is. Het is een strijd tussen de zondagen en de sabbathen. Rome had Israel geasfalteerd, een modern Israel gebouwd. Daarom moest die uitstorting wel komen, als walvissen van Orion die de aardse kusten naderden. Woest waren deze vissen want er was zoveel natuur geroofd. Ik had een droom heel vroeger over deze zondag die als een oom in een haven werkte. Ook had ik een droom van een reus met een blauw gezicht die kwam, en die door stadsmuren heenbrak. Zondag 30 is een feest van de kinderen, van de uittocht van de kinderen, van de kinderdoop. Zij zijn een beeld van de blijvende zwakheid die nodig is. Kinderen lopen niet hoog met zichzelf op zoals de volwassenen dat doen, maar leven in zelfmishagen, want zij hebben het vermogen nog niet om groots vanuit het vlees te leven omdat zij nog in een hemelse schelp zijn van menselijke zwakte. Zij zijn daarom genodigden tot het armenmaal, als beeld van de totale zelf opoffering. We spreken dus over het pinksterfeest als over een armenfeest, het feest van zondag 30. Het is een hongerfeest. Is zondag 30 dan de doodsteek aan de Spaanse overheersing ? In mijn droom brak het door de muren heen, ook door de kerkmuren, en brak de profetische hemel los. Is zondag 30 dan een groot geuzengeheim waardoor zij de Spaanse bezetters konden terugdrijven ? Vannacht had ik een droom dat Azusa weer tot de aarde kwam, als een Orionse zee die losbarste, en de oom van zondag 30, de havenwerker, kwam weer tot de aarde, en dat was vroeger in mijn droom ook een reus, en het was

een reusachtige haven aan een natuurmeer, een Orionse werker. En ik werd opgenomen tot een kerstwereld waar het eeuwig kerst was, de wereld van de eeuwige armen en eeuwige kinderen. Zij waren als reuzen, en zij waren opgenomen om op te nemen. Het was een parallelle aarde in Orion. Wales kwam ook tot de aarde. Ik zag zeeen en grote walvissen. Wij mogen zo werken in de havens van Heidelberg, om zo uiteindelijk tot de wildernis van Sur te gaan. Wij mogen bouwen aan de arken van Noach, en deze arken binnenhalen, en deze arken uitzenden, om zo tot de wilde sabbathen te gaan. Alleen in Orion is er bevrijding voor Israel. Ik droomde vroeger eens over Los Angeles als kind. Alle mensen stonden daar scheef, als door een wind. Michael Jackson stond ook scheef in zijn clip van de gladde crimineel, wat over begin jaren 1900 ging, dat alles een kwartslag zou moeten draaien. Is de mens al gebogen door de hemelse winden, of staat de mens nog steeds rechtop te pronken met zijn borst trots vooruit ? Zondag 30 is er om de schelp van de mens te doorbreken. Dit geheimenis rust nog steeds in de diepte van de aarde, maar is aan het ontwaken. Wat als deze reuzen ontwaken ? Waar is de mens dan ? Deze Orionse natuurreuzen zijn tot de aarde gezonden om de geuzen te doen ontwaken. Het zijn grote natuurverschijnselen. Hoe kan jouw eigen pinksteren zuiver zijn, opdat het geen pinksteren van het vlees is ? Het ware pinksteren houdt groot verband met het avondmaal, wat een armenmaal is, een hongermaal, als het avondwoord, en de geestelijke kinderdoop. Dat is een groot geuzengeheimenis van zondag 30, van de wilde jongens, om zo terug te keren tot de wilde sabbathen. Onderwijs en bovenwijs, werkende zowel onder de schelp als boven de schelp, wat altijd een basisprincipe van ons werk is geweest. Kinderdoop en avondmaal, zowel diep erin als diep innemen. Lesvragen bij hoofdstuk 16 : 1. Toon het verschil aan tussen Rome en Israel. 2. Geef een beschrijving van zondag 30.

hoofdstuk 17 zondag 31 en de new age race De zondagen van de Heidelbergse catechismus waren een aanzet voor de wilde geuzen, de wilde jongens, in de jaren 1500 om over te gaan tot de tachtig jarige oorlog om zich te verzetten tegen de Spaanse overheersing. Het was een medicijn tegen de snelheidsduivels van Rome. Maar leven deze zondagen wel in je, want dit zijn de Orionse natuurmoeders gegeven om tot wedergeboorte te leiden. En nog dieper liggen de wilde sabbathen van Orion. Als we naar zondag 1 kijken, dan kijken we dus tegelijkertijd naar sabbath 1. Wij behoren geen bezittingen te hebben, maar bezit te zijn van de gnosis. Wij zijn als kinderen haar eigendom, van de hogere Orionse natuur. zondag 1 – sabbath 1 – in diepte en grondtekst Met lichaam en ziel, zowel in leven als in sterven, behoor ik mijzelf niet toe, maar mijn getrouwe Zaligmaker de Orionse baarmoeder. Door haar kostbare geestelijke bloedvergietingen, besnijdingen en scalperingen (Egyptisch, dam, doem) van het vleselijke heeft Zij mij uit alle heerschappij van de duivel (Spanje) verlost. Daarom verzekert Zij mij ook door haar heilige vergeestelijkingen van het eeuwige leven en maakt mij van harte gewillig en bereid om voortaan Haar toegewijd te leven. Wat moet u noodzakelijk weten om hierin godvruchtig te leven en te sterven? Antwoord: Drie stukken. Ten eerste, hoe groot mijn zonde en ellende zijn. Ten tweede, hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost word. Ten derde, hoe ik God voor zo’n verlossing dankbaar zal zijn. Zien wij de wilde sabbath hierin ? Zo niet, dan mogen wij ons afvragen hoeveel deze zondag in ons leeft en werkt. Wij dienen hiertoe ons ernstig uit te strekken naar het weten hoe groot het vlees in de mens is, hoeveel demonen er in de mens wonen, leven en werken. Kennen wij de grootte hiervan alreeds ? Of speel je nog verstoppertje ? Verwende kinderen hebben niks op met zondag 1, want ze willen van de zondeval en het zonde probleem niet horen. Weet je daadwerkelijk hoe groot het is, of weet je het alleen maar een beetje ? Daar zit een groot verschil in. Niet voor niets is het daarom de eerste zondag, want hier begint alles mee. De new age zal je dit niet leren, maar wil je alleen maar

verblinden. Zonder boetvaardigheid kan de mens niet tot zondag 1 komen, en is de mens nog steeds bezit van Spanje. Zondag 2, wat dus ook sabbath 2 is, leert de mens dat dit besef komt door het Woord, en door de empathie, anders blijft het onzichtbaar. Allereerst is die empathie gericht op God want wij moeten God liefhebben boven alles. Deze liefde staat niet op zichzelf, maar is in restrictie door het Kruis en het Woord. Heel veel valse, vleselijke liefde moet hierin afsterven. De ware liefde is een haat naar het vlees. Daarin wordt alle overmatige, zweverige, kleffe valse liefde verzwolgen. Liefde is hemelse haat, hemelse bitterheid, naar het vlees. De mens heeft zichzelf lopen bedonderen door liefde los te koppelen van de demonologie, het hemelse onderwijs en het hemelse werk, waar dus ook het bovenwijs bijhoort. Het werk is dus ook zowel een onderwerk als bovenwerk, zowel onder als boven de schelp. Heb je die tweeledigheid niet, dan ben je new age. Zondag 3 roept dan op tot wedergeboorte en leiding door het geestelijke, de vergeestelijking, want in het vlees en door het vlees kan de mens niks beginnen. De kinderdoop is dus het beeld van het onderwijs en het avondmaal het beeld van het bovenwijs, de profetische leiding, dus zowel boven als onder de schelp werken. Zondag 31 gaat over de sleutels van de hemel, die bestaan uit de verkondiging van het evangelie en de kerkelijke tucht. Ook snelheidsduivels zullen onderworpen worden aan de kerkelijke tucht. Van der Groe stelt dat de kerkelijke tucht ook een discipline is en een ban. Hij laat dit zien in het verband van het zoonschap. Smytegelt noemt ook de kerkelijke tucht een discipline, en ook een ban, en hij beschrijft de ban als een afsnijding, als een ‘tekent hem’, en ‘geeft hem over aan de satan’ (tot verderf van zijn vlees en behoudenis van zijn ziel). Hij stelt dat zij soms voor een heiden of tollenaar gehouden moeten worden. Het weten ‘hoe groot de zonde en de ellende is’, is de relatie met zondag 1, het kennen van de vijand, de demonologie. Het is een belangrijk fundament zonder welke de mens niet binnen komt. Kersten wijst op Calvijn die stelde dat zowel Petrus als de paus niet het fundament waren waarop de kerk is gebouwd, maar op de petra, wat een vrouwelijk woord is. Kersten stelt dat zowel het evangelie als de ban verkondigt moeten worden, maar dan moeten we wel weten wat het inhoudt. Als de mens het hemelse woord buitensluit, wordt zo ook de mens van het hemelse woord buitengesloten. Kersten spreekt over het wachterschap van Ezechiel. Wee de wachter die niet de

bazuin blaast, niet waarschuwt, want dan kleeft er bloed aan zijn handen. De hemelse sleutel moet zowel openen als sluiten, stelt Kersten. Zou dat niet gebeuren, dan zou het new age worden. Velen zullen te horen krijgen dat ze niet vrij zijn van het bloed van anderen, die ze hadden moeten onderwijzen en waarschuwen, stelt Kersten. Velen hebben op zand gebouwd, op veronderstellingen, op vermoedelijkheden. Niet alles wat blinkt is goud. Daarom stelde Kersten ook dat de ouden niet haastig de handen oplegden, maar ook wel zeiden : ‘Laat het eens overwinteren.’ Soms moeten de deuren van de hemel gesloten worden, en er verkondigd worden dat hun zandgronden eens zullen bezwijken, stelt Kersten. Een ware herder waarschuwt zijn schapen, dringt er op aan. Deze sleutel roest niet, stelt Kersten. ‘Predik ik nu de mensen of God ? Of zoek ik mensen te behagen ?’ Bent u nog op het juiste pad, of een vijand van het kruis ? God zal eerst pijlen van het Woord afschieten om de harten te treffen voordat deuren gesloten worden, stelt Kersten. Hij roept op te schuwen hen die zachte dingen tot u spreken en kussens onder uw okselen naaien. Iemand die het gewicht van de eeuwigheid draagt gebruikt de ware hemelse sleutels om de mens wakker te schudden. Vannacht had ik een droom dat ik bij een race wedstrijd was. De tribunes waren vol met mensen die helemaal in een trance keken naar de sport auto’s die om het kampioenschap streden. Het is de situatie van Nederland vandaag. De mensen hadden een afwezige blik in hun ogen. Zij waren als zombies. Er zat geen leven meer in hen. Ze konden niets meer absorberen. Ze waren geestelijk ‘weg’. Ik zei : ‘Nou, dan heb je heel wat bereikt zeg, als je daar je hele leven aan hebt gewijd.’ Ik gaf sommigen een hand, en kneep zo hard als ik kon, en kreeg toen nog een sloom ‘Niet doen,’ te horen, alsof ze nog wel iets konden voelen. Er was ook geen trots meer. Ze waren onder hypnose. Ik had het idee alsof het afgelopen was met hun leven. Dit was het dan. Er was alleen nog maar dit snelheids-syndroom. De moderne mens verafgood snelheid. De snelheids-duivel wordt aanbeden. Feenstra stelt bij zondag 31 dat als de hemelse sleutels niet worden gebruikt, dan is de kerk een open hof, en dan is er leervrijheid. Natuurlijk kan dat niet, want er mag alleen geleide lering wezen, oftewel profetische scholing, anders zou er vleselijke inmeng zijn. De mens moet oppassen met zogenaamde vrijheden. Feenstra waarschuwt tegen willekeur. Ook stelt hij dat degene die de sleutel heeft ontvangen grote verantwoordelijkheid draagt. Er zijn dus twee sleutelen, stelt Feenstra : Woord en Tucht. We zouden ook kunnen zeggen : Woord en Kruis. Feenstra stelt dat elke prediking aan deze sleutelen gekeurd moet worden. Het zijn dus toetsstenen. Hij stelt dat een kerk zonder

tucht geen kerk is, en dat de tucht niet zomaar tot welwezen is, maar het wezen van de kerk. Hij stelt dat de tucht gaat over de zonde, over de ernst van de zonde, en over leer en leven. Het kan alleen uitgeoefend worden door hen met karakteradel en mensenkennis in vreze des hemels en liefde, want de tucht werkt medisch, stelt Feenstra. We moeten beseffen dat het niet slechts zondagen zijn, maar wilde sabbathen, van een wild wachterschap. Er is geen plaats voor de willekeur en vrijheid van de new age. De new age is een race droom, en als de race is afgelopen is het ook echt afgelopen. Lesvragen bij hoofdstuk 17 : 1. Hoe kan een mens de Spaanse overheersing verslaan ? 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 18 zondag 32-34 – padvinderij in heidelberg Het werd mij in een profetische droom getoond : de race-bacterie. Het hing als vliezen over de monden van de mens, en over hun brein, en zo over hun hele lichaam, als in een net verstrikt. De race-bacterie was nog wel erger dan de geld-bacterie, en de race-bacterie had de gehele matrix gebouwd met zijn overmatige toekomstbeeld. Ook de matrix-toekomst was door deze bacterie gebouwd. Zondag 33 stelt dat de haat tegen de zonde moet groeien. Hieraan kunnen we ook daadwerkelijke empathie aflezen. De zonde moet meer en meer gehaat worden en meer en meer ontvlucht, stelt zondag 33, maar dan moeten we naar zondag 1 ook weten hoe groot de zonde is, en wat de zonde is. Hebben wij daarin ons fundament, of racen wij nog mee met de race-bacterie. De mens moet leren remmen door zondag 1 en zondag 33. Dit zijn dus ook sabbath 1 en sabbath 33, en deze sabbathen zijn wild en orions. Orion komt ook weer voor in de grondteksten van de bijbel. Zowel Israel als Egypte waren veel bezig met Orion. Dit is dus iets voor de exegeten, voor hen die niet meedoen aan

de race van het vlees, maar aan de regressie. We moeten niet vooruit, maar terug. Teruggaan, want men is de verkeerde kant opgegaan. Steeds wil men sneller, maar men wil de grootte van de zonde en de ellende niet kennen. Het ‘Ken uw vijand’ is geworden tot ‘Ken uw auto’. En maar doorjakkeren, en daardoor wordt hun brein geleid, want die bacterie kan zo over hun brein heenglijden en het brein beheksen. Ze zijn in grote dronkenschap : race dronkenschap. Ze praten allemaal maar letterlijk en actueel. Het hemelse woord en de vergeestelijkingen willen ze niet kennen. De geschiedenis bron hebben zij afgesloten. Ga terug naar de havens van Heidelberg om daar te werken. Je komt daar door de mijnen. Wordt weer een mijnwerker en een havenwerker. Zondag 32 stelt dat goede werken niet zijn gegrond op eigen goeddunken en menselijke voorschriften. De race-bacterie is een bacterie van waan en willekeur, de vrijheid van de mens die het kruis en hemelse restrictie haat, die zowel dus onderwijs als bovenwijs haat in plaats van de zonde, dus ook zondag 1 en 33 worden gehaat. Het is een liberale new age mens die de zonde, de vijand, niet wil kennen, en zal ook heel gemakkelijk omgaan met elk vijandsbesef. Het beeld van de vijand wordt heel knullig in elkaar gezet, zodat men snel weer verder kan racen. Het is een ware verslaving, en een verslavingssyndroom. Ze missen lessen en gaan dan aan de gang met een heleboel knip en plakwerk, totdat er helemaal niks meer van klopt. De race bacterie heeft alles hier op aarde gemaakt, alles geanimeerd. Het heeft het geldwezen geschapen, en de vlees industrie, en heeft alle poppetjes en huisjes zo ingericht. Vliegensvlug, niet door enige kennis verhinderd. En dan wanend zichzelf ver verheven boven anderen, totdat de trance valt en er alleen nog maar een schijn droomwereld over is en het verder geen functie meer heeft. Er zit dan niks meer in, geen leven meer, geen identiteit. De new age wil dit niet horen. Door niets willen ze afgeremd worden, en ze willen ook niet weten waar deze racebaan naartoe leidt. Zondag 1 en zondag 33 kennen zij niet. Zij hebben de gnsosi misbruikt als een vrijkaartje tot een losbandig en willekeurig leven om zich tegoed te doen aan vraatzucht. Racen, racen en racen. De race bacterie is ook ver verheven boven de vraat bacterie. De race bacterie is de moeder van hen al, de grote baarmoeder van het vlees. De gehele overmatige vreet industrie komt ook voort uit haar. Het is slechts haar vrucht, maar zij is de wortel, de snelheidsduivelin. Het is de race heks, als een al te vrijzinnige kakia tegen areta, de gnosisoefening. Gnosis moet geoefend worden, anders kom je er niet. De race heks is van alles vrij, en is

haar eigen wet en willekeur. Ook het vleselijk wetsverkeer komt dus voort vanuit haar. Het is de kracht van de dood, maar dood waar is uw prikkel ? Alles versuft steeds meer en wordt steeds meer verstrooid. De snelste wezen, snel een antwoord hebben, snel van alles verlost zijn, niet willen twijfelen, niet willen onderzoeken, niet willen doorwinteren, niet willen toetsen, daar gaat het de mens vandaag de dag om. De moderne mens is een race duivel. Het is een produkt. Het wordt goed verkocht. Daarom is muziek ook niet meer hetzelfde. Het klinkt dood en hol, gemaakt, alsof ze iets na proberen te doen. Daarom klinkt het vals, vol van pretentie, verwaand, sluw. Ze willen je meezuigen. Het is pure aanstellerij wat er vandaag de dag voor muziek doorgaat. Er zit geen karakter meer in. Ze doen elkaar allemaal na. Ze racen maar rond zonder enige diepte of grond. Het is allemaal leeg geworden. Het gaat nergens meer naartoe en komt nergens meer vandaan. Het heeft geen boodschap meer te verkondigen. Dit volk wil niet luisteren. Ze willen door blijven slapen. Ze willen blijven racen, want dat vindt hun vlees heerlijk, en de media speelt hier op in. De markt speelt hier op in, maakt gebruik van dit gat in de markt. Feenstra streed tegen de geest van willekeur, en Kersten streed tegen het al te snelle opleggen van handen, het al te snel antwoorden willen, en riep vaak juist op tot het doorwinteren. Er is geen bewondering meer, geen nostalgie. De mens wil de wildernis niet in. De mens wil het avontuur niet. De mens wil de prijs niet betalen. De mens wil het nu. De muur tussen de derde en vierde dimensie zal steeds meer wegvallen, en ook de muur van de vijfde dimensie zal wegvallen. Deze muren zijn race muren. Die muren en wanden zullen doorbroken worden. Orion zal terugkomen. Profetie of willekeur ? Dat is de vraag. Het vlees wordt geleid door willekeur. Maar gij geheel anders. De new age race mens wil dit allemaal niet horen. Dat vinden ze saai. Het gaat hen niet snel genoeg. Ze willen slechts paffen. Sigaretje opsteken en racen maar met dat brein. Lekker allemaal belangrijke stappen overslaan. Wachten en geduld zijn vieze woorden voor hen. Het komt niet in hun vocabulaire voor. Ze slaan desnoods iemand de hersens in om te krijgen wat ze willen. De race mens doet het niet slechts voor geld en macht, maar voor het race geluk, om zo anderen te kunnen afzeiken die niet zo snel gaan als hen. Zo winnen ze hun neppe trofees, maar wat heb je dan ? Nou, dan heb je een lintje van het vlees, en wat dan ? Dan ben je … dood. Dan tevreden ? Is dat dan wat je wil ?

Door zijn race hobby, zijn race obsessie, is de mens een slaaf van de matrix, de schepping van de race heks. Het vlees reageert te pas en te onpas, geheel naar willekeur, losbandig en liberaal als het vlees is. Het vlees is hierin heel grillig, heel wispelturig, als Jantje lacht, Jantje huilt. Er zijn de profetischen, maar er zijn ook de willekeurigen, die voortgedreven worden door de chaotische winden van het vlees. Dan denken ze weer dit, dan denken ze weer dat, dan willen ze weer zus, dan willen ze weer zo. Ze zijn onstuimig. Weet je met zondag 1 hoe groot de zonde is, hoe groot de ellende ? Het is een zondag van totale overgave. Het heeft grondteksten in Israel, en die talen waren zwaar metaforisch, en er werden ook genitale beelden en sexuele beelden gebruikt om iets uit te beelden. Weet je hoe groot het vlees is ? stelt zondag 1. Dat moet je weten. Het vlees is in de Aramese talen ook de fallus van de man. Ook de sexuele drift is door God geschapen, maar de stad heeft het verkeerd voorgesteld. Het opzwellen van de fallus is de overtuiging van zonde, weten hoe groot de zonde is, hoe groot het vlees is, en daar intens bedroefd over zijn. Dit vlees moet dan geofferd worden en sterven, zijn zaad geven, voor nieuw leven. De vagina is het kruis, het graf. Kersten noemt bij zondag 1 psalm 45 : Gij zijt schoner dan de mensenkinderen, liefelijkheid is over uw lippen uitgegoten. Gij hebt gerechtigheid lief en haat goddeloosheid Ook noemt hij de kruis psalm, psalm 22 : Als water ben ik uitgestort en al mijn beenderen zijn ontwricht; mijn hart is geworden als was, het is gesmolten in mijn binnenste; verdroogd als een scherf is mijn kracht, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte; in het stof des doods legt Gij mij neer. Want honden hebben mij omringd, een bende boosdoeners heeft mij omsingeld,

die mijn handen en voeten doorboren. Al mijn beenderen kan ik tellen; zij kijken toe, zij zien met leedvermaak naar mij. Kersten zou zeggen als de mens weer snel antwoord wil en snelle verlossing : Doorwinter. De mens moet door de hongerwinter heen opdat de vrucht zal rijpen. Het is : doorwinteren – oordeel over de zonde – vergeestelijking – opname Dan moeten we eerst met zondag 1 weten hoe groot de zonde en de ellende is. In zondag 33 moet de haat naar de zonde groeien. Het roept op de zonde, het vlees, hoe langer hoe meer te haten en te ontvluchten. Zo kan er een muur van koudheid en dood naar de zonde groeien, opdat de mens in contact komt met de wilde sabbathen, die liefelijk zijn, maar meedogenloos naar het vlees. Zondag 32 stelt dat de vruchten de verzekering zijn van het geloof, dus geloof zonder vruchten is al helemaal waardeloos en zal de mens nergens toe leiden. Er kan alleen geloof bestaan in een vruchtbaar leven. Kersten stelt bij deze zondag dat God zich openbaart door Natuur en Woord, of door de Schepping en het Woord. Alleen door de Natuur kunnen wij het Woord begrijpen, en alleen door het Woord kunnen wij de Natuur begrijpen. Alleen de Geest, de vergeestelijking, kan het tot leven wekken en richten. Zonder leiding en verdieping is het zo waardeloos als een geloof zonder vruchten. Wordt de mens door profetie geleid of door willekeur ? Kersten wees op de Geest die over de wateren zweefde om zo op de schepping in te werken. De Geest bevrucht de wateren, en brengt dan de schepping voort. Kersten stelt dat het vuige laster is dat de leer van souvereine genade een vrijbrief geeft voor de zonde. De new age misbruikt de genade, heeft dus een eigen genade leer opgestelt waarin ze maar naar willekeur en eigen believen kunnen aanrotzooien, op een knullige manier omdat ze wars zijn van enige scholing, zodat ze later kunnen zeggen : ‘Wir haben es nicht gewust.’ Nee, natuurlijk niet, want ze hadden niet opgelet tijdens de les, en zijn gaan spijbelen met snelle auto’s. Zij wenden hun gezichten af en trekken vieze gezichten, om zo weer terug te keren naar hun drugs, om hun afgoden te aanbidden. Zij zijn onder een vreemde wind van leer, in een diepe slaap. Zij hebben hun eigen geloof en genade : een geloof in het vlees en de valse genade die dat met zich meebrengt. Het zijn valse, vervloekte vruchten.

De mens moet niet slechts een havenwerker worden in Heidelberg, maar ook een parelduiker. Kersten wijst erop dat de mens moet inblijven in de wijnstok om meer vruchten te dragen. Daarom bad de dichter in de psalm 25 : Maak mij uw wegen bekend, leer mij uw paden, leid mij in uw waarheid en leer mij. Deze weg wordt aan ootmoedigen geleerd, zegt de psalm, zij die het verbond en de getuigenissen bewaren. De reformatie liep ergens vast in de wildernis, bij een rivier. Daarom moest de Heidelbergse catechismus wel komen. Het kwam vlak voor de dood van Calvijn. Luther was al veel eerder overleden, in 1546. Het ging niet zozeer om de boventeksten van de Heidelbergse catechismus, maar de grondteksten waar het op wees, de wildernis teksten. Zo ontstond de verzetsoorlog tegen het Spaanse gezag. Er moest nog een exodus plaatsvinden uit het Spaanse rijk. Terug naar Heidelberg. En door Heidelberg moest de mens terug tot de wildernis van Sur, waar de wilde sabbathen leefden in holen. Dat wat om ons heen is is een lagere vleselijke wereld, waar de mens doorheen moet, wat de mens moet overwinnen. Raak er niet aan gehecht, maar wordt ook niet onverschillig. Breng het tot hogere vormen. Werk ermee. De new age puzzelt niet meer. Alles is er al volgens de new age. Maar er moet mee gepuzzeld worden. Zondag 33 is een groeiende haat naar de zonde, als een eeuwig groeiende hel, om de zonde uit te doven. Het zijn hemelse roofdieren, de wilde sabbathen. Dat houdt dus ook een haat in naar spijbelzucht en naar puzzelverzuim. Deze puzzel is tegelijkertijd een spoorzoeken, als een padvinderij. Ben je al een Heidelbergse spoorzoeker, op weg naar de wildernis van Sur, waar de hemelse roofdieren in holen leven, en de wilde sabbathen ? De lagere vleselijke wereld is allemaal hele ingewikkelde reflectologie, maar wil de mens het eigenlijk wel leren ? Of is de mens zelf ook die lagere vleselijke wereld die van het hogere niet wil weten en zich alleen maar schijn-hoog waant ? Of lopen er hier verschillende lijnen en lagen door elkaar heen die zich maar door blijven ontwikkelen ? Valt het kruis je moeilijk ? Blijf dan doorleren. Dat is de enige weg er doorheen. Ga van zondag tot zondag, van sabbath tot sabbath, van hol tot hol, en leer. Kersten spreekt over de ware bekering als zijnde een stervend leven, van geboorte, wording en wasdom. Hij noemt dit een beoefening van krachteloosheid, zoals Jacob’s heupspier, waarin de kracht van de worstelaar lag, verwrongen werd in de worsteling op Pniel. De heupspier van de mens moet verwrongen worden, en de kracht van de mens gebroken. Dit kan alleen in zondag 33 gebeuren waarin de zonde de mens tot smart wordt, en zijn ziel vervuld met droefheid tot bekering, stelt Kersten. Hij stelt dat velen door algemene overtuiging worden

verontrust, met vrees en wroeging, maar daarna weer terugvallen in dodelijke gerustheid. Vandaar dat zondag 33 zo belangrijk is, waarin de haat naar de zonde blijft groeien en niet indut. We spreken dan uiteindelijk over sabbath 33, een wilde sabbath, als een roofdier uitgezonden tot de zonde. Alleen deze worsteling zal vruchtdragen, stelt Kersten. Wat daarbuiten valt zijn de gronden van de dwaze bouwmeesters die zullen wegzinken, stelt hij. Hij stelt dat de weg naar de hemel achteruit leidt, en duidt hier ook op de regressie, de terugkeer. Ook duidt het op het minder worden, maar Kersten wees er ook op dat velen grauw waren geworden door de gelijkvormigheid aan de wereld. Ook noemde hij dit alles raadselen en paradoxen die de natuurlijke mens niet kon begrijpen. Hangen wij aan het kruis : Het leven is zoveel meer dan dat. Zondag 34 gaat over de geboden en de sabbath. De sabbath betekent niet dat je helemaal niet werkt, maar dat er niet vanuit het vlees wordt gewerkt. Deze zondag of sabbath maakt een complot tegen het vlees. Ze ligt blootvloets in haar hol, als een roofdier, wachtend op de jacht. Blootvoets omdat zij in contact is met de aarde, met de geschiedenis, de Orionse oerbronnen. Was er een Orionse oerknal ? Kersten noemt psalm 1 : 1 Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters; 2 maar aan des Heren wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. De dichter lag verzonken in overpeinzing, en wandelde niet rond. Uiteindelijk gaat het over de boom geplant aan waterstromen die vrucht draagt op zijn tijd. Dat is ook wat de sabbath is. Ook noemt hij Psalm 81 over de honing stromende uit de rots, wat ook voorkomt in Dueteronomium 32 in het lied van Mozes. Ook dat is een beeld van de sabbath. Wij moeten als steen worden tegen de zonde, en dan zal de honing vloeien. De sabbath is zo een hemels werk. De geboden zijn geestelijk. We moeten niet zomaar luisteren naar de woorden van de mensen, maar naar het hart van de mensen. ‘Luister niet zomaar naar mijn woorden, maar naar mijn hart,’ zou de dichter zeggen. De sabbath is ook niet letterlijk zomaar de zaterdag, maar het is een diepe plek in het hart waar het vlees niet meer werkzaam is. Daar worden dus ook geen afgoden meer vervaardigd en gevolgd.

Lesvragen bij hoofdstuk 18 : 1. Toon het verband aan tussen zondag 1 en zondag 33. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 19 zondag 35-36 en de strijd tegen reus goliath Zondag 35 gaat erover dat het niet zomaar om beeldvorming gaat, maar om woordvorming, want anders verlies je de grotere verbanden. De mens moet oppassen met ogendienst, met vormendienst. Het Woord stijgt boven alles uit. Zondag 35 is als een storm die ons boven alles uittilt. Kersten stelt dat in elk verbod een gebod ligt. In elke restrictie ligt dus ook een doorgang. Zo wordt het pad geleid door muren. Als je religie zo overmatig bespot tot het punt dat je je niet meer onderwerpt aan hogere principes, dan is dat het daadwerkelijke vloeken waar een mens voor moet oppassen. Zondag 36 gaat over het niet ijdel gebruiken van religie, dus ook niet religie gaan misbruiken om het voor je vleselijke

karretje te spannen. Goliath stond als beeld voor ijdel gebruik van religie. Het gaat niet om de beeldvorming op zich, maar om wat erin zit, de principes. Het vlees heeft in ziekelijke haast aan beeldvorming gedaan, maar nu moet de mens het nog verdiepen. Vluchtig vormen de beelden zich in de lucht, veel gnosis dragende, of dat nu geroofde gnosis is, verdraaide gnosis of verborgen gnosis. Sommige beelden kunnen heel deprimerend zijn. Het is belangrijk terug te gaan naar het hemelse Woord voor inzicht. Dit Woord loopt overal doorheen. Het is niet eenzijdig. Als je allemaal aan snelle beeldvorming gaat doen buiten het hemelse Woord om waarvoor de mens geduld moet hebben, dan val je al snel in vooroordelen. Die leiden dan een leven op zichzelf, los van alles. Zo kom je tot ijdel denken en ijdel spreken, en zijn zondag 35 en 36 niet levende en werkende in je. Alle aardse, lagere getuigenissen moeten eerst afgelegd worden. Lesvragen bij hoofdstuk 19 : 1. Leg in het kort zondag 35 en 36 uit. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 20 zondag 37-38 : het ware Woord is oorlogszuchtig Zondag 37 gaat over de belijdenis. Ook dit is een zendingsbevel, maar als een oorlogsbevel, een belijdenis tegen het vlees. De mens is helemaal weggezogen en ondergezogen in spiegelwerelden. In die spiegelwerelden zijn er telkens missende items, boekrollen. De mens is dus helemaal verspiegelt, en moet door de spiegel weer terug, dus door de reflectologie te leren, de spiegel kunde, want daar ging alles mis. De mens is terechtgekomen in eenzijdigheden, in zijtakken. De mens moet terug naar de bron, door het terug te spiegelen. Geloof niets van wat je om je heen ziet. Het is het vlees, het verspiegelde vlees. Toekomst ? Toekomst ? Er is helemaal geen toekomst. Alles is al in het verleden gegeven, en de mens heeft het over het hoofd gezien. De mens moet terug naar het hiervoormaals. De mens heeft veel teveel genomen van de toekomstdrugs, en is daardoor gaan wanen. Toekomst is maar een woord. Michael Jackson zei : ‘Leef alsof er geen morgen meer is,’ in zijn strijd tegen de snelheidsduivel die zijn leven wilde beheersen en die zichzelf ‘de wet’ noemde, en waar Michael Jackson ook een lied over had geschreven. Als toekomst en geschiedenis uit balans is, en je bent meer gericht op de toekomst dan op het ontsluieren van het verleden in de recyclocratie, dan gaat het zich allemaal ophopen en dan ontploft het. Ik had een droom dat iemand een pilletje had genomen wat al lang over datum bleek te zijn, en die had ook er veel teveel van genomen ook nog eens, dus ver over de dagelijkse limiet, wetende dat het verkeerd zou aflopen, wat een beeld is van de toekomstdrug. Pas op met deze illusies. Het kan versterkt worden door de mensen om je heen die in het vlees leven. Wat is precies je belijdenis ? Want er is ook vleselijke belijdenis gebaseerd op mensenvlees waar zondag 37 het over heeft. Bouwen op vleselijke getuigenissen van vleselijke mensen is een doodlopende weg. Wij moeten dus weten wat ware hemelse belijdenis is. Wij moeten een ontmoeting hebben met de hemelse belijdenis, met zondag 37. Hebben wij ons al uitgesproken tegen het vlees ? Of praten wij allemaal met het vlees mee, om vleselijke belijdenissen te doen ? Want dat zijn dus die medicijnen die over datum zijn en die de mens telkens over de limiet nemen.

Soms moet je zeggen : ‘Het is nu eenmaal zo. Als het zo is, dan is het zo,’ en dan gaan ontzegelen. En als je dan door het vlees wordt aangevallen, dan moet je soms zeggen : ‘Niet geinteresseerd in die reclame.’ Het is geen onderwijs, maar propaganda. Martin Buber zei : ‘De ware strijd is niet tussen Oost en West of kapitalisme en communisme, maar tussen educatie en propaganda.’ Het is dus ook geen strijd tussen zomaar religies. De mens moet komen tot hemelse belijdenis. Het Woord is oorlogszuchtig, hangt niet de valse vrede van het vlees aan. Zondag 38 gaat over het belang van het kerkelijk onderwijs en haar scholen, maar de mens heeft het zicht op de betekenis van de kerk verloren. De mens heeft de kerk vervleselijkt en verletterlijkt. De ware, hemelse kerk is iets geestelijks, en iets vergeestelijkende. De aardse kerk is een doofpot, niet door enige kennis verhinderd. Voortgedreven door de winden van het vlees. Het vlees heeft ook een kerk gebouwd, en daarom is het juist tijd om af te remmen en terug te gaan, tot de daadwerkelijke oorsprongen van de hemelse kerk. Het ware woord is oorlogszuchtig, trapt tegen heilige huisjes aan, dient het vlees niet. Zondag 38 stelt dat dit woord moet voortstromen vanuit de sabbat, oftewel vanuit de plaats waar de vleselijke krachten en werkzaamheden zijn uitgeschakeld. Dit houdt dus ook een hongertaak in. Het vlees wil niet hongeren, en zal daar tegen protesteren, en dat zien we ook om ons heen. Vleselijke kritiek op het hogere is aan de orde van de dag. Het vlees heeft honderden, zo niet duizenden, smoesjes om aan het hogere proberen te ontkomen. Die allen moet de mens kennen. Van die allen moet de mens loskomen door de belijdenis. Hoever is de mens daarin al ? Zondag 38 is geheel in de context van de armenzorg, wat ook genoemd wordt, en de strijd tegen het vlees. Het gaat dus om een armen-evangelie, of armengelie en het vegangelie. Het is van belang dat de armen genoemd worden in de belijdenis, dat het niet in de doofpot wordt gestopt, maar dat er bewustzijn over komt. Een heleboel mensen prediken het armengelie en vegangelie niet. Ze durven het woord ‘armen’ niet in de mond te nemen, want dan zou hun vlees uitgedoofd worden. Ze stoppen liever de armen in de doofpot. Ik had eens zo’n levenspartner. Ze wilde het woord ‘armen’ niet in de mond nemen, ook niet toen ik erop aandrong. Ze hield haar lippen stijf op elkaar. Ze begon goed met het vegangelie, maar wierp dit later weg, en ook haar studie. Ik had een droom : Haugstrasse In het spookstadje Haugstrasse gaat alles heel traag.

Spoken terroriseren het stadje al zo lang. Ze dwalen daar door de straten in het centrum, en wonen in de gebouwen. Als ze het ergens niet mee eens zijn, dan zeggen ze dat gewoon, en gebruiken daarvoor een ongeluk of een vreemde gebeurtenis, of een ramp. En daarom is iedereen in het stadje bang, zo bang. Zij willen dat er meer vlees gegeten wordt, kip, kip, kip met rijst, om zo de boekrollen te vervangen. Men moet meer eten, en minder leren. Men moet meer eten en minder werken, minder leven. Dienbladen en vleesschotels vliegen door de open ramen, waar dat vroeger nog boekrollen waren. Er is veel veranderd sinds de spoken kwamen. Eerst was het stadje gewoon een boom, maar nu is alles versteend en grauw geworden. Het stadje is verspookt tot een spookstad. Kip met rijst, lijst, in lange Chinese gewaden. Kip met lijst, opdat het stadje vergrijst. Het jonge willen ze niet, daar zijn ze bang voor. Dat is hen te druk. Dan moeten ze teveel lezen, en ze hebben een hekel aan lezen, zo’n hekel. Nee, ze dansen lieven als ballerina’s in het rond om al hun zorgen te vergeten, daar in het stadje Haugstrasse. En daarnaast lag het stadje Haugzchwarze, maar dat bestaat niet meer, want dat is al geheel door de spoken verslonden,

en Haugstrasse wacht hetzelfde lot Boekrollen zijn er niet meer, maar nog wel enkele spookrollen, Bezoek je zo’n spook dan is het als een kermis attractie, Veel betalen, veel huiveren, veel moeten incasseren, maar dan is er kip met lijst Daar marcheren de spoken door de straten, met hun vreemde maskers, Ik had eens een meisje lief, maar zij werd ook meedogenloos door hen verslonden, Wat moet ik doen ? Ze is slechts nog een spookbeeld. Soms ga ik naar het stadje Herzenkopf, daar is het nog wel te leven, Daar is een ieder die ik ooit verloor, maar slechts op tv en in de boeken, en als etalage poppen, Ik heb er genoegen mee genomen, maar ik ga telkens terug naar Haugstrasse, om op beterschap te hopen Ik kan me daar niet bewegen, nee, alles gaat zo traag, totdat ik een van hen ben geworden, Alleen een spiegel doet mij ontwaken Tot zover de droom. Laten we beseffen dat alles vertraagt en weer terug gaat naar de geschiedenis. Die geschiedenis is demonisch, maar die moeten we ontzegelen. Alles moet gedaan worden vanuit armenbewustzijn, elke stap die je zet, anders ben je schuldig aan de vraatzucht van het westen, en heb je het bloed van de armen aan je handen, en hetzelfde geldt als je het vegangelie niet predikt. Bovenstaande gaat ook over de zegels van Heidelberg. De mens moet

de zondagen ontzegelen en terugkeren tot de wilde sabbathen. Vleesschalen laten staan, en komen tot de boekrollen. Kersten stelt dat God ons de armen heeft nagelaten opdat wij hen zouden weldoen, en Calvijn stelde dat het ware altaar de armen is. Dat wil niet zeggen dat we hen erger moeten maken. Dat wil niet zeggen dat we hen tot het vleselijke moeten verleiden. Wat een grote schuld hangt er op hen die kinderen misleiden en tot het vleselijke verleiden door drogredenen. Het vlees heeft duizenden excusen voor dit soort dingen. Het vlees is de grootste schoonprater ooit, de witwasser van leugens. Het kwaad wordt vergoelijkt. Kersten stelt dan ook : Armenzorgers, zoekt uw armen te kennen. Oftewel er moet onderwijs over dit soort dingen komen. Dat begint met het maar eens te noemen, het balletje op te gooien. Het is een onderdeel van de belijdenis. Het vlees lacht hierover, vol van spot. Laten wij dan maar voorwerpen van spot zijn in de wildernis, om geen deel te hebben aan de zorgeloze dronkenschap in de stad met hun miljoenen smoesjes om niet te hoeven medelijden en medestrijden. De hemelse oorlog wordt veracht en belasterd. Oh, laten wij niet met hen meedoen. In ieder geval hebben we dan nog een geweten en bewustzijn. Het prediken van het armengelie en vegangelie brengt je misschien geen vrienden, maar de hemel is alles wat telt, en in de hemel zijn alleen maar armen en armenzorgers. Kerk en hemel. De kerk behoort de hemel op aarde te zijn, wat niet een vreetfestijn is of een zangfestijn of een pretpark of hoe men dan ook vandaag de hemel voorstelt. Neen. Het is een kruis. Het is een goede herder die tot de buitenste duisternis gaat om daar heil te schenken, niet als een wilde weldoener, maar als de toner van het pad van het kruis, wat tot vruchtbaarheid leidt. Om die vruchtbaarheid gaat het, dat het kruis zal bloeien, en haar wortelen zijn zoet. Kersten noemt dat armenzorgers tot wat anders geroepen zijn dan centen tellen en elke behoeftige hun deel toe te werpen. ‘Komt onder de armen, leer hen kennen.’ Kersten klaagde erover hoe het medegevoel was verdwenen, dat het ambt is versteend, dat de liefde van de ambtsdrager wordt gemist. ‘Zoek de armen op, komt aan de huizen, maar ook in de huisgezinnen.’ Is dit letterlijk of symbolisch ? Er moet weer onderwijs over komen, en onze monden dienen er vol van te zijn, want waar het hart vol van is, daar stroomt de mond van over. Is dit letterlijk of symbolisch ? Een ding is zeker : Het moet een deel zijn van onze belijdenis, ons getuigenis. Wij zijn geroepen om het armengelie en vegangelie te prediken, uit te dragen, te verspreiden, als een bloem in zijn bloei. Is dit allemaal geestelijk ? Moeten wij dit vergeestelijken ? Hoe groeien planten ? Hoe communiceren zij ? Er zijn vele manieren van communicatie. Vaak zijn de armenzorgers al helemaal doodgebloed

en kunnen geen woord meer uitbrengen. Het Woord is oorlogszuchtig, en kent vele strategieen. Uiteindelijk is de enige ware verkondiging door het kruis. Dat is een lange weg, een omweg. Kersten riep de dode kerk weer op tot medelijden en barmhartigheid, en dit ook uit te dragen. Dat is ook waar zondag 38 over gaat. De liefde moest gaan bloeien. Hij stelde ook dat ons hele leven gericht zou moeten zijn op het vieren van die dag. Dan mag je verder de verjaardagen vergeten, maar als je in deze dingen wedergeboren zou worden, dan zou je dus daadwerkelijk jarig zijn. Kersten stelde dat als we niet in God’s huis zijn geweest, zowel in de ochtend als in de middag, dan is het ook geen zondag geweest. En zo is dat ook met de verjaardagen. Als je het armengelie en vegangelie niet hebt gepredikt, je geen belijdenis hebt gehad in deze wereld tegen het vlees, dan ben je dus ook niet jarig geweest en heb je niks te vieren. Ook ben je dan nog niet eens geboren. De schepping is er nog niet geweest. In deze wereld viert de mens de boze werken van het vlees. Het hemelse onderwijs gaat over het binnengaan van de hemelse woning, het huis van God, waar de psalmen ook over gaan. Het heeft dus niks te maken met aardse huizen en gebouwen, dat wat ze kerk noemen, want dat is helemaal de kerk niet. Welk gebouw je dan ook binnengaat, je komt zo niet tot de ware, hemelse kerk. De mens moet geplant worden in het huis van God, waar psalm 92 over spreekt, als een spiegelpsalm van psalm 1. Zo mag de mens groeien, om zo vrucht te dragen om te verkondigen, te belijden, te verspreiden. De mens mag zo komen tot de hemelse vijgeboom, de figtree, oftewel de victory, de overwinning, om zo tot het verborgen manna te komen. Lesvragen bij hoofdstuk 20 : 1. Toon aan wat de ware belijdenis is. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 21 zondag 39 en de spasmologie van Orion – de betekenis van de wederkomst zondag 39 Vraag 104: Wat wil God in het vijfde gebod? Antwoord: Dat ik mijn vader en mijn moeder en allen die boven mij gesteld zijn, alle eer, liefde en trouw bewijs en me aan hun goede voorschriften en tucht met gepaste gehoorzaamheid onderwerp en ook met hun zwakheid en gebreken geduld heb, aangezien het God behaagt ons door middel van hen te regeren. Maar om welke vader en moeder gaat het hier ? We hebben het er wel eens eerder over gehad, want deze teksten zijn gebaseerd op de bijbel, op oude Israelitisch-Egyptische geschriften dus die Orion channelden : dit gaat over de geestelijke vaderen en moederen. Dit gaat over Orion. Hier bevindt zich de blauwdruk van de mens, het oorspronkelijke plan, maar de mens is daarvan afgeweken door allerlei spiegelingen in een doolhof van reflecterende stenen, prisma’s, die allemaal hun eigen spectra hebben. Ga er maar aanstaan. Dit is diepgaande spiegelogie en reflectologie. De mens is verdwaald in een Arcturiaans spiegelpaleis in het lagere Orion, wat zich projecteerde op aarde als het Antartica mysterie, waar ik eens een droom over had, over een cassette bandje met een soort economisch spel erop, want in de tachtiger jaren liepen computers ook gewoon nog op cassette bandjes. De Vur heeft het er ook nog over : ‘Hij had de cassette in zijn hand, een spel uit een winkel, Maar hij koos ervoor het spel in een oorlogsspel te veranderen, Hij wilde meer avontuur, en de gevangenen uitleiden.’ (123:3) Wie zijn die mensen ? zul je je afvragen. Er is veel meer nodig. Ze spreken als volwassenen met hun zware stemmen, zo vol van zichzelf, zo direct hun autoriteit en macht uitoefenen over anderen. Wie zijn het ? Wat is er nodig ? Het vlees werkt altijd zo overmatig overdirect. Wie zijn die mensen ? Het is een soort spasme. Altijd werkt het weg van de waarheid, drukt altijd de waarheid en de liefde opzij. Opzij, want zij moeten erdoor. Het is een vleselijk spasme, maar we moeten terug naar het oorspronkelijke oerspasme van de natuur, van de wildernis, van het hogere Orion. Daar ligt de bron van de mens, en dat is een breinspasme, om aan het vlees te ontkomen, als een storm die je opneemt, waar de Vur ook over spreekt.

Wie zijn die mensen ? Ze overhoren je, als buitenaardse interrogators. Altijd moet je weer verantwoording aan hen afleggen. Het draait allemaal om hen. Wie zijn het ? Wat hebben ze gedaan ? Wat hebben ze gedaan met de mens ? Feit is dat je terug moet gaan tot het Orionse breinspasme en de spasmologie van de hogere natuur moet leren, de orionse oerinstincten. Dit betekent loskomen van de lagere aardse spasmes van het vlees die je in gevangenschap houden, die ook allemaal automatismes zijn, aangeleerde kettingreacties. Het is zo gewoon geworden allemaal, zo ingebakken, zo traditioneel en vertrouwd, zo gevestigd, zo ingedut, maar het zijn machten van de dood die de mens gevangen houden, en slechts spelletjes spelen met de mens. De mens moet loskomen van deze parasieten. De hersenspinsels der elven, krachtige impulsen van de Orionse natuurmoeder, krachtige spasmes om de mens terug te roepen, terug te halen. Ja, dwars door de bijbel heen, dwars door Israel, dwars door Egypte, dus het is zot om de bijbel zomaar geheel te schrappen voor altijd. Dat doen zelfs de atheisten niet. Velen van hen beschouwen het nog steeds als hoogstaande Israelitische literatuur vol van beeldspraak maar wat verder geheel de mist inging wat betreft zijn rechtspraak. Daar zijn volwassenen zo goed in : rechtspraak. Want die weten alles. Er is maar een ding wat ze eigenlijk niet weten, en dat is dat ze eigenlijk niks weten. De lijnen van Orion zijn ondergesneeuwd. Zou je het niet ontzegelen ? En hoe doe je dat dan ? Luisteren naar de oorspronkelijke moeder van het boek, waarvan het eens geroofd was. Het ontvangen van het Orionse breinspasme. Hoe gaat dat ? Mattheus 24 zegt dan : 29 Terstond na de verdrukking dier dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen. 30 En dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen aan de hemel en dan zullen alle stammen der aarde zich op de borst slaan en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken des hemels, met grote macht en heerlijkheid. 31 En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere. 32 Leert dan van de vijgeboom deze les: Wanneer zijn hout reeds week wordt en de bladeren doet uitspruiten, weet gij daaraan, dat de zomer nabij is. 33 Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur. Dat gaat niet zomaar over de terugkeer van Jezus, maar over de terugkeer van het Zoonschap. Dat

houdt dus ook een terugkeer van het moederschap in. En dan wordt er op de vijgeboom gewezen, de figtree, oftewel de victory, de overwinning. De vijgeboom draagt het Orionse oerspasme diep in zich. Het is een hemels spasme, om de spasmes van het vlees te ontlopen. Een spasme ontloopt, hangt een ander patroon aan. Het is van een andere code. Dat spasme wordt ook in de Vur besproken. Het is een breinspasme. Het zorgt ervoor dat het brein niet vleselijk denkt, maar dat het aan het hart verbonden blijft. Het spasme maakt eerst de nodige omwegen voordat je allerlei dingen gaat denken en je erdoor laat meezuigen. Blijf wachten op dit spasme. Kersten noemt psalm 2 : 7 Ik wil gewagen van het besluit des Heren: Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij; Ik heb u heden verwekt. 8 Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel, de einden der aarde tot uw bezit. 9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots, hen stukslaan als pottenbakkerswerk. 12 Kust de zoon, opdat hij niet toorne en gij onderweg niet te gronde gaat, want zeer licht ontbrandt zijn toorn. Dit spasme is dus zeer gevoelig, gaat niet zomaar met allerlei vleselijkheden mee, maar trekt de mens terug. Het is als Orionse bliksem. Mattheus 24 27 Want gelijk de bliksem komt van het oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. 28 Waar het aas is, daar zullen de gieren zich verzamelen. En wat komt daarna ? Mattheus 25, over de wederkomst van empathie. Kersten noemt ook psalm 19 : 2 De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen;

3 de dag doet sprake toestromen aan de dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. 4 Het is geen sprake en het zijn geen woorden, hun stem wordt niet vernomen: 5 toch gaat hun prediking uit over de ganse aarde en hun taal tot aan het einde der wereld. Hij heeft daarin een tent opgeslagen voor de bron, 6 die is als een bruidegom die uit zijn bruidsvertrek treedt De nacht predikt tot de nacht, dus niet volgens de directe, sociaal geaccepteerde manier. Er is dus nog een geheime samenleving, een secret society, in Orion. De dwazen laten zich door de morgen misleiden in het veld. De Vur spreekt er ook over. Daartoe is het breinspasme gezonden, om af te kicken aan alle vleselijke drugs op aarde. Kersten noemt ook Spreuken 31 : 8 Doe uw mond open ten bate van de stomme, ten behoeve van het recht van allen die wegkwijnen; 9 open uw mond, oordeel rechtvaardig, verschaf de verdrukte en nooddruftige recht. Het gaat ook over dat het zoonschap zich niet moet laten misleiden door verderfelijke vrouwen. Het zoonschap moet niet zomaar kracht verlenen aan vleselijke vrouwen. Het zoonschap is gericht op de natuurmoeder. Het gaat dan ook over de ware vrouw, die moeilijk te vinden is. 15 Zij staat op, als het nog nacht is. 20 Haar hand breidt zij uit naar de ellendige, haar handen strekt zij uit naar de nooddruftige. 21 Zij vreest de sneeuw niet voor haar gezin, want haar ganse gezin is in rood scharlaken gekleed. 22 Van verfijnde stof en rood purper is haar gewaad. Ten tijde van de komst van het eeuwig evangelie had ik vaak dromen over buitenaardse bezoekers en doden die het eeuwig evangelie aanhingen en verkondigden, en zij hadden vaak rode kleding

aan, wat dus komt uit Spreuken 31. In de vur en verder de gehele tweede bijbel wordt het rode mysterie en het rode pad uitgelegd. Het gaat over het afstand nemen om andere gezichtspunten te krijgen. Het wonder van de vur, het commentaar op de vur, zegt hierover : ‘Als je te snel gaat en te direct, dan kom je onder hoge voltage. Het rode mysterie is het rode tranenglas van de verhalen, van de boeken. Alles komt achter glas, als in een museum. Dit is ook voor onze eigen beveiliging.’ (commentaar 104:3) Kersten noemt ook psalm 76. In deze psalm moet het vleselijke weer teruggaan in de slaap. Daarom is het beeld van de terugkeer van Klaas Vaak ook zo belangrijk. Lesvragen bij hoofdstuk 21 : 1. Leg uit waar zondag 39 over gaat. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 22 zondag 40 en de strijd tegen de racedrugs maffia van snelheidsduivels – de komst van de orionse breinspasmes ‘Het doofpot-principe : Zij verachten geschiedenis, en denken dat geschiedenis gewoon geschiedenis is, dat het voorbij is, maar de geschiedenis is de geestelijke wereld. Door de racedrugs asfalteren zij de geschiedenis, en bouwen daarop verder met hun luchtkastelen. Er ligt een opdracht in de geschiedenis die zij niet willen zien, door gebrek aan empathie, en liefde voor de racedrugs.‘ Zondag 40 gaat over dat we niet zomaar overmatig en direct op wraak gericht moeten zijn, maar we moeten ons bovenal richten op geduld en barmhartigheid, en zachtmoedigheid om zo onze naaste

zoveel mogelijk te beschermen tegen wat hem kan schaden, zelfs onze vijanden moeten wij goed behandelen. Let wel dat er staat : ‘zoveel mogelijk’, want er zijn uitzonderingen. Het gaat er ook om in zondag 40 dat we onszelf moeten beschermen, voor onszelf moeten zorgen, dus er zijn wel bepaalde grenzen. Toorn en wraak is op zich niet verkeerd, maar we moeten het matigen, en niet overdrijven. De bijbel zegt : Weest toornig, maar zondig hierin niet. Toorn vanuit het vlees is per definitie fout. Jezus keerde de andere wang, maar ook Jezus had zijn grenzen, en op een bepaald moment hadden ze hem zo lopen sarren dat hij een zweep nam. Alles wat in de bijbel staat is per definitie dan ook weer symboliek, dus niet zomaar iets om allemaal letterlijk na te volgen omdat Jezus dat zei of omdat Jezus dat ook zo deed. Who cares ? Het is maar een verhaaltje. Trek je leringen eruit. Het past goed in het jaren 60 hippie tijdperk, en dan is het een mooi sprookje, maar maak de neus niet langer dan het moet zijn. In het boek Openbaringen staan de martelaren die door de wereld zijn gedood onder het altaar en roepen om wraak, maar ze krijgen een wit kleed om te rusten. Wat houdt dat in ? Het is niet zomaar geduld. De mens moet niet driftig naar een letterlijk zwaard grijpen, want de oorlog is geestelijk, en zelfs dan is er strategie geboden. De mens moet niet in het vlees strijden, niet in overmoed als een snelheidsduivel allerlei belangrijke stappen overslaan. De mens moet een diepe hemelse slaap in, want het is een literaire strijd, een filosofische strijd, in het land der dromen. Hoe gaat dat precies, het orionse breinspasme te ontvangen, de orionse brein erupties van de hemel ? Het brein moet eerst een geestelijke slaap in, dus dat is niet zomaar een letterlijke slaap, maar een symbolische slaap. De mens moet hierin komen tot het hersenkruis. Hieraan kunnen alle vleselijke hersenwerkingen afsterven en kom je onder de orionse breinspasmes. Dat is een natuurproces. Dat is een pad van overdenking en verbeelding. Er is hemelse verbeelding en vleselijke verbeelding. Het is goed om je dingen voor te stellen. Het gaat niet zomaar om geduld en rust, maar het gaat ook om de slaap ingaan om je creatieve bronnen aan te wakkeren, om zo een hogere oorlog binnen te gaan. Het tijdperk van de wolven. Er wordt veel over gesproken in de germaanse theologie, en ik heb er veel dromen over gehad. Vannacht ook weer. En dit waren niet zomaar wolven, maar weerwolven. Langharige weerwolven. Ze kwamen tot de aarde. Ze openden de putten, ook van het brein, waarin de natuurprocessen waren opgesloten, onderdrukt door het stadse aangeleerde brein, waarmee het geasfalteerd was en gecementeerd. Het loopt dus door alles heen, maar is versteend, en de stenen

zullen tot leven komen. Ik zag de weerwolven door de geschiedenis heenwerken, door bepaalde mensen met gaven, en ik zag ze ook in mijn eigen verleden. Dus niet zomaar wraak uitoefenen, maar gaan slapen, en slaap is een goede filter. Tot de geestelijke slaap kom je door het hersenkruis aan te hangen, want in de hersenen van de mens is het verkeerd gegaan. Door het hersenkruis kom je weer in contact met je hart. Draag daarom je hersenkruis, want uiteindelijk wekt het de hogere orionse hersenspasmes op, die lang genoeg zijn om het hart te bereiken. Maar hoe doe je dat precies ? Het gaat om het luisteren, niet zomaar te denken, maar luisteren, en dan moet er wel een slaapfilter zijn, want er is een verschil tussen luisteren en navolgen. Het komt aan op onderscheiding, op filtering. De Heere geeft het zijn beminden in de slaap. Dat is een hogere slaap waarnaar we ons mogen uitstrekken. Dat begint dus bij een zwijgoffer. Niet allemaal snelle denkstappen maken, en snel je mond lostrekken. Sommige mensen willen alles weten, snel antwoord, maar het is niet verstandig, en niet demonologisch, want je wekt door die overmoed namelijk draken op. Geen slapende draken en honden wakker maken. Dat is demonologisch niet verantwoord. Demonologie is het gevaarlijkste beroep wat er bestaat. Je kunt daarin geen fouten maken. Daarom is het ook niet populair en stoppen de mensen het graag in de doofpot. Maar dat is dus de grootste fout die je kunt maken. De sleutel is het zoonschap, zoals Kersten ook op psalm 2 wijst, en het zoonschap is tot de hemelse kennis, dus het houdt ook het leerlingenschap in. Daartoe is de hemelse slaap belangrijk, om zo niet op verkeerde scholen te worden aangesloten. Daarom zijn de orionse breinspasmes zo belangrijk, opdat we niet naar het vlees luisteren en door het vlees worden meegezogen, want dat zijn zombie spasmes, spasmes van de dood. Dit is dus een strijd op leven en dood. Jawel. Veel wat om ons heen is zijn maar schaduwen en reflecties, emanaties, en het komt uit de dood en zal tot de dood terugkeren. Het heeft nooit werkelijk bestaan, heeft nooit daadwerkelijk bewustzijn gehad, want in haat en onverschilligheid, het middelmatige, is geen waarlijk bewustzijn. Het zijn mechanismes, kunstmatige intelligentie van de stad, intelligente marktverkoop, dat is alles wat het is. Ze zijn intelligent en sluw in misleiding, en dat is een beproeving. Door de hemelse slaap worden wij hemelse zonen. Deze slaap gaat diep, als een electricien, om de hemelse sluizen van electriciteit te openen. Het gaat komen. Op een keer dan kom je tot de bron, en dan moet je klaar zijn, dus je plug hebben, ingelijfd zijn in die technologie, anders wordt je geelectrocuteerd. Snelheidsduivels zullen allemaal geelectrocuteerd worden. De hemelse langharige weerwolven kennen de hemelse technologie, maar er zijn ook vleselijke weerwolven die zich hebben geoefend in de technologie van het vlees, maar dat is dus pure zelfverwoesting, want het is een misbaksel aan technologie en heeft missing links dus, gebrek aan onderwijs. De hemelse

weerwolven komen de kabels leggen. Dat is iets buitenaards, en dat ligt al door de geschiedenis heen. Dit willen snelheidsduivels niet horen. Ze willen dat je hen op hun wenken bedient, dat je het vlees dient. Snelle antwoorden, want ze willen geen diepte. Snelle feestjes, je lekker voelen, geen strijd meer, vrede, vrede, vrede. Dat is alles wat ze willen, en hebben dit voor het hogere onderwijs verruild. Dat hebben ze weggeworpen. Ze verwachten van anderen dat er voortijdig wordt binnengegaan in gevaarlijke hoogspanningshuisjes, en zetten zo als een afgevallen David Uria vooraan in de strijd. Ze zetten mensen voor hun karretjes als werkpaarden, en zelf groeien ze niet. Ze houden zich dom zodat anderen al het vuile werk kunnen opknappen. Snelheidsduivels kun je tegen spreken, en ze vergeten alles met een poep en een scheet, dus de volgende dag moet je hen weer precies hetzelfde zeggen. Zo leven zij, als vampieren. Ze krijgen een opkikker van iemand anders z’n energie, iemand anders z’n aandacht. Het zijn aandachtshoeren. Jantje lacht, Jantje huilt. Jantje moet op zijn wenken bedient worden. Dat zijn vleselijke weerwolven, gebrekkige electriciens, die de grootst mogelijke puinhopen aanrichten, waardoor de parasieten worden aangetrokken, en ze worden door deze parasieten ook rijkelijk betaald hiervoor. Maar wat is het uiteindelijke loon van het vlees ? Het is een doodlopende weg. Je komt zo in een hele andere slaap terecht, de slaap van het vlees. Onze toorn moet niet vleselijk zijn, maar geestelijk. Kersten wijst op psalm 2 en 7. Dat is dus een educatieve en literaire toorn. Kersten wijst op Duitsland als voorbeeld, dat alles mis ging toen het Duitse volk de God van Luther kwijtraakte, oftewel de God van de reformatie. Die had uitgewerkt moeten worden, niet zomaar in zijn totaliteit overboord gegooid. De Duitse filosofische verlichting werkte het uit, maar met het komen van de weltpolitik, de politiek van expansie-zuchtige snelheidsduivels, gooiden de Duitsers de Lutherse schat overboord. Ze bouwden liever verder op het Romeinse rijk. Ze wilden van kruis en verdieping niet weten. Zo kwamen die zombies tot de aarde, de zombie spasmes van het lagere orion, de spasmes van de dood, met hun eigen boeren taaltje. Niet voor niets wijst Kersten daarom op psalm 119, over het belang van studie, en het je daarin verlustigen : 47 Ik toch verlustig mij in uw onderwijs, dat ik liefheb; In plaats van jaloers te zijn op mensen die het goed hebben in het vleselijke, moeten wij studeren om hieraan te ontkomen. Wij moeten het kruis begeren voor ons hogere goed. Eer die restricties

maar, die touwen waarmee je gebonden bent, want het zijn de paden tot de hemelse, onzichtbare oneindigheden. Als je niet hongert, niet mindert, dan kun je niet tot de orionse spasmes komen, want dan is er geen ruimte voor. Dan ben je al vol met jezelf en allerlei rommel. Tenzij je een domme consument wil zijn voor de lagere orionse spasmes. Ga dan je gang maar, maar je bent tenminste gewaarschuwd door de hemel. Kersten wijst op het belang van zachtmoedigheid en een zekere stoicijnse gelatenheid, wat een berusting is en een lijdzaamheid, opdat we het onrecht kunnen dragen en stil kunnen zwijgen, in plaats van overmatig wraakgierig te zijn. Maar hierin stelt hij ook dat door het liefhebben van de naaste de zorg voor onszelf niet uitgesloten wordt. Hij waarschuwt terecht voor het hangen aan de letter waardoor de mens niet dieper is gaan zien, niet is gaan ontdekken in het hemelse. God eist liefde, en die liefde is juist daarin, in dat hogere onderwijs. Zo kunnen wij anderen waarlijk liefhebben, binnen de hemelse grenzen. De liefde is niet dwaas. Het is geen wilde weldoener. De liefde dient niet de sluwigheden van het vlees. Maar de liefde gaat een hogere weg, die verborgen is voor het vlees, en verkeerd wordt uitgelegd door het vlees. De ware liefde doodt het vlees. De ware liefde leert de vijandschap te doden, stelt Kersten. Deze liefde moet in ons hart worden uitgestort. Als wij in die liefde blijven, dan blijft God in ons, want liefde is God. Feenstra waarschuwt : ‘Het leven is een vlinderspel, en straks vliegen zij tegen de lamp.’ Hij heeft het dan over oppervlakkige levensbeschouwing die uitroept : Laten wij eten en drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij. Dat zijn de doemdenkende snelheidsduivels die het er nu van willen nemen. Dat is dus een excuus wat ze gebruiken dat ze overmatig doemdenken over de toekomst, zodat ze nu zich kunnen uitleven. Ze verschuiven het kruis naar de toekomst in plaats van het kruis van het verleden op zich te nemen. Ze hebben namelijk een gebrek aan empathie. De liefde is een school van het kruis, telkens weer. Dit kruis is het hogere onderwijs. Het stroomt vanuit het dromenland, om tot een hogere oorlog op te roepen. De Orionse breinspasmes zijn tot de aarde gekomen om te onderwijzen, maar de harten van de mensen zijn teveel van steen. Ze dragen zware helmen. Ze zijn niet open, en luisteren niet, hebben hun eigen wegen aangelegd, door kindermondjes heen, en zo racen zij als snelheidsduivels. Op weg, maar waar naartoe ? Ze zien de afgrond niet waar ze naar op weg zijn. Ze wanen zichzelf een brug hierover die er niet is. Dat is wat racedrugs kan doen, wat verkocht wordt door lagere Orionse oplichters, als Nigeriaanse liefdesscams. Neem nog een beetje racedrugs, slikt weg als ijs. Lekker ijs. Heerlijk je verstand laten wegvreten. Maar waartoe ? Hoe bouwen zij die schijnbruggen van schijnveiligheid over de afgronden ? Door anderen in die

afgronden te duwen. Hoe doen zij dit ? Door het doofpot-principe. Zij verachten geschiedenis, en denken dat geschiedenis gewoon geschiedenis is, dat het voorbij is, maar de geschiedenis is de geestelijke wereld. Door de racedrugs asfalteren zij de geschiedenis, en bouwen daarop verder met hun luchtkastelen. Er ligt een opdracht in de geschiedenis die zij niet willen zien, door gebrek aan empathie, en liefde voor de racedrugs. Vannacht was er een verschrikkelijke oorlog in de vijftiger jaren, en er moest gevlucht worden tot de zestiger jaren voor veiligheid, voor een belangrijk principe. Raad eens wat het is ? De zestiger jaren was het liefdestijdperk, het tijdperk van empathie. Dat is een school. Orionse breinspasmes kwamen toen tot de aarde. Ze zijn lang en verfijnd, als bliksems, terwijl de vleselijke breinspasmes kort zijn en dof, grof, met de botte bijl er op los hakkende, zonder enige kennis of empathie verhinderd. Alles rechttoe rechtaan, de kortste weg naar Rome. Verslaafd aan de race-drugs. Lesvragen bij hoofdstuk 22 : 1. Geef een korte beschrijving van zondag 40. 2. Geef een korte samenvatting van dit hoofdstuk.

hoofdstuk 23 zondag 41 en het belang van de hemelse geschiedologie – herstel het contact met moeder geschiedenis – de strijd tegen het race-vlees Het christendom : Ze hebben allemaal de heilige geest, maar ze zijn allemaal verdeeld, want de ene heilige geest zegt dit, en de andere heilige geest zegt dat. Toch worden ze allemaal geleid, en ze worden geleid tot oorlog. Die oorlog is tegen elkaar. De heilige geest is tegen zichzelf verdeeld. Maar dan klopt er toch iets niet ? zou je dan zeggen. In het jodendom was er hetzelfde scenario. De rabbijnen en schriftgeleerden waren het niet met elkaar eens, en waren onderling aan het bekvechten, maar toch lieten ze al die oorlogen afdrukken in de Talmoed. Was het dan weer het verhaal van de groep blinden die elk een deel van een olifant beschreven, denkende dat alleen hun deel de ware olifant was ? Het Jodendom liet die traditie bestaan en schreef het op. Iedereen beschreef een ander deel van de waarheid, maar het moest nog in het juiste verband komen, op de juiste manier gedraaid worden, in balans komen. Er is geen excuus. Er moet gekomen worden van het excuus van theoretische leiding als heilsfeit tot daadwerkelijke profetie. Vroeger als jongen belde ik alle pinkstergemeenten af om te vragen of ze ook profeten hadden, en telkens kreeg ik weer als antwoord : ‘Nee, die hebben we niet.’ Ik wist daarom dat het niet stopte bij pinksteren. De mens moest tot de profetische gemeente komen. Die waren er niet in Nederland, dus wij waren de eersten die een daadwerkelijke profetische gemeente hadden gesticht, want zomaar met pinksteren en vol evangelie kom je de woeste zee niet over. En dit bracht een grote gave, een grote verantwoordelijkheid, en ook een aan die gave en verantwoordelijkheid verbonden groot lijden met zich mee. Je kan dan ook niet meer terug, en je wil dan ook niet meer terug. In een profetische gemeente zijn toetsen en territoriale demonologie de fundamenten, dus de exorcistische wetenschap, anders kom je in grote misleiding terecht. Als je de heilige geest ontvangt, dan is het eerste waartoe je geleid wordt de wildernis, zoals ook in het Jezus verhaal, waar je moet leren luisteren en toetsen, en waar je ook een strijd hebt met de duivel. En dan wordt je ook de bibliotheken ingezonden voor grondige studie. Je wordt de boeken ingezonden. Die orde mag niet omgedraaid worden, want eerst moet je alles loslaten en leren luisteren en leren toetsen, een persoonlijke relatie ontwikkelen met de hogere kennis. Maar dat is een oorlog. Er zijn veel wachters waar je langsheen moet. Toen het volk Israel naar het beloofde land moest was dit ook vol met vijandelijke volkeren die ze eerst moesten verslaan. Ze hadden dus

te maken met een stuk geschiedenis waar ze niet omheen konden, waar ze zich in moesten verdiepen. Als je niks van die volkeren weet, dan kun je ze ook niet innemen. Dat was een geestelijke oorlog, een oorlog waarin je terugmoet in de geschiedenis, want dat is de geestelijke wereld. Zoveel mensen gaan gebukt onder hun verleden, bijvoorbeeld door een traumatische gebeurtenis. Ze dragen dan het kruis van hun eigen verleden, en er wordt veel aan gesleuteld door therapeuten die daar dan een dikke boterham aan verdienen. Maar het is belangrijk om juist het in de context van de algehele geschiedenis te brengen, want je situatie is namelijk niet uniek. Het staat ergens mee in verband. Dat wordt bijna niet geleerd : reflectologie, spiegologie, en spasmologie, in de grote context van de geschiedologie. De mens is een absolute nul wanneer het aankomt op de geschiedenis, en de geschiedenis leert dat de mens niets van de geschiedenis leert. Helemaal niets. Niente. Wat moet je dan doen ? Efeziers 6 zegt : Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse (geestelijke) gewesten. Waar hebben we het dan over ? Dan hebben we het over de geschiedenis. Het is een strijd in de geschiedenis waar al die overheden zijn opgebouwd. Daar liggen de fundamenten. Daar moet iets veranderen, dus daar kun je niet zomaar van weglopen. Daar ligt het fundament van het kruis, ook van je eigen kruis, en daarvan weet je dat je het moet dragen. Ken je alle kruis-principes nog ? Daar is al veel over geschreven. Ook dat we elkanders lasten moeten dragen, dus dan heb je met de algehele geschiedenis te maken, niet alleen maar met je eigen verleden. Waar komt het dan op neer ? Als we het over moeder natuur hebben, dan hebben we het ook over moeder geschiedenis, en moeder kruis. Wat hebben we met die moeders gedaan ? Kennen we die moeders wel ? Hebben wij wel persoonlijke omgang met hen gehad ? Of kennen we alleen maar de vader, de zoon en de heilige geest ? Of kennen we alleen maar de new age ? Of ben je zo liberaal dat je niet eens weet wat dat is ?

Zondag 41 gaat over het huwelijk, oftewel relatie. Het is een waarschuwing tegen onkuisheid, onzedelijkheid, in woorden, gebaren en begeerten, want het lichaam is de woning van de heilige geest. Allereerst gaat het dus om een huwelijk met god, met de gnosis, met de vergeestelijking van de geschiedenis dus. Ken daarom je geschiedenis, anders is je relatie met de gnosis nul. Ken moeder geschiedenis, maak een afspraakje met haar, en leer omgang met haar te hebben. Dat is je dagelijks brood, want men leeft niet van brood alleen, maar van het Woord, en dat ligt in de geschiedenis. Het ware Woord is dus de hogere, vergeestelijkte geschiedenis, want alleen doordat het Woord tot vlees werd kon het tot Geest worden. Woord, Geest en Geschiedenis zijn dus onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Ze kunnen niet zonder elkaar, want dan zou alles instorten. We krijgen ze een nieuwe definitie van wat Geest eigenlijk is. Moeder Geschiedenis, en er valt nog heel wat uit te broeden. Dat is een oorlog. Heb deel aan de Geschiedenis oorlog in de geestelijke wereld. Zondag 41 gaat over het hebben van afkeer aan onzedelijkheid, een hartgrondige afkeer, om zo kuis en tuchtelijk te leven. Hebben wij al een relatie met de gnosis, met moeder Geschiedenis ? Zij houdt de geschiedenis in haar hand. Er ligt hier een werk-opdracht, om zo niet in de klauwen van het modernisme te vallen, want dit is van alles losgekapt in de race-drugs. Dat is een motorgang van speed demons, van wegpiraten. Je moet je aan hun race-bijbel houden, van het lagere, vleselijke Orion. Je moet samen met hen scheten laten en je wijden aan hun onderbroeken lol. Want dat is alles wat het is. Het is vuig, goor, vulgair. Je moet met hen meedwepen. En dit gaat allemaal ten koste van de vrouw, want de moeder wordt niet genoemd. Zelfs in de new age gaat het allemaal om de new age Jezus, en in de liberale groepen gaat het ook allemaal over mannelijke politieke leiders. This is a man’s world. Aanbid die vuile protsers niet, want ze leiden je naar een duistere plaats. Kijk ze protsen met hun stropdasjes en trotse vooruitgestoken borsten, en hun bling bling en dure auto’s, en aan de armen denken ze niet, en al helemaal niet aan het vegangelie. Het zijn kannibalen. Vraatzuchtige snelheidsduivels zijn ze. Ze vreten wegen, en ze vreten auto’s, telkens weer nieuwen. Moet telkens weer beter, telkens weer mooier, en ze draaien alles om, want wat mooi is noemen ze lelijk en wat lelijk is noemen ze mooi. Is het je niet opgevallen ? In welke vreettent zijn ze terechtgekomen ? Die van geschiedenis verachting, want dat is hun versnelling, kunnen ze nog harder gaan. Het moet telkens moderner. En dan trapt zondag 41 op de rem. Ja sorry, zo gaat dat niet. Wat is er van je huwelijk met de geschiedenis ? Je eerste liefde ? Wat is dan de bruidsschat ? Kersten noemt het bittere lijden en sterven van de Bruidegom waardoor hij tot de Bruidskerk kon komen. Hij noemt het een gemeenschap die geoefend moet worden. Je

moet hiervoor je leven geven. Wij komen niet zomaar tot Moeder Geschiedenis. Het kruis staat tussen haar en de mens in. Dat is het kruis van de geschiedenis. De geschiedenis is niet zomaar weg. Dat is een leugen van de matrix. Het is er nog steeds, maar gewoon weggedrukt door de krachten van het modernisme, geasfalteerd, gecementeerd, eroverheen gebouwd. Walgelijk. Hoor je de stemmen die roepen vanuit het verleden ? Het zijn hun gevangenissen. Je bent het zelf, onder het ijs. Hoor je haar roepstem ? Of ga je verder slapen met je race drugs en je race bijbeltje ? Maar de mens lacht, en slaapt door, want de mens heeft het al wel vaker gehoord, en de mens zou zich niet bekeren, al zouden de plagen komen, zoals Openbaring sprak. De moderne mens is het beest, het beest in de mens. Dat kan alleen getemd worden in de geschiedenis. Het is een strijd met je eigen vlees. Leer dit beest te berijden. Werp het niet zomaar weg. Worstel ermee, want je worstelt met de geschiedenis. Dit beest heeft dus diepe wortels. Geloof niet in het rad wat voor je ogen wordt gedraaid, van de beelden van het nu, en de beelden van de toekomst. Laat je niet afleiden van de daadwerkelijke strijd. Luister niet naar vreemde toeters, vreemde bazuinen, want je strijd dan slechts voor een clan, voor een zekere markt. Ze lachen zich slap, die snelheidsduivels, want ze hebben de mensheid verkocht, en de mensheid werkt voor hen, voor deze piepende muizen. Kersten noemt de bruiloft van de ziel, over het oefenen van gemeenschap. Dan moet je weten wat dat betekent. Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen. Trek geen juk aan met de ongelovigen, noemt Kersten. Wij moeten ons dus richten op de gnosis die leidt tot de geschiedenis. Moeder Geschiedenis, wat heeft de mens met Haar gedaan ? Is de mens teder met haar geweest ? Heeft de mens wel geworsteld met de geschiedenis ? De geschiedenis is ook haar kooi. Er is een groot verschil tussen geschiedenis en Moeder Geschiedenis. Ken je het verschil ? Daartoe is er de geschiedologie, een belangrijk hemels vak. Kersten waarschuwt tegen lichtvaardigheid. Ga geen huwelijk aan met Rome, stelt hij. Soms is het beter te vasten en te bidden. Ik moet ook denken aan een bijbeltekst : ‘Dit geslacht vaart niet uit dan door bidden en vasten.’ Kersten noemt : Bukken onder de Waarheid, en gevangen geven onder het Woord. Ik had een droom over pieren, wormen, onder de huid van de mensen, als aderen, en die moesten eruit getrokken worden. Dat zijn de lagere, vleselijke spasmen waardoor de mens wordt voortgedreven, gedachtenkronkels. Ik kwam tot een gebouwtje, een soort winkeltje, want ik had er een uitnodiging voor gekregen, en ik vroeg wat ze allemaal verkochten, maar het bleek dat ieder

product een streepjescode had wat alleen met een mobiele telefoon gescand kon worden. Ik wist niet eens dat ik droomde, dus ik zei dat ik geen mobiele telefoon had, maar na wat testen realiseerde ik me dat het een droom was en dat ik in de geestelijke wereld was. Het ging om een hemelse telefoon, namelijk Moeder Geschiedenis. Zonder Moeder Geschiedenis kom je nergens. De mens heeft haar verruild voor een aardse mobiele telefoon ? Really ? Kun je nog wel ademen met zo’n ding ? Nee. Je bent onder hypnose. Je denkt alleen dat je kunt ademen. Het is een hallucinatie. Het zijn gimmicks van de snelheidsduivels. Je hebt iedereen binnen bereik, en iedereen heeft jou binnen bereik, maar de gnosis en de geschiedenis ken je niet. Hoe arm ben je dan eigenlijk ? Kan de mens dat niet afleggen ? De mens is er ziekelijk verslaafd aan. Ik zei het eens tegen een jongen : ‘Nu ben je al je vrijheid kwijt, nu volgen ze je overal in het vlees. Je hebt geen privacy meer, en het is bloedlinke microgolf straling.’ Hij zei toen : ‘Ja, je hebt eigenlijk wel gelijk,’ en hij is het gaan terugbrengen naar de winkel waar hij het had gekocht, maar ze wilden het niet meer terugnemen. Gekocht is gekocht, en verkocht is verkocht. Gedane zaken nemen geen keer. Zo tragisch. De mens is al ge-race-chipped. Wormen onder hun huid drijven hen voort als zombies. En wil je los komen, dan zullen je handlers echt niet zomaar toegeven. Er moet veel meer gebeuren. Hoge technologie, hoge, hemelse technologie in de geschiedologie, maar wie wil dat vandaag de dag leren ? Dan pas kun je echt de strijd aangaan tegen het race-vlees. Lesvragen bij hoofdstuk 23 : 1. Geef een korte uitleg van zondag 41. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofstuk.

hoofdstuk 24 zondag 42-44 en het vijfde seizoen In zondag 42 wordt de diefstal in een adem genoemd met gierigheid, en wordt er opgeroepen te zorgen voor de armen en behoeftigen. Kersten wijst op Kain bij zondag 42 : ‘Ben ik mijn broeder’s hoeder ?’ Ook nalatigheid ten opzichte van onze naasten is diefstal. Wij spreken dus over een communistisch evangelie, als een commungelie, waarin alles eerlijk verdeeld is, want overmatige rijkdom, rijkdom over de grenzen heen, is ook diefstal. Er moet dus een hemels communisme zijn. De beer is daar een beeld van. De beer draagt de gave van hemels communisme, als cirkels in vele lagen, want er zijn vele gebieden waarop dit communisme toegepast moet worden. Dit natuurcommunisme strijd tegen hen die het commungelie hebben verworpen, de volgelingen van Kain die zeggen : ‘Ben ik mijn broeder’s hoeder ?’ Zij leven in grote nalatigheid. We hadden het over de droom dat er een oorlog was in de vijftiger jaren en dat de mens moest vluchten tot de zestiger jaren voor de missing link, namelijk empathie. De oorlog was de Koreaanse oorlog tussen orthodox, aards communisme en kapitalisme, tussen Noord en Zuid. Die oorlog liep van 1950-1953, en die liep over in de Vietnam oorlog in 1955. Amerika offerde zoveel van haar zonen in die oorlog dat er in de zestiger jaren het hippie tijdperk aanbrak. De jaren vijftig waren groot communistisch gerommel, dus de mens moest wel tot het commungelie komen van de zestiger jaren, de hemelse beren. Het was een strijd tussen educatie en propaganda, een strijd tussen hemels onderwijs en aardse reclame. Beren zijn communistische beesten, en hierin is het een strijd tussen de aardse, vleselijke beren en de hemelse beren. Het gebod tegen diefstal, het achtste gebod. Waar rijkdom tot diefstal wordt, daar komt Robin Hood. Dit is een onderwijs-communisme, dat iedereen recht heeft op gnosis onderwijs, niet alleen de rijken. Het is dus een strijd tegen het marktwezen wat ze van god en gnosis hebben gemaakt. Daartoe komen de hemelse beren, roofdieren, dus ze zullen geen genade hebben. Ze zullen hun taak uitoefenen waartoe ze geroepen zijn. Hemelse beren grommen tegen de mens. Ze zullen het vlees niet ontzien. Ze zullen veel vlees eten. De mens moet terug tot de zestiger jaren, en zo terug tot Heidelberg, en zo terug tot de wilde sabbathen in de wildernis van Sur. Als we het over het hemelse communisme hebben dan hebben we het over het catechetisch onderwijs, de zondagen, de wilde sabbathen, waarin de werken van het

vlees uitgeschakeld zijn, buiten werking zijn gezet. De beren zijn dus de dragers van de cirkels van de wilde sabbathen. Elke cirkel heeft zijn eigen gebied, zijn eigen thema, zijn eigen vak. Het is belangrijk dat de mens terugkeert tot de zondagsschool, en zo tot de sabbathenschool. Zo mag de mens het beren medicijn ontdekken en toepassen. Dat is iets shamanistisch. Pastoraal verzuim is een grote gruwel, want dan wordt de mens tot een mammondienaar, tot een dief. ‘Ben ik mijn broeder’s hoeder ?’ Dan is de mens een volgeling van Kain, die zijn broeder vermoordde. Een koud hart kan dit doen. De mens ziet het niet, maar zielenmoord, karaktermoord is een feit. Jezus was daar heel duidelijk over. Ook iemand onthouden van de waarheid is diefstal, en staat ook gelijk aan liegen, want je geeft zo iemand dan ook aan de leugen over. Iemand onthouden van onderwijs is dus het breken van het negende gebod van ‘gij zult geen vals getuigenis spreken,’ waar zondag 43 over gaat. zondag 43 Vraag 112: Wat wil het negende gebod? Antwoord: Dat ik tegen niemand een vals getuigenis afleg, niemands woorden verdraai, geen kwaadspreker of lasteraar ben, niemand lichtvaardig en zonder wederhoor veroordeel of laat veroordelen. Maar dat ik alle soorten leugen en bedrog als werken van de duivel zelf vermijd, als ik niet de zware toorn van God op mij wil laden. Evenzo, dat ik in rechtszaken en alle andere handelingen de waarheid liefheb, eerlijk spreek en getuig en ook de eer en de goede naam van mijn naaste naar mijn vermogen verdedig en die bevorder. Hoe houdt men deze zonde veilig ? Door de race-drugs, door het race-vlees, maar dit is slechts een tijdelijke schuilplaats. Deze drugstrip zal niet voor altijd duren, maar heeft een einde, en dan is er het skelet met de rekening. Zondag 42 noemt verkwisting ook een vorm van diefstal. Het gooien van paarlen voor de zwijnen is dus ook diefstal, en zo ook een vals getuigenis, als misbruik van het getuigenis maken. Iemand teveel geven of iets aan iemand geven wat voor iemand anders was bestemd is ook een vorm van diefstal en leugen. Iemand overmatig verwennen is dat dus ook. Het hemels communisme komt hiertegen en prikt door al die valse vrijgevigheid heen, al die valse getuigenissen. De beer heeft daar geen respect voor en gaat dan over op de aanval. Er zijn vele valse geschenken in die zin. Zo brengt de mens de ander onder een vloek, en zo zichzelf. De mens bepaald niet wat een leugen is. Vaak wordt symboliek voor leugen uitgemaakt, vaak wordt ware hemelse profetie voor leugen versleten, omdat de mens het niet begrijpt en verkeerd uitlegd. De mens draait alles om. De stad noemt de

leugen waarheid, en de waarheid leugen. Kersten noemt psalm 25 : 12 Wie is de man die de Here vreest? Hij onderwijst hem aangaande de weg die hij moet kiezen. Ook noemt hij psalm 15 : 1 Here, wie mag verkeren in uw tent? Wie mag wonen op uw heilige berg? 5 hij leent zijn geld niet op woeker en aanvaardt geen geschenk tegen de onschuldige. Ook noemt hij psalm 26, wat weer een spiegelpsalm is van psalm 1 : 9 Raap mijn ziel niet weg met de zondaars, noch mijn leven met hen die bloed vergieten, 10 aan wier handen misdaad kleeft, en wier rechterhand vol is van geschenken. De vleselijke waarheid staat haaks op de profetische waarheid. Feenstra noemt de leugen valse munt. Hij stelt dat de tong is ontstoken in de hel en scherp en dodelijk is als de beet van een slang, vol dodelijk venijn. Hij noemt dat de wereld is vergiftigd, dat er wordt gelogen voor winst. Kersten stelde dat we altijd de armen moeten gedenken. Zondag 44 stelt dat we ons hart daarom moeten behoeden. Zondag 44 gaat over het laatste gebod, gij zult niet begeren wat van uw naaste is, het tiende gebod, waarvan Feenstra stelt dat het het centrum van de geboden is, omdat het om het gebied van de grondslagen gaat, om het hart. Dit is een verborgen gebied, stelt Feenstra. Hier kunnen de overheden niet komen. Hij stelt dat er zowel slechte als goede, hemelse begeerten zijn. Het is de plaats waar de Orionse hartsspasmen zich bevinden, om zo los te komen van elk vleselijk spasme. De hemelse hartsspasmen zorgen dat er geen mens, geen wezen, wordt overgeslagen. Het is

een volle cirkel. Voor iedereen is aandacht, dus je denkt niet zomaar, maar je gedenkt de armen. Daar is alles op gebouwd. Over welk gebied hebben we het dan ? Er was nog een vijfde seizoen, het tropische seizoen waar alle andere seizoenen in gemixed zijn : zomer, herfst, winter en lente tezamen, en dat seizoen heet de mix. Op aarde zijn er maar vier seizoenen, maar op Orion is er ook een vijfde seizoen, de mix, en omdat het op aarde niet is, is het vijfde seizoen onderdrukt, en komt het ‘s nachts in de slaap, in dromen. In het vijfde seizoen wordt de wereld tot een wildernis, tot een oerwoud, en in de andere seizoenen sijpelt dat weer weg, waardoor er steden ontstaan en dorpen. Het is dus een belangrijk seizoen, als pad tot de wildernis. Het vijfde seizoen is het seizoen van de hartsspasmes, in de dieptes van Orion. Het vijfde seizoen was door de duivel uit de genen van de mens gesneden, weggesneden uit het hart, maar is nog steeds onderdrukt aanwezig. Het vijf seizoenen evangelie dient aan alle volkeren verkondigd te worden, want hierin worden alle volkeren gemengd, als in een wasmachine. Het is een Orions evangelie. Het vijfde seizoen, het missende, verloren, en vergeten seizoen, het weggedrukte seizoen, brengt de oorspronkelijke hemelse hartsspasmes en oerritmes weer terug tot de mens, om zo de valse begeerten te overwinnen, te overstijgen. Kom uit het water, stijg op uit de zee. De zee van het vlees had de mens opgeslokt. Ieder mens op aarde is een verdronkene in die zee. Het vijf seizoenen evangelie is het hemelse commungelie, maar dit is niet mediageil. Denk aan de beer die zich terugtrekt in de wildernis, om zich te wijden aan het hogere. Het is de maker van hemels onderwijs. Het is geen circusbeer. Vlucht uit de stad, en predik het evangelie van de bomen en de bloemen. Dat kun je alleen doen met je hart. Ga tot het veld als een beer, en leer van haar. Er moet eerst tot jezelf gepredikt worden, anders heb je geen boodschap. Wees als een Maria, niet als een Martha. Lesvragen bij hoofdstuk 24 : 1. Toon aan wat het natuur-communisme is. 2. Toon aan wat het onderwijs-communisme is. 3. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 25 zondag 45 en het kennen van de kerkgeschiedenis – de leeuwen van reformatie en regressie ‘Als je de oude schrijvers niet kent, fladder je maar een beetje.’ G.H. Kersten (1882-1948) Laat je eerste vraag niet zijn hoe je gelukkig kunt worden, maar hoe je het goede kunt doen, kunt volgen en kunt zijn, en dan gaat het niet zomaar om het goede, maar om het beste. Het gaat erom hoe je iets kunt betekenen. Bovenal moet je van de zonde loskomen en de zonde overwinnen, want de zonde vernietigd alles. We leven in het tijdperk van de zondeval, buiten het paradijs, en de mens blijft maar vallen. Zonde wordt vandaag de dag goedgepraat en niet erg gevonden. Natuurlijk moet men wel weten wat zonde is en wat zonde niet is, waar de heidelbergse catechismus ook op wijst. Zondag 1 stelt dat we moeten weten hoe groot de zonde en de ellende is. Eerst moet je de vijand kennen voordat je de vijand kunt overwinnen. Ook moet je weten hoe je de zonde moet overwinnen, zoals zondag 1 stelt. Zondag 1 praat de zonde dus niet goed. We hebben het over de jaren 1500 als we het over de heidelbergse catechismus hebben, ten tijde van de reformatie, vlak voor de tachtigjarige oorlog, het geuzenverzet tegen de Spaanse overheersing. Zondag 33 stelt dat we de zonde meer en meer moeten haten en ontvluchten, want God, oftewel het Goede, is vertoornd over de zonde. We kunnen dus in plaats van God ook Goed zeggen, of het Beste, om misverstanden te voorkomen. In ieder geval heeft het woordje God deze definitie, en daarom mogen wij ons daarvan niet losmaken. Atheisten die goed leven, leven dus dichter bij God dan christenen die niet goed leven. God is het hart. Zondag 45-52, het laatste gedeelte van de heidelbergse catechismus, gaat over het gebed, over het onze vader, of onze moeder. Wat is het gebed eigenlijk ? Het is een beeld van contact en communicatie met de andere wereld, wat ook prediking kan zijn. Wij zijn allereerst geroepen om te prediken tot de onderwereld. Gebed is een metafoor van de verbinding tussen hoofd en hart. Zondag 45 stelt dat er vaste grond moet zijn voor gebed. Kersten wijst op psalm 3 waar de dichter moest slapen. Het gebed begint met zwijgen en luisteren en een worsteling. Het loopt van Maria naar Ruth die aan de voeten van Boaz in slaap viel. Eerst moeten de vleselijke werken gedoofd worden en uitgeschakeld.

Ik had een droom dat ik in Dordrecht was, en er waren nog een heleboel katholieke kathedralen, en er liepen katholieke kerkvaders rond, en ze overheersten alles. Maar toen begon de reformatie, en de regressief-gereformeerde vaderen kwamen, en ze hadden hele grote leeuwen. In de jaren 1800 werd het thema ‘wederkeer’ naast de reformatie belangrijk, want de kerk was zich aan het moderniseren tot een liberale koningskerk die hen onder vleselijk gezag brachten. Toen Rome terugkwam zeiden de regressief-gereformeerde vaderen : Wij gaan terug naar Duitsland en Israel. Ken de kerkgeschiedenis om door dit doolhof heen te komen. De sleutels liggen in de kerkgeschiedenis. Pas op voor de race-sleutels van de moderne new age kerk, want dat zijn schijnsleutels. Het zou niet goed zijn om letterlijk terug te keren tot de gereformeerde kerken, want ook zij zijn betoverd door de heks. Daarom is er de regressief-gereformeerde beweging die alles vergeestelijkt en herleid tot de bronnen. Dat is de ware vrijmaking, je aansluiten aan het geuzenverzet. Toen de koningssynode kwam in 1816 en daar een boekje van werd opgesteld waar een ieder zich aan moest houden, smeet Ledeboer het boekje uiteindelijk van de kansel af en begroef het in de tuin. Hij was als een Peter Pan die de wilde jongens, de geuzen van het verzet, zou leiden, want de strijd tegen de Roomse en Romeinse overheersing ging door. Uit de afscheidingen van de koningskerk kwamen de kruiskerken voort en de Ledeboeriaanse kerken, en dat waren wilderniskerken van het verzet. Reformatie moest gekoppeld worden aan wederkeer tot de natuurvolkeren, de natuurwaarheid die al gegeven was en waarvan men zich had afgekeerd. De Reformatie moest dus gekoppeld worden aan de Regressie, anders zouden ze vastlopen in de koningskerk. De kruizing tussen de kruiskerken en de ledeboeriaanse kerken werd in 1907 de gereformeerde gemeente. Let wel : deze gemeente was nog steeds betoverd, maar het was een begin. Na Ledeboer kwam Kersten, die vanuit de kruiskerken deze kruizing, deze mix, had opgezet, als een vijfde seizoen. Hier kwamen alle wilde jongens, alle geuzen, tezamen, en zij waren charismatisch, zij waren pinkster. Zij geloofden dus in de gaven. Kersten zelf was namelijk van een dodelijke ziekte genezen als door een wonder, omdat hij een geroepene was door de hemel. Het was een zware strijd. Ze zaten nog helemaal vast in letterlijkheden en vleselijkheden, en waren dus eigenlijk nog heel materialistisch Rooms, maar het was een begin. Laten we kijken naar de hermitatische catechismus van 2005, door de hemel gegeven, waar in plaats van zondagen de sabbathen worden besproken : Zaterdag 1. Waarom kunnen wij het mes in de zogenaamde reformatie zetten ? Antw. Omdat de reformatie haar eigen inquisitie had, en veel roomse gruwelen op een andere wijze

voortzette. Zaterdag 2. Waarom is de reformatie rooms ? Antw. Omdat de reformatie dezelfde belangen had als de roomse kerk en het roomse rijk, nl. macht. Zaterdag 3. Heeft de reformatie ons dan geen goeds gebracht ? Antw. De reformatie is de eerste stap geweest in het verlossingsplan van de Heere om ons vrij te maken van de duistere middeleeuwen. Zaterdag 4. Wat heeft de roomse kerk voor goeds gedaan ? Antw. Zij is de voorbereidende verlossing geweest uit de romeinse onderdrukking. Zie je, het is dus niet zwart-wit. Kom niet te dichtbij, maar wees ook niet te veraf. Het is een gevaarlijk mijnenveld, het doolhof van de kerkgeschiedenis. Je moet eruit zien te komen. De fakkel werd dus overgedragen van Ledeboer tot Kersten, beiden leiders van de wilde jongens tegen de koningskerk, tegen de piratenkerk. Zowel Ledeboer als Kersten hadden de functie dus als een soort theologische Peter Pan die de verloren jongens verzamelden. Het was een grote opstand : de terugkeer, de regressie, in de reformatie, en daarom zijn zij beiden regressief-gereformeerd, zoals ook Klaas Schilder dit was. En dat moet nog verder uitgewerkt worden want zij waren zwaar betoverd. Lees daarvoor het sprookje van het toverbordje en de toverbeker in het eeuwig evangelie om dit te begrijpen. Er komen daar twee verloren volken tezamen, van de ondergrond en van de hemel. Pas dan worden de sprookjes zichtbaar, duidelijk, want dan worden de stukken tezamengevoegd, als een puzzel. Kersten werd in 1882 in Deventer geboren. In Den Haag sloot hij zich toen aan bij een kruiskerk, de gereformeerde gemeente onder het kruis, bij de predikant G. Maliepaard, die ook afgescheiden waren van de koningskerk. In 1895 volgde C. Pieneman G. Maliepaard op. Dit zijn dus de twee leermeesters van Kersten geweest. Hij begon al jong met het lezen en bestuderen van de reformatorische vaderen. Hij zei : ‘Als je de oude schrijvers niet kent, fladder je maar een beetje.’ En dat is waar. Wij moeten de oude schrijvers kennen, hun geschriften, en in de regressiefgereformeerde beweging zijn daar vertaalsleutels voor. Het hoort ook bij het gebod : Eerst uw vader en uw moeder. Zij zijn de vaderen van het vrijgemaakte Nederland die hun leven hiervoor hebben gegeven. Het is een parelduik missie. Die parels hebben we zeker nodig om er doorheen te komen. Ken de kerkgeschiedenis. Ken haar valstrikken. Ken haar heil. Ken dat wat van de hemel aan ons gegeven was. Anders kom je vast te zitten, en kom je op een dwaalspoor, en fladder je inderdaad

maar wat. Er zijn heel wat hemelse geschenken door de geuzenvaderen gegeven die de mens heeft weggeworpen, en daarom komt de mens geen stap meer verder, omdat de mens schuldig is aan het verbreken van het vijfde gebod, zondag 39 : zondag 39 Vraag 104: Wat wil God in het vijfde gebod? Antwoord: Dat ik mijn vader en mijn moeder en allen die boven mij gesteld zijn, alle eer, liefde en trouw bewijs en me aan hun goede voorschriften en tucht met gepaste gehoorzaamheid onderwerp en ook met hun zwakheid en gebreken geduld heb, aangezien het God behaagt ons door middel van hen te regeren. Het is dus de strijd tegen ondankbaarheid, zorgeloze ondankbaarheid. Pieneman noemde de ondankbaarheid de grondslag van het huidige bestaan, de oorzaak van de zondeval. Dat is een duivel, de duivel van ondankbaarheid. Daar moet je tegen strijden. Drijft hem uit je lichaam en uit je ziel. Drijft hem uit je hart. Spreek ertegen en gebiedt het weg te gaan. Laat ondankbaarheid je leven en het leven van je naasten niet vernietigen. Lesvragen bij hoofdstuk 25 : 1. Geef een korte uitleg van zondag 45. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 26 zondag 46 en de ontwaking van Piet Hein Zondag 46 gaat over het ‘Onze vader, of onze moeder, die in de hemelen zijt’. Waarom zeggen we dat ? Onze moeder, of vader, gaat natuurlijk over de geschiedenis, waar we uit voortkomen, en die

geschiedenis is op zichzelf niet goed, maar het gaat hier om de hemelse geschiedenis, de hemelse lijnen die erdoor heen lopen, dus niet op aardse wijze gedacht, zoals zondag 46 ook stelt. Kersten heeft het erover dat dit een gebedsoefening is. Daarvoor moeten onze eigen vleselijke gronden breken, opdat het gebed alleen hemelse grond heeft. 1628 was een belangrijk jaar. Een orkaan had de Spaanse zilvervloot uiteen gedreven, en Piet Hein nam het in. Dit was de grondslag voor de val van het Spaanse wereldrijk, want met de zilvervloot financieerden ze de tachtigjarige oorlog, dus uiteindelijk kondigde 1628 het komende einde van die oorlog aan. Piet Hein werd toen hij terugkwam als een zeeheld ontvangen, met veel gejuich, maar hij prikte er doorheen en zei dat de juichers aan deze overwinning niet veel hadden bijgedragen, en toen hij eerdere grote werken deed juichten ze ook nauwelijks. Het maakte dus allemaal maar weinig indruk op hem. ‘Wie zijn die juichers ?’ In ieder geval nu ze de zilvervloot hadden konden ze ‘s Hertogenbosch innemen, wat een strategisch punt was. Dat gebeurde in 1629. Het eerste boek van de Vur, de Orkaan, gaat dichterlijk over de overwinning door Piet Hein. De Orkaan wordt beschreven als een mysterieuze vrouw, als de moeder van de geschiedenis, die de enige is die ingang heeft tot het paradijs. Ook Piet Hein volgde haar dus, en ook Piet Hein putte uit eerdere geschiedenis, want het was uiteindelijk de Heidelbergse catechismus uit 1563 die aanzette tot het verzet. In 1619 kwamen de Dordtse leerregels, tijdens de tachtigjarige oorlog, als een duister geheimenis rondom Heidelberg. Dordrecht en Heidelberg zijn als de urim en de thummim van de reformatie. Zij vormden de grondslag voor de overwinning van de zilvervloot door Piet Hein en de val van de Spaanse overheersing. Wat het eigenlijk betekent is dat we moeten begrijpen dat Dordrecht en Heidelberg beelden zijn van de zilvervloot die veroverd moet worden. Heb je de zilvervloot al gewonnen ? Zo niet, dan ligt er voor jou een opdracht. Laat Piet Hein in je hart ontwaken. Lesvragen bij hoofdstuk 26 : 1. Geef een korte uitleg van zondag 46. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 27 zondag 47 en de betekenis van Piet Hein en de zilvervloot Wat betekent dat, de zilvervloot winnen ? En heb je het zelf al gewonnen ? Piet Hein had het helemaal niet zo op die juichers. Hij was er een beetje boos over, want ze hadden er zelf weinig toe bijgedragen. Ze wilden van hem een soort Jezus Christus maken, een nieuwe afgod, maar dat wilde hij niet. Ze moesten zelf de zilvervloot maar winnen. Hij legde de vinger dus op de zere plek. Eigenlijk was het dus niet zomaar Piet Hein die de zilvervloot had gewonnen, maar de orkaan van 1628 die de zilvervloot al uiteen had gedreven. De schepen van Piet Hein hadden vaak namen van leeuwen, zoals de Witte Leeuw, de Zwarte Leeuw, de Gouden Leeuw, de Rode Leeuw, en de Griffioen, de vliegende leeuw. Op 7 september 1628 wordt de Spaanse vloot uiteengetrokken door de orkaan en daarna neemt Piet Hein de zilvervloot in. Het schip de Witte Leeuw komt als eerste in aanraking met de zilvervloot, en daarna volgt de rest. De Witte Leeuw is dus een historisch schip, wat ook in het Eeuwig Evangelie wordt besproken, in Savaninen 24 : 8. Zalig zijn zij die de tijden van de witte leeuw hebben bereikt en Spricht liefhebben. 9. Ja, zij kennen de lusten des Heeren. Tot Spricht bent gij genaderd, en Spricht zal de mate van behoudenis meten. 10. Ja, want Hij is de kleermaker des Heeren, en Hij heeft u overgeleverd aan geestelijke strijd. 11. Ken dan Zijn wapenrusting en leer het goede te behouden. 12. Zalig hen die het goede bewaken en hen die Spricht beminnen. 13. Kent gij dan de schatten van Spricht ? Uit Zijn Schatkamers komen de bliksemen des Heeren voort. Bij Amerika kwam de zilvervloot terecht in een Noordelijke orkaan. In de baai van Matanzas, ten Noorden van Cuba, werd de zilvervloot toen door Piet Hein ingenomen. Heb je de orkaan van 1628 al in je hart ontvangen om de vleselijke werken uiteen te drijven en dat wat ze verborgen houden in te nemen, het beloofde land ? Dit is dus een studie opdracht.

‘Uw naam worde geheiligd,’ gaat zondag 47 over. Zoals we zagen gaat dit gebed over de geschiedenis, dus wij moeten de geschiedenis waaruit wij voortkomen heiligen, de hemelse lijnen erin gaan ontdekken en navolgen. Het pad is al gelegd. Wij hebben een hemelse moeder of vader gegeven. Zondag 47 stelt dat we zo die naam niet lasteren, niet ijdel gebruiken. Nalatigheid is ook een vorm van ijdelheid, als wij onze hemelse vader en moeder niet willen kennen, en zomaar vooroordelen over hen hebben, hun kruis niet hebben opgenomen. Dan zijn wij vol met ijdele beelden over hen door gebrek aan kennis. In het kort zegt deze zondag : Vraag 122: Wat is de eerste bede? Antwoord: Uw naam worde geheiligd. Dat wil zeggen: geef ons ten eerste dat wij U op de juiste wijze kennen en U heiligen, om al uw werken, waaruit uw wijsheid, goedheid, gerechtigheid, barmhartigheid en waarheid helder stralen. Vervolgens dat wij ons gehele leven, onze gedachten, woorden en werken, daarop richten dat uw naam om onzentwil niet gelasterd wordt. Feenstra stelt bij deze zondag dat het om het kennen en herkennen gaat. Herkennen wij onze hemelse vader of moeder ook in de geschiedenis ? Of gooien we de gehele zilvervloot overboord alsof het zonder waarde is ? De mens moet leren ziften, leren onderscheiden, leren kennen en herkennen. Feenstra stelt dat de hemel zowel in de storm werkt als in de stilte. Hij stelt daarbij dat we niets hebben aan een praatchristendom, maar dat we hebben te strijden tegen werelddienst en wereldgelijkvormigheid. Als we het over geschiedenis hebben dan hebben we het niet alleen over de vaderlandse en moederlandse geschiedenis, en ook niet alleen maar over kerkgeschiedenis, maar ook over kunstgeschiedenis. Er zijn een heleboel mensen die geen gevoeligheid hebben voor kunst, en zich dus ook niet verdiepen in kunstgeschiedenis, terwijl de hemelse kunst een zintuig van de gnosis is. We hebben dus te maken met kunstbarbaren en kunstpiraten. Als Kate Bush het in 1985 heeft over kleine aarde, waar heeft ze het dan over ? Nederland kun je zien als een miniatuur aarde, als de kleine aarde. Als ze het dan in haar lied Hallo Aarde heeft over dat ze stormen ziet vormen over Amerika, die naar de zee gaan, dan gaat dat over 1628, en een goede exegesis zou dan zijn dat de kleine aarde Piet Hein is die zo de zilvervloot nam. Piet Hein zijn naam is klein. Dat is ook hoe het lied begint, namelijk met gesprekken van reddingswerkers of soldaten. Nederland werd zo gered van de Spaanse overheersing, waar het hele album over gaat.

Aan het einde van het lied Hallo Aarde spreekt ze ineens in het Duits over dat de mens dieper moet gaan, want daar ergens is een licht, wat overigens in andere liederen van het album het kleine licht wordt genoemd, dus weer een beeld van Piet Hein. In het Duits spreekt ze, omdat zoals gezegd dit allemaal te maken heeft met de verdieping van de Duitse reformatie, dus ook de Heidelbergse catechismus. Moeder Aarde roept dus de mens naar Duitsland voor een opdracht. De kunstbarbaren willen dit allemaal overslaan, het hele Piet Hein mysterie. Ze willen niet naar Heidelberg. Ze willen de kunstgeschiedenis niet in. Het lied Hallo Aarde is vol met monnikenkoren om te laten zien dat we met de kerkgeschiedenis te maken hebben. Hier komen dus vaderlandse, moederlandse geschiedenis, kerkgeschiedenis en kunstgeschiedenis tezamen. Kunstbarbaren, zij die de kunstgeschiedenis verachten, staan schuldig aan het verbreken van het derde gebod, gij zult de hemel niet ijdel gebruiken, gij zult niet nalatig zijn naar de hemel, waar zondag 36 ook over gaat. Ook staan ze schuldig aan sabbatsontheiliging, oftewel het verbreken van het vierde gebod, waar zondag 38 over gaat. Juist in het sabbatsprincipe worden de vleselijke werken ontkracht, maar die houden de kunstbarbaren juist in stand. Zij strijden en werken in het vlees tegen de hemelse kunst. Daarom moet de orkaan van 1628 terugkeren. Lesvragen bij hoofdstuk 27 : 1. Geef een korte uitleg van zondag 47. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 28 zondag 48 en de gezonken zilvervloot Zondag 48 gaat over ‘uw koninkrijk kome,’ in het onze vader of onze moeder. Zondag 48 wijst erop dat dit koninkrijk in Woord en Geest is, dus we zouden kunnen stellen in Woord en Geschiedenis,

en ook in vergeestelijking. Daar is de tocht naartoe, maar de mens is wereldgelijkvormig en werelddienend, zoals Feenstra stelt. Ook is de mens een kunstbarbaar die niet veel opheeft met Woord en Geschiedenis. De mens heeft het vlees tot Woord gemaakt, maar dit is een Woord met hiaten, een alcoholisch Woord. Wel is het hemels Woord vlees geworden. Het hemels Woord is geroofd, ontvoerd, verkracht, verdeeld en verdraaid. Een deel van de zilvervloot zonk tot de bodem door de orkaan van 1628, en daarom moet de mens wel duiken. We moeten diep de zee in, zoals ook in het Hallo Aarde lied van Kate Bush. Daar ligt het ergens. En reken maar dat de nazi’s ook naar de zilvervloot duiken. Dus neem altijd een blafpistool mee. De mens is nog steeds in strijd met Spaanse piraten. Dat is zijn eigen vlees. Het is kunstbarbaars vlees wat de geschiedenis veracht. Dat is ook de opdracht van zondag 48, namelijk de hemelse kerk te bewaren, uit te breiden, en zo de werken van de duivel en elke macht die zich ertegen verheft uit te schakelen, ook elk boos plan wat beraamd wordt tegen het hemelse woord. Het hemels woord is onze woning, en wordt gevestigd door het vijfde seizoen, de mix, waar ik vannacht ook een droom over had. De woningen van mijn verleden waren nu woningen van het goede voorgeslacht en goede buitenaardsen. Toen de koningskerk was gesticht begin jaren 1800 kwam er een verzetsbeweging van kruispredikanten om terug te roepen tot het verzonkene, tot de zilvervloot. De kruispredikant G. Maliepaard (1862-1897), de leermeester van Kersten, overleed al jong, op vierendertig jarige leeftijd, dus nog niet eens zo oud als Mozart is geworden, die vijfendertig is geworden. G. Maliepaard was dus eigenlijk nog maar een kind op die leeftijd, in zijn jeugd, als kinderpredikant, als een leider van de wilde jongens. De kruispredikanten riepen op om dieper te gaan. Onder de prediking van G. Maliepaard raakte Kersten op jonge leeftijd overtuigd dat hij zich moest bekeren tot het hogere pad. De kruispredikant C. Pieneman volgde toen G. Maliepaard op, en onder de prediking van C. Pieneman kreeg Kersten een visioen van de verlossingsweg door de woorden van Ezechiel, en hij voelde zich toen helemaal wegzinken in de hemelse liefde, als een ervaring van het hemelse zoonschap. Die hemelse uitstorting duurde ongeveer twee weken. G. Maliepaard heeft een geschrift van twaalf predikaties nagelaten. De tweede predikatie gaat over Jeremia 31:9 : Zij zullen komen met geween, en met smekingen zal ik hen voeren aan waterbeken in een rechte weg waarin zij zich niet zullen stoten, want ik ben Israel tot vader en Ephraim is mijn eerstgeborene.

G. Maliepaard noemt dit een van de voortreffelijkste hemelse beloften, namelijk dat zij die met tranen zaaien met gejuich zullen maaien. Voor de kinderen van de hemel is de wereld doorgaans een tranendal van druk en kommer, een plaats van uitwoning van hun vaderland, en gedurig horen zij de stem der drijvers, die hen toeroepen : Bakt ons stenen, pronkt dat land der afgoderij op, stelt G. Maliepaard. Hij noemt dat zij door tijdelijke zorgen worden gekweld, en als zij willen bidden dan overvalt de wereld hen. G. Maliepaard noemt dit een proefschool en tuchtroede, maar dan worden zij getrokken tot de eeuwige hemelse liefde. De hemel zal hen verzamelen : de blinden, de lammen, de zwangeren en de barenden. Het teken van dit overblijfsel is, stelt G. Maliepaard, dat zij zullen komen met geween, en geleid worden tot heerlijke plaatsen. Het is dus die tweeledigheid die zij hebben, dat zij in relatie staan tot het kruis, maar daardoor ook hemelse gaven hebben, profetisch worden geleid. Zij lijden, en hebben ook empathie, de eeuwige liefde in hun hart. Zo zijn zij te herkennen. Zij staan dus niet te pronken, maar zij wenen, en zij prediken met tranen. Zij prediken niet voor geld of voor aanzien, niet om vele volgelingen te krijgen. Neen. Zij prediken omdat zij niet anders kunnen, omdat hier hun hart vol van is. Zij horen dus de roepstem des hemels door de roede heen. G. Maliepaard stelt dat ze komen met een doorgaand wenen, omdat er altijd stof is om te wenen. Hij noemt hier het eeuwige wenen. De kinderen van de hemel moeten altijd wenen – ja en nee. Want het wenen zal ook vrucht voortbrengen, stelt G. Maliepaard. Dan hebben we het over het bouwen van het hemelse koninkrijk, van zondag 48. Hoeveel tranen zijn er wel niet verborgen in de geschiedenis ? Deze rivieren zullen zeker losbreken. De tranen leiden uiteindelijk tot de gezonken zilvervloot. G. Maliepaard noemt de wereld dus het tranendal waar de hemelse kinderen doorheen moeten. Zij wenen omdat zij zo moeten onderliggen bij hun vijanden, stelt hij. Het vlees is gedurig meester, en hoe zij worstelen, telkens liggen zij onder, eer zij het weten. Maar zij moeten komen met geween, anders kunnen zij de beloftes niet binnengaan. Ze moeten gaan inzien hoe walgelijk de zonde is, zoals zondag 1 dat ook stelt. Ze moeten leren het aardse goed te verachten om het hemelse goed te winnen, stelt G. Maliepaard. Maar de vleselijke mens is jaloers op degenen die naar zijn mening geen stof tot wenen hebben, terwijl de mens eigenlijk zou moeten klagen over de eigen hardheid van zijn hart waardoor hij nog veel te weinig weent, noemt G. Maliepaard. Elke dag is er overvloedige stof tot wenen, al zou men maar nauwer bij het hart leven. De mens overdenkt te weinig, en zo gaat het leven van de mens in onnut voorbij. Er is weinig opmerking bij het hemelse Woord, predikaties worden zonder vrucht aangehoord, en er wordt gebeden zonder Geest, gewoon uit gewoonte, stelt G. Maliepaard. Van het wenen hebben de wereldlingen verder een afkeer. Ze hebben liever de gedachten vol met wereldse bezigheden en vermakingen, stelt G. Maliepaard. Hij

stelt dat de vleselijke mens van de wereld weent wanneer er iemand sterft, en weent over het komende verderf uit bezorgdheid over de toekomst, maar ze wenen niet over de zonden. Daar klagen ze niet over. Daarom zijn dat maar wereldse tranen, de tranen van het vlees over het oordeel, maar niet over de zonde. Dat is een groot verschil, stelt G. Maliepaard. Ze vrezen de roede en niet het kwaad. Maar, noemt G. Maliepaard, moet je dan klagen als je je van zoveel ellende bewust bent geworden en je zoveel stof tot wenen hebt, terwijl de buurman in deze donkere dagen roemt en jubelt en juicht ? Leg er dan de belofte bij neer : Zij zullen komen met geween. Iedereen zal wenen. Dat zal het teken van wedergeboorte zijn. Zij die niet wenen zullen wegvagen, waar ook Ezechiel 9 over spreekt. Er zal niet gerekend worden met hen die niet wenen, want het zijn slechts harteloze schaduwen en afwijkende reflecties. Het kaf zal gescheiden worden van het koren. Wees daarom vol met het Woord, niet zomaar het Woord, maar Woord en Geest, Woord en Geschiedenis. Omhul het met tranen opdat het zich mag vergeestelijken. Zo wordt het koninkrijk gebouwd. Uw koninkrijk kome. G. Maliepaard wijst daarom op de leiding aan waterbeken. We kunnen stellen dat dit de tranenbeken zijn. We kunnen ook stellen dat deze tranenbeken door de geschiedenis heenlopen. G. Maliepaard noemt dat om die weg te kunnen begaan moet elke eigen weg van het vlees verloochend worden. Hij noemt dit de grote arbeid van de liefde, opdat de mens loskomt van zijn dwaalwegen. In deze beken ligt ook het geestelijk zaad, stelt G. Malieveld, waardoor de mens vruchtbaar wordt. Dat is het zaad van de uitverkorenen, allemaal diepgaande beeldspraak natuurlijk. Hij noemt het een geestelijke teling. Kersten noemt psalm 48 : 8 Gij verbreekt de schepen van Tarsis door een wind uit voorgaande tijden. Dit is duidelijk een profetie over 1628. Het wordt ook een baring genoemd in psalm 48.

Lesvragen bij hoofdstuk 28 : 1. Geef een korte uitleg van zondag 48. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 29 zondag 49 Tot het ware Woord komen we alleen door de hemelse wil, niet door de wil van het vlees. Daarover gaat zondag 49 : ‘Uw wil geschiede, op de aarde zoals in de hemel’. Het is een koninkrijk in de droomwereld van het hart, waarvan het aardse slechts sluiers zijn. De mens zal hiertoe dus in een diepe hemelse slaap dienen te geraken. Kersten stelt dat zowel Woord als Natuur de mens roepen. Zij zijn de werken van de hemel. De eigen wil is sluw, en wij mogen dat niet onderschatten. Wij moeten de eigen wil verzaken. Kersten noemt dat de enige weg tot de onderwerping aan de hemelse wil. Er mag dus geen samenwerking zijn tussen onze eigen wil en de wil van de hemel. Onze eigen wil dient volledig te sterven. Het lam te volgen overal, daar gaat het om, stelt Kersten, ook al zijn het zure wegen. Hij stelt dat volle overgave een oefening is die te weinig wordt beoefend. De mens moppert teveel naar de hemel, en is onverenigd met de hemelse wegen. De mens moet leren roemen in de verdrukking, stelt Kersten. Daarom moet de mens leren bidden : Uw wil geschiede. Kersten noemde dat de ontevredenheid het volk heeft bezield. Men is op hele andere dingen gericht. Hij noemt hierbij ook dat wij volgens psalm 86 moeten bidden : ‘Leer mij naar Uw wil te handelen.’ Wij moeten dus ook de hemelse wil leren toepassen. Kersten stelt dat de roede hiervoor gekust dient te worden. De hemel neemt hiertoe het liefste van de mens af, opdat de mens zich zal onderwerpen, en de mens gaat hiertoe door krankheden heen, stelt Kersten. Feenstra stelt dat we de eigen wil dienen te verzaken en het vlees en de boze werken dienen te kruisigen. Het werk voor de hemel is zeer onvruchtbaar. Je moet je niet richten op aards loon. Ik heb veel de hemelse gnosis gepredikt als een roepende in de wildernis, maar telkens weer trekt de mens het uit

de context en rent ermee weg. De eenlingen gaan door dorre landen. De vrucht is pas veel later. Ik had een droom dat mijn internet moeder uit Arizona er was. We waren in het ouderlijk huis, en zij was onder de douche, en sprak mij goede wensen toe omdat er een nieuw jaar was begonnen. Toen ze onder de douche vandaan kwam wenste ik haar hetzelfde toe. Ik had om drop gevraagd, en ze gaf mij verschillende soorten drop. Ik zei toen : ‘Ik hoop niet dat er ook het drop tussenzit waar je ziek van bent geworden.’ Ze zei toen niets. Ik dacht toen bij mezelf : ‘Ik ga dit niet opeten.’ Ik heb het toen opzij gelegd. Dit drop was niet om te eten, maar het was iets anders. Ze had ook een paar strips medicijnen meegenomen, maar dat was ook zeker niet om in te nemen. Ze ging toen naar de zee, en ze was toen een zeemeermin, en er werd op violen gespeeld. Later was mijn broer er ook, maar dit was tegelijkertijd een medewerker. Hij had een Engelse vertaling van de bijbel, en las in het boek Jeremia, en het was heel diep. Het was de Nuestra Vasco vertaling, wat verbonden was aan de zilvervloot en Vasco da Gama, de ontdekkingsreiziger. Ik was blij dat hij onderzoek deed naar de verborgen dieptes van de bijbel. Ik zou toen ook direct zo’n bijbel bestellen. Het was een diepere bijbel in de geestelijke wereld. Ik had toen een droom over de eerste karazuur uit het eeuwig evangelie, wat de katachtigen waren, en de tweede karazuur waren de wolfachtigen, en de derde karazuur waren de aapachtigen. En deze derde golf kwam vanuit de bodem van de zee, waar de armen waren. En de golf begon op te rijzen en bewoog bijna niet. Toen kwamen de apen aan land. Zij kwamen dus van onder de zee. Zij kwamen voort vanuit het kruis van de armen en de hongerenden. Lesvragen bij hoofdstuk 29 : 1. Geef een korte uitleg van zondag 49. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 30 zondag 50-52 en de hemelse biologie, met overzicht van zondag 1-9 Zondag 1 : de mens moet weten hoe groot de zonde en het vlees is, in volkomen zonde overtuiging. De mens moet de geest van halfslachtige, onvolkomen zonde overtuiging overstijgen. In de hemelse biologie wordt dit uitgebeeld door de erectie. De erectie is dus door de hemel geschapen, maar de mens heeft de betekenis weggekapt en het vleselijk voorgesteld. Zondag 2 : de mens wordt volkomen overtuigd van zonde door het Woord, waarvan de vrouw een beeld is. Dat kan alleen als de mens volkomen aan het Woord is toegewijd. Zondag 3 : De mens is goed geschapen, maar heeft te strijden tegen het vlees. Daarom moet de mens wederomgeboren worden, door het Woord en door de volkomen zonde overtuiging. Zondag 1 + zondag 2 = zondag 3 dus. Het beschrijft de betekenis van de geslachtsgemeenschap tussen man en vrouw in de hemelse biologie. Zondag 4 : de zaadlozing laat zien dat het vleselijke zaad voor eeuwig moet sterven. Daaruit komt een geestelijk zaad voort wat tot wedergeboorte opwekt. Zondag 5 laat zien dat hiervoor een volkomen principe is, een volkomen zaad. Zondag 6 laat zien dat dit een dualistisch en dialectisch principe is. Wij werken dus zowel boven de schelp als onder de schelp. De vijand moet dus zowel ontmaskerd worden als vergeestelijkt. Zondag 7 : de mens moet deze hemelse biologie leren en toepassen. Zondag 8 : Het is dus een wisselwerking tussen deze drie : Moeder, Zoon en Geschiedenis. Maar dus ook tussen man en vrouw en biologie. Zondag 9 : door deze hemelse biologie zal alles ten goede werken. We hoeven dus ook niet overdramatisch te zijn, maar mogen de hemelse vruchtbaarheid door het tranendal in herinnering houden.

Zondag 50 gaat over ‘Geeft ons heden ons dagelijks brood.’ Dit is ons dagelijks brood waarmee de hemel de mens onderhoudt en bewaard. Het wijst op het hogere Woord, de hemelse biologie. De biologie van het vlees is hiertegen gekeerd. Het vlees ontmaskert niet, het vlees maakt dingen niet goed, maar bedekt alles met de mantel van vergeving, wat ook weer een grove vertaalfout is. Geeft ons heden ons dagelijks brood is in de Griekse worteltekst de opname. Geef ons heden onze dagelijkse opname, dat we telkens tot de hemel worden getrokken om de dingen te zoeken die boven zijn. In het Aramees : Geef ons heden onze dagelijkse brandstof. Het gaat er dus om dat de mens dingen krijgt om te verwerken, daarom is zowel het Woord als de mens vlees geworden. Het is onze shamanistische taak. Zondag 51 gaat over ‘Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren,’ wat uit de bijbel komt, maar wat zowel in het Grieks als in het Aramees de scheiding betekent, de afscheiding en onderscheiding, het loslaten, het apart zetten, en dus niet zomaar zand erover en weer doorfeesten. Het betekent lijdzaamheid, het dragen van het kruis. Een heleboel mensen misbruiken vergeving en genade, komen tot overmatige vergeving en genade, waardoor de zonde goedgepraat wordt, en wat van het vlees is. Het bedekt de wortels. Ik had een droom van de vleselijkheid, en zij hadden een bepaalde aardse glans op de tenen, waardoor ze zich aangetrokken voelden tot elkaar, want het bedekt de diepte. Het doet alsof er niets aan de hand is, als in groot bedrog, en dat trekt de parasieten aan die dan gaan hokken. Laten we daaraan geen deel hebben. Het was een bepaald glinsterend slijm, slijmerigheid, terwijl daaronder de zonde gewoon kon blijven doorbestaan en doorgroeien. Wij moeten ons daarvan afzonderen. Vergeving is in het Aramees een worsteling en een strijd om los te komen van de zonde, het is het kruisigen van het vlees. De valkse vergeving, de overmatige vergeving, is iets van de dieven, die het gebruiken om hun sporen ermee uit te wissen. Ware vergeving betekent te komen tot een hoger beeld. Ware vergeving is de empathie van het onderwijs, maar het strijd tegen de zonde, en praat de zonde niet goed. De mens moet het goedmaken, en niet alles op de ander schuiven. Vergeving mag niet het hemelse werk uitschakelen, maar is er om de vleselijke werken uit te schakelen. De mens heeft te strijden tegen valse vergeving. Er is ook een valse, verblindende vergeving die komt uit het rijk van het vleselijke. Die vergeving heeft een vervloekt zaad en een vervloekte biologie. Daarin is de mens opgeblazen, oppervlakkig, betweterig en overmoedig, om het vlees te dienen. De mens heeft hierin grootheidswaanzin. De mens pronkt dan met zijn vlees, en trekt hierdoor allerlei gespuis aan. Vergeving mag niet in de plaats komen van bekering, want dat sust de mens in slaap, maar zoals de mens tegen valse vergeving dient te strijden, dient de mens ook tegen valse bekering te strijden.

Zondag 52 gaat verder over die strijd tegen het vlees. Kersten stelt dat hoe de duivel ook woedt, de wereld briest en de zonde aanvecht, dat de mens standvastig moet blijven in de strijd. Het gaat om de strijd tot het einde toe. Kersten wijst erop dat we hiervoor geen vleselijke wapenen moeten oppakken. Vraag 128: Hoe besluit u uw gebed? Antwoord: Want van U is het rijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Feenstra stelt dat dit belangrijk is opdat we niet zelfzuchtig bidden, maar daarvoor staat er : ‘verlos ons van de boze,’ zodat we ook geen valse goden aanhangen. Dit is een strijd waarin we zelf moeten deelhebben. Het is belangrijk dat de mens een volkomen godsbeeld heeft. De strijd is zowel tegen zonde als bedrog, de vrucht van de zonde. Het is de strijd tegen een valse vader en een vals kind, als beelden van het vlees. Lesvragen bij hoofdstuk 30 : 1. Leg uit wat de hemelse biologie betekent. 2. Leg uit wat de hemelse vruchtbaarheid is. 3. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

DEEL 2 – VERKLARING VAN DE DORDTSE KERKENORDENING hoofdstuk 31 van heidelberg tot dordrecht – de dordtse kerkenordening 1-4 Als zondag 1 zegt : Vraag 1: Wat is uw enige troost, zowel in leven als in sterven? Antwoord: Dat ik met lichaam en ziel, zowel in leven als in sterven, niet mijzelf toebehoor, maar mijn getrouwe Zaligmaker Jezus Christus. Dan staat er eigenlijk in de grondtalen van de bijbel : Dat ik met fallus (Aramees) en honger (Hebreeuws), zowel in leven als in sterven, niet mijzelf toebehoor, maar de vagina, baarmoeder (Aramees, Grieks). De mens moet dus tot de hemel komen in het minderen, niet protsend. Als Jakob moet de heupspier van de mens geslagen worden en slinken. Dat is de hemelse biologie. De man geeft zijn leven aan de vrouw om zo wedergeboren te worden. Daartoe is het wildernis pad en het kruis, waaraan het vlees kan afsterven. Het vlees is dus in het Aramees wat de fallus uitbeeldt. Biologie heeft dus een diepere betekenis. Om daar te komen moet je weten hoe groot de zonde is, het vlees, wat dus om een volkomen zonde overtuiging gaat. Er is dus een strijd tegen de geest van gebrek aan zonde overtuiging, de geest die zonde goedpraat en afdekt. Je kunt die geest alleen overwinnen door het Woord, en het Woord onderwijst. Vannacht had ik een droom over het woord ‘sterven’. Het was een afkorting van ‘ster venus’, oftewel de ster van de liefde, en de liefde is onderwijs. Voor deze liefde moet de mens alles opgeven en aan zichzelf sterven. Laten we kijken naar artikel 2.1 in de Dordtse leerregels : ‘God is niet alleen hoogst barmhartig, maar ook hoogst rechtvaardig. En zijn gerechtigheid (zoals Hij zich in zijn Woord geopenbaard heeft) vereist dat onze zonden, tegen zijn oneindige majesteit begaan, niet alleen met tijdelijke, maar ook met eeuwige straffen, naar ziel en lichaam gestraft worden. Deze straffen kunnen wij niet ontgaan, tenzij aan de gerechtigheid van God genoegdoening

geschiedt.’ In de grondtalen staat dan : ‘niet alleen met tijdelijke, maar ook met eeuwige straffen (volkomen, plaatselijk), door de honger aan de fallus, het vlees, gestraft worden.’ Dit betekent dus dat het vlees uitgehongerd moet worden. In 2.2 staat er dan dat dit leidt tot wedergeboorte, tot het zoonschap. Het vlees moet hiervoor dus eerst naar de eeuwige honger geleid worden, wat een volkomen honger is waarin het vlees uiteindelijk afsterft, zijn zaad geeft, en er dan nieuw leven is. De vagina, het hol, is een beeld van de honger, die tot de baarmoeder leidt, en zo tot wedergeboorte. Artikel 2.9 noemt dit de eeuwige liefde van de hemel, en vergelijkt het met een bruiloft waar de bruidegom zijn leven geeft voor de bruid. Dat is de hemelse biologie. Artikel 3-4.1 stelt dat de mens met deze kennis is toegerust, maar dat de duivel hem heeft afgeleid daarvan. Daarom moet de mens teruggaan in de geschiedenis naar deze gave. Artikel 3-4.8 stelt dat dit een vruchtbaarheid brengt van eeuwig leven, oftewel een eeuwige teling. Naast de Dordtse leerregels van 1618/19 is er ook de Dordtse kerkenordening van 1618/19. Art. I. Om goede orde in de gemeente Christi te onderhouden zijn daarin noodig de Diensten, Samenkomsten, Opzicht der Leer, Sacramenten en Ceremoniën en Christelijke straf. Waarvan hierna ordelijk zal gehandeld worden. Joh. Jansen (1873-1956) stelde dat dit artikel de geest van willekeur bestreed. Natuurlijk is dit zo. De mens dient geleid te worden door het hemelse woord, door profetie, en niet willekeur. Feenstra wees hier ook op in zijn verklaring van de catechismus. Dit is dan ook weer nodig, stelt Joh. Jansen, om de geest van heerszucht te bestrijden. F.L. Rutgers (1836-1917) stelt dat dit dan wel regels zijn, maar dat er geen regels bestaan zonder uitzonderingen. Er mag dus ook afgeweken worden van de kerkenordening (K.O.). Maar dit mag niet gebeuren door willekeur. Rutgers wijst erop dat de Roomsen hun kerkenorde goddelijk gezag toekennen, maar zo ver moet de mens niet zinken. De mens moet dus alleen geleid worden door het hemelse Woord en niet zomaar voor een kerkenorde. Ook Klaas Schilder stelde duidelijk bij de vrijmaking dat hij zich niet aan kerkelijke besluiten wilde onderwerpen, maar alleen aan het hemelse Woord. Rutgers stelt dat een K.O. alleen maar algemene

beginselen en grote lijnen mag aangeven. Het aardse woord mag dus alleen dienen ter inspiratie, niet als autoriteit. Rutgers stelt dat het juist uitgewerkt moet worden, anders wordt het leven te eng beperkt en komt er afsterving, en komt de mens onder kerkelijke tirannie. Hij wijst hierbij op het woord gereformeerd, en dat die reformatie door moet gaan. De mens is er nog niet. Hij stelt dat er juist soms tegen de kerkenorde gestreden dient te worden, voor de hogere hemelse orde, daarbij wijzende op Voetius (1589-1676) die dit al eerder stelde in de nadere reformatie (1600-1750). Als de kerk niet meer deugt, moet er dus wel opstand zijn. Hij wijst erop dat in de K.O. ook vleierij met de overheid is binnengeslopen, om bepaalde gunsten te krijgen, of aan volksbegrippen tegemoet te komen, om zo meer zieltjes te winnen, en dat er dan eigenlijk compromissen werden gesloten. Hij stelt dus dat kerkelijke bepalingen daarom niet geeerbiedigd hoeven te worden, want anders zou de reformatie ook te veroordelen zijn die immers tegen de bestaande kerkenorde inging. Hij stelt dat de mens niet is gemaakt om kerkelijke bepalingen te houden, dat dat ook onmogelijk is. Regels stellen is veelal willekeur. De mens moet dus leren onderscheiden. Alle kerkelijke bepalingen ter wille van overheid en volk mogen gerust terzij geschoven worden, stelt hij. Art. II. De diensten zijn vierderlei: der Dienaren des Woords, der Doctoren, der Ouderlingen en der Diakenen. Doctoren was een ander woord voor leraren. Zij zijn ervoor om te bewaken tegen ketterij en dolingen door hun uitleg van het hemelse Woord. Zij zijn dus exegeten. Het gaat dus niet zomaar om de predikanten, de herders en de evangelisten, maar om de taalkundigen, de filologen, en leraren die daarachter staan. Een heleboel kerken hebben zulke onderwijzers niet en zijn daarom ten dode opgeschreven. Dit gaat er ook over dat een kerk woord-context dient te hebben. Uiteindelijk zijn dit fundamenten van de mens zelf die kerk is. Art. III. Het zal niemand, alhoewel hij een Doctor, Ouderling of Diaken is, geoorloofd zijn den dienst des Woords en der Sacramenten te betreden, zonder wettelijk daartoe beroepen te zijn. En wanneer iemand daartegen doet en meermalen vermaand zijnde niet aflaat, zoo zal de Classe oordeelen, of men hem voor een scheurmaker verklaren of op eenige andere wijze straffen zal. Dit gaat niet om een menselijke roeping, maar een roeping van Godswege, een roeping waarin men voldoende woord-context heeft, waaraan men aan bepaalde voorwaarden voldoet. Rutgers stelde dat er zogenaamde lopers in de omloop waren die zonder kennis maar met grote welbespraaktheid

rondtrokken om zo met drogredenen de mens tot zich te trekken, even gebrekkig in kennis als hen. Er is een bepaalde hemelse opleiding nodig. Joh. Jansen noemde hen indringers die door eigen dwaallicht en eigen belang geleid werden. Het zijn vaak mensen die heel boeiend kunnen spreken, en daardoor vele onoplettende zielen misleiden. Joh. Jansen stelt dat er eerst roeping en onderzoek dient te zijn, oftewel we mogen niet buiten de nodige worsteling op Pniel uitgaan om te prediken. Ook Calvijn legde de nadruk op innerlijke roeping. Maar de innerlijke roeping alleen is niet voldoende, want het moet ook aan het hemelse Woord getoetst zijn. Vandaar : roeping en onderzoek, want er is ook veel valse roeping. De mens kan door van alles geroepen worden, ook in heel religieuze gewaden. Art. IV. De wettelijke beroeping dergenen, die te voren in den dienst niet geweest zijn, zoowel in de steden als ten platten lande, bestaat: Ten eerste, in de Verkiezing, dewelke na voorgaande vasten en bidden geschieden zal door de kerkeraad en de diakenen, en dat niet zonder (goede correspondentie met de Christelijke Overheid ter plaatse respectievelijk en) voorweten of adres van de Classe, naar ‘t zelve tot nog toe gebruikelijk is geweest. Ten andere in de Examiniatie of onderzoeking beide der leer en des levens, dewelke staan zal bij de Classe, ten overstaan van de gedeputeerden der Synode, of eenige derzelve. Ten derde in de Approbatie en goedkeuring (van de Overheid en daarna ook) van de lidmaten der Gereformeerde gemeente van de plaats, waneer de naam des Dienaars, den tijd van veertien dagen in de kerken verkondigd zijnde, geen hindernis daartegen komt. Ten laatste in de openlijke Bevestiging voor de Gemeente, dewelke met behoorlijke stipulatiën en afvragingen, vermaningen en gebed en oplegging der handen van den dienaar, die de bevestiging doet (of eenige anderen, waar meer dienaren zijn) toegaan zal, naar het Formulier daarvan zijnde. Welverstaande, dat de oplegging der handen zal mogen gedaan worden in de Classicale vergadering aan den nieuw gepromoveerden Dienaar, die gezonden wordt in de kerken onder het Kruis. Dit zijn allemaal dynamieken in de mens zelf waarlangs nieuwe ideeen moeten gaan om zo getoetst te worden. Al eerder hebben we aangegeven dat de overheden, en ook de kerkelijke overheden, in de bijbelse grondtalen de engelen zijn, dus geestelijke, hemelse overheden. Technologie werkt pas wanneer diverse elementen met elkaar samenwerken en op elkaar zijn ingesteld, en dit wijst allemaal op principes die binnen het leven aanwezig moeten zijn opdat alles kan werken, niet op daadwerkelijke personen. Als men dit gaat verletterlijken komt men gevaarlijk dicht bij het gebied van afgoderij en mensenvlees verheerlijking, en loopt men gevaar afhankelijk te worden van mensen. Diakenen worden genoemd als zijnde een beeld van de barmhartige samaritaan, als een

beeld van empathie en plaatsvervangend lijden, het principe van de goede herder. Het fundament is vasten en bidden, want als men mindert dan kan men in de shamanistische putten afdalen om shamanistisch werk te doen, wat de taak is van de diakenen. Dit is het ware offer, zoals ook Calvijn stelt dat de armen het ware altaar zijn, i.p.v. de valse altaren van luxe, dure kleding en dure gebouwen. Zowel Calvijn als Luther kwamen tegen dit katholieke systeem. God wil geen uiterlijk vertoon, wil geen materiële eer ontvangen. Dat is allemaal bijgeloof. Het katholieke systeem besteedde veel geld aan het aanbidden van God. Calvijn’s principe moet toegepast worden in religie, zodat er geen overmatige ziels-belasting zal zijn. Zo zijn er ook veel armen die geen besef hebben van belastingen. Hiervoor zijn de diakenen, de curators, de bewindvoerders als fiscale adviseurs om de mens uit te leggen welke ziels-belastingen er zijn, en de mens daarin te helpen. De diaconie is dus een kerkelijk woord voor shamanisme. Calvijn noemde de diakenen de armenverzorgers en hen die verantwoordelijk waren voor het zedenbeleid, de ethiek. Ze worden in de gnosis ook wel genoemd in het verband van de geestelijke adoptie, en hebben dus een opnemende functie. Joh. Jansen stelde dat er in de jaren 1500 een groot gevaar was van lopers en indringers en dat er daarom veel gebeden en gevast diende te worden. In de bijbel staat ook dat sommige geslachten van demonen niet uitvaren dan door vasten en bidden. Hij wijst op het gevaar van vrije volkskeuze, omdat er dan geen verantwoordelijk lichaam is, en in die tijd was het volk zowel onkundig als onverschillig. Er moeten dus een heleboel hemelse voorwaarden zijn in de hemelse verkiezing. Zomaar predikers die de mens kunnen boeien is niet genoeg. De mens zou zo kunnen afdwalen door de spreekvaardigheid. Het gevaar van drogredenen was groot, en de mens kon daar juist door zijn gebrek aan kennis en empathie niet doorheen prikken. Vandaar dat het vak ethiek belangrijk is, en dat de diaconie wordt hersteld in het binnenste van de mens. Dit is een eigen verantwoordelijkheid, die men niet zomaar moet afschuiven. Een mens kan niet zomaar deel hebben aan de verkiezing, want dan zou het vlees kunnen inmengen. Joh. Jansen stelde dat daarom de Luthersen en Nederlandse remonstranten het kiesrecht toekenden aan de overheid. Weer anderen kenden het toe aan de gemeenten. Uiteindelijk stellen de grondtalen dat het om hemelse overheden gaat, om geestelijke principes. Het vlees dwaalt altijd af tot teveel verpersoonlijking, vanwege gebrek aan principes. Naast de verkiezing is er de examiniatie. Dit is de toetsing. Alles moet dus zekere examens afleggen en slagen om door te kunnen. Het is belangrijk dat dit zorgvuldig gebeurd, en dat er niets over het hoofd wordt gezien. De kerk is in hoge nood vanwege de opgehoopte eeuwen van alcohol misbruik

wat het brein van het volk heeft aangetast. Joh. Jansen stelde dat het om onderzoek ging van zowel leer als leven. Onderwijs en ethiek dus. De vakken zijn : exegese, bijbelonderwijs, symboliek, kerkgeschiedenis, ethiek, etc. etc. zoals gesteld door Joh. Jansen. Ook moet er dan nog een bevestiging komen, wat ook weer tijd vergt. Uiteindelijk moet het toetsen door de urim bevestigd worden door de thummim, de hogere steen. Zo speel je het op dubbel safe, zodat het extra gefilterd wordt. Dat zijn innerlijke processen van de natuur. De mens moet alles dus dubbel toetsen. De bevestiging is de handoplegging in dit artikel, en de handoplegging wijst ook op de handoplegging op de kop van het offerdier in Leviticus, als een beeld van ‘het hebben verslagen van de hoogste territoriale geest van het vlees in de territoriale oorlogsvoering’, oftewel dat eerst de sterke gebonden wordt voordat het huis ingenomen kan worden. Dit is beeldspraak van het ontvangen van een hoger inzicht, een diepere exegese en ontmaskering. De fundamenten worden zo blootgelegd. Geestelijke oorlogsvoering is symbolisch, en gaat over diepere principes, niet om oorlogsvoering op zich. Er is heel veel ongetoetste oorlog gaande die een doel op zich is geworden. Daarom moet de mens ook nog op een tweede bevestiging wachten. Van alle kanten moet de mens ingesloten worden door hemelse bevestiging, opdat er geen roekeloos risico wordt genomen. De mens moet aan alle hemelse veiligheidsvoorschriften voldoen. Er is dus verkiezing (roeping), examiniatie (onderzoeking), approbatie (goedkeuring, door hoger gezag, kerkelijk, militair etc.) en bevestiging. Rutgers stelt dat de roeping wel het wezen van de zaak is, maar nog niet compleet en nog niet vast staat zonder de andere drie. Hij noemt de verkiezing het voornaamste, maar die moet wel communiceren met de kerkelijke overheid, Vandaar dat alleen profetie de bruggen kan bouwen in de mens en het tot een goed einde brengen. Men mag dit niet overslaan. Profetie moet echter getoetst worden, en moet dus door verschillende organen heen om gezifd te worden. Hiertoe moet het geheel omringd worden door vasten en gebed, opdat niet hebzucht en machtszucht haar leide. Ambtslust is hierin zeer gevaarlijk, wat een overmatig ambt is (lees hierover het verhaal ‘De evacuatie trein’ in ‘De trein van evacuatie’ bundel. Dat is ook de strijd tegen de ambtsafgod. De ambtsafgod laat mensen vleselijk werk doen om zichzelf te verheerlijken en de aandacht op zichzelf te richten. Vaak is het volk niet geschikt om aan deze verkiezing mee te doen, stellen de kerkvaderen van Wezel, vanwege partijschap of ongeloof. Ze zijn dan te weinig betrokken bij de zaak, wat ook weer een gebrek aan diakonie is. Eerst moet er een zuivere en fundamentele diakonie verkozen worden om al het andere te doen kunnen slagen. Al te makkelijke volkssoevereiniteit, wat een groot spijbelfeest was, was een groot gevaar. Calvijn

waarschuwde er ook tegen. Het gebeurde waar de mens te onafhankelijk werd van het hogere, waar de mens het hemelse onderwijs losliet of versimpelde. Alles moet getoetst worden aan zowel het hemels onderwijs als de hemelse ethiek. Ook moet elk onderwijs getoetst worden aan de ethiek, en elke ethiek getoetst worden aan het onderwijs, en hierin moet hemelse goedkeuring en bevestiging komen. Hierin ontkomt men niet aan de hogere vormen. Er is dus kerkelijke evolutie en dat is een eis van de hemelse wetenschap waar de mensheid niet aan ontkomt en wat de mens ook niet kan tegenhouden. Dit is een proces van steeds dieper gaande exegese. Het werkt door op het oude, en werkt het oude uit, dus bouwt er niet zomaar lagen van modernisme overheen. Het asfalteerd en cementeerd niet. Het is een organisme. Er wordt geroeid met de riemen die er zijn. Rutgers stelt dat voor de goedkeuring tijd genomen moet worden, dat er niet tot ijdele vormen gekomen mag worden. Men moet hiermee dus in de diepte gaan. Rutgers stelt dat men niet door machtsbegrippen moet communiceren, maar door overtuiging, m.a.w. door helder dingen uit te leggen en niet zomaar door te commanderen. Er moet openheid blijven voor hoger beroep, anders ontstaat er tirannie. ‘Door overtuiging, niet door overmacht.’ Hij waarschuwt ook tegen sectarisme. Het probleem is dat de mens er allerlei vleselijke ambten bij heeft verzonnen, en ambten overmatig heeft uit lopen stallen. Er moet opgepassen worden voor overmatig vertoon en te publiek vertoon van ambten. Men moet het niet voor het oog van de mensen doen, want dan wordt het weer zelfafgoderij en zelfverheerlijking, eerzucht. In tijden van vervolging zoals ten tijde van de reformatie was het al belangrijk om veel in het geheim te werken, en dan zou openlijke bevestiging teveel de aandacht trekken, stelde Rutgers. Anders worden het gewoon toneel opvoeringen. Laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. De tijd die de duivel en zijn rijk nog hebben gebruiken zij om het hemelse volk onophoudelijk als doodsvijanden aan te vechten, stelt de synode van Walcheren van 1693. Rutgers stelt dat het aannemen van de roeping het trouwen met de handschoen betekent. Calvijn wees er op dat het principe van goedkeuring en bevestiging een gulden middenweg is tussen tirannie en losbandigheid.

Lesvragen bij hoofdstuk 31 : 1. Toon aan waarom Symboliek zo’n belangrijk vak is. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 32 dordtse kerkorde 5-6 Art. V. Nopens die dienaars, die nu alreede in den Dienst des Woords zijnde tot eene andere gemeente beroepen worden, zal desgelijks zoodanige beroeping (met correspondentie als voren) geschieden, zoowel in de steden als ten platten lande, bij den kerkeraad en de diakenen met advies of approbatie van de Classe; alwaar de voorzeide beroepenen vertoonen zullen goede kerkelijke attestatie van leer en leven; (en alzoo bij den magistraat van de plaatse respectievelijk geapprobeerd), en der gemeente, den tijd van veertien dagen voorgesteld zijnde, als boven, zullen met voorgaande stipulatiën en gebeden bevestigd worden. Onverkort, in ’t gene voren gezegd is, iemands deugdelijk recht van presentatie, of eenig ander recht, voor zooveel het stichtelijk kan worden gebruikt, zonder nadeel van Gods kerk en goede kerken-orde (waarop de Hooge Overheden en Synoden der respectieve provinciën wel gelieven te letten, en ten beste van de kerken noodige orde te stellen). Stipulatien zijn bepalingen en voorwaarden die de vrucht zijn van goedkeuring en bevestiging, in dat opzicht dat het de logistiek aanpast, als het ontvangen van de geestelijke gaven. Hierin dient hemelse vrijheid en schepping te zijn, niet onderworpen aan enig menselijk systeem. God’s wegen zijn ondoorgrondelijk. In de Dordtse kerkorde van 1574 : ‘Artikel V. De dienaars en ouderlingen zullen wel voor zich zien, dat zij in de konsistoriën, classen en synoden niet verhandelen, dan hetgeen dat kerkelijk is. En die dingen, die ten dele kerkelijk en die ten dele

politiek zijn (gelijk als er veel in huwelijkszaken en anderszins voorvallen), zo daar enige zwarigheid in is, zo zullen zij het oordeel en de autoriteit der overheid aanzoeken.’ Als de mens wordt geconfronteerd met dingen die buiten het geestelijke liggen, dan moet de mens zorgvuldig zijn in het dit melden aan de geestelijke, hemelse overheden, opdat men niet door het vlees wordt afgeleid. Ik had vannacht een droom dat er een doorgang was door glas, en dat de mens tot de gaven kwam die hem werden achtergehouden. Dit was een groot gebied achter het glas. De mens heeft heel lang opgesloten gezeten, vastgehouden door de vadsige vader van de aardse, vleselijke kerk. Ik zag een groot meer en ik was in hemelse haaienvorm en had een grote snelheid, en moest de haaienwachters van het vlees aanvallen. Dat ging goed, maar toen kwamen er orca’s, en zij stonden voor de reusachtige ijstijden. Toen werden zij tot eksters. Art. VI. Ook zal geen Dienaar dienst mogen aannemen in eenige particuliere heerlijkheden, gasthuizen, of anderszins, tenzij dat hij voorheen geadmitteerd en toegelaten zij, volgens de voorgaande artikelen; en hij zal ook niet minder dan andere aan de Kerkenordening onderworpen zijn. Hier wordt weer gehamerd op logistiek, en niet het massale. Er wordt gehamerd op strategie. Een heleboel woorden zijn dus op zich niet verkeerd, maar 'over-used'. Daarom wordt er gehamerd op woord-context, want er zijn nog teveel hiaten, en door termen telkens overmatig te gebruiken wordt je geprogrammeerd voor de matrix. Het gaat dus telkens over de limieten zogezegd, over de dagelijkse limieten, dus je krijgt van een bepaalde stof teveel binnen, dus dan ga je daarin verhard raken en dan merk je het op een gegeven moment helemaal niet meer. Je komt dan in een soort verdoving, onder een betovering, een hypnose. Je moet ook niet vergeten dat het geestelijk werk is met geestelijke principes. Mensen zitten helemaal in die bezitsgeest van 'dit is van mij', en dat alles moet kunnen en mogen, vooral ook als ze in het ambt zijn, maar dat is dus geen vanzelfsprekendheid. Wij hebben namelijk in het geestelijke geen bezit zomaar, we zijn geroepen 'to possess nothing'. 'We own nothing, yet we have everything'. Het is ook het hele idee dat we maar channelers zijn, dat alles uit een hogere wereld komt, en wat dan door ons heen stroomt. De wereld is duidelijk uit balans en de nadruk ligt teveel op bezit en te weinig op werk, en het hogere werk, dus dan komt er overbalast en dan ga je door het ijs zakken, en grijpen bepaalde

geesten je. En al die bezitsfuncties en hoge functies op de man afgespeeld zijn een bepaalde soort van drugs, dus dan wordt het immuunsysteem omzeild en kun je niet meer gewaarschuwd worden etc. Daarom is overmaat aan anti-religie zo gevaarlijk, want als je de mens op zichzelf gaat zien geheel, dus zonder de kennis factor waaraan de mens zich moet onderwerpen, wat dan eigenlijk ‘zonder god leven’ betekent, dan gaat die stroom van channeling verstopt raken, en gaat de mens wanen dat hij er al is. Overmaat van religie is natuurlijk ook weer gevaarlijk, dus daarom die balans die er altijd moet zijn. Vandaar ook in dat verhaal van de evacuatie trein dat er gebleven moet worden onder de twaalf gram van de finito groente. Dat hele verhaal gaat dus over een bepaalde strijd. balans zelfverloochening/zelfonderwerping (aan de hogere principes) – channel zijn/ leeg vat – het door je heen laten werken – het DOEN (wel in context/ijver) – het ZIJN – het BEZITTEN Sommige mensen zijn thermometers van wat er gaande is in de wereld, en dat heeft ook weer met allerlei snelle zelfvergoddelijking te maken, en rigil kent is het grootste probleem voor nu, en dat is iets planetarisch. De mens wordt zo te verdicht en tot een siamees bouwwerk in de matrix. Die zelffactor trekt parasieten aan, dus het is belangrijk om laag profiel te houden. Op de regel zijn altijd uitzonderingen en er zijn altijd verschillende bedelingen en seizoenen, daarom heet het ook het profetisch leven, maar we moeten wel naar die hogere technologie anders kan de lagere aardse technologie nooit overstegen worden. De materie is van iemand anders, dus dat is nog een bepaalde brei waar de mens in vastzit en waardoor de mens gecodeerd is, dus dan heb je hogere technologie (van geschiedenis-verdieping en natuur-verdieping etc) nodig om er doorheen te komen. Dus overmatig gebruik van iets is toch een soort geestelijk voedsel, en dan worden geestelijk je vaten opgeblazen. Dan wordt het zo’n jabba de hutt toestand (van star wars) Weer even terug naar de trein van evacuatie, waar het probleem van de stadse finito groente een stof was genaamd 'ambt' waarmee de groente was bespoten. Dat bleek een gevaarlijke stof te zijn waarmee het al snel mis ging als je er teveel van binnenkreeg. Dan wordt je gewoon door de golven meegesleurd, het massale, want je kan in principe dan wel van alles gaan gebruiken, zo van : 'oh, dit is goed, en dat is ook goed, dus het maakt niet uit', terwijl het dus eigenlijk om de logistiek gaat, dus niet zomaar het goede, maar het beste, het strategische, dus ook in leninistische termen : 'wat is de beste schakel voor het juiste moment'.

Dus je kan het ook vergelijken met bijvoorbeeld een noemer van een organisatie, dat dat ook weloverwogen is gekozen en niet zomaar iets, en dat je dan die bedieningen trap in oog moet houden, want ja, het zijn allemaal deelwaarden, maar het gaat even om het geheel. Waar gaat het nu om, heel specifiek ? Dat er balans in komt, als een samenvatting, en dat je niet helemaal ergens gaat inbakken, want het wachterschap moet je niet overmatig benadrukken, want dan zouden we onszelf telkens wel wachter kunnen noemen of beheerder of administrator of wat dan ook, dus ja, je bent dat dan wel, maar je hebt richting nodig. Pas op met het wachtersschap, want dat is gewoon een startpunt, maar je moet jezelf meer specificeren, anders groei je ergens vast, dus die nomadische factor moet je dan ook niet vergeten, dus eigenlijk ook in de zin van de goede herder die dan de schaapskooi ‘verlaat’ om het verloren schaap te vinden, wat in principe gewoon beeldspraak is over het onderwijs, en dat wil dan niet zeggen dat hij dan de schaapskooi aan hun lot overlaat, maar juist is hij nog wel meer wachter en beschermer door dit principe omdat hij juist naar de diepere lagen gaat, terwijl als hij was ‘gebleven’ dan zou het tegen hen keren. Dus het woordje wachter of beheerder kan bij overmatig gebruik dus averechts werken en dat je dan in slaap valt, dus het gaat over die limieten weer, over dat ‘ambt’, dat je juist veel meer moet loslaten en dingen anders en dieper benaderen, zodat het niet te zwaar op de hand wordt, zodat het niet allemaal overmatig gaat ‘verambten’, gaat dichtgroeien, want dan wordt je getraceerd. Het gaat dus meer om het kameleon-principe en harlekijn-principe dat je niet teveel op een deelwaarde gericht bent, en het is belangrijk om de hogere taken te zien. Meer vanuit groter geheel werken en denken, dus weer die woord-context Werklust is dus goed, en een zekere bewaarlust en bewaaklust, maar je moet heel erg oppassen met ambtslust dus dat het te nauw gaat worden, te ‘plaatselijk’, want dan wordt je vastgezet. dat is dus dat hele inbakken en opgebakt worden, want dan wordt je een soort peperkoekman voor hooggeplaatsen, koningen enzo, dus die ambt-stof waar dat verhaal over gaat is gevaarlijk, overmatig ambt. Het is dus een stof wat ze in de stad gebruiken om de groenten mee te bespuiten, dus mensen denken dan : ‘ja, lekker, groenten, zo gezond, goed voor je, om die en die en die reden,’ terwijl het bespoten groente is, dus gemanipuleerde groente, hoeveel smoesjes ze er dan voor hebben, dus weer die toneelspelers uit dat verhaal. Het is het opvoeren van een bepaald kunstje (one trick donkey) maar het mist dan diepte en ook leven, dus ja, dan kom je op een punt van : ‘waar doe ik het voor’, en dan is de oplossing alleen in de diepte te vinden, dus naar de werkgever gaan voor richting, naar het uitzend bureau voor logistiek werk, en dan goed op de rails komen. Dat is dan ook de strijd tegen de ambtsafgod, de ministry idol. De ambtsafgod laat mensen vleselijk

werk doen om zichzelf te verheerlijken en de aandacht op zichzelf te richten, met allerlei schoonpraterij, wat ook heel veel in de kerken voorkomt, en in die bedieningen allemaal, in die kerken en organisaties, en dat zo dat hele zaakje vastgroeit en niet meer doorgroeit, want uiteindelijk worden de armen geholpen door het hoger onderwijs, en zo ook de dieren. Dus ja, het is goed voor hen te strijden, voor hen op te komen, en dat wat er al is te bewaren en bewaken etc. maar uiteindelijk gaat het om de updater, om de hogere strategie. Het waakhonden idee is extreem gevaarlijk als het z’n context verliest, en kan al heel snel tot haantjesgedrag worden, ook al is het allemaal voor het goede doel. Er zijn veel subtielere lagen die daaronder heimelijk kunnen werken en dat er dan toch wat mis gaat, dat je dan toch nog op de rails van het vlees ermee terecht komt, onder het mom van goede bedoelingen. De school is dus ook weer het voorportaal voor werk, want het vlees is heel erg fijngevoelig en uitgekookt, dus wij moeten dan nog veel fijngevoeliger zijn om door de valstrikken heen te komen. Goede wijn behoeft ook geen krans de hele tijd, want dan heb je dus ook je loon al, als je telkens weer allerlei veren in je kont wil steken. Jaloers op mensen die hun spul verkopen hoeft niet, want zij hebben hun loon al, ook hen die telkens met grote dikke letters hun namen op HUN boeken zetten, om te laten zien dat het van HEN is, hoef je niet jaloers op te zijn, want zij hebben hun loon al, en dat is gewoon vleselijk loon, en zo missen ze het hogere doel. dat wat je om je heen ziet, al die mensen met hun dingen, laat zien hoe het NIET moet, het zijn gewoon schaduwen, reflecties en emanaties dus van hogere realiteiten, allemaal afzwakkingen, en het is allemaal standaard, dus standaard ingebouwd in het mijnenveld. Het zou een groot vleselijk aards rijk zijn, maar wat heb je dan eigenlijk ? Dus dan komt Darwin weer in het spel waar het nu eigenlijk om gaat : camouflage en variatie, om te overleven. dus ook een beetje zeventiger tachtiger jaren Gerry Rafferty idee van 'city to city' en 'snakes and ladders', zulke belangrijke albums, dus dan kijk je naar dat plaatje van snakes and ladders, en dan weet je ook precies hoe laat het is. En dat is dus ook een spel, slangen en ladders, of het ladderspel, dus als je op een ladder terechtkomt dan ga je omhoog, en kom je op een slang terecht dan ga je naar beneden. Dordtse kerkorde 1574 : Artikel VI. In alle konsistoriën zal een zeker boek wezen, daarin naarstelijk en getrouwelijk opgetekend zal

worden, wat tot regering der kerk dient. En telkens als enig punt geschreven is, zal het gelezen worden, of daar iets af of toe te doen ware en men zal ter naarster verzameling lezen, wat in de laatste besloten is. Dat is hiervan dus een beeld, dat de mens de logistiek moet leren, de bedelingen en de seizoenen, dat de mens de updates bij moet houden en niet zomaar moet aanrotzooien. Lesvragen bij hoofdstuk 32 : 1. Beschrijf het gevaar van de ambtsafgod. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 33 de dordtse kerkenordening 7-17 Art. VII. Niemand zal tot den dienst des Woords beroepen worden, zonder zich in eene zekere plaats te stellen, ten ware dat hij gezonden worde om hier of daar te prediken in de gemeente onder het Kruis, of anderszins om Kerken te vergaderen. Dit gaat over betrokkenheid, het Woord dat ‘vlees’ wordt, je kruis dragen. Art. VIII. Men zal geen schoolmeesters, handwerklieden, of anderen die niet gestudeerd hebben, tot het predikant toelaten, tenzij dat men verzekerd zij van hunne singuliere gaven, godzaligheid, ootmoedigheid, zedigheid, goed verstand en discretie, mitsgaders gaven van welsprekendheid. Zoo wanneer dan zoodanige personen zich tot den dienst presenteeren, zal de classe hen (indien het de Synode goed vindt) eerst examineeren en, naardat zij hen in ’t examen bevindt, hen een tijdlang laten in ’t privé proponeeren, en dan voorts met hen handelen, zooals zij oordeelen zal stichtelijk te wezen.

Hier wordt duidelijk gewezen op de nederigheids-factor, niet naar de kerken toe, maar naar de hemel toe, en de hemelse lijnen die door de kerken heenlopen. De mens hoeft geen nederigheid te beoefenen tot het vlees. Art. IX. Nieuwelingen, Mispriesters, Monniken en die anderszins eenige sekte verlaten, zullen niet toegelaten worden tot den kerkdienst, dan met groote zorgvuldigheid en voorzichtigheid, nadat zij ook eenen zekeren tijd eerst wel beproefd zijn. In de reformatie trachtte men nog steeds los te komen van de Roomse misdienst die religie vervleselijkt had, verletterlijkt, tot buikendienst. Art. X. Een dienaar eens wettelijk beroepen zijnde, mag de gemeente waar hij zonder conditie aangenomen is, niet verlaten, om elders eene beroeping aan te nemen, zonder bewilliging des kerkeraads met de diakenen en diegenen die te voren in dienst van Ouderlingschap en Diakenschap geweest zijn (mitsgaders die van den Magistraat) en met voorweten van de classe, gelijk ook geene andere kerk hem zal mogen ontvangen, eer hij wettelijke getuigenis zijne afscheids van de kerk en classe, waar hij gediend heeft, vertoond hebbe. Natuurlijk is dit geestelijk dat men niet zomaar dingen mag afraffelen. Men moet leren zorgdragen, leren koesteren, leren doorwinteren, en het gegeven kruis niet zomaar wegwerpen. Art. XI. Aan de andere zijde zal de Kerkeraad als representeerende de gemeente ook gehouden zijn hare Dienaars van behoorlijk onderhoud te verzorgen, en zonder kennis en oordeel der classe niet verlaten; dewelke ook bij gebrek van onderhoud, zal oordeelen of de voorschreven Dienaars te verzetten zijn of niet. Kerkorde Gereformeerde Kerk 1905 : Artikel 11 Aan de andere zijde zal de Kerkeraad, als representeerende de gemeente, ook gehouden zijn hare Dienaars van behoorlijk onderhoud te verzorgen, en hen niet uit hun dienst te ontslaan zonder

kennis en approbatie van de Classe en van Deputaten der Particuliere Synode. Dit gaat over dat we niet zomaar dingen overboord moeten gooien maar moeten toetsen aan de hogere organen, om zo los te komen van de overmoedige weggooi geesten van Neptunes en de Pleiaden. In de gnosis, en ook in de regressief-gereformeerde theologie wordt artikel 11 ook wel gezien als de weg tot de wildernis, om tot de Dordtse wildernis te gaan. Kerkorde Middelburg van 1581 : Artikel 11 Wanneer het geschiedt dat een getrouwe dienaar door ouderdom of krankheid gebroken zijnde, zijn ambt niet langer bedienen kan, zo zal het der Gemeente toe staan te bezorgen, dat hem ex bonis publicis (publieke goederen) zo veel toegeleid werden, daarop hij de rest zijns levens eerlijk en bekwamelijk door komen moge: Dat ook de weduwen ende wezen der dienaren niet vergeten werden. Dit is artikel 13 in de Dordtse kerkorde van 1619. Dordtse kerkorde 1619 : Art. XII. Dewijl een dienaar des Woords, eens wettelijk als boven beroepen zijnde, zijn leven aan den kerkedienst verbonden is, zoo zal hem niet geoorloofd zijn, zich tot eene anderen staat des levens te begeven: tenzij om groote en gewichtige oorzaken, waarvan de Classe kennisnemen en oordeelen zal. Dit gaat over het in ere houden van de verbondswaarde, dat men trouw moet blijven aan de eerste liefde en daarop exegese dient toe te passen, en niet zomaar weglopen. Men mag vluchten als dat nodig is, maar dan moet er wel biofeedback aan het geheel worden gegeven, en aan de geschiedenis. Er blijft dus een bepaalde onontkoombaarheid, zoals ook in de stellingen van Calvijn, wat de volharding van de heiligen is. Alleen hogere organen kunnen dus een verplaatsing daadwerkelijk uitvoeren, zoals in de gnosis dat het volk van Ismael werd overgedragen van de Hiti aan de Zukki (zie de Bilha I, 31).

Art. XIV. Zoo eenige dienaars om de voorschreven of eenige andere oorzaken hunnen dienst voor eenen tijd onderlaten moesten, 't welk zonder advies des kerkeraads niet geschieden zal, zoo zullen zij nochtans ten allen tijde de beroeping der gemeente onderworpen zijn en blijven. De dienaar is altijd aan de hemelse kerk, de donkere bruid, onderworpen (Hooglied 1), maar moet strijden tegen de vleselijke kerk. Kerkorde Middelburg 1581 : Artikel 14 De Gemeijnten sullen arbeijden datter studenten in der Theologie zijn, die ex bonis publicis onderhouden werden. Men sal oock in den Ghemeijnten, daer men bequame personen heeft, tghebruijck der Propositien aenstellen, opdat se door sulcke eene oeffeninghe tot den Dienste des Woordts bereijdet moghen werden. Dit is dus ook de adoptie opname voor studenten. Dordtse kerkorde 1619 : XV. Het zal niemand geoorloofd zijn, den dienst zijner kerk onderlatende, of in geenen zekeren dienst zijnde, hier en daar te gaan prediken buiten consent en autoriteit der Synode of Classe. Gelijk ook niemand in eene andere Kerk eenige predicatie zal mogen doen, of Sacramenten bedienen, zonder bewilliging des Kerkeraads. De mens is zijn eigen kerk. Dit gaat over het spreken van het Woord, dat wat de mond uitgaat, wat men niet zomaar mag doen, maar het eerst moet toetsen aan de hogere organen, oftewel de mens moet een wachter voor zijn mond zetten. Zo wordt de mens bewaard tegen de geest van ijdelheid. Dit gaat niet over vleselijke kerken, maar over de hemelse kerken, want deze geschriften zijn dichterlijk en symbolisch met een diepere betekenis. Art. XVI. Der dienaren ambt is in de gebeden en bediening des Woords aan te houden, de Sacramenten uit te reiken, op hunne medebroeders, Ouderlingen en Diakenen, mitsgaders de Gemeente goede acht te nemen ten laatste met de ouderlingen de kerkelijke discipline en te bezorgen, dat alles eerlijk en met orde geschiede.

(DKO 1619) Rutgers noemt het ambt de werkzaamheid en de dienst de waardigheid. Waarde wordt afgemeten aan onze dienstbaarheid, niet aan onze ambtelijkheid zomaar. Wij moeten in de profetische gave komen van ambt tot dienst. In ons hermitatisch nieuwsblad ‘De Lawine’ uit 2006 wordt er een rijtje gegeven hoe de gave zich dient te ontwikkelen, en dan is ambt geen eindstation. Teveel ‘ambt’ brengt problemen. De mens moet komen tot dienstbaarheid : Hermitatisch nieuwsblad ‘De Lawine’ nr. 4 – Terug naar de grondtekst I ‘Het rijk van de behemah Het is ons verteld dat we moeten groeien in het profetische. Als eerste moeten we profetisch leren leven totdat we daadwerkelijk ‘de gave’ hebben ontvangen, maar ook dan zijn we er nog niet. Na de gave moeten we ons uitstrekken naar de profetische bediening, en daarna het ambt. Veel profeten verzadigen zich helemaal in het ambt, en trekken niet meer verder. Ze hebben een bediening opgebouwd, misschien wel wereldwijd, en zijn nu zo accuraat en zo algemeen aanvaard en ingeburgerd dat ze tot het meubiliair van de kerk zijn gaan behoren, als inwonende geesten. Houd het dan echt allemaal op bij ‘het ambt’ ? Sommigen zijn er verzot op om voor hun naam ‘profeet’ neer te zetten, terwijl anderen die allang profeet zijn genoegen schijnen te nemen met het woordje evangelist, bischop of dr. Ze hebben me nogal een visite-kaartje opgebouwd. Oh ja, sommigen gaan nu voor het ambt van ‘apostel’, en sommigen zetten dit dan ook parmantig telkens voor hun naam, jaar in jaar uit. Om maar direkt met de deur in huis te vallen : bij het ambt houdt het niet op. Het is pas het begin. Wat komt er dan na ‘ambt’ ? Ambt klinkt nog allemaal erg aards op een bepaalde manier. In de hemel zijn we als de engelen, en gelukkig laat de grondtekst zien dat de hemel er al is en juist op ons wacht. Wij moeten de hemel bestormen en binnentrekken om zo een ‘angelic’ profeet te worden. Dan komen we geestelijk gezien a.h.w. in de kerken die boven zijn, de kerken der engelen, en brengen we daadwerkelijk de boodschap der engelen tot de mensen, en vertonen we het karakter en de vruchten der engelen. Zij die vastkleven aan het profetisch ambt en maar niet verder groeien worden op een bepaald moment ‘verwerpelijk’ in de ogen van God en zijn getrouwe profeten. Het gaat om doorgroeien en niet machtskluiterig te worden. Maar ook in het angelische zijn we er nog niet. In het Oude Testament wordt er heel duidelijk

gesproken over nog een tussenzone tussen God en de engelen. Een engel is ‘malak’ in het Hebreeuws, boodschapper, of ambassadeur. Ook wordt er gesproken over heerscharen of legerscharen, en in het engels over ‘hosts’, gastheren. Zo’n ‘host’ is in het hebreeuws ‘tsaba’. Het is de personificatie van het leger, of de leider ervan. En de Heere heeft ‘tsaba’ over alles aangesteld, ook over de ‘malak’, de engelen. We maken dus onderscheid tussen malak-profeten en tsabaprofeten, tussen angel-profeten en host-profeten. Wij onderscheiden dus zes levels in het profetische. Het is niet de bedoeling dat we op menselijk vlak blijven functioneren, daarom is het een must om door te breken tot level 5 en 6. Natuurlijk kunnen deze zogeheten ‘hosts’ ook vallen. Een gevallen ‘tsaba’ zal zich gewoonlijks in vormendienst verstoppen om zo zich te beschermen tegen de zware hartskrachten van hen die de Heere getrouw zijn gebleven. Zo’n gevallen heerschare of legerschare zal zich vaak verstoppen in de mode-wereld van de bedrieglijke uiterlijke krachten, en zal zich vooral veel mengen in ‘leiderschap’. Het is een obsessie voor zo’n gevallen leider om nu bijvoorbeeld in de kerk die systemen en hierarchieen van vleselijk gezag uit te denken, en daarbij zal deze de engelen en met name de tsaba-bespreking zo veel mogelijk achterwege laten. Een voorbeeld van grootscheepse gevallen tsaba-projecten is de Rooms Katholieke kerk en het hele pauselijke systeem waar ook de andere drie wereldkerken uit voort zijn gekomen. Het is een goddeloos banquet die ten doel heeft het hart van de ware gelovigen te verslinden. Het verschil tussen God’s wereld en de vleselijke wereld is dat de wezens in God’s wezen de diepte van de dingen laat zien, terwijl de vleselijke wereld alles gesloten houdt en zich op de uiterlijke vorm richt in plaats van de opening. De vormen van God worden juist van binnen getoont, als een weg waardoor de geest zich kan ontplooien. Gods koninkrijk kent een zekere doorzichtigheid, terwijl de vleselijke werkelijkheid zoveel mogelijk dingen aan de oppervlakte houdt. God bracht de lichten, de ma’owr, in het paradijs voor een heleboel functies. Ze brachten licht in zowel hemel als aarde, en brachten onderscheid. Natuurlijk zijn er ook gevallen lichten, en die richten zich dan op de vervalsingen van de geestesweg. Ze bouwen een valse aarde en een valse hemel met wegen daartussen. De hemel zelf is ‘shamayim’, als het ware de openbaring, maar er is dus ook een gevallen shamayim. Ma’owr is de weg naar shamayim, een weg waarover het profetische pad ook gaat. Ma’owr is de zevende trede op de profetische trap, en shamayim uiteindelijk de achtste, waar we boven alles naar moeten streven. Dit stijgt dus uit boven al het aardse leiderschap die juist een valstrik is voor de profeet.

Nog even alles op een rijtje : profetisch leven profetische gave profetische bediening profetisch ambt profetisch engelenschap profetisch hostschap profetische ma’owr (geesteslichten) profetische shamayim (hemel) profetische behemah (paradijswezens) Het woord ‘behemah’ wordt dan wel als ‘vee’ en ‘wilde beesten’ vertaald, maar wordt ook gebruikt voor ‘oorspronkelijke’ wilde mensen, of voor-mensen, het zogenaamde pre-adamitische geslacht. In het hebreeuws is de ‘dag’, de ‘yohme’ een tijdperk, en op de zesde yohme, het zesde (her)scheppings-tijdperk werd de behemah, de wilde (waarschijnlijk cro-magnon/neanderthaler/homo sapiens), eerder dan de mens geschapen. Waarschijnlijk ging het dus om een half-mens, een prehistorisch mens. ‘Nachash’ wordt dan wel simplistisch vertaald in slang, maar betekent letterlijk ‘tovenaar’. In Ezechiel 31 lezen wij wat die boom van kennis eigenlijk was : Het was het Assyrische rijk. Babylon zou dit rijk ten gronde brengen, maar we zien in de geschiedenis dat dit een hele strijd was, heen en weer. Babylon bereed het tweede beest, komende van de afgrond, en ze zouden elkaar beiden schade aanbrengen om zo beiden terug te vallen in die afgrond. Dit is het hele wisselwerksysteem tussen de evangelische wereldkerk en de pinkster wereldkerk, als voortvloeisel van de aloude roomse kerk en reformatorische kerk. Adam en Eva vielen ten prooi aan de schone beloftes van het Assyrische rijk, het verkrijgen van macht door te beoordelen wat goed en slecht is aan de hand van een opgezet systeem. Het was het beeld van de Evangelische Wereldkerk die als tovenaar kwam opzetten en zo door het instituut God aan de kant zette. Eva had gemeenschap met deze tovenaar en baarde Kain, het beeld van de pinkstergemeente, de sneltrein naar het Babylonische Wereldrijk. Maar onlosmakelijk verbonden met de Wederkomst van Christus is het komende Profetische Wereldrijk. In dit wereldrijk zal de ‘behemah’ hersteld worden. Het paradijs herstellen is het uiteindelijke doel van de hemel. Hiertoe gebruikt de hemel het profetische om alles aan de voeten van Christus te onderwerpen. Het instituut is anti-profetisch, maar de behemah is het verwilderde, de kracht om los te komen van de gevaarlijke civilisatie. Zonder de behemah is het profetische niets.’

Tot zover het hermitatische nieuwsblad. Engelen zijn dus ook weer dienende wezens, die ook weer op de hemelse robotiek wijzen, dus zij wijzen ook de weg van ambt tot dienst. Art. XVII. Onder de Dienaren des Woords zal gelijkheid gehouden worden aangaande de lasten huns dienstes, mitsgaders ook in andere dingen, zooveel mogelijk is, volgens het oordeel des kerkeraads, en (dies van noode zijnde) der Classe; hetwelk ook in de Ouderlingen en Diakenen te onderhouden is. (DKO 1619) Dit is de communistische factor, het artikel van de gelijkheid. Dit is Rusland, of Roshland in het Hebreeuws, het land der beginne, het land van de oerkennis (Name in de prehistorie). Rutgers stelt dat artikel 17 ervoor zorgt dat alle vleselijke hierarchie afgesneden wordt. Door al het gemoderniseer ontstaan vervalste hierarchieen zodat men weer terug moet naar het verleden waar die gelijkheid nog was. Dat is ook de reden waarom velen die moderne power posities hebben en vleselijke rijkdom hebben vergaard op allerlei gebied pertinent weigeren om terug te gaan naar de geschiedenis om daar uitvoerig een les in te leren. Ze lopen de kantjes er vanaf in de hemelse geschiedenis lessen, omdat het anders hun vlees zou ontmaskeren. Ze durven niet tot de verborgen heiligheden van de geschiedenis te komen. Artikel 17 in de Dordtse kerkorde van 1574 is : Artikel XVII. Geen minister uit andere kerken komende, zal aangenomen worden, zonder getuigenis te brengen van de classe en konsistorie van daar hij komt; of daar geen classe is, of ordentelijke konsistorie van geloofwaardige ministers of andere personen, van welke attestatie de classe en kerk oordelen zal, of die genoegzaam is. Deze wijst dus op als men ook maar een stap verder wil zetten in het nu en in de toekomst, dan dient men de geschiedenis voldoende te kennen, en bewapend te zijn met haar lessen, opdat het vlees over u geen voordeel behale.

Och Nederland, gij die de geschiedenis veracht, gij die u verstopt heeft in uw moderne fabelen, luistert toch naar het eeuwig woord, u al in de prehistorie gegeven. Lesvragen bij hoofdstuk 33 : 1. Geef een beschrijving van het hemelse communisme. 2. Geef een beschrijving van de hemelse kerk. 3. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 34 dordtse kerkenordening 18-25 – de tijdmachine – fictie of werkelijkheid ? – van reformatie tot regromatie – het geheim van het tijdreizen Om maar direct met de deur in huis te vallen : Nee, je kan niet geestelijk reizen zonder tijdmachine. De wederopbouw van de tijdmachine. Nee, het is geen sprookje. Ik ben altijd, vanaf kinds af aan al gefascineerd en totaal geobsedeerd geweest met tijdmachines. En nog steeds is het mijn obsessie. De matrix heeft een muur gebouwd tussen het nu en de geschiedenis, en het is een leugen. Wij leven nog steeds in de geschiedenis, en moeten de geschiedenis nog steeds uitwerken. Hoor je de stemmen van de geschiedenis of ben je doof voor ze ? Je liefde voor de tijdmachine bepaalt je liefde voor ieder mens, ieder dier en ieder stuk natuur wat ooit heeft geleefd. Al vele jaren ben ik bezig de tijdmachine te herbouwen. Als kind schreef ik al over tijdmachines, en maakte stripboeken over tijdmachines. Ik heb hierin nooit opgegeven. Als je niet in tijdmachines geloofd dan ben je maar een arm mens, en wat heb je dan wel niet allemaal te verbergen ? Want het is een gebrek aan empathie, je hart sluiten voor de stemmen van de geschiedenis waar nog steeds een shamanistische taak ligt. Ook ons boek ‘Sobibor – de laatste jager’ spreekt hierover, dat de tijdmachine zal wederkomen. Art. XVIII. Het ambt der doctoren of professoren in de Theologie is, de Heilige Schrifture uit te leggen, en de zuivere Leer tegen de ketterijen en dolingen voor te staan. (DKO 1619) Doctoren was een ander woord voor leraren. Zij zijn ervoor om te bewaken tegen ketterij en dolingen door hun uitleg van het hemelse Woord. Zij zijn dus exegeten. Het gaat dus niet zomaar om de predikanten, de herders en de evangelisten, maar om de taalkundigen, de filologen, en leraren die daarachter staan. Een heleboel kerken hebben zulke onderwijzers niet en zijn daarom ten dode opgeschreven. Dit gaat er ook over dat een kerk woord-context dient te hebben. Uiteindelijk zijn dit fundamenten van de mens zelf die kerk is. Het woord ‘doctor’ is een beladen woord en heeft een hoge snob-factor. Het komt van het woord ‘dokter’ maar dat is een woord voor de zorg, en de zorg moet verbonden zijn aan de kerk, dus er mag geen scheiding zijn tussen kerk en zorg, geen scheiding tussen pastoraat en zorg, want dan kap je het van de hemel weg, van God weg, en dan komen er duivelse geesten in het spel die leven van onverschilligheid. Dan wordt het betaalde zorg, en zorg om macht te krijgen, en dat werkt averechts. Hierin bloedt gij, oh Nederland. Blijf dus bij

de les. Er kwam niet alleen een scheiding tussen kerk en zorg, maar ook een scheiding tussen kerk en school. Alles werd uit het verband gerukt en ging een eigen leven leiden. Dit is het slagveld van een school die zich los heeft gewrikt van God. Zo kwam er ook een scheiding tussen kerk en recht en tussen kerk en staat. Natuurlijk moet men zich wel afscheiden van de vleselijke, aardse kerk. Dit zijn de duivelse fundamenten van Nederland : scheiding tussen kerk en zorg scheiding tussen kerk en school scheiding tussen kerk en recht scheiding tussen kerk en staat Om dit op te heffen moet de mens terug naar de geschiedenis en een les leren van de geschiedenis. Het is geenszins de bedoeling dat er een duivelse binding is tussen de kerk en al het andere. De duivelse kerk moet uitgebannen worden. De mens moet zich onderwerpen naar artikel 14 aan de hemelse kerk, de donkere natuurbruid, oftewel moeder wildernis. Er kwam ook een scheiding tussen kerk en natuur, en de mens ging met de natuur op de loop om het te exploiteren. Een schande is het, oh verloren Nederland ! Hoort de roepstem van het eeuwige woord wat niet ledig zal wederkeren en wat gebrand is in het hart der profeten en martelaren ! Keert weder tot uw eerste liefde, oh koppig Nederland ! Nederland gedraagt zich als een dronken hoer vol opgeblazenheid en betweterigheid, maar zij weet niks en kan niks. Zij leeft in diepe wanen. Ontwaak gij die slaapt, en neemt uw hemelse lesboeken ter harte ! Hoor de stem van de wildernis profeten die gij vervolgd hebt ! Ja, gij hebt hen vervolgd tot in het donkere hol van een leeuw. Ga in boete, oh Nederland, opdat de hemel genade met u hebbe. Scheur uw klederen. Stop met uw geprots en gepronk, want er is niets om mee te pronken. U heeft van uzelf een belachelijke dwaas gemaakt, naakt in het hol van een leeuw. Doe het boetekleed aan, opdat God u beware. De martelaren van Nederland kunnen het niet meer navertellen door wat Nederland hen heeft aangedaan door deze scheiding. Maar hun bloed roept nog steeds. En hun bloed is als het vruchtbaarste zaad. Keer terug tot uw werkhof, tot uw hamer en sikkel, en stop luieren. U waant dat u werkt, maar gij hebt uzelf afgesneden van de levende God om de wegen van het vlees te volgen. Keer dan terug tot het doen van hemelse werken. Luister naar de gesel die u slaat. Hoort de roede. Verlaat de afgoden die gij u gemaakt hebt.

De kerkenorde van Middelburg van 1581 heeft als artikel 18 : Der diakenen eigen ambt is, de aalmoezen en andere armengoederen naarstiglijk te verzamelen, en die getrouwelijk en vlijtiglijk, naar den eisch der behoeftigen, beide der ingezetenen en vreemden, met gemeen advies uit te deelen, de benauwden te bezoeken en te vertroosten, en wel toe te zien, dat de aalmoezen niet misbruikt worden, waarvan zij rekening zullen doen in den kerkeraad, en ook (zoo iemand daarbij wil zijn) voor de gemeente, op zulken tijd als de kerkeraad het goedvinden zal. Dit is artikel 23 in de kerkenordening van ‘s Gravenhage van 1586, en artikel 25 in de Dordtse kerkenordening van 1619, en een kortere versie als artikel 14 in die van 1578, wat al veel eerder was. Dit betekent ook dat er toezicht wordt gehouden op het onderwijs wat gegeven wordt, als geestelijke aalmoezen, dat het niet verdraaid en misbruikt wordt door hen aan wie het gegeven is. Zij die dus de aalmoezen misbruiken zullen hiervan rekenschap moeten afleggen. Art. XIX. De gemeenten zullen arbeiden, dat er studenten in de Theologie zijn, die door haar (ex bonis publicis) onderhouden worden. (DKO 1619) Dit is artikel 14 in de kerkenordening van Middelburg van 1581. De mens moet het hemelse woord doorgeven aan het nageslacht en vruchtbaar zijn. De mens mag het woord wat hij ontvangen heeft niet oppotten, maar moet er wel wat mee doen. Het moet gezaaid worden, anders is het een verzaking van de geestelijke landbouw en het gebod van weest vruchtbaar en vermenigvuldig u. Bewerk de aarde. Artikel 19 in de kerkenordening van ‘s Gravenhage van 1586 : Artikel 19 De Kercken-Raden sullen alomme toesien datter goede School-Meesters zijn, die niet alleen die kinderen leeren lesen, schrijven, spraecken ende vrije Consten, maer oock die selfde inder Godtsalicheyt ende inden Catechismo onderwijsen. Dit is artikel 21 in de Dordtse kerkenordening van 1619.

Art. XXI. De kerkeraden zullen alomme toezien, dat er goede schoolmeesters zijn, die niet alleen de kinderen leeren lezen, schrijven, spraken en vrije kunsten, maar ook dezelve in de godzaligheid en in de Catechismus onderwijzen. Het pleit dus dat er geen scheiding is tussen school en kerk. Hoe gevaarlijk is het dat scholen loskomen van de kerken ? Ook daar waar de staat gescheiden is van de kerk sluipt grote onverschilligheid binnen, gebrek aan empathie. Dan is het een koud, harteloos systeem, alhoewel het wel betekent dat de staat losgescheurd moet zijn van vleselijke kerken. We hebben het dus over dat er geen scheiding mag zijn tussen staat en hemelse kerk, maar dan spreken we ook over een hele andere regering, want dit koninkrijk is niet van de aarde. Zoekt de dingen die boven zijn. Er is eveneens een groot gevaar wanneer vleselijke kerken de baas spelen over de staat, en daarom heeft men de hemelse kerk nodig. Men moet komen van de lage kerk tot de hoge kerk. De kerk is dus een symbolisch model van de mens zelf in zijn relatie met het hogere, de gnosis. Art. XX. In de kerken, waar meer bekwame predikanten zijn, zal men het gebruik der Propositiën aanstellen, om door zulke oefeningen eenigen tot den Dienst des Woords te bereiden, volgende in deze de orde daarvan, bij deze Synode specialijk gesteld. (DKO 1619) Rutgers stelt dat de propositien bestonden uit een oefening van stichtelijke reden onder toezicht van de kerkeraad om bekwaam te maken tot de prediking. Hij stelt dat dit vroeger in verband stond met profetie : het bespreken van schrift en preek. Dit was om het verder uit te werken en te verbeteren, wat ook in verband staat met de exegese en wat zo bepaald was op de synode van Emden in Duitsland in 1571. Vele calvinisten vluchtten naar Duitsland, naar Emden, omdat ze in Nederland vervolgd werden door Alva. In Emden ontstond de Nederduitse gereformeerde kerk in 1571, wat de moederkerk is van het calvinisme in Nederland. Profetie moet dus een bepaalde factor hebben van exegese en recyclocratie, want anders wordt het te luxe, en dat is een vorm van materialisme. Profetie wordt dan al te snel tot vuurwerk afstekerij van het vlees, voor miljoenen hup de lucht inschieten. Dat is de geest van verzaking. Het is de geest van het modernisme die verwend en duur is geworden. Deze denkt niet aan het milieu en de natuur, heeft verwende oren en ogen, moet altijd vermaakt worden.

Vannacht had ik een droom van de geest van Alva in de vorm van een broer die aanviel, nadat er tot bepaalde overeenkomsten waren gekomen dat hij gebied had verloren, en toen stak hij een pin in mijn nek, maar gelukkig kon het niet diep gaan, en kwam het meer aan schouderzijde terecht. Daarna ging hij vuurwerk afsteken, en ik ging het huis uit waar hij was. De kabels gaan gelegd worden. Nederland leeft nog steeds in de tachtig jarige oorlog, en vele Nederlanders zijn die oorlog niet eens begonnen. Ze laten zich afleiden door het vuurwerk van het vlees. Dat is hun grote hobby. Daar houden ze zich telkens mee bezig. De neo-calvinistische of regro-calvinistische mens wordt in Nederland vervolgd en moet zijn schuilplaats vinden in Duitsland. Nog steeds. Daarom zijn we met Heidelberg bezig geweest, en nu Emden. Heidelberg ligt in Zuid-Duitsland, in Baden-Wurttemberg, en bracht de Heidelbergse Catechismus uit in 1563. Emden ligt in Noord-Duitsland, in Oost-Friesland. Aan welke kant strijd je ? Velen strijden nog in het leger van de geest van Alva, door hun verletterlijking en vervleselijking en de geest van luxe, het modernisme. Wij zijn niet zomaar refo’s, maar regro’s, van de regromatie. Van reformatie tot regressie, wederkeer, oftewel van reformatie tot regromatie. Zorg dat je alles om je heen ‘regromeert’, oftewel tot zijn wortels leidt. Doe niet aan luie, gemakszuchtige symptoombestrijding, want dat is dweilen met de kraan open, water naar de zee dragen, als een Danaide aan de drugs. Wij zijn geuzen, wilde geuzen, de soberen. Wij hongeren liever dan dat we meedoen aan de schranspartijen van de rijken, het Spaanse hof. De geest van Alva woedt nog steeds in Nederland, de Spaanse inquisitie, en men moet nog steeds een schuilplaats vinden in Duitsland, in Emden, om zo een tunnel te bouwen tot Dordt, Middelburg en ‘s Gravenhage. Vannacht had ik een droom over het vervolgingstijdperk waarin Alva de calvinisten achterna zat. We zitten daar nog steeds in. De geest van Alva heeft vele legers, ook kinderlegers, en die kinderen worden gedwongen. Ik was in een winkelstraat, en ik had iets weggenomen van Alva, en een jongetje kwam met een wit plastic wikkel achter me aan, maar het kon niks meer doen, en ik nam de wikkel van hem af. Ik wist dat hij er niks aan kon doen hoe hij was, dus ik nam hem mee naar Wezel in Duitsland, ook een geuzenschuilplaats, en door hem konden er ook anderen gered worden, ook vriendjes van hem. Doordat Wezel zo gastvrij was tijdens de vervolging, om de Nederlandse vluchtelingen binnen te halen, kregen ze twee geuzenbekers waarop gastvrij Wezel stond. In de kerkenordening van Emden werd duidelijk gesteld : geen kerk zal over de andere kerk

heersen, en geen taakuitvoerder zal over de andere taakuitvoerder heersen. In mijn droom las ik tekst met getalletjes boven de letters, zoals N met 124, als N tot de macht 124. De mens is goed met getallen, dit tot de macht dit, dat tot de macht dat, maar men zou dat eens met letters moeten doen om diepte in de teksten te brengen. De profeten van die tijd waren orakelzieners. Ze gebruikten die geschriften als orakels waarin ze boodschappen van de hemel doorkregen. Zo deden de Assense profeten dat ook. Ze zagen in alles diepere tekenen. Zelfs als ze een blikje op de grond zagen, of als ze stripboeken lazen. Ze gingen dankbaar met het leven om en maakten van alles dankbaar gebruik en verdiepten het. In mijn droom zag ik toen overal mannetjes over de steden, en zij waren woordtovenaars, woordkunde tovenaars, en zij hadden alles gemaakt, en konden alles veranderen. Zij heersten ook over tijd, plaats, en dimensie, en die konden ze verschuiven en stilzetten. Zo konden ze ook muren en onzichtbare muren bouwen. Kun je getalletjes boven de letters zien en daarmee gaan puzzelen ? De mens is opgesloten in een letter-matrix en moet dit leren. Ik zag een hele reeks energieen gestapeld boven de letter N, en die konden door allerlei combinaties gewisseld worden en geactiveerd. Zo ging er een diepere wereld open, kon de mens reizen in de tijd, terug naar de geschiedenis, en die geschiedenis ook veranderen. Dat is onze taak. De geschiedenis is gewoon de geestelijke wereld. Lesvragen bij hoofdstuk 34 : 1. Leg het hemelse principe van zaaien en oogsten uit. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

DEEL 3 – VAN HUS TOT CALVIJN hoofdstuk 35 het kruis van johannes hus - de wederkeer van de tijdmachine – de tachtigjarige oorlog en het alva-matrix probleem in nederland We hebben het al wel eerder gezegd : de wereld is in een steen. Beweging is een optische illusie afhankelijk vanaf welke hoek je in de steen kijkt. Dat geeft namelijk een bepaald spectrisch en reflectisch fragma. Dit is onderhevig aan allerlei krachten van de steen, veelal verborgen. Daarom is het belangrijk de steen niet zomaar weg te gooien want het is je leven en heeft maximale potentie. Het is dus belangrijk te leren kijken in de steen. Dit is wat vroeger in de reformatie propositie of profetie werd genoemd. De geschriften en preken moesten geschouwd worden, verder uitgewerkt en uitgelegd. Dit is wat in de synode van Wezel in 1568 – net na de komst van Alva in Nederland, de schrik van Spanje, de ijzeren hertog – de taak van de profeten werd genoemd. De profeten waren dus een belangrijke taak aan het begin van de reformatie, en later werden ze stapsgewijs uit de kerk verbannen. Wij groeiden op in wat we de gedeformeerde kerk noemden. Het was anti-charismatisch. Wij hebben ons van de vleselijke kerk afgescheiden toen, en gingen over tot de charismatische kerk. Laten we naar de stappen gaan kijken, want hierin is het gigantisch misgegaan met de mens, met velen die wij hebben meegenomen in deze uittocht. Wij waren geroepen als Mozessen om het volk uit te leiden. Mensen gingen toen onze woorden uit de context halen, en gingen ermee op de loop. Dat is dus eigenlijk wat de uitleg van de Dordtse kerkenordening ‘het misbruik van aalmoezen’ noemt. Het misbruik van geestelijke aalmoezen die gegeven zijn. Jezus had daar ook al mee te maken. Mensen waren ondankbaar en liepen er mee weg en kwamen niet meer terug, terwijl ze slechts een deelwaarde hadden ontvangen, en geen geduld hadden voor de uitleg, het geheel. 1. van gedeformeerde kerk tot charismatische kerk 2. terug naar de grondtekst, leren kijken in de steen, dus NIET de kerkensteen zomaar weggooien, maar in diepte en op afstand bekijken. 3. komen tot het symbolische kerkenmodel, in de zin dat de kerk geestelijk is, en dat je zelf een kerk bent, oftewel de hermitatische stap. de hemelse hermitatische kerk was geboren. 4. terug naar de kerkgeschiedenis om dit verder uit te werken. de hemelse regressief-gereformeerde gemeente werd geboren – van reformatie tot regromatie – nog beter leren kijken in de steen, en alles

opdiepen Als men ergens hierin blijft vasthaken en niet verder groeit, ermee wegloopt, het uit de context haalt, dan komt men in de new age en de overliberale groepen, en is dit het misbruik van de geestelijke aalmoezen door de hemel gegeven. Wezel is nog steeds een grote schuilplaats in de vervolging door de geest van Alva. De geest van Alva woedt nog steeds, trekt nog steeds velen mee in zijn netten. Het is dus belangrijk dat de mens de schuilplaats van Wezel in Duitsland leert kennen. Heb je je steen nog wel, of heb je het weggegooid ? Verruild voor de drugs en het vuurwerk van Alva ? Alva stond voor de grootspraak en het materialisme van het vlees. De tachtigjarige oorlog was nodig om hiervan vrij te komen, van de geest van Spanje. Duitsland was hierin een hulp als schuilplaats voor de vervolgde Nederlanders. Als je een ‘calvinaat’ bent geworden, dan betekent het niet dat je een volgeling van Calvijn bent, letterlijk, maar dat je hebt leren schouwen in de steen van Calvijn, en zijn leer een kwartslag hebt kunnen draaien. De reformatie maakte zowel alles beter als slechter, en liet een dieper kruis zien. Daarom is het onzin om de reformatie letterlijk te nemen, omdat het namelijk alleen maar dichterlijke waarde heeft. Het zijn gedichten. Het is een allegorie van de kerkgeschiedenis. Daarom werd er in de synode van Wezel in 1568 opgeroepen om terug te keren tot de grondteksten en grondtalen, die symbolische uitleggende en uitwerkende talen zijn. De mens moest terugkeren tot de woordkunde. Dat was het werk van de Wezelse profeten. Wie ben je in de tachtigjarige oorlog ? Alleen de dichters zullen overleven. Zij halen het beste uit het Woord, en het beste uit de geschiedenis, als ware regro’s, als ware calvinaten. Zij zijn de Mozaische regromatoren om het volk uit te leiden. Je kon niet zomaar ontsnappen, en je kunt niet zomaar ontsnappen. Duitsland, het land van de reformatie, werd tot een grote schuilplaats, maar ontwikkelde zichzelf ook tot een monster. De mens ging van het ene monster over tot het andere. De ware martelaren van de reformatie werden niet gehoord. Laag na laag werd er over hen heen gebouwd, over hun bloed en beenderen. Het is belangrijk terug te keren tot de martelaren. De reformatie begon eigenlijk al in de jaren 1300 en 1400 toen Johannes Hus in Bohemen tegen de expansiedrift en simonie van de katholieke kerk streed. Simonie komt van Simon de tovenaar die de geestelijke gaven van Petrus probeerde over te

kopen, en die dus staat voor de handel in geestelijke goederen en geestelijke ambten, dus de gehele christelijke verkoopmarkt van geestelijke zaken, terwijl Jezus al zei : ‘Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet.’ Johannes Hus kwam vanwege zijn verzet op de brandstapel terecht. Tot dit kruis moeten wij komen, en bedenken dat de reformatie rustig doorging met allerlei vormen van simonie. Luther predikte ook tegen simonie, maar het hele zaakje ging al snel bergafwaarts. De mens dacht Spanje te hebben verslagen, maar geestelijk ging het nog steeds door. De mens was nog steeds in de grip van Alva. De mens is op een landmijn getrapt en heeft het niet eens in de gaten, vanwege de machines van Alva die hem telkens volpompen met drugs. De mens houdt ervan om met lange limousines door de straten te rijden. Terug naar Wezel en Emden dus, Duitse fundamenten van de Nederlandse reformatie. Draag je kruis. Kom als een Hussiet. De oude profeten, Jezus, Hus, Luther, enzovoorts, streden allemaal tegen de simonie, de verkoopgoochelarij van geestelijke dingen, bedieningen en ambten. De simonie was ook een soort vriendjespolitiek van het elkaar veren in de kont steken. Kijk om je heen en zie dat vele kerken nog steeds bolwerken zijn van simonie. Men laat zich graag omkopen. Men maakt graag contracten met de duivel om hierdoor verwend te worden voor de rest van z’n leven. Allemaal aan de drugs vergeten ze dat het nog steeds oorlog is, dat Alva hen nog steeds op de hielen zit. Het is nog steeds oorlog, de tachtigjarige oorlog. Men heeft gebogen voor de waanpiraten. Vannacht had ik een droom van de hemelse dichters van de band Metallica. Ze waren als geuzen op hun schepen, en als landgeuzen werkende vanuit hun schuilplaatsen in Duitsland, als germanen tegen het verletterlijkende materialisme. Het ging niet om de uiterlijke vormen, uiterlijk vertoon, maar om de woord-diepte van de gedichten, en het bracht een nieuwe kerkenorde, die van het hart, maar die kerkenorde was al gegeven in Wezel en Emden. Het stroomde voort vanuit het kruis van Johannes Hus. Het is een band van de dichterlijke reformatie en regromatie. Het is een hermitatische band dus. Leer te schouwen in die steen. Als je goed kijkt zie je de tachtigjarige oorlog. Gooi de steen niet weg. Het draagt een diep kruis, wat je tijdmachine zal zijn, je sleutel tot de schuilplaatsen van Wezel en Emden. Zonder kruis geen ingang. Met het kruis zul je ook anderen binnen laten komen die met jou ‘kruizen’.

Lesvragen bij hoofdstuk 35 : 1. Leg uit wat het misbruik van geestelijke aalmoezen is. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 36 de eerdere reformatie – de hussitische oorlogen in bohemen (tjechie) Oh my god, vandaag de dag moet er zelfs in de kerk geevangeliseerd worden, zending bedreven worden, omdat ze zo afgeweken zijn. Denk aan al die kinderen die in deze gestichten moeten opgroeien, totale horror. Heb je een hart voor ze ? Ken je zelf het evangelie al ? Heb je wat te prediken ? Kun je deze kinderen helpen, of laat je ze aan hun lot over ? Ze raken verdwaald op de kermissen van ijdelheid. Ze leven als armen, leven als dieren. Heb je een hart voor ze ? Je kunt ze niet helpen dan door onderwijs. Dat is ook de oorspronkelijke betekenis van het avondmaal, het onderwijs. Het was niet letterlijk. Jozef gebruikte zijn zilveren beker om erin te schouwen, hemelse orakelen te zien (gen. 44:5). Het avondmaal was een beeld van het hemelse woord en de profetie. Maar de mens heeft het verletterlijkt en het leidde tot gulzigheid en dronkenschap. Johannes Hus streed tegen de tafelschuimerij en de daarbij horende simonie (geesteshandel) van de katholieke kerk. Hij woonde in Bohemen, Tjechie, onderdeel van het Roomse rijk, wat ook steeds meer het Duitse rijk werd genoemd. Hij werd opgepakt door de geestelijke elite en in Konstanz op de brandstapel gezet. Konstanz ligt in Zuid-Duitsland, in Baden-Wurttemberg. Hij was een eerdere reformator in de jaren 1300 en 1400. Ook Hieronymus van Praag werd opgepakt en kwam ook in Konstanz op de brandstapel terecht. Dit is ook de reden waarom de verdere reformatie in Duitsland gebeurde, want hier was het bloed van de reformatorische martelaren gezaaid. Luther wijst ook op Hus als zijn inspiratie. Er is dus nog een laag onder de Duitse reformatie, in de ondergrond, daar waar de moddermannen leefden, in de jaren 1400. Na de dood van Hus en van Praag waren de Hussieten woest. Zo begonnen de Hussitische oorlogen. De Hussieten hadden wagen-forten gemaakt van huifkarren, als rijdende forten dus. Deze oorlogen liggen dus nog onder de tachtigjarige oorlog, en liepen van 1419 tot 1434. Uiteindelijk leidde dit tot een alliantie tussen de

katholieken en hussieten in Bohemen. De hussieten werden eindelijk erkend door de katholieken. In het eeuwig evangelie zien we die samenwerking ook weer terug. Er zijn zowel katholieke elementen als hussitische elementen die op elkaar inwerken in het hemelse sieraad. We mogen nooit te zwart wit worden. We moeten blijven schouwen in de beker van het avondmaal. Als je in de urim kijkt, het woord, om zo diepte en verbanden te vinden, dan kom je zo tot de thummim, de profetie. Blijf dus kijken in de geschiedenis, in het vleesgeworden woord, maar ga dit woord niet verheerlijken en verabsoluteren, maar kom tot het verborgen manna. Daarvan is het avondmaal een beeld, van de propositie, de diepere waarde, de profetie, oftewel de verwerking ervan. Waar sta je ergens in deze oorlog, in deze studie opdracht, het schouwen van de steen ? Of kom je slechts tot de uiterlijke, ijdele vormen ervan om je erdoor te laten bedriegen ? God en Jezus zijn niet zomaar personen maar titels, graden of trofees van een zeker spel uit de kerkgeschiedenis, en uiteindelijk zijn het principes. We hebben de wisselwerking besproken tussen het onderwerpen hieraan, door zelfverloochening, de wording, het zijn, en het ontvangen, het hebben. Op dit slagveld gaat het vaak mis, dat mensen vastgroeien aan een kant, in een extreem. Vandaaruit gaan ze hallucineren, want het is zware drugs. Daaruit vormen zich ook de kerken en anti-kerken. De mens moet leren channelen, maar ook leren het te behalen, want het is een spel. Het moet dus gewonnen worden en niet zomaar dat het je op de jas gespeld wordt. Heb je het wel echt gewonnen, verdiend, of waan je gewoon, als een soort spijbelkunstje ? Heb je je examen wel goed doorlopen ? De mens kan zich niet zomaar alles toeeigenen. Daar komen de grootst mogelijke ongelukken van. De mens moet de technologie kennen. Ik sliep half. Ik had een soort droom terwijl ik dieper in slaap viel. Ik was in de gang van het huis en buiten was het overweldigend helder weer. De voordeur stond een beetje open en er begon een soort witte rook of witte stof binnen te komen. Door de opening kwam een textielen zak waar alleen twee gebruikte zakdoekjes in lagen. Ik ging toen naar de kamer en ik merkte dat ik begon te zweven en kon vliegen. Er was ook nog iemand anders die ik kende, en die begon ook te zweven. Het was een beveiliger. Ik dacht : ‘Als er nu maar niks geraakt zal worden,’ want er stonden allemaal beeldjes ook op kastjes. We hebben toen het raam opengezet en zijn naar buiten gevlogen. We moesten weg uit Konstanz.

Lesvragen bij hoofdstuk 36 : 1. Geef een uitleg over wat Jozef deed met zijn zilveren beker. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 37 de nordicse adam en eva Het rommelt flink aan de Russische grens. Wat is er gaande ? Je hebt dan van bovenaf aan de Russische grens Finland, Estland, Letland, Wit-Rusland (Belarus), en dan de Oekraine. In de Oekraine is er gedonder aan de Russische grens. Wat is er gaande ? Er is altijd al spanning geweest tussen Rusland en het verdere Europa. En wat is er gaande in Heidelberg ? Ook spanningen. Ook in Dordrecht waren er laatst spanningen. Het heeft allemaal met de geschiedenis te maken. Ik had een droom dat ik in een keuken was in de middeleeuwen, en dichtbij was er een klein kasteel met een loopbrug. Er kwam een man binnen in de keuken met een groot brood, en hij zei iets, en toen ging hij door de keuken verder de woning in. Maar toen kwam diezelfde man weer van buitenaf de keuken binnen met een groot brood, kwakte het weer op de tafel, en zei toen weer hetzelfde en ging toen de woning binnen, en kwam even later weer van buitenaf de keuken binnen en deed toen weer hetzelfde, en toen weer, en het ging maar door. Ik was ook met iemand anders in de keuken, en die persoon zei dat die man vanuit het kasteeltje kwam, dus hij zou daar een kijkje nemen. Ik zag hem toen de keuken uitlopen naar buiten, en toen realiseerde ik me : ‘Maar dat is diezelfde man.’ Wat is er gaande ? Ik heb altijd een haat-liefde relatie gehad met de kerk. Aan de kerk ontbreekt behoorlijk wat, en je moet ook niet te dichtbij komen, maar Johannes Hus zei al dat er ook een hogere kerk is, en die is onze moeder. Er is ook een hemelse kerk, en die kunnen we niet zomaar wegdoen, dus de kerk is een heel dichterlijk begrip waar we mee blijven werken. De man in de droom had een pet op en een soort roodachtig blond haar, melkboerenhonden haar zoals we dat noemen. Ik kende hem. Er zijn in mijn leven altijd dat soort types om me heen geweest, hele

markante personen vaak. Sommigen waren aardig, anderen minder aardig, maar ze hadden altijd een zekere strengheid. Wat is er gaande ? Na die droom had ik een droom over een vrouw die menstrueerde, en er vloeide een groene gifzee uit haar baarmoeder. Het was een reusachtige zee, met traaggaande golven, en er verschenen hele etherische cirkels boven de zee. Alsof er een bepaalde energetische poort werd geopend. Het was een soort buitenaards en bovenaards contact wat door die cirkels stroomde. Heel lang geleden had ik een droom over Noord-Horologium dat ik aan de nordicse grens kwam, en er liepen daar skeletten, zombies, die aangedreven werden met gassen, als auto’s. Het was zwaar chemische apparatuur. Het was een hele indringende droom, alsof er iets in mijn hersenen openplopte, en ik heb toen veel over de nordics geschreven. Er zijn lage nordics, maar ook hogere nordics. Het is een enorm industrie-terrein, als een experiment, en ook een mijnenveld. Als je er doorheen weet te komen, dan kom je uiteindelijk in de wildernis. Die wildernis begint met ijsvlaktes en ijstijden, als een soort ragnarok. Hoe onstaat metaal ? Hoe ontstaat staal en ijzer ? Juist ja, door ijs. Het zijn beelden en vruchten van het eeuwige ijs, en die lijnen lopen door de geschiedenis heen … om ons af te kafferen. Er ontbreekt heel wat. Ze blijven doorkafferen en blaffen, totdat de missing links zijn gemaakt, zijn hersteld. Ze blijven herhalen, totdat het gezien wordt, totdat het erkend wordt. Waarom blaffen honden ? Precies om die reden. Dus heb je een cirkel met honderd puntjes, honderd principes waaruit je werkt, dan zijn de hogere nordics ervoor om die cirkel open te breken totdat het wel miljoenen en miljoenen puntjes heeft. Je kan niet te kortzichtig zijn, jij en je honderd principes. Je mocht eens wat over het hoofd zien. Ook de nordics waren oorspronkelijk amazones, maar dat heeft zich allemaal lopen emaneren, wat al begon met de barbarians, en toen piraten, en toen vikingen, en dat liep dan uit op een heel groot wolven tijdperk, en toen een beren tijdperk, toen een katten tijdperk, toen een honden tijdperk. Dat is ook allemaal door ijstijden gegaan. Maar als we kijken hoe nu precies het amazones tijdperk begon te emaneren, dan zien we ook een heel groot apen tijdperk, waarin het al snel mis begon te gaan. Voordat er het apen tijdperk was was er een leeuwen tijdperk, dus die nordics die hebben dat ook allemaal nog in de genen, dat die lijnen er nog steeds doorheen lopen. Ik had vannacht ook een droom over reusachtige prehistorische roofvogels. Er waren ook dan nog voordat het leeuwen tijdperk aanbrak de tijdperken van de roofvogels, en dat zien we ook weer terug in de wapens van

middeleeuwse volkeren die de basis legden voor de huidige samenleving. Hier valt heel veel over te zeggen. Het leidt ook weer terug naar de vissen tijdperken, naar de zeeen dus van het oer, de prehistorische zeeen. Er waren soms ook tijden van vuur, van allesverwoestende vulkaan uitbarstingen. Het beeld van de vrouw werd elders in het universum verdraaid, en kreeg meer en meer een ondergeschikte rol, maar de nordics vrouw is altijd een Ma Flodder geweest. De nordics vrouw is altijd een no-nonsense vrouw geweest die zich niet conformeerde aan wie dan ook. Het zijn nooit meelopers geweest. Ze houden er geen volks-opinie op na, Ook moet ze niks weten van adel en etiquette. Het zijn rebellen, anarchisten. Ze zijn gewoon en natuurlijk, niet overdreven. Ze hebben altijd een zekere strengheid over zich, laten niet met zich sollen, en laten zich ook niet beinvloeden of manipuleren, en al helemaal niet intimideren. De nordics vrouw is geen lafaard, ziet zichzelf niet als lager of zwakker dan een man. Ze heeft een probleem met autoriteit. Ze is vrijgevochten. Natuurlijk zijn er in het universum wel allerlei bastaard vormen, want de nordics emaneerden zich lager en lager, werden geheel vervleselijkt en verletterlijkt en corrupt gemaakt. Nordics vrouwen zijn altijd ijzig geweest, dragen de oorspronkelijke nordics ijsgenen en het zit hen in het bloed. De nordics vrouw speelt geen poppenkast. Ze is geen giechelende make-up hoer, maar staat met beide benen op de grond en doet zich niet beter voor dan ze is, heeft ook de mening en goedkeuring van anderen niet nodig, verstopt haarzelf niet laf in een groep. Als we het over de reformatie hebben, en ook over de eerdere reformatie van Johannes Hus, dan hebben we het over een gat van de nordics wat geopend werd, maar er werd gelijktijdig een put van de hel geopend, want de katholieken pikten het niet. Daarom werd het in de reformatie zowel beter als slechter. De katholieken spreken natuurlijk rigil kents en latijn, en hadden verschrikkelijke wonden toegebracht aan de verzetsstrijders, en als zo’n verzetsstrijder dan tot een nordicse priester kwam, tot het nordicse pastoraat, dan werd er in een nordicse taal gesproken, als medicijn. En dat ging dan zo : ‘migtus hengtes milling uvus onto ento la gingo bao sio mengtus mocht al angus il banga boei igtes spicht moko la doso migt mentus minda alleng gi oshama irgos tu entos avarum ala ka ti rassa alsheng achtus migtobozo bozo aldoch mong dachus kung a king kong loch desto arevim tevas tuvum daprosti most vorkus aveng helmst deelt zech nakus aldach bong shokko akdilik akmutrik.’ King kong is dan ook de naam van een nordicse metal band. In de reformatie kwamen de nordicse totems tot de aarde, zoals beer, wolf, gorilla, en allerlei prehistorische mensvormen, de oermens, de mens uit de stenen stijdperken, de hollenbewoners, die opstonden tegen het rigil kentse imperialisme van het katholieke rijk. De mens moest terug naar de natuur.

In de zogenaamde zondeval van de nordics, de val van de nordics, in dat proces, werd de aarde geschapen, waar ons geschrift ‘Zeus speaks’, oftewel Zeus spreekt, uit 2001, ook over gaat. Het is belangrijk dat de mens uit deze verdichtingen komt en weer terugkeert tot de hogere nordics in de nordicse prehistorie. De nordics vielen zo diep dat het kwam tot rigil kentse versmeltingen, zoals de reformatie ook nog vele valse katholieke elementen heeft. Rigil kent is typisch de lagere, vleselijke nordics. Het is dus een strijd tussen de hogere nordics, de natuur-nordics, en rigil kent. Met de reformatie begon alles ook weer snel dicht te roesten, vanwege de katholieke onderdrukkingen, zowel bovengronds als ondergronds. We moeten het dus van de geschiedenis hebben, en teruggaan naar de opening van het nordics portaal, wat al begon tijdens de losbarsting van de islam tegen het katholieke systeem, tegen het westerse, verletterlijkte christendom, maar de islam was zijn eigen probleem. Ook daar lopen verschrikkelijke rigil kentse lijnen van veelvraterij, en lijnen van de terroristische nordics. Verschrikkelijke gas-piraten zijn het, de makers van atoom oorlogen. De islam werd gebouwd door de nordics, zowel goede als slechte nordics, onder het teken van wolf, beer en aap. Het was een totem gegeven aan de aarde, tegen het katholieke rijk, maar deze totem moest nog verdiept en uitgewerkt worden als een orakel, nog beter gericht worden, dus daarom moest de boheemse reformatie nog komen, en de duitse reformatie, en daarna nog de calvinistische reformatie, en deze was ook een probleem op zichzelf, want Calvijn maakte het zowel beter als slechter. Er waren dus twee krachten bezig. Daarom moeten we de geschiedenis in, en daarom moeten we terug naar de prehistorie van de nordics, de stenen tijdperken van de nordics. De val van de nordics was iets groots in de gallactische geschiedenis. Er was een boom met verboden vruchten die werd bewaakt door een zwijn, het beeld van de vraatzucht, en de nordicse adam liet zich erdoor verleiden, door een valse vrouw ook, die aan hem onderdanig was, een valse Eva, als een beeld van rigil kent. ‘Kom tot de boom van rigil kent, eet van haar vruchten.’ En zo hoereerde de man met haar, met deze vraatzucht en machtslust. Zo werd de man van ascetisch tot hedonistisch. De man werd van sober en primitief tot bluffend en modern, tot een opgeblazen varken of zwijn. Het werd een huwelijk tussen de gevallen nordicse man en de gevallen rigil kentse vrouw, de tronende hoer. Ze deed haarzelf onderdanig voor en verleidelijk, en toen hij toehapte kwam hij onder haar betovering, dus eigenlijk heerste zij toen over hem. Dit is hoe drugs werkt. Het brengt allerlei schade en de mens ziet dingen dan niet meer helder. Je tegoed doen aan veel zwijnenvlees, maar je bent dan zelf eigenlijk ook een zwijn. Sterke drank bij het avondmaal. De nordicse man viel hard in dit gat. Maar hij waande zich in de hemel. ‘Kijk, al

die macht. Kijk naar mijn schone, onderdanige vrouw.’ Rigil Kent had hem bij de ballen. Die heks ging nu over hem heersen, zonder dat hij het in de gaten had, want zij troonde immers. Zij kwam van de vleselijke nordics. Dit is het lagere nordics, van aggressieve schoonmaakmiddelen, van chemische corruptie, chemische zeeen. Dan heeft de mens een natuurgif nodig zoals in mijn droom, als de moeder kerk, de nordicse hogere moeder kerk van de natuur, menstrueert. En de man bleef het maar herhalen in mijn droom, dat er een brood werd binnengebracht en op tafel werd gelegd. Die man scheen overal te zijn. Het brood is het hemelse woord. Het is de bibelebonse pap. Lesvragen bij hoofdstuk 37 : 1. Toon het verschil aan tussen de vleselijke mens en de geestelijke mens. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 38 van hus tot calvijn Een amalgaam is een mengsel wat ook de gevaarlijke vormen bevat, maar dan gebonden, oftewel verminderd en aangepast, in het amalgaam. Zolang het niet gebonden is in het amalgaam heeft het nog vrijspel en is het gevaarlijker. Zolang het niet gebonden is in het amalgaam blijft het dus een tikkende tijdbom. Spijbelaars willen echter gewoon doorslapen en lekker koekjes eten. Ze hebben de oproep tot het worstelen vergeten. Dat willen ze niet horen. Varkens slapen nadat ze hebben gevreten. De nordicse botpatronen worden van geslacht tot geslacht doorgegeven, ook de neuspatronen. Dit zijn zowel goede nordics als slechts nordics. Ook Calvijn behoort tot dit amalgaam. Nederland is calvinistisch, of je dat nu wil of niet. Dat is in de geschiedenis zo gegroeid, en daar moet een weg doorheen gevonden worden. Er moet in de mijnen geboord worden, terug tot het nordics mysterie wat hieraan ten grondslag ligt, dieper in de mijnen. Wij zijn altijd mijnwerkers en parelduikers geweest. Amalgaam-verachters horen niet bij de gnosis. Toch is er ook genoeg verletterlijkt en vervleselijkt amalgaam, en ook dat moet een plaats vinden in het hogere amalgaam. Het moet gebonden worden. Dat is ook de opdracht in de psalmen, dat alles tot gebondenheid geleid moet worden, in meer hemelse termen en patronen, want anders kom je nooit van het lagere af, als je het allemaal maar rond laat vliegen. Dat begint in jezelf. Het is een strijd tegen je eigen vlees. Kruisig je vlees. Blijf niet achter in het mijnenwerk, want de gevolgen zullen niet te overzien zijn. Je hebt er alleen maar jezelf mee als je de kantjes er vanaf loopt en er met de pet naar gooit. Ja, de verleidingen zijn zwaar. Het rigil kent zwijn bij de boom met verboden vruchten, vruchten van hebzucht en slaapzucht. ‘La me slapuh, ik wil niet ontwaken.’ Er was een nordics tijdperk waarin alles in zwijnen begon te veranderen, op de kermis van het plezier, op de kermis van ijdelheid, een groot spijbelfeest. Het moet gebonden worden in het hemelse amalgaam. Daar hoort Calvijn bij, Hus, Dordt, Heidelberg, alles. Zoals psalm 2 laat zien accepteert en pikt het vlees dat niet : ‘Laat ons hun banden verbreken en laat ons hun juk van ons afwerpen’ (Calvijn). Maar dan lacht de Heere en spot met hen, maar mensen, dat is niet lichtvaardigheid, want de psalm laat zien dat God tot hen toornt. Er is een groot verschil tussen werelds lachen in lichtvaardigheid en het lachen des hemels in toorn en grimmigheid. En toch wijst God dan in zijn grote liefde op het zoonschap, op het worden van een kind, en dan laat hij hen wenen. Weent over uw zonden, verscheur uw klederen over uw hoogmoed en vrijheidszucht. De ware vrijheid is namelijk in de hemelse gebondenheid,

anders zouden wij slechts losbandige bastaarden zijn, nageboortes. En dan wordt het wenende kind opgeroepen tot de oorlog tegen het vlees in de psalm. Ween maar. God bekommert zich niet om je gejammer, zeggen de spreuken, want hij is immers je vader, en wil niet dat je verslonden wordt door de zonde. Daarom heeft hij liever dat je weent van de stokslag dan dat je lachend en schuimend afdrijft in dronkenschap. Weent over de zonde. Dat is het enige wat mag wellen in je, dat je zoals zondag 1 het stelt noodzakelijkerwijs weet hoe groot de zonde en ellende is opdat je godvruchtig hierin kan leven, want dan pas kan het sterven. De mens heeft reformatie nodig. Dat het een paar eeuwen terug verkeerd is gegaan nemt niet weg dat we moeten reformeren, en die nordicse lijnen lopen door nog steeds doorheen en leiden helemaal terug tot de psalmen, tot het nordicse stenen tijdperk waar alle basiswaarden van het leven zijn ingegraveerd. Of speel je liever met de drugs van het moderne tijdperk ? Wordt je overmatig startrek en weet je alles van moderne technologie, hoe alles werkt, maar je ziel en de geschiedenis heb je verloren, je diepe contact met de oernatuur ? Overmatig startrek zijn maakt dat je je oorspronkelijke natuur verliest, van het oer, van de oorspronkelijke nordicse paradijs waarden. Dan gaat er een laagje chroom overheen. Het is zo bedrieglijk. Het heeft een plaats in het amalgaam naast andere dingen. Het moet gebonden blijven dus aan andere dingen, anders ben je dus slechts een vraatzuchtig startrek zwijn wat zich tegoed doet aan een overmaat van moderne technologie om zo het kruis van de geschiedenis uit te doven in plaats van uit te werken. Je kunt niet zomaar uitdoven. Dan bedrieg je jezelf, dan gaan je zenuwen eraan, je hemelse shamaanse contacten. Leer weer te voelen en niet alles blikkerig te maken. Teveel startrek werkt als een asfaltering over indiaans natuurbesef. ‘Ja, maar we hebben de natuur. We gaan soms dagjes uit naar de natuur. We hebben dit in de natuur, en dat in de natuur.’ Oh, ja, de aardse natuur ? Maar waar is je hogere natuur ? Waar is de oernatuur, de natuur van de geschiedenis die ze met al die moderne middelen hebben weggedrukt ? Er is nog maar weinig echte natuur over. Het gaat om de paradijselijke natuur van het hemelse amalgaam, en dat kan alleen in de mijnen gewonnen worden. Ik ken de duizenden excusen van mensen om maar niet in de mijnen te hoeven werken. Ik kan ze wel dromen. Het is allemaal standaard. Standaard truukjes van de star trek zwijnen. Ze stellen het altijd weer beter voor dan het is. Zondag 1 hebben ze aan hun laars gelapt. Ze lopen rond om het vlees en de zonde te bagatelliseren, zodat ze kunnen doen wat hun vlees wil. Vlees, vlees, vlees, grote dikke stukken, lekker met je hart om dat vet heen en dan lekker verdichten, en persen maar, heerlijk hemels gevoel, en dan verstopt alles, als een climax van de dood. Mensen doen er alles voor, voor deze delicatesse. Het wordt duur verkocht als kaviaar. Het is wel het neusje van de zalm. Dan krijg je in je favoriete restaurant de dure specialiteit van de kok voorgeschoven, wat in de

kranten en op tv allemaal heel groots werd aangeprezen, en dan eet je een of ander stuk van een dier wat nog steeds een groot taboe is, en dan voel je je een met die hoge adel, dan hoor je er ook bij, en heb je zo je ziel verkocht voor deze tragische onzin. Wat heb je dan ? Maar nee, dat wordt dan allemaal anders genoemd. Dan noem je de naam van het restaurant, en de naam van de krant waarin het was geadverteerd, of het tv programma, zoveel mensen. Zoveel mensen die allemaal om je heen staan. Ze bedoelen het zo goed, hebben er zo hard voor gewerkt. En ja, als je het woordje God niet meer wil noemen en niet meer wil horen, dan ga je het nog geloven ook, want dan hoef je nergens meer verantwoording aan af te leggen. Er stond een foutje in de bijbel, dus dat hoeft ook niet meer. Calvijn was ook niet zo’n beste, dus dat laten we dan ook maar liggen. Maar de mens vergeet dat de figuren die we nu om ons heen hebben de climax van de dood is, de climax van de zonde, het duivelse orgasme. Maar nee, de mens zit in de auto. Dat is het gouden kalf van deze tijd. Lekker hevig toeteren, lekker de gaspedalen indrukken en dan maar alles wegracen. Weg al die lastige vraagstukken, al die lastige, complexe theologie en filosofie. Lekker makkelijk. Met de auto alle restauranten in het land afstruinen. Lekker kip eten. Kip, het meest veelzijdige stukje vlees, kip. Oh ja, en kaviaar, de specialiteit van de kok, en lekkere konijnenniertjes en reeenrug, want wij zijn hele speciale mensen, heel speciaal. En dan moeten we speciale dingen eten, een soort startrek slagerij. Dieren zijn allemaal import van andere planetenstelsels. Je eet dus dan gewoon aliens, buitenaardse wezens. Het zal de mens allemaal worst wezen. Ze noemen het dan allemaal anders, en drukken wat knopjes in en klaar. Lekker de misdaad afdekken met een woordenbrei en een brei aan moderne technologie, en lekker veel zingen. Zing al je schuld maar van je af, lekker alles wegzingen. Het vlees zingt en wil veel zingen. Het zingende vlees. Kust de zoon, het zoonschap, opdat hij niet toorne en gij op den weg vergaat wanneer zijn toorn binnenkort zal ontbranden, (Calvijn) zegt vers 12 van psalm 2. Heb je de zoon niet, dan heb je de vader ook niet, stelt Calvijn bij deze psalm. Als we niet in het zoonschap zijn, dan hebben we de hemelse wildernis moeder dus ook niet. Wat een verlies ! Wat een schande ! En dat is het beroep van de moderne mens tegenwoordig : een kindermoordenaar ! Repelsteeltje leeft onder ons !! Eerst stelen ze, dan groomen ze, dan slachten ze. Het moderne tijdperk is een kinder slagerij. Ook goedemorgen !! Calvijn stelt dat dit vermetel niet ongestrafd zal blijven. Het ijdele vermaak heeft hen alleen maar een tijdelijke rust gebracht, maar de toorn zal komen. Hoe moeten we dit taalgebruik van Calvijn en de bijbel zien ? Het betekent dat het gebonden zal worden in het amalgaam. Het hemelse amalgaam

zal bereid worden. Calvijn stelt dat als ze menen slechts halverwege te zijn, dan zal de gramschap van God hen aangrijpen. Wat betekent dat ? Ergens half op de weg brandt het af, als vuurwerk, en dan kan het niet meer verder. De koek is op. De kip is op. Op is op. Dan is er plaats voor iets anders, in het hemelse amalgaam. Het is de overgang en binding van de elementen. Het is het werk van een kunstenaar, van een sieradenmaker. Niet teveel van dit, niet teveel van dat. De gramschap is de restrictie, de overgang van de seizoenen. De gramschap is de ingetogenheid van alle dingen. Alles heeft een beperkte duur. De gramschap van God zegt : Tot hier en niet verder. Calvijn noemt het de hemelse strengheid. Hij noemt de ijzeren roede van de zoon, van het hemelse zoonschap. Hemels ijzer heeft zijn geboorte in het eeuwig ijs, het ragnarokse geheimenis van de nordics. Het buigt niet mee met het vlees, maar damt het vlees in, en bindt het vlees, in het amalgaam, opdat het gebonden blijft. Dat is wat het kruisigen van het vlees betekent. Maar de mens kruisigt liever profeten. Star trek zwijnen hebben deze hemelse weelde van het kruis omgeruild voor een soort materialistische wiskunde waarin ze zich verstoppen. Los van alles, los van de aarde, lekker hoog in de lucht, in een ruimteschip, hebben ze alles in andere termen omgezet, geasfalteerd, overmatig, geschiedenis ingeknot, natuur ingeknot. Ze hebben hun eigen geschiedenis en natuur in bakjes, en als patronen op het behang. Mag niet te lang zijn. Het mag niet te ingewikkeld zijn. Het enige wat ingewikkeld mag zijn is hun vleselijke, oeverloze star trek geleuter, hun uitstapjes in het wondere heelal. Telefoontje dit, hoe die dingen allemaal heten tegenwoordig, weet ik veel, nokia 3B vierhonderduizend zestig, met die en die nieuwe mogelijkheden, lekker je brein grillen, auto zus en zo, en er is zoveel te doen, zoveel afleiding. Ze houden de mode bij, de nieuwste gadgets, allemaal up to date. Ja, als je dan dit wil kopen, moet je op dat knopje drukken, en die en die app ervoor hebben, en je ingeschreven hebben bij zus en zo, en code zus en zo intypen op dit en dat mobiel, want anders kom je er echt niet in. Ikke heb een zakje Nederlands gekoopt bij spijkerman Henkie. Slof je dan achter die zombies aan ? Of is het : gij geheel anders ? Och ziet u, sprak Calvijn. Ze hebben de zoon immers niet gekust, het zoonschap niet aanvaard, en zo zijn ze moederloos. Nog steeds is de ware hemelse moeder ergens bedolven onder die kerkenbrei die ze hebben aangericht. Daarvoor moeten we de kerkgeschiedenis in op zoek naar moeder. Wat hebben ze met haar gedaan ? Waar is ze ? Is ze misschien slachtoffer geworden van een moeder slagerij ? Zeg het maar. ‘Ja, maar Calvijn was ook aan de drugs.’

Ja, natuurlijk, die was aan hele andere drugs, maar de nordicse natuurlijnen liepen door hem heen, zoals ook door de metalbands van de tachtiger jaren, en dat wil ook niet zeggen dat die metalbands er zulke zuivere levens op nahielden, dat die zo voorbeeldig waren, maar het nordicse paradijs kwam door, en het moest wel een channel hebben, en dat zegt dan niet noodzakelijk iets over het channel zelf. Een channel is een channel. Het gaat niet om de channel op zich, maar om datgene wat er doorkomt. Er is dus een hogere Calvijn en een lagere Calvijn, zoals er een hogere Metallica is en een lagere Metallica. Leer te onderscheiden, te ziften, te zuiveren, maar ren niet van het werk weg, want dan is alles verloren, en wordt je gepakt. Ja, je wordt gepakt. Overmatige startrek heeft geen metal meer, maar is een zwijnendrugs, een vuil spel in moderne natuurasfaltering, het goud der dwazen. Het is zwijnengoud. Ben je ervoor gevallen ? Maak dan dat je daar wegkomt en keer weer terug tot soberheid, tot het hemelse amalgaam. Keer terug tot de mijnen, en gebruik je ijzeren roede. Keer terug tot het zoonschap tot de metalen moeder. Dat is een hemels metaal. Het draagt de woede tot de zonde nog in zich. Laat dat niet sterven, want dan is alles verloren. Een van de belangrijkste stukken in de heidelbergse catechismus is zondag 33, Vraag 89: ‘Wat is de afsterving van de oude mens? Antwoord: Het is een innig berouw dat wij God door onze zonden vertoornd hebben, en die hoe langer hoe meer haten en ontvluchten.’ Dit betekent dus terugkeren tot de groei van de toorn over de zonde en het vlees, anders kom je er niet doorheen. Het is een groeiend, opwellend iets, tegen de opwellingen van het vlees. Dat is wat het hemelse metaal is, wat uit het eeuwige ijs opkomt. Ik zie die woede niet in de wereld. Het is er niet. Het is in de geschiedenis. Het is in de metal. Het is niet bij het gewone, ingedutte volk. Het is niet in het modernisme. Die hebben alles lopen omdraaien, die lopen de opwellingen van het vlees na en hebben berouw dat ze ooit in lang vervlogen tijden geestelijk hebben geleefd, en nu haten ze het geestelijke meer en meer en ontvluchten het. Dat is de duivelse zondag 33, de omgekeerde zondag 33, de zondag 33 van het vlees. In psalm 41 wordt de dichter gekastijd en benadeeld door onrechtvaardige beschuldigingen van mensen, alsof hij al bestemd was, stelde Calvijn. De dichter klaagt over de wreedheid en valsheid van zijn vijanden. Toch weet hij ook dat het een roede in God’s hand is om hem weg te snijden van de zonde, hem te beschermen tegen het wereldse vlees, en dat wil hij ook bekennen. We houden dus ook van het kruis. We houden dus ook van de geschiedenis, vanwege haar zuiverende en behoudende werking. We zijn in een grote worsteling met de geschiedenis vanwege deze reden

omtrend deze dingen. Wij mogen dus ook danken voor het kruis, stelt Calvijn, omdat het de overwinning geeft over onszelf. De hemel getuigt van een grootsere grootheid dan het vlees kan doen. Het vlees bedriegt, telkens weer. Het vlees : een grote toneelspeler in de kinder slagerij, en in de moeder slagerij. Star trek zwijnen. Ik ken ze bij name. Vele gnostici worden in dit gat weggezogen. Altijd zijn ze bezig met asfalteren, grote bulldozers. Ze bouwen een heel ander koninkrijk. Er is geen ijzeren roede. Ze missen een bepaalde hemelse woede, een bepaald hemels gelach. Maar ze hebben genoeg vleselijke woede, wat ze op de heiligen afreageren. Ze drinken nog steeds het bloed van de martelaren en de profeten. Ze rijden nog steeds rond op hun hoeren. Katholiek zijn ze, in hart en nieren. Rigil Kentse siamezen met de wereld, ingebakken in de stad. Hevig geilen ze naar alles wat deze wereld te bieden heeft, als bronstige hengsten. Het zijn randgnostici. Ze zijn nooit tot de harde kern gegaan. Ze zijn alleen de gnosis binnengegaan om zogenaamd veilig te zijn tegen de christelijke inquisities. Calvijn stelt dat het vlees bedwongen dient te worden door beproevingen, door hemelse strengheid. In het amalgaam zijn de krachten om het te bedwingen. Daarom moet er dus gekort worden in dingen, anders is er niet de ruimte voor de andere dingen die nodig zijn in het amalgaam. Het amalgaam moet goed kunnen werken. Heb je dat niet, dan val je ten prooi aan het wisselvallige geluk van de wereld, waar ook Calvijn tegen waarschuwde. Het gaat dus om de discipline van het amalgaam. De mens moet weer onderscheid maken tussen plaag en plaag, stelt Calvijn. Zo kan de verkeerde aangeboren gestrengheid van het vlees getemperd worden. De mens moet loskomen van het haast-oordeel, stelt Calvijn. Speedjudging is een trend in deze wereld. Zo bouwde de mens zijn wereld, nadat de mens de nordicse mijnen had verlaten, weg van de havens. Ze hadden hun boren weggegooid. Zo gingen ze luieren en rondhangen in de stad met hun drugs en hun snelle motoren, de patser uithangen. Vroeg verouderen zij. Drugs verouderd. Je ziet niet meer wat je eet en drinkt. Het is allang over datum. Maar de drugs stelt het voor als vers en glorieus. In de Latijnse vertaling van de bijbel is Lucifer een beeld van Jezus als de morgenster die oprijst in het hart. Luther en Calvijn verwierpen het dat Lucifer een andere naam van de duivel was. De morgenster komt en gaat, en is niet bedoeld om te heersen, maar om ergens in te passen in het amalgaam met zijn eigen restricties. Lucifer daalde dus telkens af in de onderwereld als beeld van de shamanistische taak. Het kan dus een positieve of negatieve betekenis hebben. Eenzijdigheid kent geen tijd, kent de geschiedenis niet voldoende.

Lesvragen bij hoofdstuk 38 : 1. Toon het verband aan tussen psalm 2 en zondag 1. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 39 de nordicse theologie en de betekenis van lucifer hierin Nordicse theologie is ingewikkeld. Je kan het vergelijken met de expertise van een metal band. Ik had vannacht een droom over het oude huis in Amsterdam, ons tweede huis, in Slotermeer. Het eerste huis was in Slotervaart. Het was van binnen wel veranderd, want we waren nu aan de andere kant van het trappenhuis, en er was een langere gang tussen de trappen in, waar woningen waren. Er was een man bij de buren die iets moest regelen, maar die kwam toen ook bij ons, en toen was er ineens een hemelse metalband bij ons in huis. De leden van de metalband leken op mensen waarmee ik gewerkt heb in het verleden toen ik op werkvakanties ging in Amsterdam en daar nog niet woonde. In de droom was ik toen zelf ook in die metalband. Het was een hemelse Metallica. In de nordics wordt het ook wel de band King Kong genoemd. Beide huizen waren ook kantoren geweest voor het werk. We verspreidden altijd folders, artikels en boekjes in die tijd. We werkten voor het verzet. Typisch genoeg was de straat van het tweede huis ook genoemd naar een verzetsstrijder in de tweede wereldoorlog die ook pamfletten verspreidde en bij een illegale krant van het verzet werkte. Hij riep ook op tot de februaristaking van 1941, de eerste grote verzetsactie tegen de bezetting. Maar de arme jongen wordt ergens op het verzetstraject gearresteerd en werd toen hij probeerde te vluchten neergeschoten. En guess what ? De geschiedenis herhaalt zich. Nordicse theologie is dus ingewikkeld. De morgenster komt op, maar wordt verdreven door het licht, en komt dan op als avondster, maar wordt dan verdreven door de nacht. In het latijns wordt dit

proces de lucifer en de noctifer genoemd, morgenster en avondster. Lucifer was de zoon van Aurora in de Romeinse theologie, de godin van de dageraad. Lucifer mag dus niet heersen, maar moet zich onderwerpen aan de Moeder, om zo gematigd te zijn, niet overmatig stralen, maar meer illumineren, verhelderen. Lucifer moest telkens weer de onderwereld in, afdalen, als een shamanistische taak dus. Daarom komt het begrip Lucifer ook vaak terug in metal muziek. Lucifer was een god van de Romeinen, die overigens Jove als oppergod hadden, en Jove is de Hebreeuwse uitspraak van Job, Ijove, die ook niet zomaar overmatig mocht stralen in voorspoed, maar ook moest afdalen in de onderwereld om beproefd te worden en een diepere les moest leren. Lucifer duidt dus op het zoonschap, en in de Latijnse vertaling van de bijbel is Lucifer de morgenster die opkomt in het hart in 2 Petrus 1 : 19 En wij hebben een vaster profetisch woord, en gij doet wel, die daarop acht neemt, hetwelk als een licht schijnt in een donkere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster (lucifer) opga in uwe harten. (Calvijn) De val van Lucifer kan ook vergeleken worden met de val van Adam en Eva, en komt uit oudere Kanaanitische mythologie waarin Attar, de Kanaanitische lucifer, de god van de oorlog, de oppergod Baal van zijn troon probeerde te stoten. Attar was ook een god van storm en regen, een god van vruchtbaarheid. Hij kon de oppergod niet van de troon stoten en ging dus de onderwereld in om daar te heersen. Het laat ook de grenzen van het leven zien en het ruimte maken voor andere dingen. Lucifer is het afdalende principe, helderheid brengen in de duisternis, het zoeken naar het verloren schaap en niet groots heersen over de kudde. Het komt dus uit de Attar mythologie van Kanaan die de morgenster uitbeeldde. Het is een beeld van gematigdheid, soberheid, het minderen, waardoor je altijd weer teruggaat tot de geschiedenis, wat ook telkens het pad van de metal bands is, die altijd weer de geschiedenis laten zien, en daar dichterlijk mee omgaan. Niet zomaar met geweld naar de macht grijpen, maar er dichterlijk mee omgaan. Uiteindelijk valt dit terug te leiden tot de veel oudere nordicse theologie. Lucifer is dus meer de verdelende krachten gebonden in het hemelse amalgaam, om zo te bewaren tegen overmaat en extremisme. Dat is wat het hemelse metaal dus doet. Ergens treedt het principe van vermenging op, dus het amalgaam is niet zomaar een monogaam. Dat is onmogelijk ook. Altijd weer roepen de polen en extremen hun tegengestelden op, en zo vindt er een vermenging plaats. Dit is het overgaan van de elementen, het zwavelgehalte wat tot ontsteking leidt. Lucifer is een beeld van de natuurgrenzen van het zoonschap, en de hemelse samensmeltingen. De Nordicse religie redeneert dus dialectisch, en niet zomaar zwart-wit. Metaforen en archetypes

kunnen dubbele betekenissen hebben. De oudere culturen waren niet eenzijdig. Eenzijdigheid is typisch de moderne, verletterlijkte, extremistische vormen en zij radicaliseren het. Dat is een grote terreur waartegen het verzet strijdt. De Nordicse theologie redeneert ook veel vanuit Ishmael die het huis van Izaak aanviel en zo verworpen werd, zoals in de Bilha II, 4:12 : ‘Hij werd geboren in de nacht, en hij werd genomen tot de troon van Amalek. En hij moest Izaak onderwerpen.’ De nordics zijn het oerbeeld van Amalek, en Amalek is een bijmoeder en schoonmoeder van Ishmael. In die zin is Ishmael dus een veel ouder beeld van Lucifer, een nordics beeld. De islam is dus niet het enige beeld van Ishmael, maar het leidt terug tot de veel oudere nordicse theologie hierover. Dit is de theologie van Amalek, die uitvoerig in de Bilha wordt beschreven. Deze theologie is op zijn zachtst gezegd ingewikkeld, maar noodzakelijk, zoals de Bilha II, 2:3 zegt : ‘En wanneer de nacht komt hebt gij Amalek nodig, om de kusten van nieuwe morgens te bereiken, Ja, gij hebt Haar nodig om door wateren te gaan’ Er is het element aarde, geest, goden, maar het element water is er voor de vermenging, zoals de Kanaanitische god Attar een watergod was. Dat heeft ook weer met het waterlichten mysterie te maken in de poezie van de tweede bijbel. Het is dus van belang om hierdoor tot het nordicse amalgaam te komen. Dus 2 Petrus 1 : 19 En wij hebben een vaster profetisch woord, en gij doet wel, die daarop acht neemt, hetwelk als een licht schijnt in een donkere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster (lucifer) opga in uwe harten. (Calvijn) En daarna staat er in vers 20 : ‘Dan, dit zult gij vooreerst weten, dat geen profetie der schrift geschiedt van eigen uitlegging.’ (Calvijn) Dit houdt dus in als we door profetie hebben volhard in het hemelse woord, dan komt uiteindelijk de morgenster, de Lucifer, Attar, Ishmael dus, en die zal leiden tot uitlegging, tot verheldering, tot Amalek, wat een beeld is van volledigheid. In dit proces is de verbrokenheid, de vernedering en de

onderwerping, de overgave ook, oftewel het Suri principe, werkende, totdat het tijdperk van Amalek aanbreekt, het nordicse tijdperk. Niemand kan dit zomaar begrijpen dan hij die hiervoor goed de geschriften van de tweede bijbel onderzoekt. Niets komt de mens zomaar aanwaaien. We spreken over een volledigheid van het hemelse amalgaam. We spreken over de komst van Amalek. Lucifer bereid dus hiertoe de weg. We spreken dan over het strijden, het lijden, het sterven en het opstaan van Jezus, niet om te heersen, maar om opgenomen te worden. Het is alleen voor de enkelen. We spreken dan over het Ismaelitische pad. De man moet minderen tot zoonschap, opdat de moeder zal leiden en behoeden. Dat is iets van een andere wereld. Lesvragen bij hoofdstuk 39 : 1. Leg uit wat het Ismaelitische pad betekent. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 40 de nordicse stenen tijdperken In de stenen tijdperken van de nordicse amazones, oftewel de amalekitische amazones, was er het belang van de renbokken jacht, om zo overmoed tegen te gaan, zodat de oermens tot verheldering kon komen, tot de morgenster, waarvan het renbokken bloed een beeld was. Dat waren geen dieren, maar verschijnselen van het vlees in renbokken vorm. Het was een demonologische jacht in hun filosofie, in hun mythologie en kosmologie. De Bilha II, 2 :2-3 zegt : 2. Gij moet uw speer leren werpen, Want de zwarte ijsbokken zullen komen, En uw velden kaalvreten

3. En wanneer de nacht komt hebt gij Amalek nodig, om de kusten van nieuwe morgens te bereiken, Ja, gij hebt Haar nodig om door wateren te gaan De bok had door zijn snelheid alles verhard, verletterlijkt, vervleselijkt, en door de bokkenjacht moest alles weer vergeestelijkt worden, geismaeliseerd, want Ismael was een beeld van de nordicse morgenster. In die vergeestelijking moet volhard worden en het moet volledig worden, zodat het zich hemels kan verstenen. Daarom spreken we ook van de steenbokken. Dat is uiteindelijk wat het ontvangen van de morgenster betekent. De Kanaanitische lucifer, Attar, werd ook voorgesteld als antiloop, of spiesbok. De morgenster is gewoon een zekere benaming voor het nordicse morgengesteente, en de ware morgen is een diepere nacht, een dieper kruis. De Vur waarschuwt dat de ochtend de dwazen in het dal misleidt. De ochtend is dus slechts een beeld wat verdiept moet worden. Wat is de ware ochtend ? De vur zegt dat de morgen opkomt vanuit de diepste nacht om de mens in de woestheid van de nachturen te omhullen. Het dringt door tot de nachtdagen en de nachtjaren. Het ontwaken tot het diepere kruis, dieper in de geschiedenis, is dus de ware morgen. We hebben het dan over de stenen tijdperken van de nordics, waar ook het morgengesteente te vinden is. Ook is de morgenster dus de avondster. Lucifer en Noctifer zijn hetzelfde. Het is de schemerzone, tussen slapen en waken in. Het is een dieper pasen. Het is een broodnacht, waar dag en nacht elkaar kruizen. Laat je dus niet zomaar misleiden door het begrip ‘morgen’. Het betekent het komen tot het kruis amalgaam, het volledige kruis. Lesvragen bij hoofdstuk 40 : 1. Leg uit wat de morgen betekent. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 41 de christus van de reformatie Luther zag Johannes Hus als een type van Christus voor de reformatie. Hij zei dat Hus met zijn bloed het evangelie van de reformatie had gekocht. Dit was een evangelie wat streed tegen het materialisme van de kerk, wat opriep tot soberheid en armenhulp, maar het was verre van volmaakt. De farao van de katholieke kerk (paus) wilde het volk niet laten gaan, en verdubbelde de lasten. Het evangelie van de reformatie was zowel beter als slechter dus. Sommige katholieke leringen werden juist veel erger gemaakt. Je kan strijden in de naam van Hus, maar dan moet je wel zijn voorbeeld volgen. Je kan shamanistisch werken met het Hus-medicijn of de Hus-totem. Dat is wel nodig, want kijk wat ze in het moderne, westerse evangelie van Christus (een titel, een symbool) hebben gemaakt, en ik noem maar even wat : – de rijke stinkerd Jezus – de stropdas Jezus – de Jezus met de grote auto – de suikeroom Jezus – de sinterklaas Jezus – de spierballen Jezus – de six-pack Jezus, oftewel de kinderkanker Jezus (want dan kweek je dus gewoon kinderkanker, door het kind in je om zeep te helpen met al die nietszeggende, walgelijke protserij) ‘Prediker, hoe durft u dit allemaal zomaar te zeggen ? Hoe weet u dat allemaal ?’

Antwoord : Omdat ik als geestelijke misschien, heel misschien, in de hemel ben geweest en onuitsprekelijke dingen heb gezien ? Daarom zei het eeuwig evangelie : ‘Nee, het gaat niet om zomaar Jezus. Ze zeggen allemaal Jezus te volgen, maar ze vliegen elkaar allemaal in de haren.’ Daarom wordt er in het eeuwig evangelie over Maser gesproken, de arme Jezus. We komen dan ook bij Johannes Hus uit. Over profeten gesproken : Calvijn gaf aan in zijn commentaar op het boek Maleachi dat de profeten niet altijd praatgrage mensen zijn, en dat ze vaak gewoon niet te vinden zijn. Het mag niet overprofetisch zijn, want dan worden de mensen verwend, en raken ze eraan gewend dat ze altijd maar antwoord krijgen. Er zijn van die mensen die willen alles weten, dat God hen alles over iedereen verteld, maar de geestelijke dingen willen ze niet horen. Het hemelse onderwijs willen ze niet horen. Gebrek aan profetie en profeten was volgens Calvijn of een teken van de toorn van God, of een voorteken van de komst van Christus. Geschiedenis is mythisch. Niemand weet wat er echt gebeurd is, want het is allemaal van horen zeggen. Vroeger was er ook een roddelpers. Maar we kunnen in het Jezus verhaal Johannes Hus zien als de wedergekomen Christus, die overigens weer gekruisigd werd. Ontwaking, opstanding, wederkeer etc. is juist de ontwaking tot een dieper kruis, het gaan tot een diepere nacht. Waar ontwaak je toe ? Je moet ontwaken tot een hogere oorlog. In de naam van Hus strijden wij. Het vrederijk is dus ook niet letterlijk. Het gaat om de vrede tussen jou en God, tussen jou en de hemel. Vrede is in de oude talen een woord voor het shamanisme, dus het ingaan van de diepte, het gaan tot de onderwereld. Het gaat niet om Hus, maar het is een beeld. In de naam van Hus strijden wij. Hus is een voorbeeld. Lesvragen hoofdstuk 41 : 1. Leg uit wat de wederkomst inhoudt. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 42 van suri tot amalek Calvijn is een Pleiadische piraat die indiaanse schatten heeft geroofd en die heeft omgesmolten. Hij is een piratenkapitein die dit alles heeft uitgestald. Het zit dus boordevol verborgen gnosis. Wat zijn deze schatten ? Het zijn voortijdse nordicse schatten, oftewel de schatten van Amalek, de verstening, verharding, verstijving van alle dingen tot volledigheid. De man is een beeld van de dag, van het zoonschap tot de wildernis, en de vrouw is het beeld van de duisternis. Als de man bij de vrouw ingaat, dan is dat een beeld van dat de dag wordt ondergedompeld in de duisternis. Vannacht had ik een droom over een zinnebeeldig offerfeest met offerdieren. Daarna zag ik een spel van het paradijs. Het was heel prachtig, met allerlei wuivende bomen in allerlei lagen, en allerlei stenen en platformen waarover de speler moest, en ook boxen waaruit allerlei dieren kwamen : vogels, apen, noem maar op. De speler moest er telkens overheen springen, van steen tot steen, van blok tot blok, ook over putten. Verderop in het spel was er een soort hemelse verlichting die de verstening, verstijving bewerkte, waar de speler tot een hemelse steen wordt. Eerst is er de verbrokenheid, oftewel Suri, in voortijdse termen, en daarna de hemelse verharding, de volledigheid, Amalek. Dit spoor loopt ook door de nordics. In principe is dit ook het achterliggende traject van het traject van Heidelberg tot Dordrecht. Heidelberg stelt dan Suri voor, en Dordrecht Amalek. Daar moet een wisselwerking tussen zijn zodat het niet corrupt wordt, want er mag geen valse, overmatige zachtheid ontstaan, en ook geen valse, overmatige hardheid. In de Pleiaden zien we de afspiegeling en afbuiging van dit proces in het vlees, want de Pleiaden is de verstening van het vleselijke wat in Rigil Kent gebeurde. Het loopt allemaal uit op het vleselijke, onverschillige steen van de Pleiaden, als de oogst en vrucht van Rigil Kent, maar ook als de baarmoeder van Rigil Kent. Rigil Kent leeft door de subsidies van de Pleiaden. Het is een koude energie, geestelijk gezien, maar heeft haar eigen overmatige, vleselijke vuur. Alles wat het vlees heeft gezaaid wordt geoogst in de Pleiaden. De Pleiaden is het skelet met de zeis.

Dus van Suri, verbrokenheid, tot Amalek, volledigheid, de hemelse verharding tot hemels steen (wat dus veel verder gaat dan de volharding, Sukki), is dus het achterliggende proces van Heidelberg tot Dordrecht, en wat geemaneerd is, afgebogen is, vleselijk weerspiegeld is, in het pad van Rigil Kent tot de Pleiaden. Leer uw vijand kennen, dit mechanisme. De Pleiaden is de pomp. Door de vleselijke verstening is ook de matrix ontstaan, en die verstening wordt weer afgebroken door terug te gaan tot het pad van Heidelberg tot Dordrecht en het daarachterliggende pad tussen Suri en Amalek, terug tot de nordics. Dit is dus ook de oogst van Orion, dus het pad van Orion tot de Nordics, in Noord-Horologium. Probeer dit mechanisme te begrijpen. Onze andere onderwijsboeken gaan volop over deze termen. Het is onderdeel van de regressief-gereformeerde theologie. Dat heeft dus ook een flink stuk alienologie en etymologie in zich. Lesvragen hoofdstuk 42 : 1. Leg uit wat van Heidelberg tot Dordrecht betekent. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 43 van leviticus tot hooglied Psalm 58 is eigenlijk waartoe het evangelie dient, namelijk het kruisigen van het vlees en de verheuging daarin, en dat is dan ook het bloed wat er moet vloeien waar de mens zich in dient te wassen. Zowel evangelie als sexualiteit, wat daar een zinnebeeld van is, wordt in de stad verkeerd voorgesteld, als iets onreins en onheiligs. We hebben gezien dat de man een beeld is van de dag, en de vrouw een beeld is van de duisternis, waar de man in dient te gaan, zodat de dag telkens weer ondergaat en sterft in de duisternis om nieuw leven voort te brengen, en zo zuivert de natuur zichzelf, zo houdt de natuur zichzelf in stand. ‘Adam, waar zijt gij ?’ We zagen ook in de bespreking van de catechismus dat wanneer de man zijn vlees in de vrouw brengt om dit te laten sterven, dat hij ten volle moet weten hoe groot de zonde en de ellende van het vlees is, wat dus de betekenis is van de opzwelling van het mannelijke orgaan, dus geen opzwelling van de man als geheel zoals in de stad met allerlei protserigheid want dan zou de man dus geheel vleselijk zijn (zondag 1). Ook hebben we gezien hoe de man moet groeien in zijn haat en walging, zijn afkeer, naar de zonde en het vlees toe. De man moet het meer en meer ontvluchten. (zondag 33) Calvijn stelt dat psalm 58 gaat over dat de psalmist zijn oprechtheid staande moet houden tegenover de vijand. We kunnen stellen dat de man in deze hoedanigheid zijn vlees moet offeren aan de vrouw, zijn oprechtheid staande houdend. Een man moet daarom huiveren voordat hij tot een vrouw komt. Hebben we zo een beter beeld van wat ‘God en evangelie’ is ? We hebben het dan over een driehoeks-verhouding tussen liefde, kennis en leviticus, dus de gehele offerdienst. Pas dan, pas dan, kan de uittocht plaatsvinden, stelde broeder Klaas Schilder, pas dan is er de vrijmaking, en we

kunnen stellen dat dit een intocht is in haar. Calvijn stelt bij psalm 58 dat voordat de psalmist staande wist te houden in oprechtheid hij zich veel erover had beklaagd hoe de vijand hem had gekweld in wreedheid. Blijkbaar is dit nodig om tot vol besef te komen. Hij moet dan tot God komen om van dit vlees, zowel zijn eigen als dat van de vijand, verlost te worden. Er moet een oordeel over komen. Er moet een leviticus in zijn leven komen. Als je naar de slager gaat dan kun je niet zeggen dat het zielig is voor de dieren en daarmee denken dat hij wel begrip zal hebben. Nee, dat is de realiteit niet. Eerst moet de mens de geestelijke principes ervan begrijpen, en pas daarna zal het letterlijke, vleselijke voorhangsel ervan scheuren. In psalm 58 komt de psalmist onder ogen hoe groot het kwaad is, hoe groot het vlees, als een vervulling van zondag 1. De mens moet het weten, en ook weten hoe het moet sterven, hoe het geofferd moet worden. De mens moet dus ook het leviticus kennen. En daarin zondag 33 toepassen, wat een antwoord is op zondag 1 : Vraag 89: Wat is de afsterving van de oude mens? Antwoord: Het is een innig berouw dat wij God door onze zonden vertoornd hebben, en die hoe langer hoe meer haten en ontvluchten. Deze zondagen horen dus bij elkaar. Calvijn stelt bij psalm 58 dat in dit proces de psalmist de vijand moest ondervragen. Nu, dat is ook een onderdeel van het exorcisme. Er moet dus een zeker contact zijn met de vijand. Als exorcist leef je heel dicht bij de vijand. Je moet ermee worstelen, met de vraagstukken van het leven, het uitdiepen. Je moet het onderste uit de kan halen, en niet voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten. Bovenal worstelt de exorcist hierin dus met zichzelf, met zijn eigen vlees. Daarom moet hij het leviticus kennen, en daarom moet hij de vrouw kennen. Zowel vijand als vrouw moet hij dus kennen, waar deze zondagen over gaan, en psalm 58. Calvijn stelde dat de psalmist in psalm 58 de vijand zelfs moest uitdagen. In de vrouw, de duisternis, is die arena. Maar bereid je goed voor, voordat je die arena binnengaat, die relatie met God aangaat, met de hemelse kerk. Laat je geen sigaren verkopen. Laat je niets zomaar aansmeren door massa media, want dan kom je bij een hele andere vrouw terecht, en haar paden leiden tot de dood, waar de Spreuken over spreken. Kom tot het hooglied. Wek de liefde niet op voordat het haar behaagt. Krijg een besef over wat de relatie is tussen leviticus en het hooglied. Er is geen hooglied zonder het ten diepste ervaren van leviticus.

Calvijn stelde dat de psalmist de vijand tegemoet kon treden door zijn goed geweten. Hij moest de vijand aanspreken, hen wijzen op hun lichtzinnige laster, hun onterechte onderdrukking van onschuldigen. Calvijn stelde zich voor dat de psalmist ook zou moeten hebben gezegd tegen de vijand : Schamen jullie je niet ? Calvijn stelde dat de psalmist in psalm 58 sprak tegen een vergadering, de raadslieden van Saul die hem vervolgden. Calvijn stelde hierbij dat ze ongetwijfeld hun tirannie onder schoonschijnende benamingen verborgen hielden. Ook vandaag is dit het geval. Men heeft de zonde en het vlees andere namen gegeven, professioneel gemaakt, alsof het de samenleving dient, en het er gewoon bijhoort, en zo kunnen ze het ongestrafd doen. Calvijn stelt dat de psalmist klaagt over hun ongebondenheid, dat ze alles zomaar in het openbaar kunnen doen. Ze hoeven het niet ondergronds te doen in stilte of in het verborgene. Daarbij stelt Calvijn dat dit ging om hen die al van de moederschoot zo waren, en niet hen die het zich later hebben aangeleerd. Het zit dus heel diep. De psalmist moest naar de wortels toe, zoals ik vannacht ook een droom had dat de zool van mijn schoen was gescheurd. Ze waren dus van jongs af aan vervuld met het kwaad, geboren samen met wreedheid. Calvijn stelt dat het geen gematigde boosheid was, maar buitensporige boosheid, waarmee de psalmist had te maken. Alle poorten van de hel waren tegen hem losgegooid, en dit zou zijn voor het algemene welzijn. Ook in het hooglied is de man de dag en de vrouw de duisternis. ‘Donker van huid ben ik, als de tenten van Kedar.’ De man moet dus ook de duisternis van de vrouw leren kennen. Dat is een Hoseaanse opdracht. Ook met haar zal hij moeten worstelen. Het is een grote vrouw, met brede borsten en heupen, want zij moet immers het kind voeden en beschermen. Zij moet de man aankunnen. We zien in het gevecht tussen Jakob en God dat zowel God als de mens wint, en dat het vlees ten onder gaat in deze strijd. Het vlees is dan een beeld van alle valse Godsbeelden en valse mensenbeelden. Ook zijn dit dus allerlei valse beelden van de strijd zelf. Wat wordt er veel over gelogen. En wat hebben ze een gruwel gemaakt van leviticus en hooglied, van offerdienst en sexualiteit. In de stad wordt dit heel verkeerd belicht. Calvijn wijst erop dat de vijand moord door zowel overmatige koudheid als overmatige hitte. Het is dus ook daadwerkelijk een strijd tegen de overmaat der dingen, wat in toom gebracht moet worden. Daartoe is psalm 58 een heenwijzer. Zij is dus a.h.w. ook een brug tussen leviticus en hooglied, een zeer schone psalm. Calvijn wijst erop dat de psalmist ten slotte stelt dat de vijand doof is, dat ze niet bezweerd kunnen worden. Hij stelt dat we hier niet te maken hebben met zomaar vijanden, maar

met toverij. Het is zinsbegoocheling. Zo zien wij dit ook om ons heen. Alles wordt door de markt goedgepraat, door reclame. Reclame is vandaag de dag een synoniem van de waarheid. Als het groots is, door velen ondersteund, door velen aangeprezen, met veel tam tam, dan is het waarheid. Dat is het grote gevaar van democratie. Het is een politieke misleiding. Men heeft God aan de kant geschoven, en volgt nu de meerderheid in het kwaad. Wilt gij overleven ? Keer dan terug tot leviticus en hooglied, tot haar brug. Daartoe kwam de schone psalm 58. Dat is een groot Israelitisch geheimenis, terugwijzend op de prehistorie. Hoe had de natuur het oorspronkelijk bedoeld, in al haar zinnebeeldige wijsheid en schoonheid ? Calvijn stelt dat gerechtigheid en oprechtheid vruchten zijn die niet geroofd kunnen worden van God’s kinderen door wereldse lieden die in de waan zijn dat het fortuin de aarde regeert. Lesvragen hoofdstuk 43 : 1. Leg uit wat van Leviticus tot Hooglied betekent. 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 44 calvijn – dubbelspion van de reformatie – hoe het kruis te dragen De reformatie moest tot regressie leiden, tot wederkeer, maar uiteindelijk leidde het tot conformatie en modernatie. Calvijn sprak : ‘Mens, vergeet toch niet het kruis. Men vergeet zo snel de kastijdingen die eigenlijk geheel ons leven ons moesten onderrichten.’ Calvijn stelde dat de psalmist daarom psalm 38 schreef. In het moderne tijdperk mag je het kruis niet gedenken. Je mag niet sober zijn en melancholiek. Dat wordt vandaag de dag als een ziekte bestempeld. Nee, de mens moet vrolijk zijn, wijn drinken, trouwen, en dat is het rolmodel vandaag de dag, zoals in de dagen van Noach : ‘Laten wij eten en drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij.’ Maar Calvijn sprak : ‘Gedenk het kruis, gedenk je kastijdingen, want zij dienen je je hele leven te leiden en te onderwijzen.’ Calvijn stelde dat de psalmist zo ook werd herinnerd aan zijn roeping. Vandaag de dag heeft men allerlei andere beroepen gemaakt om van de daadwerkelijke hemelse roeping af te leiden. Je ziet het voor je ogen gebeuren. En deze joyride is op weg naar een grote carcrash. Met een gestolen auto de afgrond in. Men rookt hun leven op als een sigaretje. Dat is alles wat het waard is voor hen. Karikaturen genoeg om je heen. Calvijn zei daarom dat het een nuttige oefening was de kastijdingen uit ons geheugen te herhalen, opdat wij ook net als de psalmist anderen zouden kunnen onderwijzen, maar wie hoort deze stem vandaag de dag ? Wie luistert er naar ? Dit waren belangrijke boodschappen tijdens de reformatie in de jaren 1500, maar we leven nu in de jaren 2000 en het is allemaal gruwelijk geasfalteerd. Grote bulldozers zijn hier aan de gang geweest, al het natuurschoon verdwenen. Nu moet je naar tegeltjes staren. Grote snelwegen zijn hier nu, en je moet kijken naar al die pijlsnelle autootjes die ze henzelf overmatig hebben gemaakt, en hun giftige rook inademen. Daarom psalm 38 : de psalm van het gedenkoffer. Je mag ook bittere herinneringen hebben. Je hebt ze nodig voor je shamanisme, om anderen ook het medicijn aan te reiken. Besef dat er nog velen in deze putten zijn waar ook jij doorheen moest. Het hoeft niet allemaal weggewassen te worden met giftige, chemische doekjes. Juist door de zorg en de koestering van het kruis kan het ook verzacht worden, en Calvijn stelde dat de psalmist daar ook om bad, niet om de kastijding weg te nemen. Je mag het kruis gedenken en er zorg toe dragen. Gedenk het kruis. Alleen zo kun je het verwerken. Gedenk je kastijdingen. Alleen zo kun je het beste eruit halen, de beste lessen, en dit ook anderen leren. Calvijn geeft dan ook de ware definitie van alle voorzichtigheid : ‘de hand op te merken van hem die slaat.’ Voorzichtigheid is dus een herdenking. Dat gaat niet buiten het kruis om, niet buiten de geschiedenis om.

Heb je ergens op het pad het kruis van je afgeworpen, en de gedachtenis aan het kruis, om zo een vrolijk, losbandig zieltje te worden ? Ga dan weer terug en pik het op. Draag je kruis en verloochen jezelf. Er moet heel veel van het ‘zelf’ afsterven opdat het kruis weer zijn rechtmatige plaats krijgt. Heb de kastijding lief, want het is om je leven te behouden. Gedenk de vroegere kastijdingen. Keer tot je eerste liefde weder. De ware hemelse kerk is dus een paaskerk. Het is een schip in woeste golven, en de gevaren zijn velen. Je kunt het je dan niet veroorloven om dan maar weg te wanen. En zij die dat doen noemen het hemelse woord een waan. De beste stuurlui staan aan wal, al die doktoren en andere beroepszondaren. Daar staan ze op de kades, veilig hoog en droog met hun witte jasjes en hun uniformen, om het lijden van de gekruisigden en de martelaren nog zuurder te maken, nog bitterder, en te verdubbelen, als de farao’s van het modernisme en conformisme. Johannes Hus gaat nog elke dag de brandstapel op. Gedenk het. Wordt niet koud. Laat jezelf niet afdrijven. Zo snel vergeet de mens het kruis en de kastijdingen, en gaat dan weer op het oude pad verder. Het wordt gevaarlijk daar waar de tucht nutteloos wordt, waar de mens tuchteloos wordt. Daar waar het kruis geen zin meer heeft, daar vaagt het kruis weg. Dan ben je ver van moeder weggedwaald. Dan wordt je slechts geleid door de tijdelijke drugs van de wereld en het vlees, twee grote vijanden van je ziel. Weet dat uw vijand niet slaapt, en van elk gaatje dankbaar gebruik maakt. Daarom ging de psalmist hier doorheen, stelt Calvijn, en dat was geen kleine beproeving, want hij was onderhevig aan een voortdurende zwakheid, als dienstknecht van de hemel. Calvijn stelt dat zij die hier niet mee rekenen vanwege kwade begeerten die hen verblinden geleid worden tot een krankzinnige dwaasheid. Calvijn stelt dat in psalm 38 de psalmist in zo’n diepe put terecht was gekomen dat huilen niet eens meer genoeg was. Hij schreeuwde het zelfs uit, hij brulde, hij gilde, wat een teken is dat de psalmist zwaar gefolterd werd. Het is het totale dieptepunt van de psalmen. Maar door deze psalm legde de psalmist deze tranen in de schoot van God, stelt Calvijn. De mens wordt de hele dag door zijn hersenen aangeklaagd en gemanipuleerd. De psalmist ging hier ook doorheen, en was hierdoor doof en stom geworden. Calvijn stelt dat de psalmist zo door valse veroordelingen was omringd dat hij zelfs geen woord mocht uitbrengen tot zijn rechtvaardiging. Aan dit kruis van psalm 38 wordt je van alle menselijke waardigheid ontdaan, totdat je je slechts een stuk vee voelt. In deze put mag de mens leren zijn hartstochten te bedwingen, stelt Calvijn. De psalmist was op een plaats gekomen waar hij zijn onschuld niet kon verdedigen. Hij was uitgesloten en verbannen van alle zelfverdediging, en hij kon alleen nog maar volharden in verdraagzaamheid, maar hier brak hij ergens, zodat er alleen maar plaats was voor geween en gebrul. Alle overleggingen ontbraken, stelt

Calvijn. De psalmist kon niet meer normaal lopen, maar hinkte, net zoals Jeremia hinkte en door zijn vijanden werd beloerd op zijn hinken, stelt Calvijn dan. Duidelijk was de psalmist kreupel of deels verlamd geraakt, net zoals Jakob op Pniel. En de vijand maakte van deze zwakheid dankbaar gebruik. Het is dan een wond geslagen in een wond, waar het eeuwig evangelie ook over spreekt. Heb je een wond, dan volgen er snel meer, want de vijand zal ijverig gebruik maken van die zwakke plek, en de vijand weet dan van geen ophouden. Dan wordt er al snel een kettingreactie in werking gezet. Calvijn wees er overigens wel op dat dit beeldspraak was. De mens kan zich op vele manieren als een verminkte en een verzwakte voelen. Dit zijn woorden van de reformatie. Daar waar het werd losgelaten ontstond de conformatie. De mens kent deze geschriften van de reformatie niet, en wil ze ook niet kennen. Dat er grove fouten in de reformatie zijn geweest en dat het zaakje gewoon overging van de katholieke farao tot de protestantse farao is geen excuus om er geen lering uit te hoeven trekken. Calvijn werd zowel machtig door de duivel als machtig door God gebruikt. Calvijn was een dubbelspion. Hij werkte voor twee koninkrijken. Beide koninkrijken konden hem goed gebruiken vanwege zijn grote talenten en onmiskenbare begaafdheden. Calvijn wees erop dat de psalmist in psalm 38 door zijn voorbeeld een regel had gesteld dat het beter was alle haat van de wereld te verdragen, dan voor het minste af te wijken van de hemelse plicht. Dit zien wij ook terug in het leven en het verhaal van Jezus, die leerde eerder de andere wang toe te keren, en deze opstelling zou vanzelf tot een hemelse gesel worden. Laat het kruis het maar doen. Het kruis heeft al het zaad in zich. Calvijn benadrukt ook dat het verdragen en dragen van het kruis kan geschieden dus niet alleen door het gedenken van het eerdere kruis, maar ook het belijden van het kruis tot God, zoals de psalmist deed in psalm 38. Zo hebben wij ook een beter plaatje van hoe tot het kruis te komen en in haar binnen te gaan. Zo komen wij dus tot de hemelse baarmoeder. Oh, wat een heerlijke diepte bevindt zich in het kruis, ongekend door de mens, onuitsprekelijk door hen die het hebben ervaren.

Lesvragen hoofdstuk 44 : 1. Waar moet reformatie toe leiden ? 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk. hoofdstuk 45 calvijn en de engel van de reformatie Calvijn stelde dat de mens onder invloed van hoogmoed zich loskoppelde van de hemel om zo door valse inbeelding een eigen kracht op te wekken. We kunnen stellen dat dit een drugsmatig parasitair schijnleven is wat dan wordt opgewekt. Dat is ook wat we om ons heen zien. Het is een tijdelijke illusie. Stolen car heading for the car crash. In deze verblinding, stelt Calvijn in zijn commentaar op psalm 29, steken de aanzienlijken hun horens op tegen de hemel, de natuurlijke betekenis

verdraaiende en verduisterende met nietsbetekenende toelichtingen. Zo mist het zijn doel, zo glijdt het er langsheen. Dat is ook wat deze pleiadische realiteit is. Men heeft gezaaid op de akkers van een vleselijk rigil kent, en men oogst de versteende pleiadische realiteit. Men zaait op de akkers van het vlees dus, en oogst de dood, de schijnrealiteit, en die is tijdelijk, als een sluier over de ogen. Het is een slijmrealiteit waarin het vlees beloond wordt en veren in de kont wordt gestoken. Daarom wees de psalmist terug op de werken van de natuur in psalm 29. Calvijn stelt dan dat als de psalmist het heeft over de heerlijkheid van het heiligdom in vers 2 dan gaat dat niet zomaar over de hemel, maar over de tent van het getuigenis, versierd met de tekenen van God’s roem. De mens moet niet alleen zijn hart offeren aan de hemel, maar ook zijn mond, zijn tong, zijn belijdenis. Waar het hart vol van is stroomt immers de mond over, en dit is allereerst tot de hemel, een getuigenis en belijdenis tot de hemel. Nu zou dit allemaal geen zin hebben als wij onze oren en ogen niet hebben geofferd aan de hemel, anders worden die nog steeds afgeleid, en spreken die nog steeds vleselijk, hun doel missende. Heeft u het niet opgemerkt, al het ijdele geklets van hen die hun oren en ogen niet aan de hemel hebben geofferd ? Zij bevredigen hun oren en ogen met de dingen der wereld, met de massa media, als consumenten van het vlees. Daar stroomt ook hun mond van over. Je kunt zien waar hun hart vol van is aan datgene waar ze het telkens over hebben. Allereerst moet je leren kijken en leren luisteren. Eerst moet het oor spreken, anders stroomt er slechts vuiligheid uit de mond. En het oor spreekt van wat hij gehoord heeft, als een getuigenis van de hemel. Laat dat onze ware belijdenis zijn. Laten wij niet tot lippendienst komen, maar allereerst tot orendienst, en dan niet de orendienst tot de wereld, maar tot de voeten der hemel, oftewel het herdenken van het kruis van de geschiedenis en daar lering uit trekken. Gedenkt het kruis. Laat dat je belijdenis zijn. Deze stem is vruchtbaar, zien we in psalm 29, het doet de hinden jongen werpen. Terwijl de stem van de wereld de stem van de dood is. Die stem draait alles om, leidt de mens tot nutteloosheid. Waar is het de mens allemaal om te doen ? Al die grootspraak. Deze stem is onvruchtbaar. Deze stem wekt schijnvruchtbaarheid op, en schijnveiligheid. Deze stem is de waanzin zelf. Dolle mannen met bijlen. Calvijn stelt dat het een snode ondankbaarheid is de stem van de hemelse natuur niet op te merken. Deze stem wordt in de ware kerk bezongen, de kerk van het hart. Vergeet dan alle uiterlijkheden maar. Er was een valse kerk op de aarde gekomen, een vleselijke kerk, en dit was zeker niet zwart-wit,

maar dat was de westerse katholieke kerk, die ook veel goede dingen had. Met de reformatie kwam de engel Anema tot de aarde, die door Calvijn sprak, en de ware hemelse kerk bracht, maar aan Calvijn ontbrak zoveel. Het was allemaal nog niet uitgewerkt, en er spraken ook duivelen door Calvijn. De engel Anema moest de mens verlossen van het zijn van een zaaier op de akker van het vlees, van het pad van Rigil Kent tot de Pleiaden waarop de mens versteende tot een gruwel. Deze engel bracht een arrestatie bevel uit, en een ontslag. De mens moest ontslagen worden van dienst tot de vleselijkheden van de katholieke kerk waarin de mens verstrikt was geraakt. We mogen de hemel danken voor het zenden van deze engel. Zo mogen wij parelduiken in de reformatie, en ons niet als blinde, bijgelovige zotten ons er zomaar aan overgeven, want ook de reformatie werd al snel overgeorganiseerd, en was dit al in zijn wortels. Er waren twee stromen in de reformatie : een stroom van leven en een stroom van dood. Het komt aan op zuivere onderscheiding. Calvijn stelde dat er in de gehele wereld, behalve bij de Joden, geen licht van ware vroomheid is geweest, want al wat zij spraken over godsdienst was niet alleen zonder leven, maar grenste aan het dwaze. Daarom moest de stem van de hemel het woud ontbloten, in vers 9. Aan het einde van de psalm bespreekt Calvijn de hemel als zijnde ondersteunend, koesterend en bevestigend, en doet kennen al wat dienstig is om het leven van de gelovigen te beschermen. Voordat wij oordelen : hebben wij wel daadwerkelijk liefgehad, hebben wij gekoesterd, of hebben wij dat allemaal overgeslagen en doen we daar allemaal niet de moeite voor ? Hebben wij er alles aan gedaan om hen die wij oordelen te ondersteunen ? Koestering leert kennen. Kennen wij hun draagkracht of zijn wij zo hardvochtig dat wij meer van hen vragen dan zij konden dragen ? Laat het oordeel bij jezelf beginnen, en besef dat elk daadwerkelijk oordeel voorkomt vanuit volkomen hemelse koestering en liefde. Zoals een lied uit de tachtiger jaren stelde dat de taal van de liefde koeler is dan een ijsje, en warmer is dan de zon. Ben je in deze balans of ben je doorgeslagen naar een eenzijdige, extreme kant van het verhaal, met je oren gesloten, en je mond aan de drugs. Ook het snelle oordelen is een drugs waarbij je op zoek bent naar een zondebok om je eigen plichten op af te schuiven. Dat is toch veelal wat het westerse conformistische christendom is, een bijgelovige zondebok cultus, een gevaarlijke drugs die de ziel bederft. Dat is nog steeds de drugs van de katholieke veelvraterij. Hiertoe was de engel Anema gekomen om dit de kop in te drukken, maar wat hebben wij met deze engel gedaan ? Deze engel slaapt onder de Nederlandse rivieren in zware coma. Laten wij door onze gedachtenis aan dit kruis deze engel weer tot leven wekken.

Lesvragen hoofdstuk 45 : 1. Uit welke twee stromen bestaat de reformatie ? 2. Geef een korte samenvatting van het hoofdstuk.

hoofdstuk 46 Rachel – de waterlelie van de reformatie – haar betekenis en waarom Jakob haar liefhad En hij zeide tot hen : Is het vrede met hem ? En zij zeiden : ja, en zie, Rachel, zijn dochter komt daar aan met de schapen. Genesis 29:6, vert. Calvijn Bij psalm 60 verteld Calvijn dat de psalmist de troon had beklommen en had overwonnen, maar de aandacht niet op zichzelf richtte, maar op de hemel. Het is namelijk altijd een groot gevaar als wij een overwinning behalen dat we dan met onszelf gaan lopen pronken en in hoogmoed vallen. Er moet daarom zelfverloochening zijn om tot de hogere principes van de hemel te komen, en daar de mens op te richten en niet op zichzelf. Het zelf is slechts een onderdeel van een groter geheel. De psalmist wilde zo het achtergebleven deel van het volk redden, stelde Calvijn, en het volk verenigen wat toen nog in scheuring lag. De psalmist leidde het volk toen naar de orakelen en openbaringen van de hemel, stelde Calvijn, opdat ze onder hemelse leiding zouden komen. Het volk moest zo de stem van de hemel leren verstaan. Dat ging dus niet zomaar om het zelf of om een god, maar om de wetenschap van de ethiek. We hebben gezien dat de ethiek gefundeerd is in het gedenken en belijden van het kruis. Ethiek en geschiedenis gaan dus hand in hand, vullen elkaar aan, recyclen elkaar. Ethiek zonder geschiedenis is dood. Zowel het zelf als de zelfgemaakte goden moeten hieraan afsterven. Je wordt niet ineens tien keer heiliger door het woord ‘God’ te noemen. Noem het alleen als het genoemd moet worden. Het vindt plaats in een zekere context, een zekere wetenschap. Het is een natuurverschijnsel. Zomaar te pas en te onpas het woord ‘God’ noemen is een vorm van ijdel gebruik, een zonde tegen het derde gebod, en dat is het ware vloeken. Voortdurend vloeken zij dus, omdat zij van het woordje God een afgod hebben gemaakt, en het is een verslaving geworden. Calvijn wijst erop dat sommigen deze psalm een levitische psalm noemen. We moeten huiveren voordat we het woordje God durven uit te spreken, opdat we niet lichtzinnig in het zondigen tegen het derde gebod vallen. We moeten ook huiveren voordat we het woordje Jezus uitspreken. Toen mijn oma het eens had over ‘Jezus Christus’ zei mijn opa huiverend : ‘Mens, hoe durf je dat te zeggen.’ Mijn opa zat in een veel zwaardere kerk dan mijn oma. In de conformatie wordt er veel gemakkelijker en lichtzinniger met het woordje God omgegaan. Het behoort gewoon tot een zeker familie wapen of clan wapen, maar het heeft weinig inhoud, en is vaak een overtreding van het derde gebod. Vers 5 : ‘Gij hebt hard gehandeld met uw volk’ (vert. Calvijn) Het leven is ‘diafriel’, oftewel fragiel en eenzijdig, maar daardoor plaatsmakend voor de grotere verbanden. Het leven is ‘kargomatisch’,

oftewel een vracht tussen het ene en het andere punt. De mens mag zo opgaan tot de histometrie of geschiedometrie, om de patronen in de geschiedenis te ontdekken. Metrie op de geschiedenis toepassen als een werkterrein, als een timmerman, carpentrie. De spijkers moeten door het vlees, en dan moet het een deel worden van het bouwwerk, waarin het vlees verder ingepast kan worden en kan vergaan. Dat is wat de recyclocratie is. Alles moet verwerkt worden. De Pleiaden, de oogst van rigil kent, de vleselijke verstening, is een snel-ontlader, die alles maar snel snel van zich afwerpt om vrolijk te zijn, de dronken zot van het universum. Terwijl de machines van de recyclocratie shamanistisch door alles heen trekken. Waar wil je onderdeel van zijn ? Van de Pleiadische watervogel jagers ? Het water staat voor de lagen van de geschiedenis, en de watervogel staat voor de vergeestelijking van de geschiedenis, de verhemeling, maar de Pleiaden hebben zich versteent in modernisme en conformisme, ook comfortisme, drang naar aards gemak en aardse luxe. Dan moeten de hemelse watervogels met hun allegorieen het ontgelden, door dit Pleiadische opportunisme, de oogsters op de akkers van het vlees. Het zijn maaiers. Gij geheel anders, het is beter om te hongeren in de geschiedenis dan om te graaien in het modernistische, luxe tijdperk. Het hongeren in de geschiedenis heeft zijn eigen hoogtepunt, of dieptepunt, als een diepte-orgasme, zoals besproken in ons onderwijsboek ‘De Recyclocratie’. Dit bespreekt ook het werk van Dante, die lagen aanbracht in hemel, vagevuur en hel, en daar dus metrisch en dichterlijk mee omging : ‘Het Voorgeborchte is de eerste hellekring, de limbus, de voorhof, waar ook eens hen van het OT zich bevonden, maar deze zielen werden later opgenomen. Door het christendom, of kruizendom. Zonder hoop te leven in verlangen gaat over de verlangens van het vlees die nooit bevredigd mogen worden maar die moeten sterven. In het hoogtepunt van de honger, of dieptepunt, is de opname. Het vlees moest dus naar de limbus van honger, opdat het zou sterven, opdat de mens zo uiteindelijk tot het kruis zou komen, tot opname. Het is als het winnen van Rachel door Jakob na jarenlang zwoegen.’ (De Recyclocratie, p. 36) Dit zijn de machines van de wilde jongens, hun voertuigen, hun beesten die ze getemd en gecorrigeerd hebben, waarop ze rijden. Het zijn geschiedenisverwerkers, machines van de recyclocratie, waardoor ze de metrie toepassen op de geschiedenis. Ze meten alles door, semiotisch, om op zoek te gaan naar verborgen tekens. Zij zijn preteristen. De machines van de wilde jongens zijn de rijdende forten van de volgelingen van Johannes Hus, de Hussieten, tijdens de Hussitische oorlogen, die uiteindelijk leidden tot een wapenstilstand tussen de hussitische kerk en de katholieke kerk, tot een verbond, een compromis, waar uiteindelijk de daadwerkelijke reformatie uit

voortkwam. We spreken dan over de jaren 1400 en 1500. Ben je op de grote recyclocratische voertuigen van de wilde, hussitische jongens, of sta je op de pleiadische maaimachines van het modernisme ? Daar moet je wat voor doen. Jakob kreeg zijn Rachel niet zomaar. Daar moest hij eerst hard voor werken, en eerst werd hij bedrogen met Lea. Ik heb me altijd bovenmatig lopen ergeren aan de westerse uitleg van dit verhaal, de westerse vertaling. In de grondtekst wordt het veel dieper besproken. Het heeft meerdere betekenissen, meerzijdig. Lea is in het Aramees een beeld van het vleselijke, ze had een oog van het kwaad, oftewel een ‘evil eye’ van roddelpraat, die alles omdraaide. Rachel daarentegen had in de Israelitische taal een goed karakter, en daarom was Jacob tot haar aangetrokken, maar kreeg hij eerst haar slechte zuster. Is het ook niet zo in het dagelijks leven ? Je moet echt vechten voor het goede. Lea stond voor het vleselijke van Jakob zelf, wat bedriegende hemzelf ook bedroog. Ook was Lea conformistisch, liet zich vormen door de meningen van anderen. Rachel hield haar standaard hoog, die was niet om te kopen, die sloot geen compromissen. Daarom werd uiteindelijk ook Jakob onder haar onderwijzende hand gesteld, want Jakob was zelf ook een bedrieger geweest. Toch koos hij uiteindelijk voor het goede, waarvan Rachel een beeld was. Wat een geluk is het als we uiteindelijk na al het lange werken, al het veelvuldige bedrog, en al het zware lijden en hongeren ons ‘Rachel moment’ hebben. Het is iets om te koesteren, iets om naar uit te zien, iets waarvoor we kunnen zeggen : We geven niet op. Maar zijn we dat ‘Rachel moment’ waard ? Het is iets in onszelf. Wij moeten zelf als Rachel wezen en haar principes leren kennen. Jakob onderwierp zichzelf aan haar als aan een meesteres, als zijn onderwijzeres. Zo kon zijn leugenachtig Lea-vlees afsterven. Dit is alleen een oogst die we kunnen krijgen als we zijn meegegaan op de voertuigen van de recyclocratie, door de geschiedenis heen. Er moet eerst veel gezaaid worden op de akkers van de geschiedenis. Rachel wordt in het Hebreeuws ook een goede, eerlijke, onderwijzende droom genoemd, terwijl Lea als een leugenachtige droom was. Toch moest Jakob ook met Lea leven. Hij had haar immers verdiend, wat een beeld is dat we het kruis niet mogen wegdoen, maar het beste eruit moeten halen. Uiteindelijk was Lea een beeld van het voorhangsel van Rachel. Lea was de echo van Rachel. Eerst moest Jakob hiermee klaarkomen. Ook Rachel werd weer van hem afgenomen, want zij stierf bij de geboorte van Benjamin, zijn jongste zoon, die door Rachel zelf Benoni, of Bennie, werd genoemd, wat betekent ‘zoon van mijn smart’. Dat Rachel van Jakob was afgenomen was een beeld dat we ons nergens overmatig aan moeten hechten. Calvijn stelt bij psalm 85 dat alhoewel de hemel haar dienstknechten overvloedig

voorziet van levensbehoeften, zij zich niet daaraan hechten, want de hemel mest de mens niet vet alsof de mens van deze wereld zou moeten genieten, maar het is juist de bedoeling van de hemel om de mens op te heffen. Rachel’s bloem verwelkte. Nu moest Jakob haar in de hemel vinden. De hussitische oorlogen leidden tot een soort koude oorlog tussen de katholieken en de eerste gereformeerden waarin de reformatie wortel kon schieten en kon groeien en opbloeien. Jakob (Israel) had zijn Rachel gevonden, de bloem van de reformatie, na tijden lang zaaien in honger, kwelling en geween. De tijden waren duister geweest, maar nu was er een hemels licht doorgebroken, als de bliksem van een nieuw tijdperk. Het bloed van Johannes Hus dat gestroomd had was niet voor niets geweest. Eerst was de mens bedrogen met Lea, met katholiek materialisme, maar nu was er deze waterbloem, deze lelie, voortgekomen vanuit verwerkte geschiedenis. Maar ook deze lelie verwelkte weer. Zij moesten haar in de hemel zoeken, dieper in de geschiedenis. Niet voor niets heet psalm 60 daarom ook ‘de Lelie van het getuigenis,’ oftewel van de belijdenis. Als je wilt weten wat de reformatie is en betekent, laat dan dit je gebed zijn, uit de Vur, het eerste boek : ‘Ik zal het begrijpen, deze onsterfelijkheid, de lelie, drijvende op de waterstroom, drijvende op de waterdroom’ Leer je Rachel kennen, zoals Jakob, maar leer haar in het hemelse kennen, niet in het vleselijke. Op haar blaadjes staan de hemelse woorden beschreven en verklaard. In de Drager van de Vur, de bijgeschriften of apokrieven van de Vur, staat in boek 3 : ‘Als een wonder in de rivier, In de waterlelie gebeurt het, Een trap tot de hemel, En dan allemaal water, In alle lagen, Een trap tot het paradijs’ In boek 49 van de Vur staat : ‘De tranen van de stad leiden tot de dood, Maar de tranen van de hei tot leven

Ik zag haar daar wandelen, Met zoete tranen in een schaal, Ze goot het over de lelies Zij is de baarmoeder, tot wie alle lelies leiden, In haar is wedergeboorte, wedergeboorte op de hei’ In de Israelitische talen betekent Rachel in de wortels de ontsluiering (gly) van de herderin (ra’a), want zij was ook een herderin, wat een beeld is van het shamanisme. De shamaan gedenkt altijd, dus is altijd ook verbonden aan de geschiedenis, als zijnde een geschiedenis onderwijzeres. Ook is het de ontsluiering (gly) van de droom (ra’a), de vrucht van de duisternis. Dit is ook wat het pinksteren voorstelt want de discipelen moesten ra, rw (aramees) ontvangen, en gly (profetie), oftewel het volgen van de stem van de goede herder. hoofdstuk 47 de nieuwe calvinistische wereld Ik had vannacht een droom dat Frankrijk en Italie samen een land waren. De familie woonde er in een groot gebouw, als een huizenstelsel met balkonnen, en die huizen liepen allemaal in elkaar over door gangen. Er werden hier mensen opgevangen, ook uit andere landen, maar het waren niet allemaal goede mensen. Sommige mensen probeerden wel, maar veelal konden ze ook niet met elkaar opschieten. Het was een heel mooi gebied en een heel mooi gebouw, heel groots, met hele hoge plafonden, maar doordat het tussen bepaalde mensen niet echt klikte werd het steeds meer een hel. Ik was in een grote slaapkamer met mijn ex-levenspartner die in die droom gewoon nog bij me was, maar die weer vreemd aan het doen was, wel warm, maar ook weer koud, en ik zonk weer helemaal weg in het verleden, als in een hel. Er liepen ook mensen door de grote slaapkamer heen naar het balkon wat weer overliep in een ander deel van het gebouw, en er vloog toen een wesp, en die vloog onder mijn dekens en stak in mijn voet. De droom begon toen weg te vagen en toen was ik ineens op een natuureiland, koeler dan een ijsje en warmer dan de zon. Ik ontwaakte in een hut, en hier was alles sober en melancholiek, maar diep, en ik was de wesp heel dankbaar. De wesp was

door de hemel gezonden. Het was een volkomen, herstelde calvinistische wereld waarin het geheim en enigma van Calvijn ontsluierd was, van de reformatie. De conformatie was hier overwonnen. Alles ging mis in mijn gezin en werk in het midden van de negentiger jaren. De mensen die we hielpen keerden zich tegen ons. De prijs was hen te hoog, of ze waren jaloers, en wilden anderen meesleuren in hun lijden. Je komt niet zomaar van demonen af, en als je daarmee spelletjes speelt, dan komen de demonen nog wel dieper. Ik ben toen vertrokken uit Amsterdam, heb hier en daar weer op de veluwe en omstreken gewoond, en heb toen voor anderhalf jaar in Lelystad gewoond, moeilijke tijd. Het geheim van de lelie van de reformatie. Voortkomende vanuit de zee, vanuit de geschiedenis. Daarom ligt het ook in de polder, de Zuiderzee onder haar. Mensen gaven zelf toe dat ze lauw waren geworden, en dan toch hebben ze het hoogste woord, alsof zij alles beter weten. Dat is een teken van zware demonie. In Lelystad werd ik gestoken door de wesp, en kwam toen in een bosdorpje terecht waar ik het werk kon voortzetten, als een ontwaking. De wesp is een beeld van het afkicken van drugs. De wereld om ons heen is een drugskruis in vele laagjes. De mens gaat van drugs tot drugs. Ik was in mijn Lelystad jaren van 1998 tot begin 2000 in de ban van een cyberpunk sf geschrift, een geschrift van dystopische fictie, maar ik kwam er maar niet doorheen, dus had ik er een luisterbandje van aangevraagd bij de blindenbibliotheek want ik had wel vaker leesproblemen, niet vanwege slechtziendheid. De buren hadden een dubbele cassetterecorder waarmee je van tape naar tape kon overzetten, maar zelfs met luisteren kwam ik er niet doorheen, maar het heette ‘Steen Leeft’, en ik bleef er maar van in de ban, en dat was dus een van de verhalen van dat boek uit de tachtiger jaren. Het was een verzameling. ‘Steen leeft, Steen leeft,’ ging het maar in mijn hoofd. Nu weet ik dat het om de ontwaking tot Amalek ging, van verbrokenheid, Suri, tot hemelse verstening, Amalek.

hoofdstuk 48 lokken, fokken en hokken Een bijzonder ras van Pleiadische spinnen : de zogeheten rees-spinnen, of huisjesspinnen, ook wel schildspinnen genoemd, die een soort huisje op hun rug dragen, als een koek of een wafel, waarmee ze prooi aantrekken, en wat als hun reserve, opslag en munitie reservoir dient. Ze hebben over hun hele lichaam gifklieren, giforgaantjes, waarmee ze giftig sap kunnen spuiten en zware electrische en thermodynamische aanvallen kunnen plegen. Ik had er een droom over. De spinnen hadden een oranje geel huisje op hun rug, waar ze ook deels van konden loskoppelen. Ik zag zo’n spin en begon er op te slaan met de schoonmaak trekker. Toen vloog de spin een doos in in een tas, waarin kleren van mijn tweede broertje lagen, maar toen we er in keken konden we de spin niet meer vinden, maar wel een soort erotisch riempje. Wat betekent het ? We hebben hier te maken met de verboden boom uit het paradijs met verboden vruchten. Dat kan vraatzucht wezen of genotszucht, deze pleiadische huisjesspinnen zijn van al die markten thuis. Ook kinderen en volwassenen zijn hun prooi. Ze hadden een soort infra rode sensors en transmitters waardoor ze met de hersenen konden spelen. Deze spinnen zijn overal. Na het zaaien op rigil kent is er het oogsten op de pleiaden voor alle vleselijken, en de pleiaden is ook de grote baarmoeder van het vlees en de zonde. Duidelijk kunnen deze spinnen zich dus in lustobjecten veranderen, zinnestrelend zijn, en hen die zich aan de zonde en het vlees overgeven worden hier aan overgegeven. Voor een geestelijk mens zijn dit allemaal walgelijke dingen, voor een geestelijk mens die dus dichtbij moeder aarde, moeder wildernis leeft. Deze spinnen zijn overal. Ze hangen door de hele lucht heen, en fokken en hokken overal. Hier pompen zij hun vleselijke, bedriegelijke, verlokkende energieen. Ze laten hun huisjes zwellen tot koek, cake, taart, erotisch plezier, maar het is lokaas. Natuurlijk mag en moet er erotiek zijn, maar laat dit nooit buiten de demonologie gebeuren, anders ben je prooi. Ze maken dus ook sexuele prooi waardoor ze zich kunnen voortplanten, wat hen creatieve energie geeft, hersen-territoria, en zo nemen zij de hersenen van de onoplettende mens langzaam maar zeker over, en zo ook hun hart, hun hele lichaam en ziel, en dan vreten ze zo’n mens helemaal op, en doen ze zich tegoed aan de sappen van die mens, en voeden ze er hun kroost mee. Keer dus terug in jezelf. Sexualiteit is een oorlog. Het is niet iets onschuldigs. Keer in jezelf en wordt gevoelig voor deze energieen en laat je er zelf niet mee in. Kick er van af. Na de grote strijd tegen rigil kent (toronto etc.) is er de grote strijd tegen de pleiaden, de verstening en de oogst van het vlees. Dit boek zal hiertegen antistoffen geven, maar die moet je nu al zelf gaan aanmaken.

In het boek Cyberpunk SF uit de tachtiger jaren, een verzameling van dystopische verhalen, wordt het afkicken van drugs soms vergeleken met het afkicken van ex-relaties. Dat is dus ook een strijd met sexualiteit, want je moet loskomen van verkeerde sexuele bindingen, wat niet wil zeggen dat alle sexuele bindingen met ex-relaties per definitie verkeerd zijn, maar je moet wel ergens van afkicken, van een bepaalde stof die je altijd binnenkreeg. Het kan heel verlammend zijn. In dit geval gaat het over vleselijke demonen waar je lijf een sexuele relatie mee had, want dat is wat de drugs kan zijn, het kan heel intiem zijn geweest. Psychologisch kan het heel zwaar zijn, en ingewikkeld, en in het boek Cyberpunk SF wordt het ook wel omschreven als een soort achtervolgingswaan die je dan ontwikkeld, als een soort paranoia, en dat die op zich ook weer heel sexueel kan zijn. Het boek noemt het dan een onderstroom van sexuele opwinding die vervlochten is met de achtervolgingswaan, want je leeft in een wereld waarin je zintuigen voortdurend worden geprikkeld, waar je ontzettend op je hoede moet zijn, dus die waan is dan een soort alarm. Er zijn goede en slechte wanen. In de germaanse tijd waren de wanen de vruchtbaarheidsgoden. Later kreeg het een steeds negatievere klank. In de germaanse tijd waren het gewoon de nomadische elven, en het was ook verbonden aan wijsheid en het zien in de toekomst. De wanen waren sexueel ook veel vrijer dan de asen, alhoewel dat ook weer gevaren kon opleveren. Het is oorlog. Ook waren de wanen verbonden aan de zee, dus aan de tijd, de geschiedenis, die eigenlijk als hun orakel diende waardoor ze hun voorspellingen deden en hun inzichten verkregen, als hun kristallen bol. Het boek Cyberpunk SF waarschuwt dan dat er aan de achtervolgingswaan van de puberale opwinding een schorpioenenangel zit, aan de staart, en dat het de zenuwuiteinden van de huid naar buiten laat richten. Eigenlijk zou het naar binnen moeten zijn. De mens moet zich terugtrekken in zijn binnenste. Ik wilde het boek lezen toen ik in Lelystad woonde, maar ik had het gevoel dat ik er niet doorheen zou gaan komen als ik dat zou gaan doen, dus had ik de tape aangevraagd. ‘Steen leeft,’ was een van die verhalen, en het ging over een persoon die zijn verleden zag terugkomen in de nieuwe dingen die hij beleefde. Zijn naam was Steen. Het boek probeert de technologie van het leven te beschrijven. Als we denken aan de taal van de liefde die koeler is dan een ijsje en warmer dan de zon, dan komen we niet om het kruis heen. Er is geen weg langs het kruis, maar dwars doorheen. In het boek staat er dan dat er een auto-erotische terugkoppeling is aan de drugs, en die is tantaliserend. Zijn we in de grip van deze spinnen ? Ik heb altijd geweten dat er iets niet klopte met de westerse sexualiteit. We worden bedrogen. Dit

zijn huisjesspinnen. Het is lokaas om ons te laten bijten in de haak. Wham, vast. Het sexuele wonderland is een tikkende tijdbom. Zou men niet huiveren over sexualiteit dan, zoals we over God moeten huiveren, vanwege het feit dat er zoveel misbruik is, zoveel ijdel gebruik ervan ? Zouden wij niet huiveren, ons weer terugtrekken binnenin ? Het is een gevaarlijke wereld waar de mens door massa reclame wordt geprogrammeerd, van jongs af aan, daarom met recht : een dystopie, geen utopie. Maar de dystopie trekt mij ook aan, want hierin leert de waakzame mens versoberen. Het kruis trekt mij aan, de taal van de liefde, de taal van het lijden. Er mag een hele andere sexuologie plaatsvinden, de hemelse. Dat is als het afkicken van een zware drug, want allereerst is sexualiteit iets symbolisch, en allereerst is het iets tussen jou en God, tussen jou en de kennis, de exegese. Dat gaat dwars door de geschiedenis heen terug naar de prehistorie, het loskomen van het conformistische, comfortistische modernisme. Het is het ontdooien van de pleiadische steen, en het afbrokkelen ervan, in de recyclocratie. En dan moeten we dit pad kennen, dit pad door de hel, als Dante. Het boek Cyberpunk SF gaat dan over het herzien van pijn, want pijn heeft veelal een negatieve klank gekregen. De mens wil het niet, en de mens rent er van weg, maar in het verhaal Vrijwerf is er dan een liedje over dat pijn fijn is, en dat het allemaal om pijn gaat, want al het andere heeft geen waarde en is zinloos. Dus het liedje zegt dan eigenlijk dat pijn het beste geschenk is, en dat is ook wat degene die het zingt wil, dat hem pijn wordt gegeven, en weer wordt dat aan sexualiteit gekoppeld, wordt het voorgesteld als een vrouw, en dat de mens tot haar moet gaan. Zij is dus het kruis. Als je sexualiteit van pijn gaat loskoppelen, dan wordt het een ego-trip namelijk. Ook als je sexualiteit van God gaat loskoppelen, van de gnosis, wordt het een ego-trip, zoals een prediker eens tegen mij zei dat hij even geen tijd voor God had als hij sex had met zijn vrouw. Dan dacht hij niet aan God. Ik vond dat vreemd en eng. Ik zat toen nog op de bijbelschool, en ik was bang voor sexualiteit, omdat ik wist dat als je het verkeerd zou gebruiken, dan zou je van God kunnen wegvallen, dus ik heb het altijd met God willen betrekken. Ik betaalde daar overigens een hele hoge prijs voor, want ook dat heeft mij weer tot zware angsten geleid, want ik was bang in het heiligdom een verkeerde stap te maken, dat ik alles om ver zou werpen per ongeluk, dus je zit dan tussen twee vuren in. Aan beide kanten is pure angst, en zo kan dan de hemelse gebondenheid doorbreken, de hemelse veiligheid, en de openbaring van de hemelse technologie. Zo’n hoge prijs moet je betalen. Het komt je niet aanwaaien, maar dan is het ook vast, beproefd, bewezen. Ik was in de ban van het boek eind negentiger jaren, in Lelystad, maar kwam zelfs niet door het bandje heen. Ik moest dit heel langzaam tot mij nemen. Nu was er een verleidster gekomen, de pijn, het kruis, als een verleidelijke vrouw, maar niet zoals in de wereld, maar streng en gedisciplineerd, die je nooit teveel geeft. Dat is wat het kruis is. Zij opent werelden. Dat is de relatie waar we ons naar uit moeten strekken, en zij is verre van zomaar romantisch. Pas op voor de koeken van de

pleiadische huisjesspinnen, want het is vergif, en dan ben je er bij. Het menselijk geslacht is allang door hen ingenomen. Denk aan het huisje van koek van de heks van Hans en Grietje. De mens zit er diep in. Nu moeten wij eruit. En de vrouw van het kruis in het boek wenkte de mens, om tot haar te komen, want pijn is helemaal niet wat ze zeggen dat het is. Pijn is fijn. Zo vindt er namelijk kruisbestuiving tussen de culturen plaats, stelt het boek. Daarin mogen we niet roekeloos zijn. We mogen pijn niet opwekken voor het haar behaagt, en ook niet overmatig. Teveel pijn kan namelijk ook weer een drugs zijn. Het gaat om het profetische pad. We moeten niet toekomstige pijn gaan aanhangen, maar de pijn van de geschiedenis, het gedenken van de pijn, om zo tot hogere inzichten te komen. hoofdstuk 49 theopunk sf Een intellectuele uitdaging : de grenzen van het leven, de kooi, de paradoxen, om warmte en medelijden op te wekken. De noodzaak van de pijn die ook weer extase in zich verborgen houdt. Het voortplantingsbevel, de achtervolgingswaan die ook een sexuele angst is : Het maakt een vrijgevochten punkfiguur van je, een rebel. Wat ging er fout in het paradijs ? Je moet wel heel erg op je hoede zijn met al die loerende exotische duivels. Wat willen ze met je doen ? Dit is waar het boek cyberpunk sf uit de tachtiger jaren overgaat, een boek waarvan ik eind negentiger jaren in de ban raakte, maar waar ik niet doorheen kon komen, zelfs niet toen ik de tape ervan had aangevraagd, maar waarvan eigenlijk alleen maar dit zinnetje bij me bleef : ‘Steen Leeft’, wat de titel was van een van de twaalf verhalen in het boek. Cyberpunk SF is dystopische fictie, voortbordurende op Orwell en Burroughs. Aan het einde van het boek gaat het over Mozart die in de tachtiger jaren overal opdook als een teken van culturele synchroniteit. De sterren kwamen in een lijn. Het was de droom van Falco in de tachtiger jaren : Mozart als punkfiguur. Zowel Mozart als Falco stierven jong. Je zou ook Luther en Calvijn punkfiguren kunnen noemen voor hun tijd. Ze waren rebellen naar het katholieke wereldrijk, anarchisten. We komen dan op het gebied van de theopunk

sf. Het zijn allemaal verhaaltjes. We hebben dit nodig om door de stad heen te komen, terug naar de wildernis. Graffiti op de katholieke graven, en je moet ook een punkfiguur zijn naar de aloude reformatorische grondvesten, dus ook graffiti op de reformatorische graven. Daarom kwamen de hanekammen in de tachtiger jaren. Het was geen new age, maar new wave. Het was gewoon een golf die er doorheen ging, niet dat het oude ineens geheel weggegooid zou worden. Het was allemaal nog heel bruikbaar. De mens moest terug naar het stenen tijdperk, want de mens had het flink verknald. De mens moest weer een holbewoner worden. Ook Johannes Hus was een punkfiguur voor zijn tijd, op theologisch en ethisch gebied dan, een theopunk sf figuur. Je moet oppassen dat je dan niet te modern wordt, dat je niet teveel weggooid. Luther en Calvijn lieten veel van het katholieke erfgoed bestaan, want het had ook goede dingen, en zo moeten we ook met de reformatie omgaan. Je kan niet alles weggooien, want het is je levensadem. Je moet niet alle schepen achter je verbranden. Theopunk is belangrijk. Zing niet met die mongolen mee in hun comfortistische conformisme. Wees een punkfiguur in de theologie, want alles is versteend tot dood steen en is aan het afbrokkelen. De hemelse steen zal zich openbaren. Steen leeft. De tijdmachine moet ergens doorheen breken door synchronisatie, culturele synchronisatie. De tijdmachine zendt deze droom, en heeft ons ten diepste gemaakt, zoals in het verhaal ‘11 februari’ in de tweede bijbel. Die tijdmachine heeft zijn eigen voortplantingsprogramma. Doe niet mee aan de moderne, verwesterlijkte sex, want dat zijn domme reclame truukjes. Ga er intellectueel mee om, en medisch, als een puzzel, niet zomaar geforceerd. Laat het aan profetische voorwaarden voldoen. Zitten we in een science fiction verhaal ? Dan moeten we ook de wetenschap en techniek daarvan kennen. Zitten we opgesloten in proza ? Zo ja, dan is daar ook een weg van proza doorheen, dieper erin. Theo rebellen proza is het dan, en dat is psalmisch. Het gedicht vergeestelijkt alles, zodat de mens zo daadwerkelijk tot de geestelijke wereld kan gaan. Het heeft zijn eigen materie. Geest, aarde en goden. De mensen hebben verhaaltjes lopen vertellen, maar het werd te extreem, letterlijk en eenzijdig, en daarom moeten we nu wel theopunk sf figuren zijn, of theo rebellen proza figuren. Graffiti op hun graven. Graffiti op de muren van deze stad, van dit dorp, waardoor we weer kunnen dromen, diepte gaan zien in alle dingen, diafragiel leven. Op naar de culturele synchroniteit. De tachtiger jaren waren de hemelse drugs. Helpt om af te kicken van de vleselijke drugs van het goedgelovige, voorouder aanbiddende conformisme.

hoofdstuk 50 van cyberpunk sf tot theopunk sf Wat is het pad dan ? Eerst gaan we door de verbrokenheid, de verzachting, om gemengd te worden, wat in de voortijd ook wel Suri wordt genoemd, en dan komen we tot de hemelse verstening, Amalek, de hogere nordics, om zo alle valse vleselijke verstening te ontlopen, en dat is een pad wat door de cyberpunk SF loopt en de theopunk SF, en deze hemelse verstening geeft weer een automatische terugkoppeling tot de Suri, de verbrokenheid, de verzachting, dus de spanning tussen zacht en hard blijft, en zal uitgewerkt moeten worden. Zo zal de mens loskomen van de valse pleiadische versteningsoogsten, en zal de mens ontwaken uit het steen : Steen leeft. Ik zie die lijnen op allerlei manieren cryptisch door de geschiedenis lopen. Punk betekent rebellie, en dat kan goed of slecht zijn. Punk kan dus ook negatief zijn, dus bijvoorbeeld naar de natuur als moderne punk. Zo hebben de Romeinen Israel geheel gemold. Het waren romeinse en katholieke punkfiguren, uit de stad, cultuurbarbaren, grafrovers, en zo ontstond het westerse christendom, wat een negatieve punkbeweging is, totaal natuurslopend. Het zijn punkfiguren, ook die gehele evangelische beweging die toen kwam, allemaal punkfiguren met oranje hanekammen, en dronken, zo dronken, en toen kwam de pinksterbeweging, ook punkfiguren, en toen Toronto, de uitbarsting en uitstorting van Rigil Kent op aarde, de grootst mogelijke stadse vuiligheid, wat zich dan in de Pleiaden versteent. De mens moet dus van Orion tot de Nordics gaan, van Heidelberg tot Dordrecht, om hieraan te ontkomen, en dit moet een automatische terugkoppeling hebben. Krijg in de gaten wat er gaande is en laat je niet neermaaien door de massa-media.

hoofdstuk 51 teveel hemel – hoe diep is je liefde ? De wilde jongens zijn natuurlijk een archetype, en de onderlinge wilde jongens zijn ook weer archetypes. We volgen dan de lijnen van Barrie tot Burroughs, en verder natuurlijk, want in de tachtiger jaren kwam de cyberpunk sf opzetten. In het verhaal ‘de 400-jongens’ van Marc Laidlaw is een van de wilde jongens genaamd Huilebalk, een belangrijk archetype waar we het veel over hebben gehad. Heb je wel eerst genoeg over degenen geweend voordat je een oordeel over hen maakte ? Heb je ze genoeg de kans gegeven ? In het verhaal worden de wilde jongens binnenste buiten gekeerd (inside out), en moeten ze ook krimpen, wat heel belangrijk is, want opgeblazenheid leidt tot de dood. Als het rigil kent vlees tot steen is geworden in de pleiaden, dan is er ook nog een naoogst in andromeda waar dit wordt uitgewerkt, en de vleselijke mens leeft dan in een drugswaan in zijn steen, op weg naar het verderf. Dat is een bourgondisch leven, een ego-trip. Stolen cars heading for the crash, fake safety in the stone. Dat is de dark side van andromeda : fake fertility. Zij gaan ook ‘beyond’ alle dingen, maar dan vanuit onverschilligheid. Ze laten alles achter, verbranden alle schepen achter zich, als vleselijke vogels, van andromeda. Het zijn punkfiguren, rebellerend naar de natuur, maar ze hebben hun eigen natuur. Denk niet dat het zomaar boeren zijn. Het zijn punkers. Ze lopen rond en slingeren met hun kettingen. Ze zijn van de stad. Alles gaat in hokken. Dat is de dark side van andromeda, het stadse deel, met de grote wolkenkrabbers en allerlei punk straatbendes die de boel terroriseren, hackers. Dat is wat cyberpunk is, en er is goede en slechte, net zoals in de theopunk. Er vloeide een rood spul uit de harten van hen op de dark side van andromeda, in een droom. Ik mocht het spul niet aanraken. Ze hadden hun kruis afgelegd en een eigen kruis gemaakt, hun eigen limieten, hun eigen regels. Ze waren verwaand en eigengereid. Huilebalk is een belangrijk archetype in de wilde jongens. De psalmist weende ook veel, en het had een bedoeling. Bij elke stap die de wilde jongens zetten worden ze kleiner, terwijl mannen van het vlees bij elke stap die ze zetten groter worden, want ze willen pronken. Waarmee willen ze pronken ? Met zichzelf, met waardeloze, ijdele dingen : stropdas, rijkdom, bling bling, carriere, status, allerlei opgeblazenheid in allerlei vormen en maten. Macht willen ze, eer en rijkdom, allemaal drugs van het vlees, allemaal tijdelijk. In andromeda knappen ze ergens af, en dan stort

alles naar beneden. Dan is het jointje op. Dan is de trip voorbij. Ze zijn aan het flippen, flippen. En dan is er de kater, of helemaal geen kater meer en zijn ze al weg. Punkers aan de drugs, met machtsfantasieen en geweldsfantasieen, grote dikke vette psychoses, en voor wat ? ‘Niemand zal meer teveel hemel hebben,’ zongen de beegees. Want het zal hoog als een berg zijn, en moeilijker te beklimmen. Het is alleen iets voor de huilebalken. Je tranen brengen je daar. Pas op voor de drugsspuit. Punkers willen je graag meenemen. Ze doen zich voor als autoriteiten. Ik moest naar Zeist in een droom vannacht, niet voor studie maar voor therapie. Het was om te genezen van het punkers wereldrijk. Ik liep door de straten en ging toen langs een grote flat, waar mijn tante ook scheen te wonen in die droom, en toen stond daar bij de parkeerplaats ineens haar zus met haar dochter bij een auto, en die wilde ik dus absoluut niet zien, dus ik zei : ‘Wij lopen nog even door,’ en ik liep toen verder. Ik was blij dat ik in Zeist was gekomen. Ik had daar ook een huis. Er was een buurtfeest geweest en ik was er ook geweest, en ik had wat vuilniszakken van dat feest bij een overbuurman gelegd, die nog best wel ver weg woonde, want het was een heel groot plein. En ik ging daar ook op een stoel zitten voor zijn huis. Hij vond dat niet fijn, maar toen legde ik hem het verhaal uit. Het is toch een manier om door dat soort dingen ingang te vinden en contact te maken. Zo haken dingen op elkaar in en kunnen dingen uitgelegd worden, door ogenschijnlijke toevalligheden en ogenschijnlijke confrontaties. In Andromeda wordt het vleselijke van het geestelijke gescheiden, op grote snelwegen. Het vleselijke wordt daar afgebogen en komt op hele andere wegen terecht, meer en meer. Dat is dus waar Andromeda goed voor is. Het vlees wordt hier ontmaskerd, en wij moeten doorreizen tot de nordics, tot Amalek, met een goede Orionse basis, waar ook weer automatische terugkoppeling toe is. Als we naar de drugs kijken waarvan we moeten ontvluchten zien we deze chemische verbinding, als in een driehoek : rigil kent – pleiaden – dark side of andromeda. Dat is het rode spul, de wijn van het vlees, en het maakt ze dronken, laat ze dingen doen en zeggen. Als je naar die boeren kijkt, die dus eigenlijk dronken punkers zijn, dan is het zo van ‘ie mutten het zus en zo doen,’ en als je dat dan niet doet, dan gaan ze uitgekookte beledigingen maken, en steken onder water maken. Het zijn vroege vogels, zijn er als de kippen bij. Het zijn grenswachters, en willen niet dat de mens tot het nordicse geheim ontwaken. Orion heeft een nordicse oogst, een verharding naar de zonde toe, om het plaatje volledig te krijgen. Daar waar de vleselijke mens aftakelt met de dark side of andromeda drugs, daar moet de geestelijke mens opgaan tot Amalek, wat ook in de bilha en de vuh uitvoerig wordt besproken.

Het is een gegeven dat boeren en stadse soldaten de huilebalken bespotten, maar het zijn punkers. Ze zijn bewakers van het geheim, als alarmen. Je mag niet anders denken, mag niet anders zijn, je moet als hen zijn, deze punkers. Je moet met hen op vandalen tocht gaan. Huilebalken hebben ze niet nodig. Het kruis vinden ze vies. Ze durven niet aan te raken, ze willen niet leren kennen. Ze willen niet in therapie, want dat is iets voor zwakkelingen, watjes, en doetjes. Het zijn punkers. Dat kun je gewoon zeggen tegen deze boeren, dat het punkers zijn, want dat is wat ze zijn. Ze zijn rebels naar de natuur toe, vandalistisch, cultuurbarbaars. Je moet als hen praten, aan dezelfde drugs zijn. Dan hoor je erbij. Jippie, en yummie. De psalmist had er ook mee te maken. Ook met hem dreven ze de spot, ook met Jezus en de Bee gees. De Bee gees schreven hierover hun lied ‘Hoe diep is je liefde’, want we leven in een wereld vol dwazen die ons kapot breken. Daarom : Hoe diep is je liefde ? Alleen de weners zullen de nieuwe wereld ingaan. Dat is dus niet zomaar een nieuw tijdperk, maar een nieuwe golf. Als je Huilebalk niet in je team hebt, vergeet het dan maar. Het hele verhaal draait om het Popol Vuh motto : Offer ons op, dus eigenlijk je andere wang toekeren, de extra mijl begaan. Rek het oordeel uit, stel het uit, wees lijdzaam en verdraagzaam, wees niet overmoedig in toorn, want hierin heb je ruimte om te groeien en te bloeien. Laten we ons stellen onder de zorg van de moeder, en niet zo hoogmoedig en stoer zijn om te denken dat we wel zonder kunnen. Het vlees is immers losgeslagen van de hemelse moeder, als een punker, op weg naar zelfvernietiging. Wij hebben onze moeder nodig. Wij mogen rijkelijk drinken van haar borsten. Zo mogen we opgroeien in de rebellie tegen het vlees, als jagers en slagers. Dat betekent het diepere medicijn in hen vinden, in therapie gaan. Kennen wij de medicijnen van het shamanisme ? Of hebben we teveel hemel, dat het allemaal niet hoeft ? Kunnen we loskomen van de drugs ? Er is een weg. Hierin moet je veel achterlaten. Loskomen van dronkenschap. Hoe diep is je liefde ? Ik was in een droom in een lift in een flat op de Bijlmer, waar ik vroeger onder Afrikanen werkte. Er was een punker op die lift die tegen me aan begon te praten. Het was een alcoholische stem en het ratelde maar door. Het was een stem van het lagere Orion en van de dark side van andromeda. Er viel geen contact mee te maken. Hij leefde helemaal in zijn eigen fantasie, en toen viel hij weg.

hoofdstuk 52 van hus tot calvijn – pilaren van regressief-reformatorisch hussisme en calvinisme en het loskomen van dutch dark side calvinisme Wereld in oorlog De Hussitische oorlogen - oorlogen om de reformatie Vandaag zullen we wat punten bespreken van de boheemse reformatie van Johannes Hus (jaren 1400), wat de baan maakte voor de latere Duitse reformatie (jaren 1500). Wat zijn de hoofdpunten van Calvijn ? Veelal worden alleen zijn verkeerde leringen belicht, maar wij hebben veel zijn goede punten besproken. Er zal een heel ander calvinisme moeten komen, namelijk het regressief calvinisme, wat zijn geschriften ook daadwerkelijk kent, niet zomaar wat punten opdreund van horen zeggen. De mens moet loskomen van het dark side adromediaanse calvinisme, oftewel het romeinse calvinisme, botte bijl calvinisme, waarin ieder andersdenkende mens dood moet en naar de hel, zoals de Romeinen vroeger de christenen vervolgden en die voor de leeuwen wierpen, en daarna de gnostici vervolgden en de reformatoren. Er zullen dus nieuwe punten van Calvijn moeten komen. We hebben er veel over gesproken. Het zijn punten die ondergesneeuwd liggen, en die het calvinisme vanuit een hele andere hoek zullen benaderen. Er is dus een dark side calvinisme wat nu nog in Nederland regeert, en dat komt door gebrek aan kennis. Hoe dan ook is Nederland calvinistisch, maar het is tijd om tot de verborgen schatten van het calvinisme te gaan. De huidige pilaren van het calvinisme dienen afgebroken te worden, en er zal een nieuwe hierarchie moeten komen in de punten van Calvijn. Hij had veel belangrijkere punten dan de huidige pilaren die op de voorgrond zijn getreden. Er zullen dus nieuwe pilaren moeten komen. Johannes Hus ging hieraan vooraf, maar die hebben ze in de doofpot gestopt, want meestal als men het over de reformatie had dan had men het over Luther en Calvijn, en vaak de verkeerde punten ook nog eens. Johannes Hus zal dus uit de doos gehaald moeten worden. Hier zijn wat punten van de reformator Johannes Hus.

1. Geen machtsgreep, maar kruisgreep (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 10, tot de hoorders van het woord van god in praag) 2. Geen rijkdomsgreep, maar kruisgreep (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 10, tot de hoorders van het woord van god in praag) 3. Minacht vleselijke kracht, vrees hemelse kracht (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 5, aan Johannes Barbat, woorden van Augustinus) 4. Hoe meer de hemelse kerk wordt onderdrukt, des te hoger zal zij boven alles uitzweven (ballingschap en gevangenis brief 6, aan de gelovigen in Praag) 5. Dien meer de dingen van de ziel dan de dingen van het lichaam (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 5, aan Johannes Barbat, woorden van Jerome) 6. Dien God in plaats van mensen (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 5, aan Johannes Barbat, woorden van Jerome) 7. Waak ervoor dat je geen menselijke tradities stelt boven het hemelse woord van nederigheid, naastenliefde, matigheid en christelijke liefde stelt, want dan minacht je het hemelse woord en verval je tot hebzucht, simonie, en losbandigheid. (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 6, aan de gelovigen in Praag, woorden van Paulus aan Titus) 8. De bozen met zwellende boosaardige harten op het pad van verderf zijn altijd bedrogen en bedriegen altijd anderen. (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 6, aan de gelovigen in Praag, woorden van Paulus) 9. Waak voor de simonie (relihandel), want zij is een vals priesterschap van hen die een voorliefde hebben voor plezier, rijkdom, waardigheden en andere bevredigingen van het vlees. (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 9, tot de hoorders van het woord van god in praag) 10. Ik ben gekomen om de zoon van zijn vader te scheiden, en de dochter van haar moeder. (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 13, tot de hoorders van het woord van god in praag, woorden van Christus) 11. Spreek geen ziekelijk kwaad over iemand met anderen mee, maar wees verzekerd van de waarheid door die persoon zelf te ondervragen. (ballingschap en gevangenis serie 2, brief 3, uit nuremberg tot zijn gemeente in praag) 12. Pas op voor degenen die de zonde niet veroordeeld maar witwast, en die vol zelfverheerlijking kruisloos de priesters vleien. (ballingschap en gevangenis serie 2, brief 7, aan het volk van bohemia) Wychewitze schreef aan Johannes Hus : Bevecht volhardend de vijand, niet voor aardse beloningen (simonie), maar voor eeuwig loon. (ballingschap en gevangenis brief 15, de priester Wychewitze aan Johannes Hus en zijn vrienden). In die tijd was het ook zo dat je publiek moest kopen, en Johannes Hus wilde daar niet aan mee doen. Johannes Hus werd gevangen gezet en daar

uitgehongerd, en ook werden er op grote schaal leugens over hem verspreid. Uiteindelijk stierf hij op de brandstapel. Wij hebben nog steeds met deze geesten van inquisitie te maken. Laat je niet bedriegen. Ze zijn nog steeds om ons heen in andere vormen. Daarom moeten wij op het pad van Johannes Hus blijven, de Messias van de reformatie, die strijd tegen de simonie. hoofdstuk 53 van jezus christus tot johannes hus – van kruis tot brandstapel Oh, dus je hebt Jezus in je hart ontvangen ? Maar Johannes Hus ? Oh, je draagt het kruis van Jezus ? Maar de brandstapel van Johannes Hus ? Mag ik het bij deze gelegenheid ook hebben over de dieren die nog steeds in de holocaust leven ? Draag je hun kruis al ? Zo niet, dan is het allemaal slechts ijdelheid. Er kwam nog iets na Jezus. De draak, het romeinse en romeins-katholieke rijk, wat dus in de Middeleeuwen steeds meer werd tot het Duitse rijk, de aardse kerk van het vlees dus, stond voor de vrouw, een beeld van de hemelse kerk, en zou het kind wat zij zou baren verslinden zodra het zou zijn geboren, in Openbaring 12. Het kind werd tot God opgenomen en kreeg een ijzeren staf om de heidenen te hoeden. In het Aramees is de sebet, staf, ook een stam, of een speer. Het zou de opkomst zijn van een ijzeren volk. Ook kan sebet een plaag betekenen. In ieder geval gaat Openbaring 12 over Johannes Hus, die van de hemel gegeven werd om de mens te bevrijden uit de katholieke tirannie. Dat is een verhaal, net zoals Jezus een verhaal is. Daar moet verder geen afgod van gemaakt worden, maar Johannes Hus was de messias van de reformatie. Ik zei het al vlak na de bijbelschool dat er nog iets na Jezus zou komen, omdat dat in de bijbel stond, en er stond ook in de bijbel dat er grotere werken dan Jezus zouden gebeuren. Nou, dat namen ze me niet in dank af, ook al stond het gewoon letterlijk in de bijbel. Wat me opviel was dat velen, zelfs op de bijbelschool, de bijbel niet eens of niet goed kenden. Ze noemden mij altijd ‘de lopende bijbel’, omdat ik het memoriseerde, maar vervolgens als ik dan zei wat er dan daadwerkelijk in de bijbel stond, dan wilden ze dat niet horen.

Jezus hebben ze verafgood. Je mag niet aan dat heilig huisje komen. Dat is hun zere teen. Zo hebben ze de bijbel ook verafgood. Ik heb altijd gezegd dat er nog iets na de bijbel komt, wat ook in de bijbel zelf staat, dat er daarna nog iets zou komen. Maar dat mocht ik ook niet zeggen. Ze gaan met de bijbel om als een papieren paus, als een afgod. Vannacht had ik een droom dat ik in de onderwereld bij het lichaam van Johannes Hus was aangekomen. Hij was geslacht. Zijn vlees, zijn lichaam, was bijna transparant en roodachtig, heel rauw vlees, wat daar lag. Hebben wij Johannes Hus al bezocht in zijn gevangenis ? Dat is waar Mattheus 25:35-40 over gaat : ‘Ik was in de gevangenis geweest en gij zijt tot Mij gekomen. Voorwaar ik zeg u, voor zoveel gij dit een van deze mijne minste broeders gedaan hebt, hebt gij dit mij gedaan.’ (Vert. Calvijn) Verder met de punten van het hussisme, voordat het calvinisme opkwam : 13. Wees avontuurlijk (brief aan een van zijn vrienden) 14. Hemelse waarschuwing is beter dan goud en topaas. (brief aan zijn vrienden) 15. Gedenk wie je bent, wie je was, en wie je zal zijn. (brief aan Henry de Schopeck) 16. Tussen de wereldse en hemelse voorzienigheden ligt een doorgang van grote verdrukkingen (brief aan zijn vrienden) 17. Wees altijd vriendelijk voor de armen, zoals je gewoon was; bewaak uw kuisheid en zelftucht (ascetisme); vlucht voor hebzucht; bezit niet meerdere levens, maar bewaar uw kerk, opdat de gelovigen een toevlucht bij u vinden, als in de schoot van een vader. (brief aan Johannes Christen) 18. Wreedheid de mens aangedaan reinigt van zonden. (brief aan zijn benefactoren) Zowel in het werk van Hus als in het werk van Calvijn kwamen hemelse metalen door. Hus had in een van zijn brieven gezegd dat het geschreven was in ijzer, doelende op zijn ketenen van gevangenschap (brief aan Haulikon), wat ook weer terugwijst op Openbaring 12. Hus was in de gevangenis gegooid omdat ze vonden dat geen enkele ketter ooit zulke gevaarlijke dingen als Hus had geschreven. Dit hebben ze trouwens ook weleens over mij gezegd. Maar ik spreek niet voor en door mezelf, maar de dingen van de hemel, waar ik ben geweest. Anderen hebben alles slechts van horen zeggen en volgen blindelings anderen na. Ook Johannes Hus had dus te maken met valse getuigen die tegen hem streden. Johannes Kardinaal had aan Johannes Hus geschreven : ‘Daal zoals Paulus af in de mand om een betere leer te verkondigen (shamanisme).’ Volstaat alles met het kruis van Christus ? Nee, duizendmaal nee. Het was slechts een voorbeeld. De mens moet in de romeinse

en katholieke onderdrukking gaan tot de brandstapel van Johannes Hus, tot zijn kruis en graf. Oh, dus je hebt Jezus in je hart ontvangen ? Maar Johannes Hus ? Oh, je draagt het kruis van Jezus ? Maar de brandstapel van Johannes Hus ? Mag ik het bij deze gelegenheid ook hebben over de dieren die nog steeds in de holocaust leven ? Draag je hun kruis al ? Zo niet, dan is het allemaal slechts ijdelheid.

hoofdstuk 54 de pilaren van het hussisme Verder met de punten van het hussisme : 19. Wend uw ogen naar de dingen van de geest, heb goede mensen lief, markeer de slechten, laat u niet vleien door ijdelheid en hebzucht, maar verheug u in mannen met een nederige geest en liefhebbers van armoede. (brief aan Zbinek, aartsbisschop van Praag) We zien hier dat Johannes Hus zich laat inspireren door de armoedsorders van de katholieke kerk in de wildernis. 20. Wee de herders die zichzelf weiden, maar de kudde die ze niet weiden. (brief aan Zawissius) 21. Het hele veld van de mens is zo met brandnetels gevuld dat de weg van redding met moeite kan worden gevonden. 22. IJdel is de redding door mensen. 23. Laat de broeders zich niets toe-eigenen, noch huis, noch plaats, noch wat dan ook; maar laat hen als pelgrims en vreemdelingen in deze wereld en als dienaren van de Heer in armoede en nederigheid rondgaan om aalmoezen te zoeken zonder vrees. (brief aan een monnik, woorden van Franciscus) 24. De regel en het leven van de Minderbroeders is dit, te weten, vastberaden het heilige evangelie van onze Heer Jezus Christus in acht te nemen en te leven zonder enig bezit in gehoorzaamheid en kuisheid. (brief aan een monnik, woorden van Franciscus) We zien hier dat Hus putte uit de bron van Franciscus van Assisi (jaren 1100-1200), die als enige geliefde vrouwe Armoe had, en de allerarmste wilde zijn, dus armoedsbegeerte, wat een belangrijke pilaar en hoofdpunt is van de leer van Hus. De Franciscanen werden ook de minderbroeders genoemd, en Hus noemde zichzelf een zwakkeling priester. 25. Als de autoriteit beveelt wat je niet zou moeten doen, veracht in dit geval de autoriteit natuurlijk, uit vrees voor de autoriteit die groter is. (brief aan Johannes Barbatus en Chrumnaw, woorden van Augustinus) 26. Kwaad doen op bevel van een ander is geen gehoorzaamheid maar ongehoorzaamheid. (brief aan Johannes Barbatus en Chrumnaw, woorden van Bernard) Johannes Hus was een godvrezende man die niet mensvrezend, een volger van menselijke,

vleselijke autoriteit, wilde zijn, en zich daarom de minste van de priesters noemde. De pilaren of hoofdpunten van het hussisme zijn : I – armoedsbegeerte (islam) II – kruisbegeerte (christendom) III – natuurbegeerte (jodendom) IV – kennisbegeerte (filosofie) V – begeerteloosheid (boeddhisme) VI – geschiedenisbegeerte, gedenking van het kruis van de geschiedenis (ook een belangrijk punt in Calvijn’s leer) VII – strijdbegeerte, strijd tegen simonie, relihandel VIII – toetsbegeerte, onderzoeksbegeerte Ik had vannacht een droom over een grote wolf of hond, en ik mocht er niet op reageren, maar moest het verwerken. Het bleek de wachter van het hussisme te zijn, van de pilaren van het hussisme. Het bleek een kinderwachter en kindergids van mij te zijn in mijn jeugd, een jeugdvriend, die later werd afgemaakt, kapot werd geschoten. De ontmoeting was emotioneel en we waren blij dat we elkaar weer gevonden hadden. Ik kon mij de dag herinneren waarop hij van mij werd weggesneden.

hoofdstuk 55 de nieuwe pilaren van het calvinisme Deze preek is gebaseerd op een aantal dromen, beelden en gezichten van de afgelopen tijd. Een indringende boodschap over de pilaren van het calvinisme, die vervangen moeten worden. De oude pilaren worden besproken, en de nieuwe pilaren. De oude pilaren waren dogmatisch terwijl dat niet eerlijk is ten opzichte van het veel wijdere onderwijs van Calvijn, dus daarom zullen er ethische pilaren voor in de plaats komen. Misschien kennen jullie het ezelsbruggetje van de vijf punten van het dordtse calvinisme : TULIP. Zo kwam Calvijn bekend te staan, want het was een aftreksel van zijn leer, maar een heel slap aftreksel. We hebben er veel over gesproken. Nu gaan we er mee verder. Er gaan nieuwe pilaren komen, gewoon weer uit de leer van Calvijn, want hij heeft veel meer gezegd, maar dit kwam allemaal op de achtergrond te liggen, want de vleselijke Nederlandse mens was nu immers liever dogmatisch dan ethisch (want ze konden zich zo heerlijk in deze dogma's verstoppen met hun eigenwaan). Wij wensen jullie leerzame tijden toe met deze preek. Blijf erover mediteren tot het doorbreekt. Wees zelf ook een bouwer van deze nieuwe pilaren, die natuurpilaren zijn. Dat jullie het pad mogen vinden van Hus tot de hogere Calvijn, om los te komen van de lagere Calvijn van het vlees. Door de katholieke kerk was alles uit evenwicht, door gebrek aan kennis, en zo werd de mens meegesleurd met monsters van hebzucht en geldzucht, in de diepe rivieren van het materialisme. Daarom moest Calvijn komen, maar ze namen juist de valse, dogmatische stellingen van Calvijn over om dit tot pilaren te maken, van Nederland en de Dordtse leerregels, waarmee we gestoeid en geworsteld hebben in het vorige boek (de wachters van Dordt). We hebben het een kwartslag

kunnen draaien, tot een loopbrug, en nu moeten we komen tot de ware natuurpilaren van het calvinisme, waarop Nederland gebouwd mag worden. Men maakte dogmatische pilaren van het calvinisme in plaats van ethische pilaren. Er waren zoveel ethische punten van Calvijn die ze hadden kunnen gebruiken, maar nee, na de katholieke nachtmerrie kwam de calvinistische nachtmerrie, terwijl de geschriften van Calvijn groot potentieel hadden, omdat ze zowel twee keer erger als twee keer beter waren dan het voorafgaande kerkelijk rijk. Ik had vannacht een droom dat een meisje die ik weleens hielp bij mij op het zolder van het ouderlijk huis sliep, op een andere parallelle nordics planeet. Het meisje had een slang in bed waarmee ze speelde. Ik vroeg me af waarom ze met de slang speelde en hoopte dat de slang haar geen kwaad zou doen. Maar toen werd ik me er van bewust dat de slang een ethische pilaar van het calvinisme was, een natuurpilaar dus, die zou moeten komen. Het meisje bereidde haarzelf er zo op voor. Er was ook een naald die uitgeklapt kon worden, die een andere natuurpilaar van het calvinisme voorstelde. We zullen dus de punten van het calvinisme gaan bespreken en de oude pilaren afbreken om zo tot de nieuwe pilaren te komen. Uit het archief : Calvijn over Colossenzen 4:17 : balans onderwijzen en leren, to teach and be teachable. :16 : balans tussen boodschap tot het persoonlijke (colosse) en universele (laodicea) microcosmos/macrocosmos klein gebied/ groot gebied inheemsen/ uitheemsen :12 – balans ver weg/ dichtbij zijn werken in de microcosmos/ macrocosmos (zoals wij wel zeggen : boven de schelp en onder de schelp) vergeten/ herinneren :6 – balans tussen vertellen [wat] en vertellen [hoe] balans praten persoonlijk en onpersoonlijk :2 – balans ijver – volharding

:1 balans meesterschap – dienstknechtschap Instituties I 1:1 kennis v. God vs. kennis van zelf 1:2 kennis van God komt eerst ‘wat praalde met het uiterlijk en kracht zal zich verraden in jammerlijke onmacht’ 1:3 hoe dichter bij God, hoe beter je God kent, hoe beter je jezelf kent. Het zelf is ondergeschikt aan God. 2:1 – waar geen godsdienst is en geen godvrezendheid wordt God niet gekend. wij kunnen alleen god kennen door heilige vreze en gehoorzaamheid. (Hus liet al zien dat die gehoorzaamheid dus betekent : het ongehoorzaam zijn aan vleselijke mensenregels) 2:2 – balans tussen god eren en god vrezen 3:1 – godsdienst is iets natuurlijks 3:2 – godsdienst heeft een ieder in zichzelf, dat kan de ander alleen aanwakkeren, doen ontwaken, de kiem is in het zelf. 3:3 – godsdienst is in evolutie 4:1 – gebrek aan onderzoek schept ijdele bespiegelingen waartoe vals vertrouwen ontstaat – gesneden beelden van God 4:2 – zij die valse god maken loochenen god – zijn atheisten – god geeft hen daaraan over zodat ze niet tot god zullen komen – omgeeft hun harten met vet (dat wil niet zeggen dat er geen waar atheisme is, atheisme tot vleselijke goden) 4:3 – god is geen schim of product van verbeelding die naar ieders lust kan worden veranderd. Calvijn mattheus 25 sacrifice van Jezus = metafoor van gehoorzaamheid Jezus = symbool van victory over death sterven aan jezelf – > overwinnen doodsproces aan het zelf

wordt geleid door – profetie – gods voorzienigheid op pasen : uittocht uit egypte/ katholicisme van katholicisme tot calvinisme teken : koperen slang/ touw pasen leidde tot het eeuwige leven / beloofde land sterven aan het zelf gaat vaak niet direct, maar door groot bedrog (judas kus) Calvijn kwam tegen het katholieke systeem die zoveel geld besteedden aan het aanbidden van god. Ze offeren dwaas op de altaren van luxe, dure kleding en dure gebouwen. Calvijn zegt : de ware altaren zijn de armen. God wil geen uiterlijk vertoon, wil geen materiele eer ontvangen, dat is allemaal bijgeloof. Colossenzen 3:22 – balans aan jezelf sterven en sterven van de vijand :18 – balans gehoorzamen en jezelf onderwerpen aan God niet zomaar op gelijke hoogte gaan staan van de hogere kennis of zelfs hoger, maar eerst jezelf onderwerpen, zodat de heilige kennis je kan vullen. Calvijn psalm 92 : Toeleggen op de verborgenheden van God’s werken. (vs 7) (Dit is dus wat waarlijk ‘de dingen van boven zoeken’ betekent) verborgen voorzienigheid (vs 8-10) We spreken hier van Calvijn’s verborgenheidsleer. Ook heeft hij een soberheidsleer en de leer van de mondwachter. psalm 38 : Calvijn benadrukt dat het verdragen en dragen van het kruis kan geschieden dus niet alleen door het gedenken van het eerdere kruis, maar ook het belijden van het kruis tot God, zoals de psalmist deed. Dit is de gedenkingsleer van Calvijn. Laten we naar wat meer punten van calvijn kijken :

– het einde van het vlees is de slachtbank – het reine wordt van het onreine gescheiden door hun namen en hun kentekenen. (spiritual mapping) – God is geestelijk is, en wil alleen maar geestelijk gediend worden, en als de mensen dat allemaal doorvoeren in vleselijkheden dan is dat allemaal bijgeloof. – Door de eigen wil en de verkeerde omgang wordt de mens besmet met het vleselijke. (commentaar op het boek Jozua) – gehoorzaamheid betekent niet afwijken ter rechterhand, en ook niet ter linkerhand, dus de grenzen in achtnemen (ken uw grenzen) – de ijver moet altijd gematigd worden door niet hardnekkig aan te dringen en door niet te blijven bij vooroordelen. De mens moet voor rede vatbaar zijn. – Vaak lopen degenen die van de waarheid zijn afgeweken overal met hun hoge titels te protsen, zoals de valse profeten dit deden met verheven minachting. (commentaar op korintiers) – Zij die uit zijn op roem leggen voor zichzelf een valstrik. Zij denken in kerkgroei statistieken, en doen graag water of gif bij de wijn om de nummers te verhogen. – In tegenstelling tot blind geloof moet er gestreefd worden naar zekerheden die de majesteit van de goede boodschap kunnen dragen en uitvoeren. – In diepte is de goede boodschap geen gift, maar een voorbeeld van geduld, want ieder voor zich zal de dood aan zichzelf moeten sterven om aan deze dingen deel te hebben. – Wees uitermate voorzichtig met tradities van mensen, de elementen waarop de samenleving is gebouwd, want daarin schuilt juist vaak het kwaad, en het wordt voortdurend uitgebroed in de hoofden van de mensen. – Je kan alleen iets geloven als je het kent. Er is geen geloof mogelijk zonder kennis. – De definitie van het ware geloof is het geweten wat zich geheel aan God alleen heeft overgegeven in volharding en vastheid, als tegengesteld aan trots vertrouwen in het materiële. Dit is niet zomaar iets wat er al is, maar een beoefening. – Het kruis is lang nodig tot het temmen van de mens. – De uitverkiezing door Abraham is niet genoeg, maar dat de mens moet ook uitverkoren zijn door Jakob, als een diepere uitverkiezing. – Het proces van volharding, het volkomen worden van het geduld en de vereeuwiging leidt tot de hemelse vervreemding. – David wilde niet slechts dankbaar zijn naar de weldaad van God, wat overigens een zeer moederlijke weldaad is, maar David wordt vervoerd tot bewondering van haar. Dit is geen passieve bewondering, maar een oefening van godsvrucht. (psalm 8, Calvijn’s bewonderingsleer)

– Het gaat niet om het wezen God, maar om de werken, om de deugden. God is geen zelfstandig naamwoord, maar een werkwoord, een principe. (psalm 8) – IJdele welsprekendheid en wijsheid (sofisme) dooft het kruis uit en verbergt het in trots en eerzucht. (commentaar korintiers) Omdat de sofistiek allemaal om geld ging, als een beroep, in plaats van een missie, probeerde de sofist het brein van de mens te manipuleren door welsprekendheid en amusement, door bedriegelijke uiterlijkheden dus, om zo de pathos, de emotie, te bespelen, als een poppenspeler. Sofisme gaat om menselijke organisaties, de uiterlijkheden. – Omdat het volk zo halsstarrig is dat ze totaal ontembaar zijn is het noodzakelijk dat er een strenge leerdiscipline over hen gesteld is die hen niet zachtzinnig zal behandelen, maar jegens hen ruw zal optreden. (amos commentaar, Calvijn’s gestrengheidsleer) I – Gedenkingsleer (gedenking en belijdenis van het kruis van de geschiedenis) II – Bewonderingsleer III – Gestrengheidsleer (getemd worden door het kruis) IV – Soberheidsleer V – Verborgenheidsleer Laten we kijken hoe dit gaat inpassen : Ik had een beeld, een gezicht, in de nacht, van de vijf pilaren van corrupt calvinisme, opgesteld door Nederland, door de Dordtse leerregels, onttrokken min of meer uit de leerstellingen en dogma’s van Calvijn, maar dan heel erg selectief, als vijf skeletten die over de wereld gingen regeren, als het calvinistische wereldrijk, wat de lagere Calvijn voorstelt, of vleselijke Calvijn. Er waren veel betere leerstellingen die Calvijn had gebracht, maar dit werden de hoofdpilaren, deze vijf skeletten. De skeletten spraken ook tegen me. De pilaren staan bekend als TULIP : I. De T-pilaar, van totale verdorvenheid, dat de mens tot niets goeds in staat is. Iedereen is al bij voorbaat veroordeeld en verdoemd, want iedereen zondigt. Ik moest deze pilaar afbreken. Het is niet bepaald eerlijk, en het is een vooroordeel, wat eigenlijk indruist tegen Calvijn’s soberheid leer, die juist waarschuwde tegen vooroordeel. Het oordeel moest uitgesteld worden en gematigd, om zo plaats te maken voor de rede. De nieuwe eerste pilaar moest worden : I – Soberheidsleer, waar Calvijn veel over gesproken heeft, om zo tot een zuiverder beeld te komen,

en geen valse godsbeelden en afgodsbeelden op te richten. De mens moet door de heilige, hogere Hus komen tot de heilige Calvijn, de hogere Calvijn, en ook tot de moeder van Calvijn. Dat is het nieuwe calvinisme. II. de U-pilaar, van unconditional election, de onvoorwaardelijke uitverkiezing, de onvoorwaardelijkheidsleer, die een New Age leer is, want men hoeft er helemaal niets voor te doen, en men kan dit ook niet. God beslist alles en doet alles. De mens is slechts een robot. Je bent het wel of je bent het niet. De mens stelt zo eigenlijk niks voor, en het is allemaal eenrichtingsverkeer. Dat is natuurlijk een hele extreme leer, dus deze pilaar moest ik afbreken. Het skelet begon te kreunen en te schreeuwen, en viel toen weg, stortte toen neer. Het was een hele grote pilaar van de uitverkiezing dus, totaal oneerlijk, totaal ongegrond. Een totale nachtmerrie, want zo werden er lieverdjes gekozen, favorietjes, en die hoefden helemaal niet goed te zijn van zichzelf. God maakte ze gewoon goed, dus het was een schuilplaats voor allerlei tuig en criminelen. Onder deze dekmantel konden ze opereren. Het is een godsgruwelijke leugen. Vandaar dat ik als nieuwe tweede pilaar moest brengen : II – Gestrengheidsleer, duidelijk gepredikt door Calvijn, dat de mens onder tucht moest komen, en dat alles weer voorwaardelijk werd. De mens getemd door het kruis, en straf op de zonde. Zo kon deze new age pilaar wegvallen. III. de L-pilaar van limited atonement, gelimiteerde verzoening, beperkte verzoening, want het was alleen voor die lieverdjes, wat dus eigenlijk verwende deugnieten waren want ze hoefden er niets voor te doen. Grote vader deed alles. Die regelde alles voor hen. Ik moest ook deze pilaar afbreken. De skelet begon te hijgen en te kreunen, en viel toen weg. Het was een heel oud skelet. Zijn einde was gekomen. Toen moest ik de nieuwe derde pilaar oprichten : III – Gedenkingsleer, want zo zou er weer diepte komen, en zou men leren van de fouten van de geschiedenis. Het verleden kruis zou weer herdacht worden, en zo zou de bron zich openen en stromen. IV. de I-pilaar van irresistable grace, onweerstaanbare genade. Weer komt alles van God af, niet van de mens. Als God iemand pikt dan kan die persoon zich er niet tegen verzetten, of die nu wil of niet, dus het is eigenlijk verkrachting, zieke verkrachting, en manipulatie. Ook deze pilaar moest ik afbreken. Het was het snoep van de lieverdjes. Het was een mensenhandel. Toen moest ik deze pilaar ervoor in de plaats zetten als de nieuwe vierde pilaar :

IV – Verborgenheidsleer, want zo leefde de mens vanuit dat wat er daadwerkelijk gaande was, vanuit de verborgenheden der dingen, en niet vanuit oppervlakkigheden en uiterlijkheden. Zo konden de hemelse bomen weer diep wortel schieten, dwars door het asfalt en het cement heen, terug naar het verborgene. Het greep diep in mijn hart, en begon ook mijn hoofd te vernieuwen. V. de P-pilaar, perseverance of the saints, volharding van de heiligen, als verzekering dat de lieverdjes eens en voor altijd wedergeboren en zalig waren, en dus hard. Ook deze pilaar moest ik afbreken, en deze laatste skelet begon toen te gillen als een varken, en stortte neer. Ook een verschrikkelijk skelet was het. Ik moest deze pilaar ervoor in de plaats zetten als nieuwe vijfde pilaar van het nieuwe calvinisme : V – Bewonderingsleer, want zo komt de mens echt in contact met God. De psalmist wilde er deel aan hebben, en wilde er in opgaan, in het scheppingswerk van onschatbare waarde. Calvijn stelt terecht dat de naam van God niet slechts God is. Daar neemt Calvijn geen genoegen mee. Nee, het is de kennis. De psalmist bewondert niet het redeloze, maar de rede, de kennis. De psalmist gaat zichzelf niet te buiten aan loze ervaringen. Het is de ervaring van studie, van het leren kennen van de hogere natuur, door bewondering. De mens moet dus niet zomaar dankbaar zijn, maar bewonderen. Alleen zo kan de mens het op waarde schatten, koesteren en opslaan. Ik was toen in een tuin van een kabouter, en het tuinhekje was het einde van Thriller van Michael Jackson, de lachende man. Die lach die vaagt dan weg, alsof het maar gewoon een machine was die uitgeschakeld wordt. De Heer sprak toen tot mij : Mediteer over de nieuwe pilaren, opdat ze gestalte zullen krijgen en diep zullen indalen. Er moest veel genezing komen, ook sexuele genezing, want de mens heeft alles sexueel verkeerd voorgesteld, alles omgedraaid. De sexualiteit moet dus weer een kwartslag draaien door de nieuwe pilaren, en dan zal er een nieuwe vruchtbaarheid zijn. Ik hoorde toen het lied ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld. Het gaat erover dat alles voorbij zal gaan.

hoofdstuk 56 hoog en laag calvinisme Als je stille tijd houdt, bijvoorbeeld als je onder de douche staat, of je hebt gewoon even vrije tijd om op je kamer te gaan overdenken, dan kun je aandacht geven aan de nieuwe pilaren van het hogere calvinisme, om van de pilaren van het lagere calvinisme los te komen. Begin dan met de eerste pilaar : de soberheidspilaar, en overdenk dit. Probeer er even wat minuten aandacht aan te geven, opdat de pilaar zich kan herstellen en vormen. De pilaar van soberheid dus. Ben je sober genoeg ? Op welke gebieden moet je nog meer versoberen ? Soberheid staat in verband met de natuur. Dit betekent ook soberheid in je oordeel. Omdat soberheid is omringd met gevaren, zoals overmatig oordeel, overmoedig oordeel, losbandige soberheid, verkeerd gerichte soberheid, enz enz. is het belangrijk om te gaan tot de tweede pilaar, de pilaar van gestrengheid. Die is dus als de hemelse boekhouding. De gestrengheidspilaar moet de soberheidspilaar dus in toom houden, en de soberheidspilaar moet ook de gestrengheidspilaar in toom houden, zodat er geen overmaat is. De derde pilaar, de pilaar van gedenking, is een empathie pilaar, van plaatsvervangend lijden in de geschiedenis. Dat is ook weer een reden om met de geschiedenis bezig te gaan. Het vak Ethiek kan dus niet zonder het vak Geschiedenis. Zo zullen de soberheidspilaar en de gestrengheidspilaar dus niet verkillen. Het is heel belangrijk dat er automatische terugkoppeling is aan elkaar. Deze pilaren horen bij elkaar en houden over elkaar de wacht. De vierde pilaar is de pilaar van verborgenheid, die ervoor zorgt dat het niet op uiterlijkheden en publiciteit gericht is, want dat maakt corrupt. De verborgenheid is weer een shamanistische factor die de diepere lagen laat zien, dus niet in overmatige drama blijft rondhangen. Drama leidt namelijk tot dogma, waarin het drama versteent. Dan de vijfde pilaar : de pilaar van bewondering. Bewonder de pilaren opdat je er van leert. Herken de pilaren in je leven, en koester het in bewondering, opdat het zich voortplant. Dit is de ware hemelse bevruchting. Bewondering is actieve dankbaarheid, in tegenstelling tot passieve dankbaarheid, wat gewoon een valse dankbaarheid is. De bewonderingsleer van Calvijn, die volledig ondergesneeuwd is geraakt, is belangrijk om van de bedonderingsleer van het dordtse calvinisme los te komen.

Dit nieuwe programma van stille tijd is een pad om los te komen van de monsterlijke pilaren van het dordtse calvinisme. Laat het diep in je wortel schieten, beoefen het, gedenk het, herken het, en bewonder het, in actieve dankbaarheid, die teruggrijpt op de geschiedenis, om het kruis van de geschiedenis te dragen. Het is een methode van overdenking om los te komen van de vraatzuchtige machine van de katholieke kerk en het lagere calvinistische monster wat alles opslokte. Wanneer je wordt aangevallen, pas dan de vijf nieuwe pilaren van het calvinisme toe. Het is je jachtwapen. Het is een nieuwe gevechtsmachine, een nieuwe verdediging. hoofdstuk 57 afkicken van de jezus-drugs De reformatie begon al met de islam in de jaren 600. De islam maakte dingen twee keer beter en twee keer erger, dus je moet niet zomaar op de luie slof een goedgelovige, orthodoxe ‘islamiet’ worden, maar ook niet alles zonder meer wegkieperen alsof het geen enkele waarde heeft, want dan ben je ook een dom uilskuiken. Er werd daar wel degelijk wat aan de aarde gegeven, maar de schat was nog omgeven met een laag rigil kent, pleiaden en dark side andromeda, waar de mens zich doorheen moest werken. Het katholieke materialistische geloof (en dat is zeker niet iets zwart-wits) wilde niet loslaten, dus hechtte zich ook vast in de islam, en de koran moest daarom een zekere belasting betalen aan het katholicisme en het materialisme. Wel was er een eerste stap gezet. Daarvoor waren er allemaal dogmatische concilies geweest in de kerk, en werd er een versteend, star christendom gepredikt, van Jezus is God, en hij is voor je zonden gestorven, en meer van dat soort dogma’s, terwijl de islam afrekende met deze Jezus-drugs, en Jezus weer gewoon naar het rijk der profeten zond, en weer de aandacht richtte op de ethiek, want een van de vijf pilaren van de islam was de armenbelasting, de armendienst en armenzorg, dus eigenlijk al het communisme, en daarom is vandaag de aandacht ook gericht op Rusland in het nieuws, als beeld van het oorspronkelijke natuurcommunisme wat terugwil, en waarover de westerse snoblanden in paniek zijn. Dat is een geestelijke oorlog. We hebben het kunnen lezen in de koran, in het boek van Jin, dat God geen vrouw genomen heeft

en dus ook geen zoon heeft, in vers 3. Jin is overigens in het Arabisch een bovennatuurlijk wezen, neutraal, maar ook vaak in slechte context, als een handlanger van duivels. In de voortijdse filosofie is Jin een woord voor vis, zoals er ook een theologisch boek is van nieuwe psalmen genaamd de B’Jin, wat dan in het voortijds ‘dol op vis’ betekent. Niet letterlijk natuurlijk, maar ‘vis’ is een zinnebeeld voor eenzijdigheid, dus in die zin moet men geestelijk zijn vis ‘eten, verwerken’ om weer tot de grotere verbanden te komen. Zie je hoe men dit op aarde heeft verletterlijkt en nu letterlijk vis eet ? Verletterlijking is een vorm van materialisme, dus komt ook weer uit het vaatje van katholiek materialisme, het vraatzuchtige monster uit de antieke tijden die alles opslokte wat los en vast zat. De islam kwam toen met de armenzorg pilaar, want in het katholicisme werden de armen veelal bedrogen, alhoewel er ook armoedsordes waren die in de natuur leefden en die al bezig waren met de voorbereiding van de reformatie. Een andere pilaar van de islam is de ramadan, oftewel de soberheidsleer, waar Hus en Calvijn ook weer op doorwerkten. Allah had dus geen zoon, want hij had zich ook geen vrouw genomen. Dit wijst terug op hele diepe paradijs wetten, want dieper in het paradijs hebben mannen geen zonen, alleen dochters. Dat Allah dan geen vrouw had wil zeggen : Hij had de honger, oftewel de Ramadan, als zijn vrouw. Hij had de eenzaamheid als zijn vrouw, dus geen letterlijke vrouw. De Koran wordt dan in de Koran een moeder genoemd, een vrouw dus, dus zo heeft Allah geestelijk een moeder, maar die zal ook voortgekomen zijn vanuit zijn honger. Allah is dus heel erg otherwordly. Hij is de hongerende, en is zelf ook weer onderworpen aan hogere wetten, aan de Moeder natuur. Hij wordt ook Rahman genoemd, de barmhartige, als beeld dat hij als goede herder zijn leven heeft gegeven, de kudde (conformiteit) verlaten heeft om op zoek te gaan naar het verlorene, zijn innerlijke kind. De islam had lopen plunderen in het katholieke geloof, in het verwesterlijkte christendom, om het terug te draaien. Calvijn plunderde in de islam en de schatten van de indianen. Het is goed om de islam daarom te benaderen in calvinistische context, want Calvijn werkte het uit, zoals Hus het ook uitwerkte, en de lijnen van de islam er dus doorheen lopen. Het is belangrijk om vanuit het calvinisme en hussisme de islam te benaderen, opdat je de sleutels hebt om ook weer het katholiekmaterialistische voorhangsel te doorbreken. Alles is verstard, verletterlijkt, gedramatiseerd en gedogmatiseerd. Daarom is symboliek en cryptiek een wapen om tot de andere, diepere werelden te komen. De mens denkt veel te rechtlijnig en conformistisch. Wij streven niet zomaar naar genezing, maar naar kennis. Kennis is de ware

genezing. Allah wordt ook Rahim genoemd, de Genadevolle, en Malik of Amalek, de Bezitster, waardoor haar volgelingen ook wel Amalekieten worden genoemd. Ook de islam dient verdiept en gereformeerd te worden. We kunnen dus van de islam ook spreken als het Amalekisme. hoofdstuk 58 onze twee moeders : moeder reformatie en moeder regressie Wees als een kind, en wees de minste, opdat je bewaard blijft tegen de hoge snob-graad die rondwaait in deze wereld, zoekende wie hij zal verslinden. Als natuurvolkeren kinderboeken onder ogen zouden komen, dan zouden ze de dierentotems erin opmerken en de hieroglieven, en zouden ze het vergelijken met hun eigen wandschilderingen, en dan zouden ze door deze amuletten beschermd zijn tegen de buitenwereld waar het medische wereldrijk raast, zowel als een brullende leeuw als een engel des lichts, zoekende wie hij zal verslinden. Uw vijand slaapt niet. Vannacht had ik een droom over dokter Snuggles en zijn vliegende en springende paraplu met het eendenhoofd. De paraplu was nu ook een soort schrift of dagboek waarin tekst opgeschreven kon worden. Het water staat voor de lagen van de geschiedenis, en de watervogel staat voor de vergeestelijking van de geschiedenis, de verhemeling. Dat is wat het ware gedenken en belijden is. Er valt nog veel te leren van de geschiedenis, en nog veel te veranderen. De mens is namelijk een product van de geschiedenis. Gedenk en verdiep, ga eerlijk en creatief met de geschiedenis om, anders is het niet eerlijk. We mogen niet slechts gedenken, maar moeten het ook overdenken en er het beste uithalen. De geschiedenis heeft groot potentieel. Er is veel gegeven wat de mens over het hoofd heeft gezien, omdat de mens een modernistische snelheidsduivel is, maar die dromen en luchtballonen die de mens illegaal heeft gegrepen zullen uit elkaar spatten. Het is slechts tijdelijk genot, als een drugstrip. Zorg daarom dat je vastigheid en eeuwigheidswaarde in je leven krijgt. Voedt je innerlijke kind en steek je neus er niet voor in de wind vol van smetvrees.

Leer Moeder Reformatie en Moeder Regressie (Terugkeer) kennen, die in de geschiedenis waren gegeven. Ik had vannacht een droom dus dat dokter Snuggles was gekomen. De wereld was een regenboog wereld. Ik bevond me op een parallelle nordics planeet waar alles anders was. Ik leefde in mijn eigen ouderlijk dorp, maar het was nu genaamd ‘Schors’. Een nicht kwam logeren aan de voorkant van het ouderlijk huis, met haar sta-caravan, die uit twee afgescheiden delen bestond. Het had een lang deel en een kort deel. Alles stond vol met uitvindingen van dokter Snuggles, ook in het ouderlijk huis, en aan de voorkant en achterkant, in de tuinen, en er hing een veel betere sfeer, een vakantie sfeer, geen drama en dogma. De voorouders spreken door zulke verhalen, maar de mens herkent het niet, en vindt het kinderachtig. Ze voelen zich er te oud voor, en pikken zo de boodschap van de voorouders niet op. Dat is aangeleerd gedrag, want natuurvolkeren zouden het wel oppikken. Het begon allemaal dat ik een baby onder mijn hoede had gekregen met de stem van een dolfijn, in de droom. Ik moest de baby veel knuffelen en kusjes op het voorhoofdje geven. Het was het innerlijk kind van een reformator : Heinrich Bullinger (1504-1575), de opvolger van Zwingli. Ik zag toen dat dit allemaal voorstroomde vanuit zijn leven, vanuit de geschiedenis. Hij had zijn innerlijk kind teruggevonden, en het had de geschiedenis betekenis gegeven. Nu, dat heb ik ook weleens met Groen van Prinsterer uit de jaren 1800 meegemaakt, die ook tot zijn eeuwige jeugd was gekomen. De reformatoren zijn geworden als een kind, maar wat doen wij ? Of doen wij nog mee met de valse volwassenen spelletjes die hun eigen innerlijk kind hebben vermoord, en ook graag de innerlijke kinderen van anderen om zeep helpen ? In wat voor een afschuwelijke wereld leven wij ! De mens is te ver gegaan, op een joyride. We hebben het veel gezegd, maar de mens luistert niet. Bullinger stond naast Luther en Calvijn, maar was minder controversieel. Ik had de baby in mijn armen, in de droom. Ik was bij de baby. De baby lag op een groot bed. Het was alsof ik een dolfijn in mijn armen had, en het brak een wereld open in mijn hoofd. Dit kind kwam uit het water. Het was een bijzonder kind. ‘Ik heb u uit het water getrokken.’ (wat eens tegen Mozes werd gezegd, een reformator in het OT). Bullinger noemde de hemelse kerk de vrouw en moeder van God, maar ook de maagd, in de zin dat ze niet gehecht is aan het vleselijke, en het vleselijke heeft overwonnen. Hij spreekt van een triomferende en militante kerk, die met de heilige geesten is, triomferende over de wereld, de zonde, het vlees, en de duivel (de personificatie van de zonde), waardoor ze nog steeds zicht hebben op wat God is, want de zonde is een misleidende macht voor een ieder die door haar is bedrogen. God wordt door Bullinger omschreven als een woord voor de volheid van alle dingen, de volkomenheid (We kunnen dan ook aan het voortijdse woord Amalek denken, dat het goede zich

ook hemels zal ‘verstenen’ tot volledigheid, tot de hemelse stenen die ook zoveel hemelse warmte in zich opnemen). Als we het dan over self-development hebben, dan kan dit niet zonder te komen tot de kernen, anders worden we afgeleid. Het gaat, zoals Lenin zei, om de juiste schakels voor het juiste moment te nemen, oftewel de hemelse logistiek. God is dan een metafoor, een woord in de gesprekstaal, voor deze kern of kernen. Kom tot je kern-zelf, je hoogste potentieel, en laat je niet afleiden tot lagere plannen door sluwe verkoopmannetjes, sluwe verkooptruukjes, want er is is ook heel veel self-development om je een slaaf van de wereld te maken, een slaaf van het vleselijke. Kom daarom tot de hemelse moeder van reformatie en zelf-reformatie, opdat het op een natuurlijke manier mag verlopen. In haar baarmoeder wordt je gevormd, en dan zal zij je beschermen tegen het kwaad en de leugen, en je opvoeden in de hogere self-development. Er is hogere reformatie, lagere reformatie en zelfs deformatie. Ga dus voor de hogere reformatie, opdat je niet tot een lager plan komt. Haal het beste uit jezelf. Bullinger stelde dat de hemelse kerk de verzameling was van alle heiligen die geweest zijn, er nu zijn, en die zullen zijn, dus het gaat door alle barrieres van tijd heen. Weer kunnen we stellen dat de geschiedenis de geestelijke wereld is, dus het is nog niet voorbij, en er is nog een oorlog te voeren. Er is nog reddingswerk te doen, er zijn nog vele contacten te leggen. Dat is wat we het shamanisme noemen. Als je je alleen maar richt op de mensen die nu bestaan, de mensen die je om je heen hebt, hoe arm ben je dan ? En dit alles begint bij het innerlijke kind, want het kind heeft nog steeds het natuurlijke, en creatieve contact met het hemelse, door de verbeelding, en heeft hierin een moeder nodig om dit in de juiste banen te leiden. Het is niet de bedoeling dat wij overmatig kind zijn, maar in de juiste balans met het zijn van een moeder. Beide facetten mogen wij in onszelf ontwikkelen, in de grotere context van de hemelse natuur, en dit is wat ware self-development is. Laat het geen vlees-development zijn, of zonde-development, of leugen-development, maar ontwikkel het kind in je, en ontdek je moeder eigenschappen. Zorg goed voor je zelf, want een ander zal het niet doen. Hierin mag je putten uit het inmens grote reservoir van de eeuwige en oneindige kennis van de natuur door de eeuwen heen gegeven. Het is een grote opdracht om dit te ontcijferen. Aan veel puzzelwerk ontkomen we toch niet. Vraag om kennis boven genezing, want de ware genezing ligt in de kennis, en die zal zeer zeker ook niet overmatig zijn, omdat de mens ook moet leren zijn kruis te dragen en het tot sieraad te strekken, het te gebruiken om zijn of haar gaven aan te wakkeren en hemelse verbindingen te maken die de mens verder zullen helpen en leiden.

hoofdstuk 59 contact zoeken met je innerlijke moeder en innerlijke kind om zo je lego-zelf te bouwen ‘Onthoud altijd : Geruchten worden gedragen door haters, verspreid door dwazen en geaccepteerd door idioten.’ (universele wijsheid) Johannes Hus noemde zichzelf vaak de minste priester en zwakkeling priester, om geen deel te hebben aan de hoogmoedswaanzin van de wereld. Verneder jezelf, opdat de hemel je zal verhogen. Goede wijn behoeft geen krans. Dat waren de eenvoudige beginselen van de reformatie tegen het bluffende, overmoedige, vraatzuchtige katholieke stedensysteem. Titels zoals dr., prof., ds. hebben nogal een hoge snob-graad. Men steekt elkaar voortdurend veren in de kont. Maar verlaag jezelf, en de hemel zal je verhogen, zoals in het boek ‘Het Paarse Complot.’ Verbeeld jezelf niks. Vaak zijn zulke titels gewoon voor de markt, en die knapen zijn zwaar aan de drugs. Je mag hun boeken lezen en ermee stoeien, maar laat je niet verleiden. Het kunnen goede mensen zijn, maar die titels zijn van het vlees. Je kunt ze vaak al gratis bij drie pakken melk krijgen bij de Albert Heijn, of door een of ander negen stappenplan van een of andere universiteit, en er worden een heleboel stappen overgeslagen. Het is iets van de mens, van het vlees, niet van de hemel. De oude profeten waren in vreze en beven, en hadden zich buiten de stad gesteld en predikten tegen de goddeloosheid en valse superioriteit van de stad. Dat is een strijd tegen een machtssyndroom. Er wordt heel wat ingebeeld tegenwoordig buiten de natuur en de hemelse standaarden om. De ziel van het kind wordt geheel platgelegd. Het is allemaal trucage, en het bouwt illusie op illusie in een luchtkasteel. Luchtkastelen bouwen : de mens is er goed in. ‘Neemt en eet,’ en de mens grist en graait. Men grist de gnosis voortijdig en raakt verblind en maakt er iets anders van, voor de markt, voor aanzien, voor macht, en het is op het niveau gekomen van een ordinair roddelblaadje. Iemand zei eens : ‘Onthoud altijd : Geruchten worden gedragen door haters, verspreid door dwazen en geaccepteerd door

idioten.’ ‘Universiteit’ heeft ook al een hoge snobgraad. Waar zijn de profeten gebleven, de dichters, de rebellen, de jokers, de kinderen ? Waar zijn de ware intellectuelen gebleven die door wereldse vormendienst heenprikken ? De mens heeft vandaag de dag of een godsyndroom van godsdienstwaanzin, of is totaal goddeloos, aan niets of niemand meer verantwoording verschuldigd. Men praat langs alles heen tegenwoordig. Ben je al in de hemel geweest ? Ben je al in de natuur geweest ? Heb je al een ontmoeting en een aanraking gehad met moeder natuur, en heeft er zo reformatie in je leven plaatsgevonden, en zelf-reformatie, op basis van zelfverloochening ? Zo niet, dan wordt je nog door andere krachten voortgedreven : de bedrieglijke krachten van het vlees, wat altijd het baasje over de ander wil spelen, wat altijd alles doet voor klinkende munt, wat zich altijd wil laten gelden, wil pronken, aandacht wil hebben. De enige aandacht die vandaag nodig is is tot de hogere dingen, te zoeken de dingen die boven zijn, en dan zal de rest je gegeven worden. Pronkzucht is vijand nummer 1. Het is zelfsabotage, want het gaat niet om de schimmen om je heen. Er is een geestelijke, verloren wereld in het verborgene, die om je aandacht vraagt. Het is aan de kant geschoven door de massa meuk van tegenwoordig. Ze storen zich niet meer aan geweten en ethiek. Dat hebben ze uitgedoofd. Wie de grootste wil zijn zal de kleinste zijn. De eersten zullen de laatsten zijn. Als het buiten onweert en je bent op het veld, ga dan plat op de grond liggen, anders wordt je door de bliksem geraakt. ‘Neem en eet,’ wordt er in de wereld gezegd. Het ligt allemaal voor het oprapen. Maar ze zijn naar je op jacht voor de markt. Het is lokaas wat er voor je neus wordt gehouden. ‘Toe maar, eet maar, drink maar en wees vrolijk.’ Kies daarom om jezelf geestelijk op te bouwen, en dit gaat alleen in grote worsteling met de tijdgeesten die alles hebben opgeslokt. Het is een zoektocht terug naar je verloren hart, je gestolen hart. Je bent ontvoerd in deze wereld. Nu moet je je weg zien terug te vinden. Datgene waarvoor je kiest, zal je leiden. Kies je voor de hogere dingen, dan zullen de hogere dingen je leiden, maar kies je voor het vlees, dan zal dat je leiden. Wie heeft je hart gestolen ? Dan kom je op het strijdveld van de detective en de geschiedenis. Dan zal er een onderzoek gedaan moeten worden. Ben je vastbesloten om de waarheid te ontmoeten, het onderste uit de kan te krijgen ? Dan zal de waarheid ook naar jou op zoek zijn. Neem met iets minder geen genoegen. Ontvlucht het carnaval van de wereldse mensheid. Ruk het masker af. Als je je goede zelf wil opbouwen zul je je verkeerde zelf moeten afbouwen, afbreken, vervangen. Je bestaat uit allerlei stukjes geschiedenis en voorgeslacht. Daar zijn goede stukjes bij en slechte stukjes. Leer daarom de regels van het bouwen. Wees als een kind met een lego pakket, en sta open voor de

instructies van de hogere moeder. Luister naar je innerlijke kind en luister naar je innerlijke moeder. Als er angsten zijn, depressies, eenzaamheid, frustratie, dan kan dat een teken zijn dat je innerlijke kind of innerlijke moeder probeert door te komen. Ze vragen om meer ruimte, meer aandacht. Ze delen je hun pijn. Ja, beiden doen dat. Ze laten je zien waar de strijd over gaat. Ook als je pijn hebt, als je een probleem hebt, dan kan dat een teken zijn dat ze proberen door te komen, je aandacht proberen te trekken. Luister naar hen en spreek tot hen, en houdt ze in balans. Laat het niet zo zijn dat je alleen maar naar je innerlijk kind luistert, en laat het ook niet zo zijn dat je alleen maar naar je innerlijke moeder luistert, want ze zijn beiden nodig. De hogere innerlijke moeder zal ook de aandacht richten op het innerlijke kind, want het heeft aandacht nodig, om te kunnen overleven. Laat ze elkaar helpen. De innerlijke moeder heeft ook behoefte aan contact met haar innerlijke kind. Het moet van twee kanten komen. Zo niet, dan is het dood. hoofdstuk 60 een stekker in een varkensneus ? – loskomen van de schijnwerkelijkheden van het vleselijke kind en de vleselijke moeder We roepen misschien om wraak als de martelaren onder het altaar in Openbaring 6. We zouden misschien graag zien dat het hemelse oordeel uitgestort zou worden op het grote kwaad van deze wrede wereld. We snakken misschien naar genezing van onze wonden. Maar de martelaren werd een wit kleed gegeven, en zij moesten rusten, de minste zijn, kind worden. Wij moeten meer naar kennis verlangen dan naar genezing en oordeel. Boven alles moeten we naar de kennis verlangen. Er zal veel minder aandacht worden geschonken aan genezing en oordeel, want dat ligt namelijk allemaal in de kennis besloten. ‘Mijn kennis is u genoeg.’ De kennis zal een heleboel vraagstukken oplossen als de hemelen opengaan, en je zult dingen anders zien, en je ook anders voelen. Dingen zullen andere betekenissen krijgen, en je zult je afvragen : ‘He, hoe kan dat ? Wat is dit ?’ Een heleboel van wat we nodig vonden is ineens helemaal niet meer nodig. De kennis zal hele andere verlangens geven. Dan zullen we zeggen : ‘Ach, laat allemaal maar zitten. Dit is veel beter.’ Werelden zullen wegvallen, oude problemen, en oude gedachten, als de hemelen zich openen. Maar het begint erbij dat jezelf je gaat openen tot de hemelen.

Paul B. Smith schrijft in zijn boek ‘Dagelijks Evangelie’ dat het tragische van de lichamelijke volwassenheid is dat de mens de neiging heeft om zijn verwondering over en de warmte van het leven kwijt te raken, wat hij ook beschrijft als verzaking van de eerste liefde, zoals bij de kerk van Efeze. Ook Herman van Veen zingt erover in zijn lied ‘Zingende Doden’, dat de mens het niet eens in de gaten heeft als de wereld is vergaan, want er druipt een slaapdrank van het scherm, en dan kun je ook denken aan de mobiel waar de mens vandaag de dag aan verslaafd is. Men mist het leven en de liefde niet meer. Er is geen bewondering meer, en zelfs geen angst, zingt hij. Bewondering is een pilaar van de betere leer van Calvijn. Bij zijn commentaar op het boek Maleachi stelt hij dat het volk was bevrijd uit Babylon, maar het deed hen niet veel. Ze hadden een gebrek aan dankbaarheid. Het boek is in dialoog stijl geschreven, en er wordt ook gesteld dat zij hun eerste liefde hebben verzaakt, ontrouw zijn geworden. Ze hebben hun stekker in de neus van een varken gestopt. De dialoog laat de verhouding zien tussen moeder en kind, en is dus tweeledig. Heb je die tweeledigheid al in je hart, de twee-deling ? Ga met jezelf om als met een dialoog, want het is niet slechts eenzijdig. Zo zien we deze dialoog ook terug in de Heidelbergse catechismus van vraag en antwoord. Ook de moeder stelt vragen aan het kind. We moeten hierin onderscheid maken tussen innerlijk kind en vleselijk kind, want we moeten met hulp van de moeder loskomen van ons vleselijk kind, want die is er ook. Het vleselijk kind kan verschrikkelijk zeuren en dingen anders voorstellen, dingen omdraaien, om zo te spijbelen en aan de hogere natuurmoeder te ontkomen, en maakt zichzelf zo vleselijke moeders, want die zijn er ook, en daar moet je voor oppassen. In Maleachi is de boodschap uiteindelijk : Keer terug tot je moeder, en dan wordt het voorbeeld van Elia aangehaald. Elia beeldde de brug uit. Elia onderwierp zich niet aan de vleselijke koning en koningin en de vleselijke priesters en vluchtte tot de wildernis, want profeten werden gedood. Het gaat dus om het krijgen van een profetische relatie met moeder natuur, wat misschien een erg christelijk woord is, maar wat in principe gewoon ‘practisch’ betekent. Elia moest in de wildernis helemaal loskomen van vleselijk denken en vleselijke invloeden, van het horen zeggen, van roddel, die zijn leven ook bedreigde, en moest zo de hemelse, hogere praktijk leren, niet alleen maar theorie. Er mag een persoonlijke omgang zijn met de hogere kennis, om zo los te komen van lagere, vleselijke kennis. Dat is iets heel natuurlijks, als een wedergeboorte van de ziel, en een wederopvoeding. Vandaar dat Maleachi dit voorbeeld noemde, en dit staat of valt met de dialoog. Wij mogen leven door de hogere dromen. Wat we op aarde zien zijn vaak de lagere, vleselijke dromen, en de mens is tot slaaf gemaakt tot die dromen. Alleen kennis is de bevrijding ervan, dat je innerlijk vrijkomt, niet door welke andere goocheltruuk dan ook. Zomaar oordeel en genezing

werken niet als er geen practische kennis is. Dat zou alleen maar leiden tot een nieuwe vleselijke droom. Ook het vlees droomt, de zonde droomt, en bouwt zijn zandkastelen en luchtkastelen, die uiteindelijk weer door de zee worden weggespoeld. Alle vleselijke opgeblazen dromen zijn als ballonnen die op uitspatten staan. Maak dus ook onderscheid in je dromenleven, aan de hand van je innerlijke kind en je innerlijke moeder. Elia vond veiligheid in grotten en spelonken in de wildernis, in het verborgene, waar hij ontmoetingen had met de hogere werelden, of in christelijke termen met de hemel. Hier ontving hij practische kennis, wat hij moest doen. Verborgenheid is ook een van de pilaren van de betere leer van Calvijn, je toeleggen op de verborgenheden van de hemelse praktijk, werken van de hogere natuurkennis, wat dus de ware betekenis is van ‘de dingen van boven zoeken’, de verborgen voorzienigheid. Je leeft zo niet vanuit het voor de hand liggende, het publiekelijke, het algemeen aanvaardde. Neen, want dan hebben ze je. Dat is het vlees, en het vlees verlokt en houdt je opgesloten. Elia leefde vanuit de onaangeroerde natuurdiepte, dat wat niemand had gehoord of gezien, daar waar geen mensenvlees was gekomen. Elia leefde boven denken. En er was een geweldige wind die rotsen verbrijzelde en bergen verscheurde. Wij kunnen ons namelijk nooit verstoppen voor de hogere kennis. Nooit. Al onze vleselijke schuilplaatsen, ook al zijn het rotsen, zullen uiteen verscheurd worden, want de dialoog moet blijven, de dialoog tussen mens en hogere natuurkennis, en die kennis roept ons. In de geweldige winden van het leven zijn we veilig, want het toetst alles, prikt door alles heen, zodat het vlees zich niet kan ontwikkelen. hoofdstuk 61 oorlog in de oekraine – wat betekent het ? Rusland is de Oekraine binnengevallen. Natuurlijk zit daar een geschiedenis onder, zitten er lagen onder. Het is geen tijd om met hete hoofden en koude harten oorlog te voeren, maar juist om te puzzelen, om dit probeem op te lossen. Het is een teken aan de wand. Rusland, de beer, nog steeds terugwijzende op het communisme. Deze beer is woest. We hebben er veel over geschreven. Rusland behoort tot de iconografie van het archetypische brein van de mens. Het enigma dient opgelost te worden. Wat drukt er op de ketel ? Waarom is er zoveel spanning ? Het is een grafische kracht. De mens moet losgetekend worden van het kapitalistische medische wereldrijk wat als kokende olie over het westen wordt uitgegoten. De beer is gevoelig, en kan dit niet verdragen. De

westerse mens loopt zelf te prikken in het wespennest, en loopt zelf de beer op te fokken, alsof het een circusbeer is. De afgelopen tijd bleef ik maar dromen krijgen over een circusbeer die zijn temmer naar de keel vloog. Dat komt er nu van. Maar niet met gevaarlijke beesten spelen. En dan verbaasd opkijken als er een circusbeer probeert te ontsnappen en woest om zich heengrijpt. Het circus van het medische wereldrijk is het probleem, want die heeft van ons allemaal circusberen gemaakt, en kijkt dan raar op als zo’n circusbeer dan door het lint gaat. Alhoewel Rusland niet meer communistisch is, is Rusland dat in het hart nog wel. De ijzeren muur is weg, maar er is nog wel een onzichtbare ijzeren muur. Communisme op zich bewaard de mens ook niet voor oorlog. De mens moet tot het niveau van het minorisme komen, van de minste willen zijn, te worden als een kind. Dit houdt niet in dat de mens zich moet onderwerpen aan het vlees overigens. De mens is geroepen om over de zonde te heersen. Ja, dit gaat vaak mis, omdat de mens hier nog een onzuiver beeld over heeft. Oorlog voeren of puzzelen ? Laten we dan maar gaan puzzelen. Als de man de vrouw binnengaat dan is dat metaforisch een beeld van de dag die ondergaat in de duisternis. De man is de dag, en de vrouw is duisternis, de verborgenheid, degene die het kind bewaard en schuilhoudt. Telkens weer dient de man de duisternis in te gaan om het kind te helpen. Als de man de vrouw binnengaat is dit ook een beeld van ‘de geschiedenis ingaan’, te leren van de geschiedenis, en het beste uit de geschiedenis te halen om de geschiedenis ook zo te veranderen, of er een ander zicht op te krijgen. We hebben het dan over het boek Zacharia, wat over de tempelbouw gaat, de wederopbouw van het hemelse lichaam, en dan bouw je dus met de blokken van de geschiedenis, wat dus tegelijkertijd een gedenking is. We hebben het dan over een andere pilaar van de reformatie, van de betere leer van Calvijn, en wat ook al een pilaar was van Johannes Hus : de geschiedenis begeerte, de gedenking van het kruis van de geschiedenis. Je begeert dus niet zomaar een vrouw, maar je begeert de geschiedenis die zij voorstelt, om ervan te leren, om erin te werken, om het vruchtbaar te maken, opdat zowel vrouw als kind zal veranderen ten goede. Dat is de shamanistische opdracht, en deze is dus heel figuurlijk. Wij hebben een verantwoording af te leggen aan de geschiedenis. Het is zowel leergebied als zendingsgebied, en zij is deels geestelijk. De geschiedenis zweeft of hangt ergens tussenin, als het vleesgeworden Woord. Ben je op zoek naar zomaar een vrouw, of ben je op zoek naar de geschiedenis ? Als de man de vrouw binnengaat, dan gedenkt hij haar, dan gedenkt hij de geschiedenis, en overdenkt die geschiedenis, en brengt zijn offer. Tenminste, zo zou het moeten zijn. Wat voor perversiteit heeft de mens hier niet van gemaakt ? Men heeft het verletterlijkt, vervleselijkt, verkracht, omgesmolten. Men heeft er iets gruwelijks van gemaakt. Men maakt er reclame voor alsof het iets goedkoops is.

En dan denken we weer na over Rusland. Het communisme kwam uit Duitsland, uit de ideeen van Karl Marx en de Duitse verlichtingsdenkers, als een verdere reformatie, wat terugleidde tot de armoedsordes van de Middeleeuwen, de minores, de armoedsbegeerte tot het helpen van anderen, zo min mogelijk nemen zodat anderen ook wat hebben, de ander uitnemender achten dan jezelf, wat ook een betere leer van het christendom was, en wat ook weer terugkwam in de islam in de ramadan pilaar en de zakaat pilaar van armenhulp, zowel horizontaal als vertikaal. Toen Gorbatsjov kwam richtte hij de aandacht op de glasnost, openheid, en de perestrojka, de reformatie of verbouwing van het communisme, van Rusland, en dit leidde tot een nieuw Rusland. Rusland wijst dus op reformatie en minorisme, als een laag onder het communisme. Daarom vraagt Rusland de aandacht. Dingen gebeuren niet zomaar. Wat gebeurt er als een man tot een vrouw komt ? De vrouw beeldt de geschiedenis uit, en de man beeldt het minorisme uit, want hij brengt zijn offer, zaait zijn zaad op de akker van de geschiedenis, en dan is er reformatie, zoals Johannes Hus destijds ook zijn bloed hiervoor offerde, als voorbeeld. Hij offerde zijn zaad aan de vrouw van de geschiedenis om iets nieuws voort te brengen, haar nieuw leven te schenken. Dat mogen we niet zomaar op Johannes Hus schuiven op of Jezus of andere martelaren, maar moeten we als een voorbeeld nemen, opdat wij zelf deze principes zullen toepassen. Dat is wat het ascetisme is. Die projecteert het niet op een ander. Rusland is het geheimenis wat voortkwam uit de reformatie, als het kind van de reformatie, het kind van Duitsland. Glasnost betekent openheid, onderwijs, empathie, sympathie, plaatsvervangend lijden, verdraagzaamheid dus, minorisme, zodat er perestrojka kan zijn, reformatie. Wat een machine is dat dan, wat een apparaat, en dat moet de mens leren berijden, leren rijden op dit beest. Zolang de mens dit beest, dit paard, nog niet heeft leren berijden is het nog allemaal vlees. Vandaar dat het zo belangrijk is om klaar te komen met het Rusland raadsel.

hoofdstuk 62 oorlog in de oekraine – 2 – glasnost in de recyclocratie – het openbaar worden van motor en brandstof – de openbaring van de engel van rusland Psalm 49 gaat over de hemelse wijsbegeerte stelt Calvijn, en hij waarschuwt tegen hen die het geluk begeren en daar zoveel behagen in hebben terwijl ze vervreemd zijn van het hemelse. Zij hebben alles wat hun hartje begeert, kunnen al hun wensen vervullen, maar het is maar tijdelijk en zal voorbij gaan als een droom. ‘Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk, ik zal mijn verborgen rede blootleggen op de harp,’ zingt de psalmist. Calvijn stelt dat dit over grote en verheven verborgenheden gaat, grote openbaringen van de hemel. We kunnen stellen dat hier de hemelen geopend worden en de mens onderwezen wordt door deze verborgenheden, wat ook een pilaar is van de betere leer van Calvijn, en wat wijst op de glasnost, de openheid, die het fundament is van de reformatie, de perestrojka, die tot Rusland werd gebracht eind tachtiger jaren, waardoor het ijzeren gordijn viel. Er moet geluisterd worden naar de minderheden, wat de ware hemelse democratisering is, tegengesteld aan vleselijke democratie van de meeste stemmen gelden. Er kwam dus een hele andere democratische factor in het spel. Tot verborgen paden komen, niet tot conforme paden komen, daar gaat het om, maar er moet een zekere openheid zijn om anderen te trekken. Anders zou het een ego trip worden. Glasnost geeft transparantie, maar niet om zichzelf tot prooi te maken. Niet om jezelf kwetsbaar te maken. Je hoeft geen parels voor de zwijnen te werpen. Het moet dynamiet zijn om muren op te blazen, ijzeren gordijnen te laten vallen. Glasnost verbindt door onzichtbare bruggen. Wanneer de natuurengelen komen om dit te openbaren kun je niets meenemen, niets van je rijkdom en aanzien, niets van je macht. Alleen de minsten kunnen binnenkomen, en de rest zal wegvallen als een vleselijk omhulsel, als een mantel die wordt afgedaan en in het vuur wordt geworpen. Dat is beeldspraak. Uiteindelijk zal het vleselijke als brandstof worden gebruikt. Het moet de motors in. Daarom zijn vleselijken al zo geobsedeerd met auto’s en motoren. Dat is trouwens iets anders dan een kinderlijke auto obsessie, want die had ik ook, en dat is iets abstracts. Nog steeds heb ik een geestelijke auto obsessie, en een obsessie met speelgoedautootjes, vanwege de profetische betekenis. Maar aardse auto obsessie is uit den boze, want het verwoest moeder natuur. Waarom is er nog zoveel van het vleselijke om ons heen ? Omdat de mens nog moet leren het als brandstof te gebruiken. De mens moet de recyclocratie nog leren. Het moet nog getransformeerd worden, tot nut gemaakt worden. Daarom moet de mens de schoolbanken in om deze verborgenheden te leren, te luisteren naar psalm 49. Pronk en praal is iets gevaarlijks, stelt deze psalm, want het vreet je inzicht weg. Calvijn spreekt over psalm 49 als het komen van een heldere leer, wat we kunnen vergelijken met de glasnost eind tachtiger jaren, gebracht door de engel van Gorbatsjov. Ze noemden hem ook de brenger van de

vrede. De auto-aanbiddende vleselijkheid is als brandstof van de hemelse voertuigen. Je ziet die link al. Ze gaan zo op in het aanbidden van de voor hun heilige auto, hun god, dat ze erdoor verteerd worden. Er blijft niets meer van hen over. Het is alles waarmee ze bezig zijn. Dat is dan hun leven. Je kan er dwars doorheen kijken om aan de drama te ontkomen. Het is een auto met een jerrycan van brandstof. De dwaasheid der mensen pikt dit niet op, en dan gaat het ophopen, en men is in de brandstof verzopen. Men is totaal vervet, want dat is ook wat het hebreeuwse woord voor dwaasheid betekent, zoals Calvijn al stelde. Calvijn stelde in zijn betere leer dat er weer eerlijkheid diende te komen, en dat wijst ook weer op glasnost, openheid. Er zou een wind komen die ten tijde van Elia ook waaide en die rotsen en bergen uit elkaar scheurde als lappen poppen, zodat het vleselijke zich niet meer zou kunnen verstoppen. Calvijn stelde dat de geluksdromers die alles over hebben voor geluk in deze wereld zich niet slechts opblazen door zelfbedrog omdat ze zichzelf voorhouden dat ze halfgodjes zijn, maar dat er ook de dwaze toejuiching is van de wereld waardoor ze bedwelmd worden. ‘Hun nakomelingen hebben een welbehagen in hun woorden,’ stelt de psalm. Calvijn stelt dat de vleselijke kinderen de gang van hun vleselijke vaderen volgen en zich niet verbeteren. Dat is een speciale drank die gegoten wordt kunnen we stellen, als xtc door de champagne. Ze spreken dezelfde taal, scheppen behagen in dezelfde dromerijen, stelt Calvijn. Ze houden de ogen gesloten, en zijn bevangen door een beestachtige razernij, stelt Calvijn. Het is hysterisch. Calvijn stelt dat dat hun tijdverdrijf is, te zwelgen in aardse genietingen en zich zo te buiten gaan in beestachtige onmatigheid, zonder zich in het minst te bekommeren om eerlijkheid, en zo worden ze door hun even dwaze nakomelingen toegejuicht. Het wekt een dwaze verzekerdheid in hen op, stelt Calvijn. Hier moesten de profeten de spot mee drijven, stelt Calvijn, opdat het hen niet zou overvallen en meesleuren. Het is een dweepzucht die tot verderf leidt, en ook Johannes Hus waarschuwde ertegen, en stelde dat de enige weg om aan de vleselijke begeerten van de zonde te ontkomen is door het te bespotten, te ontmaskeren, in zijn brief aan Pilsen in Tjechie. Maak het weer tot brandstof. Speel ermee en transformeer het in de recyclocratie. Maak het tot speelgoed, anders zal het je overweldigen en zal je erin verzuipen. De hedendaagse wereld is verzopen in motorolie, omdat ze de motor niet kennen. Weer een eenzame nacht in New York, en weer een. Bespot de zonde, laat de duivel niet over je heersen, stelde Hus in zijn brief aan Pilsen. Anders ben je al dood. Wij mogen niet het vleselijke bestrijden met vleselijke spot, maar moeten terugkeren tot de hemelse spot vanuit het hemelse woord. Daar ligt de gebruiksaanwijzing van de hemelse motor.

Beuzelachtig is de vleierij waarmee de vleselijken zichzelf misleiden en door andere vleselijke laten misleiden, stelde Calvijn. Ze raken door hun zelfmisleiding en door de toejuiching van anderen bedwelmd, en worden zo verzameld in de graven van hun vaderen, als schapen in een schaapskooi. Zo blijven ze aan de aarde en het wereldse kleven omdat ze geen verlangen hebben naar de hemel. Ja, dan ben je al dood. Verlangen naar de hemel is een teken dat je nog leeft. Ze zijn zo in duisternis omhuld, en dat is een hele gevaarlijke dood, namelijk de dood van de goddeloosheid, stelt Calvijn. Dit is teveel geloof hechten aan vleiende woorden, in plaats van ons oor verlenen aan de vermaning van de profeten. Ze waren zo voortreffelijk geschapen, maar ze lieten het bederven en vernietigden het, doordat ze zich afkeerden van de gebruiksaanwijzing. Calvijn noemt het ondankbaarheid. De mens heeft misbruik gemaakt van de hemelse gaven, en het verkocht, en zo worden zij uiteindelijk als de beesten, als hun ijdele eer wordt weggenomen, stelt Calvijn. Wat een tragiek, mensen, wat een drama. Ik had een droom over psalm 49. Zij kwam als gids en begeleider, en sliep met mij in een bed. Wij waren van een hemelse band. Ook de engel van Rusland was van de hemelse band. Deze engel kwam in de vorm van mijn vechtleraar van vroeger, en hij was hemels dronken, en hij was woedend. Zijn ogen hadden transparante vlekken in allerlei kleuren, die gewoon zwarte gaten waren, en ik dacht toen ik erin keek : ‘Wat gebeurt hier, wat is dit ?’ Allerlei dingen begonnen te veranderen. Je keek er gewoon helemaal in weg, je werd gewoon in deze ogen opgezogen. Herinner je mijn droom over de man met het brood die vanuit het kasteel kwam en telkens naar een keuken in een huis dichtbij ging om daar het brood neer te kwakken ? Het was dezelfde man. De hogere nordics gaan terugkomen. We hebben het over de glasnost, de openheid, de onzichtbare bruggen. Die man was overal. Het is de engel van Rusland, en hij blijft herhalen, blijft de aandacht trekken. Wij moeten leren van het raadsel van Rusland. De band zou optreden in een school. Psalm 49 was er, en de engel van Rusland, en ik liep naar achteren in de school, door de gangen. Er waren ook woningen op de school. Er waren ook winkels en werkplaatsen. Ik kwam bij zo’n werkplaats en ik zag een jongen die ik kende van vroeger van het college, en hij begon toen in een andere jongen te veranderen. Hij bleef maar tegen me aanpraten, en ik wist niet eens wat hij nou zei of bedoelde, maar ik zei toch zo van : ‘Ja, dat is zo.’ Toen begon hij in Menno te veranderen, een klasgenoot van vroeger, die achter het college woonde, en die ook vegetarisch was. En ik sprak heel lang met hem, maar ik wist niet waarover het ging, maar ik zei toen dat we alles vanuit de goddelijke wereld zouden moeten laten stromen, en toen zei

hij : ‘Ja, Allah.’ En toen begon hij over Allah te praten. Het was de engel van de islam, en ik noemde hem broeder, en we omhelsden elkaar heel lang. We waren inmiddels buiten de werkplaats in een soort centrum tussen de winkels. Hij behoorde ook tot de hemelse band. Dat is wat glasnost betekent : openheid, onzichtbare bruggen. We moeten een zekere Rusland factor hebben, en een zekere islam factor, en een zekere Israel factor, van psalm 49. Op de pilaren van de betere leer van Calvijn en Hus moet het dak van de Glasnost komen. Onthoud dat de man met het brood in mijn droom uit de middeleeuwen kwam : de bibelebonse pap. Ik ontwaakte met een engelenlied van de glasnost. Er waren allemaal engelenkoren die het volkslied zongen van de glasnost. Deze revolutie werd aan het eind van de tachtiger jaren en begin van de negentiger jaren gebracht door Gorbatsjov. Toen werd het dak gelegd. Hier hadden de wilde jongens voor gestreden. Hiertoe waren de hemelse liederen van de tachtiger jaren gekomen. Maar de mens begreep nog niet wat het dak inhield, want ze kenden nog niet eens de pilaren. Nu pas is het tijd om dit hemelse gebouw te bespreken, van de glasnost en de perestrojka, openheid en reformatie.

hoofdstuk 63 oorlog in de oekraine – 3 – glasnost toepassen op de gnosis – van gereserveerd tot gereformeerd (perestrojka) – het grote geheimenis van Rusland Met een bespreking van Gorbatsjov's 1987 boek 'Perestroika' De mens steelt stukjes van de gnosis, trekt het uit verband, isoleert het, maakt er wat anders van, en maakt er dan een markt van. Dat is wat de mens is. Het is totaal niet eerlijk naar de gnosis, al die baasspelerij. De mens denkt dat hij zo’n baas is. ‘Ik ben de baas, I am the boss.’ Echt ? Denk je nu echt dat al die regeringsleiders de daadwerkelijke leiders van die landen zijn ? Neen. Ze wanen maar wat. De engelen zijn over die landen aangesteld. Vannacht had ik een droom dat ik in een supermarkt was, en een Nederlandse regeringsleider liep er rond met een bloedneus. Niemand zei wat, dus ik vroeg aan iemand wie het had gedaan, tegelijkertijd me afvragende of hij het misschien zelf had uitgelokt. Ik begon toen in de supermarkt te zingen : ‘Vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.’ Ik liep toen zingende naar buiten en hoorde buiten ook wat groepjes mensen hetzelfde zingen, van het leger des heils of iets soortgelijks. Gorbatsjov noemde Rusland de grootste producent ter wereld van staal, grondstoffen, brandstof en energie, maar dat er grote tekorten zijn vanwege verkeerd gebruik. (p. 25, Perestroika, 1987) De mens moet het leren berijden, geestelijk. Het is niet vreemd dat daar het communisme kwam opzetten, want alles moest eerlijk verdeeld worden, en het wees terug naar de middeleeuwen, zoals in mijn droom over de man met het brood, de engel van Rusland, want men zou terug moeten naar het minore tijdperk van de armoedsordes, waar Johannes Hus zich door liet inspireren voor de reformatie. Dan pas kan er echt vrede zijn. Het is een geestelijke strijd tegen valse rijkdom en valse macht en valse eer. Velen zijn dronken door wereldse toejuichingen, denkende dat dat het leven is, om als god in Frankrijk aanbeden te worden. Er moet dus weer een zelfverloochening zijn om plaats te maken voor het hogere, dus de mens kan niet buiten Israel om waar dit geheimenis ligt. Het gaat om de dialoog tussen moeder en innerlijk kind, de tweedeling, de openheid, de glasnost, wat terugwijst op de oerkennis, de Name, wat ook het gehele oergeheimenis is van Suri-Name, van verbrokenheid, zelfonderwerping (Suri), te komen tot de hogere natuurkennis van het oer (Name). Dat is wat glasnost ten diepste is, en wat eigenlijk gewoon een Russisch woord is voor de regressie, de terugkeer tot de moeder, waar Maleachi over sprak, Elia die brak met het koningschap van de

wereld, en terugging tot de wilde moeder van de natuur. Dat is ook de hele opzet van Heidelberg : de dialoog. Gorbatsjov noemde dit in zijn boek Perestroika het nieuwe denken, de glasnost, dat de mens tot zelfregering moest komen, dat er openheid in de regering moest komen, meer dialoog, meer autonomie, een bepaalde hogere democratische factor, anders zou het communisme stagneren. (p.35, Perestroika) Ik keek in een droom in de engel van Rusland, Glasnost, zijn ogen. Hij was in de vorm van mijn vechtsportleraar, en hij was hemels dronken en woedend. In zijn ogen waren er hemelse kleuren van een andere dimensie, als zwarte gaten. Als je er in keek, dan vroeg je je af van ‘He, wat is dat ? Dat kan toch helemaal niet ?’ Zo vreemd was het, want het zuigt je op, alsof het transparant was. Ik kende deze kleuren helemaal niet. Het waren hemelse kleuren van hogere hemelen, en het waren werelden op zich. Gorbatsjov stelde dat perestroika (reformatie) ging om sociale verantwoordelijkheid, dat die weer zou terugkomen, dat het niveau daarvan zou stijgen. (p.35) Glasnost zou moeten komen om de mens te trainen, als een discipline van zelfkritiek en algemene kritiek in de context van respect voor het individu en voor persoonlijke waardigheid. (p.39) Glasnost zou een geestelijke en ethische atmosfeer promoten, waardoor men de geschiedenis beter zou begrijpen, waardoor reformatie (perestrojka) zou kunnen plaatsvinden. (p.79) De mens moest weer zuivere informatie krijgen, onderwijs. De mens was te gereserveerd, maar moest weer gereformeerd worden. Er moest geluisterd worden naar het individu, en er moest weer aandacht gegeven worden aan het individu. Het individu was verdronken in retoriek, stelde Gorbatsjov. Men moest terugkeren tot de ethiek. Het was te stijf geworden, te mechanisch. Er moest ook weer plaats zijn voor gezonde kritiek, kritisch, onderzoekend denken. (p.81) Waar was het hart van de mens gebleven ? We zien Gorbatsjov dus in principe pleiten voor het shamanisme, voor het verloren schaap. Hij durfde de kudde achter zich te laten om het te vinden. We zien Gorbatsjov hier optreden als een vredesengel, als de goede herder van Rusland. Hij reikte niet alleen uit naar zijn eigen volk, maar ook naar andere volkeren. Dit was belangrijk, want er was een steeds grotere dreiging van nucleaire oorlogen of rampen, vanwege de opkomst van kern energie planmatigheid en technologie. Het zou maar zo mis kunnen gaan. En het is misgegaan, want de mens trok laatjes open die het niet mocht opentrekken, als de doos van Pandora. Daarom sprak Gorbatsjov dat glasnost zo belangrijk was als de lucht die we inademen (p.82) Eerlijkheid moest weer terugkomen, stelde Gorbatsjov, oprechtheid (p.267), en er moest openheid zijn voor originaliteit, opdat ingedutte conformiteit ontweken kon worden. Dat is een humanitaire opdracht, en ook een animalitaire en naturitaire opdracht. Hiervoor moest de mens loskomen van

nationaal egoisme (p.301) De mens moest zo een relatie aangaan met de waarheid. Dit zou een proces zijn van evolutie. Glasnost is een natuurlijke wetenschap. Er zouden een heleboel obstakels overwonnen moeten worden. Dit kon alleen gedaan worden door internationalisme, door verscheidenheid, door variatie, om zo ingedutte dogmatiek te ontstijgen. Glasnost moest verdiept worden, als werken in de mijnen. Er werd over Glasnost gesproken als over hemels gesteente wat het fundament moest worden van een nieuwe wereld, niet een wereld waar de geschiedenis weg was geworpen, maar waar er van de geschiedenis werd geleerd en waar de geschiedenis werd verbeterd. Doe jezelf niet te wijs voor. Laat anderen ook spreken. Laat ook kinderen spreken, ook je innerlijke kind, wat ook weer in de psalmen van Israel terugkomt. Als je je te wijs voordoet kan dat ook weer gevaren opleveren, en daarom gedroeg de psalmist zich als een dwaas in 1 Samuel 21 toen hij op de vlucht was voor Saul en in Gat was gekomen. Dit hoofdstuk gaat overigens ook over de man met het brood. In psalm 69 is de psalmist omringd door zijn vijanden, en heeft hij gevast en zich met een zak gekleed. Hij was in een diepe put gekomen, in diepe wateren, in slijk, en hij werd bespot. Hij moest zich hier wel openstellen voor het hogere. Hij kon het niet alleen. Er waren missing links. Hij was verslonden door een beest, eaten alive, met huid en haar. Hij moest zich openstellen voor een andere wereld, anders zou hij het niet redden. Hij moest een dialoog aangaan. Hij moest dus tot Glasnost komen, anders zou er geen Perestrojka zijn. Hij moest dit gesteente leren kennen. De psalmist was diep gezonken, en maakte er een psalm van, als een visnet. Hij moest hier leren vissen. Hij moest het ten goede laten meewerken. Hoe groter de wreedheid was van de vijanden naar hem toe, hoe meer hij in deze nieuwe wereld werd geduwd. Calvijn stelt dat zo de hoovaardigen uiteindelijk werden wederstaan. De psalmist had gezocht naar hen die medelijden zouden hebben of zouden troosten, maar hij vond hen niet. Ze gaven hem slechts gal en azijn te drinken, zoals ze ook bij Jezus deden aan het kruis. Zijn discipelen sliepen. Er was niemand. Hij moest hier helemaal alleen doorheen. Zo ontwikkelen wij het heilige glasnost gesteente van doorzicht, inzicht, uitzicht en overzicht als een nachtzicht, als een gids, de engel van Rusland. Dat was de raaf die Elia voedde in de wildernis. De mens ziet niets. Als zijn naaste in nood is is de mens in geen velden of wegen te bekennen. Maar de Kennis ziet alles. De psalmist werd aan zijn kruis vergiftigd, net zoals Jeremia sprak dat ze hout hadden gedaan in het brood, stelde Calvijn. Hier bidt de psalmist dat hun tafel hen tot een strik zal worden, stelt

Calvijn, en dat de dingen die hen tot vrede zijn tot een net zullen worden. Dat zijn allemaal beelden of gelijkenissen dat de mens geen bovenmatige rijkdom en voorspoed mag hebben ten koste van een ander. Gorbatsjov stelde ook dat het geen propaganda praatje mag zijn, maar dat er onderwijs moet zijn voor algemeen welzijn. Het moet vanuit het hart komen, en door het hart gevoeld zijn. Laten we beseffen zoals Calvijn het zegt in zijn betere leer dat alles wat de hemel strekt tot leven, dodelijk is voor de zonde en het vleselijke. Het vlees in de mens haat hierom het hogere, en zoekt het in de doofpot te stoppen. Als Glasnost komt, zie dan naar al die ogen die afwijken en doen alsof ze het nooit gezien hebben, alsof het niet bestaat. Hierom is de engel van Rusland woedend. De bron of de baarmoeder die genezing draagt in Maleachi draagt dus tegelijkertijd een adem van de dood, stelt Calvijn, om tot het goddeloze vleselijke te brengen. De psalmist vraagt dan of de ogen van deze wrede tafelheren dan verblind mogen worden, want alles wat ze doen is anderen vergiftigen. Ontneem hen alle verstand, stelt Calvijn dan. Deze blindheid, stelt hij, die over hen wordt uitgegoten, zal ervoor zorgen dat zij hun lendenen breken. Uiteindelijk zullen ze zelf vallen in de kuil die ze gegraven hebben. Zelf zullen ze ook afdalen in die diepe put van psalm 69. Calvijn zegt dat de psalmist maar blijft aanhouden met zijn verwensingen met de grootst mogelijke heftigheid en onstuimigheid tegen hen, opdat zij af zullen laten van hun slechtheid en hoovaardij. Wie denkt dat de psalmist maar op zijn woorden moet passen en niet zo moet schelden en vloeken die is ten eerste verschrikkelijk onverschillig en harteloos, en ten tweede heeft zo iemand nog nooit zelf aan zo’n kruis gehangen, want dan zou hij net zo schelden en vloeken, als onderdeel van het lijden. De beste stuurlui staan altijd aan wal zullen we maar zeggen. Het is een dichterlijke en figuurlijke kunst om alles te verwerken. Met zulk lijden kan boosheid niet ontlopen worden. Boosheid is dus een onderdeel van het kruis, inclusief schelden en vloeken. Het is allemaal heel makkelijk praten voor mensen die nog nooit wat hebben meegemaakt en zich nooit om iemand anders bekommerd hebben, of alleen om hun eigen kroost. De psalmist is als een hemelse atoombom die hier ontploft. Nu zal glasnost er komen. Het tikken van de bom is voorbij. Ze hebben er zelf om gevraagd. ‘Edelachtbare Marjolein, er is een bom hier, en het tikt.’ --- ‘Och, zolang het tikt is er niets aan de hand.’ ‘Maar nu tikt het niet meer.’ --- ‘Dan is de bom of onschadelijk gemaakt, of je bent er inmiddels geweest, of wij allemaal.’ Calvijn noemt psalm 69 een hyperbolische psalm. De psalmist gaat spreekwoordelijk om met godsdienst en de diensten der mensen, en hij noemt de psalmist een voorbode van het evangelie.

Hier werd het evangelie al gepredikt, in deze dingen, die dus figuurlijk waren, en de westerse mens die daarna kwam heeft het verkracht door het te verletterlijken. Men is met deze gnosis op de loop gegaan, omdat men glasnost er niet op toepaste. Men moet weer terugkeren tot de hemelse mijnen, en glasnost winnen. Deze werd dus al geopenbaard eind tachtiger jaren, begin negentiger jaren, met de val van het ijzeren gordijn, met de verschijning van de engel van Gorbatsjov. Deze staat nog steeds als een paal boven water. Laten wij hierin binnengaan. Leren van de engel. Als iedereen een stapje terugdoet, en niet te groots, niet te machtig, niet te wijs, niet te weterig, op te treden, zal een ieder tot zijn eigen zelfbestuur, zijn eigen autonomie kunnen komen, en hierin zal een nieuwe wereld zich kunnen openen en de missing links zullen kunnen verschijnen, en zal er een goede en zuivere terugkoppeling kunnen zijn, door glasnost. Iedereen een stapje terug, opdat glasnost kan komen. Niet groots willen doen, maar laat het kleine spreken. Laten de dwergen weer tot hun mijnen kunnen gaan, en hun edelstenen aan Sneeuwwitje kunnen laten zien. Oh, laat dit sprookje kunnen herleven, het geheimenis van Rusland. hoofdstuk 64 oorlog in de oekraine – 4 – wachters van de glasnost – glasnost of de mobiel ? Diep in de Russische bossen dansen de dwergen van Sneeuwwitje om de glasnost steen. Dat is een steen van ontmaskering, ontbloting, openbaring, openheid. Het is als een sprookje, beeldspraak natuurlijk, maar kent u de geestelijke wereld ? Dit komt allemaal verkeerd door de lens. Er liggen lenzen tussen de landen, tussen de planeten, en ook tussen de mensen. Dit zijn prisma’s die alles verdraaien, en daarom is het schijnbaar oorlog. Ken je het Plumares mysterie al ? We hebben erover geschreven in het gelijknamige boek. Ken je de lenzologie al ? De SNIJPEL-lens ligt tussen Rusland en alle andere landen in. Het omgeeft Rusland, en het verdraait informatie, en zo komt alles verkeerd door de lens. De glasnost steen is de hemelse steen van openbaring, ontbloting ook. De dwergen van

Sneeuwwitje hebben het gevonden en dansen er omheen. Ze hebben het gevonden in hun mijnenwerk, diep in de bossen van Rusland. Het is een doorzichtige, wonderlijke steen. Kent u bijvoorbeeld deze woorden die ik in de hemel heb gehoord ? Sexuïtie (vgl. intuïtie) en Sexpiratie (vgl. inspiratie). Wat betekent het ? Sexuïtie is allereerst een alarm zodat je niet met vuile stromen van wereldse sex wordt meegesleurd. Wat hebben de mensen er iets vies en smerigs van gemaakt, he. Maar oorspronkelijk betekent het : intimiteit met de kennis, terwijl wat we in de wereld zien is intimiteit met de domheid, ten gevolge van de intimiteit met zonde en het vlees. Walgelijk is de sexualiteit van de aarde, zo plat, zo bedorven, en de mens gaat erdoor met pensioen. Het vleselijke vindt het allemaal heerlijk, maar het geestelijke vindt het walgelijk. Door Sexuïtie, intimiteit met de gnosis, kunnen de lenzen weer gezuiverd worden, en kan men tot de hogere lenzen gaan, tot de glasnost. Waarom trekt Rusland de aandacht ? Juist hiervoor, maar het kwam verkeerd door de lenzen. Laat je opnemen in de glasnost steen. Werk eraan. Ga terug naar de mijnen. De dwergen zingen een lied. Kun je het verstaan ? Heb je oren die kunnen horen ? Of ben je bedrogen door de lenzen der wereld ? Ken je de lenzologie ? De glasnost is een steen. Het reageert niet, maar het reflecteert, dus het hangt allemaal van jezelf af hoe de steen het reflecteert, net zoals bij een spiegel. Allerlei lenzen buigen het af. Daarom moet je klaarkomen met het lenzenmysterie. Deze lenzen liggen overal om ons heen. De oorlog wijst dus terug op wat diepers dat gaande is, op diepere kennis. Er ligt een ijzeren gordijn omheen. Zie daar maar eens doorheen te komen. Heb je de waarheid lief ? Heb je intimiteit met haar ? Zie maar eens langs de grenswachters heen te komen. Ze laten je niet zomaar door. Of ben je slechts een stalker van de gnosis ? Wil je gewoon iets gappen, iets roven ? Om er daarna mee weg te hollen en er een marktje van te maken in de wereld ? De dwergen van Sneeuwwitje geven niet zomaar hun geheim prijs. Velen hebben de gnosis misbruikt, haar verkracht. Stalkers zijn het. Ergens stopt het en gaan de poorten dicht. De lenzen zijn gevangenissen. Zie er maar eens door te komen. Alleen met de lenzologie kom je er doorheen, want het is een gevaarlijk labyrint om de glasnost te bewaken en te bewaren. De beer heeft toegeslagen, Rusland heeft toegeslagen : Oorlog in de Oekraine, en men weet niet wat het is. Men kan er niet doorheen prikken. De beer is door de SNIJPEL-lens gekomen, het schermpje van de mobiel, waar de vleselijken aan verslaafd zijn. Een gif druipt van het scherm, als een slaapdrank. Het houdt de mens weg, ver weg, van de glasnost. Ze zijn zwaar aan de drank van de hen toejuichende menigte, en vinden het wel goed zo. De meerderheid heeft immers hun goedkeuring gegeven, en de meerderheid is god. Wat is de SNIJPEL-lens ? De mobiel, mensen, de mobiel, en die vervormt zich tot auto’s, om de lagere aardse gewesten te bedriegen en mee te

zuigen. Het is geen tijd om met dure kleding rond te lopen, geen tijd om peperdure reisjes te maken, als grote delen van de wereld in honger of oorlog zijn. Dat kan echt niet. Daar klopt niks van. Het is een wereld in een duivelse lens, en het lacht je uit. Het drijft de spot met je. Het is een wachter van de glasnost. Je komt er niet zomaar doorheen. Je hebt te diep in het glaasje gekeken. Och, die lieve dwergen. Ze zorgen zo goed voor hun prinsesje, Sneeuwwitje. Met de glasnost steen kunnen ze haar genezen. Ze was zo hard aangevallen door een heks, de valse koningin. ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is het mooiste in het hele land ?’ Daar ging alles om. Ze wilden de grootste wezen, de eersten, de sterksten, de machtigsten, de aanzienlijksten, niet de minste. Alleen de hemelse Sexuïtie weet wat ware schoonheid is, en zij geeft Sexpiratie om een nieuwe wereld te bouwen. Wees maar creatief, wees maar uniek. De dwergen zijn een beeld van de minste willen zijn, weer kind worden, een stapje terug doen, om af te rekenen met alle dwaze overmaat. Mobiel ? Mobiel ? Nee, het is debiel. Het schermpje van de debielen. Een debielenschermpje waarop je kan zien hoe het niet moet, en hoe je er toch ingezogen wordt. Het prisma van de heks, de debielensteen voor alle domkoppen die idioten volgen. Dat is wat het is. Doe maar eens onderzoek over wat de mobiel eigenlijk is. Een schofterige wereld heeft het gebouwd. Voer oorlog tegen microgolf vervuiling. Het verandert het brein van de mens, en zuigt het diep mee in de lens. Zo worden de onoplettenden geflest. Geflest ben je, geflest, en je weet het. Nu is het zaak om uit de fles te komen. Maar hoe doe je dat ? Juist daarom, juist daarom, trekt Rusland de aandacht. Wie oren heeft die hore. Geef jezelf maar eens bij wijze van spreke een klap in het gezicht, en zeg tegen jezelf : ‘En nu moet je eens ontwaken.’

DEEL 4 – DE REGRESSIEVE KERKGESCHIEDENIS hoofdstuk 65 oorlog in de oekraine – 5 - de nucleaire dreiging van rusland - hoe kom je erdoor, hoe kom je eruit ? - de regressieve kerkgeschiedenis We hebben het over de oor-log, met recht over het oor, want de mens luistert niet. Om dit te begrijpen moeten we teruggaan in de geschiedenis, waar veel moderne mensen ook al niet te dol op zijn. Ook dit kun je begrijpen in de geschiedenis lessen. Met de Duitse reformatie van 1517 was het probleem niet opgelost. Nederland moest nog vechten tegen het katholieke en Spaanse gezag. De

reformatie moest nog doorbreken in Nederland. En toen dat was afgelopen had Nederland te maken met de koningskerk die al het gezag wilde, waardoor er geen godsdienstvrijheid was. 1816 was hierin een berucht jaar. We hebben er veel over geschreven. Daarom moest er een nieuwe reformatie komen, die de regressie werd genoemd, of de wederkeer. Eigenlijk was de reformatie van 1517 al de regressie, als de terugkeer naar de Israelitische soberheid, en dit was geworden tot een Duitse soberheid. De opstand tegen de koningskerk kwam in 1834, wat de afscheiding en de wederkeer, oftewel de regressie werd genoemd. Dit was een terugkeer tot de betere leer van Calvijn, maar helaas vaak ook tot de slechtere leer van Calvijn. Ook was het een terugkeer tot de Dordtse leerregels en de Heidelbergse catechismus, om zo los te komen van al te losbandige vrijzinnigheid, zo goed en kwaad als dat ging. De jaren 1800 zijn dus belangrijk voor de regressieve kerkgeschiedenis. Uit de afscheiding van 1834 kwamen ook de gemeenten onder ‘t kruis voort, de kruisgemeenten. Hieruit kwamen dus de kruispredikanten voort. Een medewerker schreef over de absolute noodzaak van de regressie, het kennen en bestuderen van de geschiedenis : ‘Mensen zitten gevangen in het mobiel gebeuren. Ze komen er maar goed vanaf, denken ze met hun onzin argumenten, maar ze zouden er best wat meer onderzoek naar mogen doen, want erg diepzinnig zijn hun argumenten niet, en dan hebben we het nog niet eens over de geestelijke argumenten, en ook niet over het verslavings en zombiegedrag van mobiel gebruik. Vaak wijzen we op het belang van de geschiedenis omdat daar de antwoorden liggen. En dan niet alleen als het gaat over bijv. een onderwerp als de hel waarbij de geschiedenis laat zien hoe de ideeën daarover zich ontwikkeld hebben en waar de wortels liggen maar het gaat echt over zoveel meer. We hebben het er al vaker over gehad over het belang van de geschiedenis. De lessen voor vandaag en voor de toekomst liggen in het verleden. De geschiedenis herhaalt zichzelf (in verschillende variaties en met kleine wijzigingen) en dat is iets wat filosofen en geschiedkundigen al opviel zelfs meer dan 2000 jaar geleden. Willen we de lessen leren die in het verleden liggen en willen we de grote schatten aan kennis en informatie die ons aangereikt worden die in het verleden liggen ter harte nemen of paniekerig in de

rondte rennen en maar roepen help wat kan ik doen, help wat kan ik doen terwijl de antwoorden voor het oprapen liggen en allemaal al gegeven zijn ? De geschiedenis toont cyclussen van patronen die direct gerelateerd zijn aan de natuur van de mens. Zolang de mens niet veranderd blijven deze patronen zich herhalen. Zonder de les van de geschiedenis dus ter harte te nemen blijven we zelf ook in een cyclus, in een herhalend patroon rondlopen en dus zonder de les te leren zal de cyclus zich blijven herhalen. Mensen klagen snel ik heb het zwaar, of het gaat zo slecht nu met de wereld, maar guess what, jouw voorouders hadden het ook zwaar, generaties voor jou hadden het ook zwaar en gingen door hetzelfde heen. Het is niet nieuw wat er nu gebeurd. Maar er is wel een verschil nu met de eerdere generaties namelijk dat de generatie van nu ongelofelijk verwend is en gaat lopen klagen als ze even niet meer naar de bioscoop of het cafe kunnen want daar leven ze voor. Ze weten dan niet meer wat ze met zichzelf aanmoeten als deze dingen van hun ontnomen worden. En hebben zij hun les dus geleerd? Nee. Het is zo jammer en ik hou mijn hart vast. Het is te triest voor woorden. Neem de lessen van de geschiedenis ter harte schreeuwen we van de daken. Zo niet dan blijf je in een doolhof tegen doodlopende muren aanlopen zonder de uitgang te zullen vinden. Of je denkt de uitgang gevonden te hebben maar bent in een illusie terecht gekomen. Dante gaf de hoop niet op. Hij gooide het bijltje er niet bij neer. Hij koos niet voor een makkelijke exit in zelfmedelijden. Hij legde de problemen van de wereld niet bij een ander neer. Hij wist dat om verder te kunnen komen hij aan zichzelf moest gaan werken en dat hij zelf moest veranderen en zich niet alleen moest focussen op wat zijn vijanden hem hadden aangedaan en alles wat hem overkomen was. Hij verviel niet in melancholie, onverschilligheid of dramatisering van zinloosheid en hopeloosheid (wat heeft het allemaal nog voor nut) omdat de toekomst in zijn ogen afstreefde op een dystopie. Hij legde niet de schuld bij anderen en dat de anderen voor hem met snelle oplossingen moesten komen en zijn problemen moesten oplossen. Wat doe jij als jij in dit patroon vervalt of als jij jezelf hierop betrapt ? Blijf je er dan in hangen of corrigeer je jezelf en ga je door of verruil je het ware paradijs liever voor een vals paradijs, voor de snelle oplossing, voor de snelle paarden ? Je doet jezelf dan wel erg tekort en bent dan gewoon dom om nog maar niet te spreken van de gevolgen op de lange termijn voor jezelf en je omgeving. Wat doe jij met de lessen van de geschiedenis? Wat doe jij met de lessen in je leven of herken je ze niet eens als lessen ?

Ik heb het geschiedenis probleem, want zo mag je het wel noemen, ook wel eens het generationele probleem genoemd. Dit betekent dat een volgende generatie niet weet wat er in het verleden allemaal al gebeurd is en daardoor denkt dat het allemaal bijzonder en nieuw is. Het betekent bijv. dat een onderwerp nieuw is voor iemand en als waarheid wordt aangenomen terwijl het al lang in het verleden besproken is en vele boeken over geschreven zijn, waarin dan al werd uitgelegd wat er allemaal niet aan klopte, maar dat weet die persoon niet dus die gaat er helemaal mee aan de haal. Je kunt het dan hebben bijv. over het christelijk geloof in het algemeen maar bijv. ook dat er in 2020 weer een nieuw boek over de eindtijd op de markt wordt gebracht en de nieuwe christelijke generatie denkt wat een geweldig boek terwijl datzelfde boek met dezelfde strekking ook al eens geschreven in de jaren 80 of zelfs al ergens in 1900 of eerder. En het betekent ook dat er bijv. nu geroepen wordt van dat jezus over zoveel jaar echt terug zal komen maar ze weten niet dat precies hetzelfde al gezegd werd in de jaren 80 en in de jaren 90. Zie hier het zich herhalende patroon, het generationele probleem. Gevolg is dat een hele generatie weer een rad voor de ogen wordt gedraaid. Ook hier dus weer het grote belang van het kennen van de wortels en de fundamenten van hetgeen je gelooft. Waar komt het vandaan, hoe is het ontstaan, door wie is het gezegd, klopt het allemaal wel, zie je niet een hoop dingen over het hoofd en rij je in een auto die vanzelf een keer uit elkaar zal vallen? Als wij onze kinderen niet onderwijzen, wat voor toekomst geven we hen dan! Hierboven gaven we dan een christelijk voorbeeld dus hier dan nog een voorbeeld uit de new age als het gaat om het belang van onderzoek in relatie tot de geschiedenis. In de new age wordt makkelijk gesmeten met allerlei termen zoals bijv. de 7 chakra's en astraal lichaam, wereldziel, monade, 4d etc. Waar komen deze termen vandaan en wat is hun oorspronkelijke betekenis en is dat het dan of zijn er nog veel meer woorden en onderwerpen die belangrijk zijn omdat je anders maar het halve plaatje hebt! Zie hier weer het belang van onderzoek! Als je liever in self-made ignorance wilt leven in plaats van de geschiedenis te bestuderen en van te leren hoe dingen daadwerkelijk in elkaar steken waar ben je dan mee bezig ?’ Tot zover de medewerker over de regressie. En ja, het is zo, want doordat de mens de mobiel aanbidt en niet de glasnost wakkeren ze zelf de oorlog aan. Je kunt niet veilig spelen met dat soort stenen. De mens kijkt zelf op de verkeerde schermpjes, en holt achter de muziek aan. De mens speelt graag gevaarlijke spelletjes. Hoeren zijn het, dat is wat de hemel erover zegt, en wij laten de hemel spreken. Ze hoereren met het modernisme en verachten de geschiedenis, verbeteren de geschiedenis niet, en gaan zo op de luie slof hun waanhemel binnen, en trappen anderen ervan weg als agressieve honden, want het is alleen

voor hen, en zij die precies zoals hen zijn. Er is iets mis met hun ‘zijn’, hun valse volwassenheid, gebouwd op het bloed van hun innerlijke kind. Het is pure zelfvernietiging. Het kind wijst terug op de geschiedenis. Als je terug wil naar het kruis dan ontkom je niet aan de geschiedenis. Het kruis ligt namelijk in de geschiedenis, draagt de geschiedenis. ‘Neem je kruis op,’ betekent dus ook : ‘Gedenk de geschiedenis.’ En dan heb je ook te maken met kerkgeschiedenis. J.C. van der Does (1877-1956) schreef dat de bakermat van de kruisgemeenten zich bevond in het vissersdorpje ‘Noordwijk aan Zee’. Zij misten iets in de prediking van de koningskerk, de hervormde kerk. Zij kwamen bij elkaar om over de bijbel te spreken en over het bevindelijke, hun ervaringen. Zo ging dat al heel lang in Noordwijk, ook al eind jaren 1700, stelde van der Does. Ze spraken ook over Heidelberg. Ze gingen terug naar de leer en de tucht der vaderen, want ze vonden dat de koningskerk daar te ver van was afgeweken, en de afgescheidenen werden ook vervolgd door die kerk, dus er was geen godsdienstvrijheid. Ze streden tegen menselijke inzettingen, menselijke regels. Ze wilden leven vanuit het hemelse, niet vanuit het aardse. Er moest nieuwe diepte komen in het werk van Calvijn. Er was ook een betere leer van Calvijn. We hebben het dan bijvoorbeeld over de pilaar van soberheid, ook soberheid in oordeel, want er was zoveel overoordeel, vooroordeel en vervolging. Met elke reformatie is er ook veel kaf tussen het koren, en zo ook met de regressie was dit het geval, maar het gaat nu even om de rode lijnen die er doorheen lopen, en die moesten wel komen. De mens moest vrijgemaakt worden van de vleselijke kerk, van de wereldse, aardse kerk, om zo te komen tot de natuurkerk, de hemelse kerk, die in soberheid leefde. Dat was meer ieder voor zich, in hun relatie met de hemel. Daar mag een ander niet over beslissen door een of andere aardse titel. Staat en kerk moesten dus plaats maken voor de autonomie van de mens, de zelfregering, de eigen verantwoordelijkheid, wat een hermitatische beweging is. Het begon sterk op te komen, het bevindelijke, in de jaren 1800 in Nederland. Het ging om de persoonlijke ervaring, niet om kerkelijke superioriteit en allerlei autoritair machtsvertoon. De jaren 1800 van de vrijmaking en de regressie, van 1834, zijn dus onze adem, en het is belangrijk de lijnen te kennen van de kruisgemeenten die hieruit voortkwamen, de kruispredikers, en wat zij te zeggen hadden, die het hemelse Woord lieten zien, zo goed en kwaad als dat ging. Er was iets aan de mensheid in Nederland gegeven om hen tegemoet te komen : een rode steen, een rode juweel, als de glasnost. De geschiedenis werd namelijk opengebroken. Men ging de gegeven schatten weer opdiepen. Kennen wij deze predikers die zulke belangrijke hemelse waarheden te vertellen hadden voor onze bevrijding en exodus ? Het zijn onze voorvaderen en voormoederen.

Wat is er geworden van het ‘eer uw vader en uw moeder’ ? Doen wij dat wel ? Of gooien wij er met de pet naar en lezen wij alleen de moderne boeken die daar vaak gewoon over heenwalzen om er munt uit te slaan ? Kennen wij de context ? Wij moeten de generatie kloof weer overbruggen anders gaat het helemaal verkeerd. Terug naar de gegeven glasnost steen in de jaren 1800, aan de voet van het kruis, bij de kruisgemeenten, die bevrijdingsgemeenten waren. Zij streden een strijd tegen werelds vermaak en wereldse controle. Op naar de geschiedenis, mensen. We kunnen hier niet blijven. Dit is een wereld in een lens, en alles is verdraaid. Vertrouw het modernisme niet. Op naar de geschiedenis, terug naar de jaren 1800, terug naar de natuur, terug naar de glasnost steen gegeven, waar de dwergen van Sneeuwwitje omheen dansen. Ze hebben de schat gevonden omdat ze de minsten zijn geworden, kinderen zijn geworden, en in de mijnen van kruis en geschiedenis hebben gewerkt. Ja, het kruis is een mijn van de geschiedenis, en het werk roept ons. Alleen als dwergen, als kinderen, kunnen wij daar komen. Afgelopen met die vuile volwassen spelletjes. Je bent geen volwassene in de moderne wereld, maar een bedrieger, en dief. Op heterdaad betrapt. Ga nu op de grond liggen opdat de bliksem je niet treft. Alleen eeuwige kinderen, hen van het zoonschap tot de eeuwige hemelse natuur, kunnen tot volwassenheid komen. De volwassenheid van de mobiel en het modernisme is de heks, de boze koningin en boze stiefmoeder van Sneeuwwitje. Weet goed met welke machten je speelt. Laat je in de boeien slaan nu, en keer terug tot het kruis, wees aan hemelse touwen. Laat je arresteren door de glasnost steen, opdat je kunt ontkomen aan de mobiel van het vlees, aan allerlei debielen spelletjes. De kruispredikant C. van den Oever (1802-1877) zei over de aanvallen op de kruisgemeentes, die zelfs van binnen kwamen, dat het als Kain’s broedermoord was omdat de hemel het offer van Abel aannam, en zijn offer niet. Hij zei dat het ook als de nijd was van Jakob’s zonen, omdat Jozef de mooie rok van Jakob had gekregen. Ook noemde hij het als de moordlust van Saul, omdat de psalmist meer geeerd werd door God dan hem. Deze archetypische krachten zijn vandaag de dag nog steeds in het spel. Merk ze op. In deze omstandigheden moeten wij werken, terwijl alles om ons heen door leeuwen is bezet, stelde van den Oever. Dit is opdat het werk zuiver zal zijn. Het is een verwoestende mensenmenigte, en dit stroomt allemaal voort vanuit het duistere gat van 1816. Deze put moet nog steeds gedoofd worden. Dat kan alleen als de mens komt tot de rode glasnost steen in de Russische bossen, als een beeld van de kerkgeschiedenis van de kruisgezinden. Dat was een vervolgde kerk. Het was een anti-kerkelijke kerk. Het was een door de hemel bevrijde kerk, maar zij werden nog steeds door het vleselijke elite leger achtervolgd, de wachters van glasnost. Het alarm was afgegaan. Niemand mocht aan die steen komen. Nu was het oorlog. Ren voor je leven. Laat je opnemen.

De mens werd geschud en was geschokt, door deze afschuwelijke wachters, en nam toevlucht tot 1834. Wat een strijd was het om het hemelse woord op papier te krijgen. Van den Oever spreekt er ook over. Toen van den Oever dacht dat het werk spoedig was voltooid werd hij belet door ziekte, en was hij lichamelijk zo vermoeid, en koorts sprong hem in de nek, die hem bijna tot het graf sleepte, maar toen kwamen de zoete nachten waarin hij volop kon schrijven. Zo was hij op de golven, op en neer. Hij schreef voor de kruisgezinden. Hij schreef voor het nageslacht. Natuurlijk was dat allemaal in de taal des tijds, maar later zou dat allemaal vertaald worden. Zijn boodschap was dat de mens uit het graf van de zonde diende op te staan. Ja, de mens was dood door de zonde. De mens werd als een zombie bestuurd door het autoritaire vlees, het koningsvlees, wat zich superieur waant. Van den Oever wees terug op de moederkerk waarin de geheimen lagen, in de jaren 1600 en 1700. Hij wees niet alleen op de opstanding uit het graf van de zonde, maar ook op de bevrijding uit de gevangenis van de zonde, en uit de gevangenissen die de vervolgers hebben opgesteld. Zo vond er een uittocht plaats. Maar hij sprak dat velen niet wilden buigen voor de waarheid vanwege trots en zij wilden liever hun eigen eenmaal opgevatte meningen handhaven dan hun gedachten gevangen te leggen onder de gehoorzaamheid van het hemelse woord, en hij zou niet met ze twisten. Hij was niet gericht op machtspelletjes, maar op Getsemane. Hij zou geen koning over anderen spelen. Hij was gericht op het kruis. Hij was gericht op soberheid, ook in oordeel. Dat is trouwens ook de betere leer van het christendom, wat dus een kruizendom is. Daartoe bestonden dus de kruisgemeenten, om die leer te handhaven. Leren van de geschiedenis, leren van het kruis. Van den Oever sprak dat hij voor elke vriend honderd vijanden had, want wel honderd mensen beminnen de leugen en de dwaling tegen een die de waarheid bemint. Hij stelde dat het werk meer veracht dan geprezen zou worden. Hij kwam niet met menselijke wijsheid en uitnemendheid van woorden. Hij was een sobere, eenvoudige prediker, en het ging hem volledig om de hemelse dingen en de hemelse taal van het hart. ‘Heere, help ons,’ zegt hij in de hemel, want hij weet dat deze strijd er nog steeds is, en hij strijd voor ons, aan onze zijde, deze voorvader van het kruis. In een gedicht van die tijd wordt de heilskerk de rok van Jezus genoemd, wat ook weer terugwijst op de rok van Jozef. En die rok is aan reten gescheurd, en dan is zachtmoedigheid het herstel, waar zonden afsterven. Het ging niet om blote, aardse geschriften, stelde het gedicht, maar om het leren van omhoog. Met zachtmoedigheid moesten de driften beteugeld worden, want er is heel veel misverstand en woordenstrijd. Daarom moet men streng gezet zijn op eerlijkheid, en op het pad van tedere godsvrucht zijn, om zo te leven in hemelse gulheid. We hebben het dan over de glasnost

steen. Deze steen hebben we nodig opdat alles weer achter glas gaat, alles terug in de boeken, alles terug in de museums.

hoofdstuk 66 oorlog in de oekraine – 6 – de bloeiende roede in de russische nacht In de donkere Russische nacht ligt een diep geheimenis, in de donkere Russische bossen, waar dwergen dansen om de gevonden glasnost steen. In de steen zien we een aloud tafereeltje. We gaan helemaal terug naar de jaren 1800 waar de herderlijke kruisgezinden streden tegen de wolvelijke koningsgezinde imperialisten die de schapen bedreigden. Ken je deze geschiedenis ? Het is het 1816 van de roofdieren die uit hun holen kwamen tegen het 1834 van de regressie, de wederkeer van de herder tot het verloren schaap, of het verloren schaap tot de herder. Ken je het verhaal, ken je het sprookje, ken je het gedicht ? Of ben je er te oud voor geworden, te gepensioneerd, en heb je de oma of opa sloffen al aangetrokken ? De bloem van geestelijke pensionering is er één van een mechanisch vergif. Het druipt van de schermen van de mobielen der verwenden, en brengt hen in een bloeddorstige trance, een hypnose van waanzin, die hen niet meer kan laten stoppen met dansen. Altijd moeten zij dansen, alsof ze de rode betoverde schoentjes aan hebben. Wat is het medicijn ? Daarover zullen wij vandaag spreken. C. van den Oever, een kruisprediker in de jaren 1800, sprak over de situatie in Israel. De stok van samenbinding en liefde was verbroken, en de sleutel der kennis was verloren gegaan, en toen werd het nog donkerder. Hij zei dat ieder een weg voor zichzelf verkoos, zoals ze het goed dachten. ‘Hier zag men een vergadering van Godonterende Sadduceeën! daar een hoop Esseeën! ginds een menigte Farizeeën! dan ook nog weer een partij Herodianen.’ Het was een donkere nacht voor de kerk, stelde hij. Maar hij wees op de natuur, dat na de duisternis van de nacht de morgen zou komen. De morgen komt om te verlossen, en niets kan haar hinderen. In Israel werden deze natuur elementen gepersonificeerd. Daar zijn de godsdiensten uit voortgekomen. Het is een zekere taal. Het kruis gaat dus zekere dingen voortbrengen, heeft haar eigen morgen, en niemand kan dat verhinderen. Niemand. Het is de natuur. De profeten spraken dat er uit een maagd een hemelse zoon zou komen. Natuurlijk is dat beeldspraak. Het gaat om een kerk die maagdelijk is gebleven naar de zonde toe. Zij hebben niet in het vlees geleefd, en alleen zo kan het hemelse zoonschap komen. De hemelse, maagdelijke kerk is dus zowel een moederschap als een zoonschap. Dat wil niet zeggen dat ze daadwerkelijk maagdelijk is. Het is een hemelse maagdelijkheid tegen vleselijke conformiteit. De zonde is een samenzweerder tegen de hemelse dingen, in vriendjespolitiek dus. Het was een gedicht, een maagd die zwanger zou raken. Het had een diepere betekenis. Maar de vleselijke kerk nam het letterlijk. De betekenis werd weggekapt. Zo maakten zij hun afgoden. Van den Oever noemde het een wonder : ‘O, wonder! een maagd baart een man, een dochter baart een

vader, het schepsel haar Schepper!‘ Hij sprak dat de hemelse zoon in een stal werd geboren, omdat het een evangelie was voor de armen. Ook dat was een gedicht. Men heeft het verletterlijkt en uitgebuit, de betekenis weggesneden. Het stalletje met kerstfeest in het rijke westen heeft de diepe betekenissen niet meer. Het is plat geworden, huichelachtig, allemaal voor de markt, want het westen veracht de armoedskerk, de soberheidspilaar. Van den Oever wees erop hoe het rijke westen het arme volk onthielden wat hen vanuit de hemel was geboden. ‘Men offert het liever op aan wellust, pronk en praal, aan huizen, hoven, rijtuigen, meubelen, klederen, enz. Zij willen liever hun zielen honger laten lijden en hun lichamen in zondigen overvloed baden,’ stelde van den Oever. ‘En daarom zien alleen enkele arme schaapherders het.’ Natuurlijk wordt er naar hen niet geluisterd, want hun haar is te lang, of hun baard is te wild, of hun kleren te armoedig, of wat voor ander slap en zot bedrieglijk excuus het rijke westen er ook voor kan vinden om niet naar hen te hoeven luisteren. Of hun accent is niet ‘algemeen beschaafd Nederlands’ (alsof zoiets bestaat). Ze drinken niet mee en doen niet mee met de meut. C. van den Oever riep : ‘O, rampzalige! die zo uw ziel bedriegt voor de eeuwigheid, omdat u meent bevrucht te zijn door de Heilige Geest, en ondertussen, het is stro en u baart stoppelen, die in het vuur der beproeving zullen verbranden.’ En zo is de mens geworden tot dwaze maagden. Zij zijn maagdelijk naar de hemelse kennis toe, willen er niets van weten, bespotten het. Maagdelijk naar de kennis, om zo door de leugen bevrucht te worden en nog meer zonde, troep en prut te baren. Het rijke westen richt het op tig andere dingen, maar van den Oever stelde dat het de hemelse armoede was die verzoening bracht. De hemelse armoede is de Hechter. Je mag komen tot de natuurlijke armoede in je hart om zo in contact te komen met de hemel, een aanraking te krijgen van de hemel. Je neemt niet meer dan nodig is. Je denkt ook aan de ander. Daarom kwamen de armoedsordes opzetten. Zij begrepen het oorspronkelijke evangelie. Van den Oever stelde dat Bethlehem het broodhuis betekende, als het verborgen manna dat uit de hemel daalde. Hij stelde dat de hemelse zoon de armoede liefhad, en het daarom verkoos boven de rijkdom. Zo mogen wij zijn als Elia die de wildernis had uitgekozen en opgezocht boven de stadse pracht en praal, om zo langs de beek Krith te gaan, zij het in moedeloosheid, honger en dorst, om zo tot het hemelse herderschap te gaan en het arbeiderschap in de woeste hemelse wijngaard, stelde van den Oever. En dat gebeurt in de stille nacht, op het eenzame veld, in strijd met de zonde, de duivel en de wereld. Als vreemdelingen zijn zij afgemarteld, stelde hij. Het herdersambt was het geringste, stelde hij, iets van de armen. Het waren de minste broeders. Ze moesten strijden met wolven om de lammetjes te beschermen en de schapen, en moesten bij verwonding de dieren ook verbinden. Ze moesten dit doen in de hitte van de dag en de kou van de nacht. Het herdersambt werd steeds meer

veracht met de opkomst van de nieuwe wereldrijken, stelde van den Oever. ‘Dit Bethlehem werd ook genaamd Bethlehem Efratha, welk woord betekent vruchtbaar, omdat er rondom Bethlehem vele vruchtbare korenakkers, vette weiden, vele bloeiende wijngaarden, enz. waren. En in die vette weiden legerden deze herders hun schaapjes,’ stelde hij. Zij moesten ook als een nachtwacht zijn over de schapen, stelde hij. Terwijl anderen sliepen moesten zij waken. Zij zongen en speelden ook psalmen, stelde hij, om de roofdieren af te schrikken. Het koord van de armoede is dus hetgene wat samenbindt, stelde van den Oever. Dat is dus het ware hemelse communisme, van de minste willen zijn, de ander ruimte bieden, en dit gaat over de pilaar van soberheid. Neem je meer ten koste van anderen, dan ben je een dwaze maagd, maagdelijk naar de kennis, dus als een dom grietje. Van illusie tot illusie ga je dan, met je joint of sigaret. Dat zijn hele tragische optochten naar de afgronden, en ze zien het niet eens dat ze zichzelf daar instorten, want ze dragen een vizier, een roze bril. Het zijn dronken blinden. Ze zoeken Jezus in de paleizen, en in sierlijke redenen bij de wijzen en de geleerden der wereld, de rijken der wereld, stelde hij, maar hij wordt alleen gevonden bij de armen en de eenvoudigen. Hoe zeer is deze wereld afgedreven ! Ga terug ! Ga terug ! Kom tot de regressie, want van den Oever was een regressie prediker. Proef het ware woord van de hemel. Van den Oever gaf een definitie van de ware herder : Ze hoeden de schapen ook met staf en hond. De leraars moeten het volk hoeden met de staf van Gods Woord, door waarschuwing en bedreiging (schup en kluit). Hij wees erop dat de nacht begon in 1816, en dat de nachtwacht daarom moest komen. De koorden van de hemelse armoede zijn lichtende koorden in de nacht die gaan van herder tot herder, van schaap tot schaap, en van herdershond tot herdershond, om tegen roofdieren te beschermen. Hebben wij deze koorden gezien ? Ze lopen dwars door de volkeren heen, dwars door de muren die mensen gemaakt hebben. Ben je zelf al verbonden aan dit koord ? Hoor je de stem van het hemelse onderwijs vandaag klinken dwars door alle onrust en dreiging heen, en predik je dit woord ook door ? Ben je een ware nachtwacht ? Blaas je de bazuin als je die behoort te blazen, of kom je met tig slappe smoesjes ? Ben je verbonden aan het touw, of ben je bandeloos ? Of zoek je de banden te verbreken zoals de vleselijken in psalm 2 ? Gedenk je deze koorden van hemelse armoede wel, ken je ze wel ? Ze lopen dwars door de geschiedenis heen. Ben je ijverig naar hen op zoek ? Vele eersten zullen de laatsten zijn. Ben je klaar voor de grote omdraaiing ? Ben je klaar voor de grote omkeer, de terugkeer ? Ben je klaar voor de openbaring van glasnost ? Alleen dan zal er perestrojka zijn, reformatie. Ben je wel klein genoeg hiervoor, wel kind genoeg ? Ben je een

dwerg van Sneeuwwitje of een handlanger van de heks ? De herdersengel blaast op de bazuin. Hoor je het wel ? De roede zal bloeien, stelde van den Oever. Hebben wij die roede aangenomen ? Dan zal het ook bloeien in ons hart. Oh, ik had eens een droom dat heel Nederland bloeide. Overal groeiden bloemenstruiken en bloemenbomen. Overal waren er heggen, en de natuur had zegegevierd. ‘Wie zoekt zal vinden,’ stelde van den Oever. Gelukkig is het volk dat de dingen des hemels zoekt. Het doet er niet toe hoe zwaar en moeilijk het is, hoe hard en wreed, hoe langdurig, want, zo stelde van den Oever : ‘De liefde tot Rachel maakten zeven jaren voor Jacob als één dag.’ Hij noemde Maria, de Maagd, de laatste erfdochter van David’s geslacht, en haar naam betekent bitterheid en droefheid. In die hoedanigheid, sober en arm op velerlei gebied, werd het hemelse zoonschap gebaard. Jozef, de pleegvader van Jezus op aarde, betekende wegnemen en toebrengen, stelde van den Oever. Ik moet dan ook denken aan de tekst van Job : ‘De hemel heeft gegeven. De hemel heeft genomen.’ Als er iets weg is gegaan, is er ruimte voor nieuwe dingen. De hemel compenseerd. Van den Oever wees erop dat de herders hun schaapjes moesten achterlaten en het gezang der engelen, om zo in de arme stal de hemelse zoon te vinden, en we kunnen stellen dat dit hun eigen innerlijke kind was. Als ze bij de zingende engelen zouden zijn gebleven, dan hadden ze het nooit gevonden, stelde van den Oever. Zowel als de herders hun schaapjes verlieten, zou u om het te vinden, ook alles wel willen verlaten! Niets immers kan u daarvan afhouden? Geen vader, geen moeder, man, vrouw noch kind, veel minder enige tijdelijke en vergankelijke goederen, geen donker vooruitzicht of gevaar kan u daarvan afschrikken, zo min als de donkere nacht de herders, stelde hij. U zoekt het bij de grote en hooggeleerde verstanden, bij de sierlijke, hoogdravende en loftuitende redenaars. Maar het wordt bij de arme, eenvoudige Galileeërs gevonden, die zo maar prediken uit het hemelse Woord, en die willen dan niet anders weten als het kruis, stelde van den Oever. Hij stelde dat het bij velen maar praten en redeneren is, dat velen het zoeken bij hen die veel van grote dingen spreken, bij hen die zich voordoen alsof zij heel wijs zijn en grote kennis hebben, bij hen die uitmunten in vroomheid boven anderen, bij hen die altijd kunnen redeneren en ook lange gebeden kunnen doen, maar dat het te vinden is bij de eenvoudigen die verbroken en verslagen zijn van geest. Het is te vinden bij hen die niet weten wat ze bidden zullen, maar dit doen door onuitsprekelijke verzuchtigingen. Hebben wij wel geluisterd naar deze woorden van de voorouders ? Klaarblijkelijk heeft Nederland en de rest van de wereld hier niet goed naar geluisterd, omdat ze met andere dingen bezig waren. Oh, het volk heeft nog zoveel te doen, even nog dit doen, even nog dat doen, voortdurend voor hun eigen huis en kerstboom draven, maar het belangrijkste hebben ze vergeten. ‘Foutje, bedankt !’ en ‘Wir haben es nicht gewust.’ Nee, omdat je niet hebt

willen luisteren. Als je je hier doorheen hebt gewerkt kun je een ware visser der mensen zijn. Dan kun je aan de oevers staan en je netten werpen. Dan doe je iets nuttigs, dan maak je wat van je leven. Het andere pad is zo heilloos. Horen wij de stem van de voorouders die voor ons streden ? Horen wij de stem van de goede herderin die door hen heenspreekt ? Of volgen wij nog andere stemmen ? Welke stemmen volgen wij eigenlijk ? Is alles wel zoals het lijkt ? En waar leiden die stemmen ons ? Enig idee ? Of denk je daar niet eens over na ? Durf je wel naar een kritisch geluid te luisteren ? Of moet alles zijn zoals de buurman en de buurvrouw, huisje boompje beestje, oude kost ? Durf je wel kritisch te denken naar de wereld om je heen ? Of loop je laf getrouw met de mars mee ? Heb je soms aandelen in de stad ? Wil je ze te vriend houden ? Ten koste van wie of wat ? Heb je weleens een engel gezien ? Wat zou je ervan zeggen als ik zou zeggen dat er nu een achter je staat ? En die engel ziet alles. Zou je dan nog op je oude weg voortgaan ? De engelen zijn onder ons, en zij houden de wacht. Het zijn herderlijke engelen, gegeven in de jaren 1800. Dit zijn niet zomaar engelen, maar principes, leef en leerregels. Ken je ze al ? Een arm kind in doeken gewikkeld, je eigen innerlijke kind. Heb je wat herkend in dit betoog ? Kun je er wat mee ? Van den Oever stelde dat de rijken gevleid worden, dat men zachte woorden tot hen spreekt, en men maakt kussens voor hen onder de oksels en onder de ellebogen, maar tot de armen spreekt men harde woorden, met dienstbaren bemoeit men zich bijna niet, alsof die toch geen ziel te verliezen hebben. Hij stelde dat vandaag de dag er weinig getrouwheid is, en dat men weer een voorbeeld moest nemen aan de herderlijken die door liefde de goede boodschap verkondigden. Ze zochten geen vleselijk en tijdelijk voordeel. Ze waren niet gedreven door het rad van winzucht in ijdele roem en eer. Pas op voor blinden die blinden geleiden, stelde hij. De vleselijke mens is maar stof en zal tot stof wederkeren. Als je dan tot je innerlijke kind bent gekomen, wees er dan wel zeker van dat je innerlijke kind besneden is, want anders kom je tot je verwende kind van het vlees.

hoofdstuk 67 oorlog in de oekraine – 7 – de middernachtstrein naar georgia – het leren van de energie economie Hoe is de mens gekomen waar de mens is in deze wereld ? Door zware overmatige energie stromen. De mens kent de energie economie niet. Ik had een droom over een ruime zolder in een rijtjeshuis die als klaslokaal was ingericht voor energie economie lessen, naast de studie theologie, want het hoorde bij elkaar. Telkens wanneer de mens beweegt dan draait de mens aan de levens-tuners, en komt zo telkens op andere frequenties en golflengtes. Vandaar dat de mens moet leren hoe te bewegen. Het is dus niet zomaar iets om vrij en blij over te doen zonder zorgen, want elke beweging heeft zware energetische gevolgen. De mens is hier op aarde volkomen kippig. Zoals een lied in de tachtiger jaren zei : ‘Er staat een forse boete op vervroegde geldopname bij de bank.’ Naar de bank gaan, van de Commodores. Mijn broertje kocht de single voor me, en ik kocht het hele album. Ik kon me herinneren dat ik dat niet tegen kon houden. Je moet dus wel de energie economie leren. De jaren 1800 was de eeuw van de regressie. Het communisme van begin jaren 1900 was daar een zegel op, een sluier, dus de mens moet komen tot het Rusland geheim, diep in de Russische bossen. Daar is de doorgang naar 1800, voor elke geestelijke regressieve pelgrim. We hebben daar te maken met een geestelijke kruisgezindheid, oftewel de kruisgemeente of regressieve gemeente, als een rode storm voor de opname. De koningskerk van 1816 dient te ontstegen worden. De storm voor opname kwam in 1834 toen de regressieve kerk ontstond, de afscheiding en de wederkeer, zo goed en kwaad als dat ging. Ze werden zwaar vervolgd door de koningskerk. Ze moesten terug naar de betere leer van Calvijn en de reformatie, maar er was ook een slechte leer. De regressie was dus heel dubbel, net zoals de reformatie heel dubbel was. Het geheimenis was van Duitsland naar Nederland verschoven, van Heidelberg tot Dordrecht. Het moest nog allemaal ontzegeld en ontmaskerd worden. De koningskerk was te liberaal, maar ook te autoritair. En Dordrecht had net zoals Calvijn zowel goede als slechte leringen. Feit was dat de mens te ver was afgedreven van wat de voorvaderen was gegeven. De regressie is eigenlijk samen te vatten in deze woorden die van den Oever ontving toen hij ziek was en het boek Ezechiel las, het bijbelwoord : ‘Mensenkind, graaf dieper.’ (Ezechiel 8) Hij stond er om bekend dat hij zwaar allegoriserend met de bijbelverhalen omging. Hij had het ook over de besneden Jezus. Laten we beseffen dat er een heleboel onbesneden Jezussen worden gepredikt, oftewel allerlei vervleselijkingen en verletterlijkingen van deze verhalen. De strijd is tegen het kapitalisme, en die lijnen lopen zowel door de koningskerk als door

de regressie heen, als een meerkoppig monster van vraatzucht die aan beide kanten van het schaakbord staat. De mens is totaal ingesloten dus, en moet daarom de energie economie leren. De storm van de regressie laat de monsterlijke klonen zien, de voortwoekeringen van het vlees. In 1973 was er de beweging van de middernachtstrein naar Georgia, waar de aandacht op werd gericht, als een universeel cultuslied. Georgia heeft namelijk als een van haar pilaren in haar wapen de gematigdheid, de soberheid. Het is tevens een van de landen van Amerika met de grootste AfroAmerikaanse cultuur. Ben je al in die middernachtstrein ? Het is een lied over de regressie. Check of de Jezus, god, ideologie of filosofie die je volgt wel besneden is, en check of je de allegorie ervan kent, anders heb je slechts een afgod. De besnijdenis is een beeld van de ontzegeling, de ontsluiering, dat het vleselijke laagje eroverheen wordt weggekapt. Dat is ook zeer zeker niet letterlijk. Er vind veel valse, vleselijke besnijdenis plaats. Denk aan de oorlogen in het vlees. En dan moet je de middernachtstrein pakken en wegwezen. ‘Beat it.’ Ben je op die trein ? En als je hem gemist hebt, pak dan de volgende trein. Het boek Leviticus gaat over de geestelijke besnijdenis. Natuurlijk is dat allegorie, anders komen er de grootst mogelijke ongelukken. Door de besnijdenis van het hart en het hoofd kon de mens tot het hemelse verborgene komen, tot de verborgen manna, wat ook een pijler is van de betere leer van de reformatie in de jaren 1500. Het wijst terug op Israel. De kerk was te modern geworden, te ver afgeweken van de natuur, en zo onnatuurlijk geworden, kunstmatig, gekloond. Van den Oever sprak over de eeuwige geborgenheid die in de hemel is geopenbaard. Dat is een onzichtbare eeuwigheid. Daarvoor moet je leren zien, niet slechts door allegorische theologie, maar ook door energie economie. Als je die niet kent en niet gebruikt, niet toepast, dan ben je een dief. Niet grijpen, maar knijpen, oftewel onderzoeken, spelenderwijs, als een kind, niet als een kapitaallustige volwassene met smetvrees naar het innerlijke kind. Volwassenen durven vandaag geen kind te zijn, allemaal omdat ze bang zijn er niet meer bij te horen. Het is allemaal zelfzucht en eerzucht. Ze willen niet van hun hoge voetstuk af, van hun hoge paard. Ze staan graag meters boven de ander. Van den Oever stelde dat de besnijdenis belangrijk was voor de hemelse vruchtbaarheid. Wat zijn dan de minste broeders van Mattheus 25 ? Zij zijn de broeders van de geschiedenis, van de jaren 1800, die in de gevangenissen werden gegooid vanwege de regressie. Hebben wij ze bezocht ? Hebben wij hun boodschappen opgediept ? Hebben wij hun woorden tot sieraad gestrekt, of laten we ze over aan hun honger ? Hebben wij hen met een deken bedekt of hebben we hen naakt in de kou gelaten ? Zijn we op de middernachtstrein naar Georgia gegaan in de geschiedenis om terug te keren naar de natuurvolkeren ? 1973 was niet alleen het jaar van de middernachtstrein, maar ook het

jaar dat Joop den Uyl premier van Nederland werd. Het was een gedreven man die wilde dat Nederland zou stoppen met politieke spelletjes te spelen over de ruggen van de armen. Hij liet de laag eronder zien, dat er nog zoveel mensen waren die hulp nodig hadden. Hij streefde ook naar eerlijke economie, ook naar een eerlijke energie economie. Geen enkele onbesnedene kan ingaan in deze geheimenissen en verborgenheden. Hadden de kruispredikanten meer tijd gehad dan hadden ze hun leer kunnen volmaken, maar nu doen ze dit in de hemel, en wij moeten het doen. Dat is wat het shamanisme is. Je werkt met halve waarheden en maakt ze heel. Dat is wat glasnost betekent. ‘Laat de kinderen tot Mij komen.’ Wie zijn wij om ze tegen te houden. Wie zijn wij om ze dat te onthouden ? We hebben het dan over ons innerlijke kind. Ze mogen tot de schat komen om die aan de armen uit te delen. Zonder besnijdenis is er geen opstanding. Zo wordt de steen voor het graf weggerold, door de regressie. Het stenen besnijdenismes ligt in de geschiedenis, in de jaren 1800. Daar is de storm van de opname. In 1993 werd deze put heropend, na de val van het ijzeren gordijn, na de openbaring van de glasnost. Van den Oever stelde dat het een vrouw was waaraan de opgestane Jezus zich als eerste openbaarde, namelijk aan Maria van Magdalena. Het was morgen geworden. Als we opstaan, laten we dan dichtbij de moeder zijn, tot wedergeboorte en wederopvoeding. Laten we ons als eerste aan haar openbaren. Hij was uit de put gekomen, net zoals Jozef eens uit de put kwam. Hij was er helemaal doorheen gegaan en aan de andere kant eruit gekomen, en het geheimenis van de vrouw wachtte hem op. Het was een tocht geweest door haar lichaam, zoals Ra deze tocht maakte in de Egyptologie. De honger had vrucht gedragen. De armoede had de hemel voortgebracht. De vrouw is de belichaming van kruis en opstanding, als de innerlijke moeder. Iedereen heeft zo’n innerlijke moeder. Het is alles wat de mens heeft. Elk verloren schaap mag tot dit geheimenis komen, om zo los te komen van kinderhaat en moederhaat.

hoofdstuk 68 oorlog in de oekraine – 8 – het schaakbord van de jaren 1800 en de vervulling van mattheus 25 – ken de russologie In het boek ‘De Wachters van Dordt’ hadden we het al over het geheimenis van Rusland. Ken je het sprookje van de jaren 1800 ? Op het schaakbord van de jaren 1800 staan de kruisgezinden tegenover de koningsgezinden. Dit is zeker niet zwart-wit. Het was een strijd tussen de regressie en het modernisme, maar er was zowel goed als kwaad aan beide kanten. We hebben dus met een zeer ingewikkelde dialectische puzzel te maken, en zo is dat ook met het geheimenis van Rusland. Vannacht had ik een droom dat de buitenaardse Russen kwamen, nordicse Russen, van het ragnarok, en ze kwamen om scheiding te brengen, isolatie, want op aarde was het een grote vleselijke brei. Het was een abstracte droom over een parallelle wereld, en in het Russische wereldrijk was Nederland een Verenigd Nederland, waar Belgie en Engeland ook bijhoorden. Engeland was dus het Nederlandse eiland, een groot geheimenis. Helaas is dit allemaal verkeerd door de lens gekomen, dus het valt allemaal niet goed te praten, maar het is een natuurverschijnsel die dus wel op deze hogere dingen wijst. Het is een strijd tussen regressieve gematigdheid, de pilaar van soberheid dus, en het autoritaire modernisme, dus we moeten wel de put van de regressie in, terug de geschiedenis in, om ook tot de pilaar van verborgenheid te komen. Een sprookje over de regressie staat in de tweede bijbel : Het Vogelbalkonnetje Er was eens een koning die een dochtertje had. Omdat hij niet wilde dat ze een verwend prinsesje zou worden liet hij haar opgroeien in een donkere diepe keuken om mee te helpen de grote beesten onder de grond te voeren. Maar het meisje verveelde zich vaak, en had het vaak koud. Op een dag klom het meisje door een buis boven het fornuis naar boven, en kwam boven op het kasteel terecht. Ze sloop door een torenraampje naar binnen, en zag daar een oude vrouw zitten achter een spinnenwiel en een weefraam. De oude vrouw zei dat ze weleens wat anders wilde, en het meisje vertelde haar over het keukentje. Ook het meisje wilde weleens wat anders en ze besloten van plaats te ruilen. Het oude vrouwtje klom door de lange buis naar het keukentje toe. Na een aantal dagen kwam het oude vrouwtje terug en vertelde het meisje dat ze het zo naar haar zin had in het keukentje en dat ze het

meisje er zo dankbaar voor was dat ze het meisje een sieraad gaf. ‘Als je erover wrijft, dan verander je in een vogel,’ zei het oude vrouwtje. Het oude vrouwtje ging weer terug naar het keukentje, en het meisje wreef over het sieraad om in een vogel te veranderen. Het meisje wilde altijd al vliegen, en ze vloog over de zee en terug. Na een tijdje vloog ze door de lange buis om het oude vrouwtje te bezoeken. Het meisje had eigenlijk nog nooit de grote beesten gezien. Ze moest vroeger alleen koken en het voedsel door een raampje schuiven. Maar nu was ze klein genoeg om zelf door het raampje heen te gaan. Hier kwam ze op een klein balkonnetje waar een heleboel andere vogels waren, groten en kleinen. In de verte waren de grote beesten, waar de vogels altijd het voedsel naartoe brachten. Dan moesten ze eerst over een heel diep en groot ravijn vliegen, want de beesten waren op een soort eiland. Nu kon het meisje zelf eens wat voedsel naar de beesten brengen. Ze kreeg een mandje mee, dat ze in haar snavel kon houden. In het mandje waren wat appels, wat druiven, en wat pastei. Om alles te bedekken werd er een doek overheen geschoven. Het meisje keek haar ogen uit. Na een tijdje ging ze weer terug. In het torenkamertje lag nog steeds het sieraad. Even wreef ze er met haar vleugel overheen, en veranderde weer in een gewoon meisje. Op een dag wilde de koning haar zien, en het meisje nam haar sieraad mee. Het meisje vertelde alles wat ze had meegemaakt aan haar vader, en over haar liefde voor de grote beesten. De koning pinkte een traantje weg, en sprak : ‘Die grote beesten zijn jouw eigen broers. Een boze heks heeft hen eens betoverd.’ En toen vertelde het meisje over het sieraad waarmee ze in een vogel kon veranderen. Zo zouden de grote beesten ook in vogels veranderen als het sieraad over hen heengewreven zou worden. De koning vond het een goed idee, en het meisje wreef even over het sieraad heen, veranderde in een vogel en nam het sieraad mee naar het vogelbalkonnetje. Met het sieraad vloog ze heel dicht naar de grote beesten toe, en wreef met het sieraad over hun huiden heen. Direkt veranderden ze in vogels, en in een grote zwerm vlogen ze terug over het grote ravijn heen. De koning was erg blij toen hij de vogels zag, maar het waren nog steeds geen prinsen. ‘Oh, maar dat is heel eenvoudig, vader,’ zei het meisje dat inmiddels weer een meisje was geworden. Ik wrijf gewoon nu de vogels met het sieraad. Kort daarna stonden er een heleboel prinsen voor de koning. De koning omhelsde ze één voor één, en ook het meisje viel haar broers één voor één in de armen. Tot zover het sprookje. Het is dus heel shamanistisch, en gaat ook over de jaren 1800 waarin de kruisgezinden de voorvaderen bezochten om die verder te helpen, want de modernistische

koningsgezinden speelden gevaarlijke machtsspelletjes. Natuurlijk moest de mens ook van zoveel loskomen van de voorvaderen, maar dat gebeurt juist door in de putten af te dalen en ermee te werken, het te verdiepen, te verbeteren. Het was tijd om nu de vaderen op te voeden. De rollen waren nu omgedraaid, alhoewel dit ook weer een werk van de voorvaderen was, want die waren inmiddels in de hemel aan het doorgroeien, om de leer volkomen te maken. Parallel liep er in Engeland in de jaren 1800 het sprookje ‘Alice in Wonderland’, ook over het afdalen in de put van regressie, de geschiedenis. Vandaar dat geestelijk gezien Engeland bij Nederland hoort, bij het Verenigd Nederland dus. Daal in de put af, om zo te komen tot grote soberheid en grote verborgenheid. Het afdalen gaat langs de gedenk-pilaar. Daarin heb je ook de pilaar van strengheid nodig, discipline, en zo mag er ook bewondering zijn van de schatten die hierin verborgen liggen. Dit zijn dus allemaal de betere pilaren van de reformatie. Dan heb je ware hulp gegeven aan de voorouders, dan heb je het ware shamanisme bedreven tot medicijn, en zo Mattheus 25 in vervulling laten gaan. De buitenaardse russen zijn gekomen, maar door de lens zien we een vleselijke reflectie daarvan, vlees tegen vlees. Men heeft de Russische beer lopen jennen, behandeld als een circusbeer, maar deze beer is te wild. Die past daar niet in, en men betaalt nu een hoge prijs. De beer past niet in het staatscircus van het psychiatrische wereldrijk, en voelt zich bedreigd. Het westen dient te veranderen, te matigen. Stoppen met spelletjes spelen, want nu prikken ze in een wespennest. De buitenaardse Russen kwamen in de geestelijke wereld om de banden van de psychiatrie, van het westerse staatscircus, te verbreken. Leer de Russologie die de mens van markt-psychiatrie bevrijd. Kom tot de pilaar van soberheid, de middernachtstrein naar Georgia, en leer, heb geen vooroordelen. Grijp het kruis van de geschiedenis in plaats van naar de wapens. In het vlees grijpt men liever het wapen dan het kruis. Deze mentaliteit van wapengrijperij bij het minste of geringste, in plaats van de langere weg te gaan van afdalen in de putten van regressie, kent geen winnaars, alleen maar verliezers.

DEEL 5 – VAN HEIDELBERG TOT DORDRECHT EN TERUG hoofdstuk 69 recyclocratie in lenzologie De Rusland puzzel is een buitengewoon ingewikkelde puzzel waar vele roekeloze, kruisloze, machtslustige lieden zomaar zonder kennis ervan te nemen er overheen walsen en daarvoor een hoge prijs betalen, zich akelig branden. Er is een lager, vleselijk Rusland, en een hoger Rusland. Ken het verschil. Een werelds leider wordt ook hoofd van de kerk, wat in het tsarendom van Rusland gebeurde, en wat ook wel cesaropapisme wordt genoemd, de vleselijke ketting tussen kerk en staat. Je ziet dan die tsarenfamilies aan hun tafels als varkens, terwijl er ook een hogere brug is tussen kerk en staat, dus het wijst wel ergens naartoe. Ik had een droom dat ik in de libra constellatie was, het

sterrenbeeld weegschaal, en de familie foto’s begonnen te branden, van de aardse familie, ook de bruiloftsfoto’s. Het communisme kwam om het tsarendom te resetten, maar het is belangrijk terug te gaan in de geschiedenis. Ik heb altijd gestoeid met het begrip ‘kerkelijke staat’ en het begrip ‘scheiding tussen kerk en staat’. Ook hierin is er hoog en laag. Cesaropapisme is dat vleselijken over de kerk gaan heersen. Dat is overal gebeurd. Het zijn opportunistische tsarenfamilies die alles over hebben genomen. Het zijn imperialisten die dan controle nemen over kerkzaken en vaak van geen toeten noch blazen weten van theologie en profetie. En zo nemen dan de machten van het vlees het zaakje over. Zo komt het verkeerd door het prisma, de lens, heen. De prisma is dus de scheiding tussen hoog en laag. Hier bemoeien zich de leken-families met theologie en zo ontstaat de grootst mogelijke ravage. Zoals we al stelden is dit een doem-scenario. Uiteindelijk hebben zij nucleaire macht gekregen in het vleselijke. Ze hebben hun tijd lopen verprutsen door atomen te splitsen tot kleinere delen in plaats van zelf kleiner te worden in zelfverloochening en zelfmindering. Ze hebben het kruis niet opgenomen, niet de andere wang toegekeerd, maar het wapen gegrepen. Het is een ingewikkelde en gevaarlijke atoompuzzel waarin we ons bevinden. Het heeft zich ontwikkeld tot modernistisch absolutisme. We moeten op zoek gaan naar de onderdrukte tekenen van de geschiedenis om deze puzzel te kunnen verklaren. hoofdstuk 70 bespreking psalm 1 van de nederlandse voorvaderen Vandaag bespreken we de besprekingen van psalm 1 van twee nederlandse voorvaderen, namelijk J.J.P. Valeton (1848-1912) en J.H. Donner (1824-1903). Psalm 1 : het gedenken en overdenken van de hemelse leer. Valeton noemt de hoofdgedachte van psalm 1 de zegen van de overdenking. Het ware gedenken is een overdenking, en een bewondering. Valeton stelt dat de definitie van de zonde is : het weigeren je te onderwerpen aan de hemelse leer. Natuurlijk is het dan de vraag wat de hemelse leer is, en daar gaat ook van alles mis, dat men spookbeelden krijgt over wat zonde is. De hemelse leer wordt nogal veel verdraaid. Valeton stelt dat een spotter nog wel wat verder gaat dan de zondaar op zich, want de spotter heeft in trotse waan

geheel met de hemel gebroken tot het punt dat hij onverbeterlijk is geworden. Hij stelt dat je de hemelse leer kunt herkennen aan de openbaring van godsvrucht, de ethiek dus. Degenen die de hemelse leer aanhangen hebben dus een veel hogere ethiek dan degenen die dit niet doen. De hemelse leer is dus geen stelsel van dogma’s die de ethiek omzeilen. Gratis genade is geen ethiek maar bedrog. Het geeft de mens een vrijkaartje om de ethiek weg te schuiven, want het wordt dan een sta-in-de-weg. Valeton wijst erop dat psalm 1 is gebaseerd op Jozua 1:8 : Dat het boek van deze lering niet van uw mond wijke, maar overdenk het dag en nacht, opdat ge waarneemt en doet naar alles wat erin geschreven staat. Want dan zult ge uw wegen voorspoedig maken, en dan zult ge verstandig handelen (Vert. Calvijn-Valeton). Valeton stelt dat het ‘dag en nacht’ wijst op ernst en liefde, want het mag niet halfslachtig zijn, soms de hemel en soms het vlees. Hij spreekt dus over een verlustiging in de hemelse leer die er dient te zijn, de begeerte tot de hemelse dingen, anders is er geen sprake van een relatie. Deze hemelse begeerte is gekoppeld aan de hemelse vrees, stelt Valeton, dus een hele andere soort begeerte dan de roekeloze begeerte van het vlees die zich om niets of niemand bekommerd dan om zichzelf en de bevrediging van het zelf. Hij wijst hierbij ook op zowel de lust hebben in de hemelse vreze als in het hemelse woord. Dit is ook wat het zoonschap inhoudt van liefde en gehoorzaamheid. Valeton stelt dat de mens zo leeft vanuit rechte beginselen en zo rechte levenskracht heeft, wat het ware leven is, en waardoor de hemelse schatten tot de mens vloeien waardoor ook tegenspoed wordt tot zegen. Valeton klaagt erover dat het bestaan van de mens hier zo weinig aan beantwoord. Valeton stelt dat de ware kennis liefdevolle zorg is. Van Potifar werd gezegd dat hij alleen het brood kende wat hij at en verder niets, maar het ware kennen is zich bekommeren om, bemoeienis hebben met, letten op. Hij stelt dat het meer een zaak is van het hart dan het verstand. Hij noemt dat het ware kennen ‘bewaren’ is, oftewel gedenken en overdenken, als de liefdevolle bemoeienis. Alle andere wegen doet de mens verdwalen, stelt Valeton. Donner stelt dat de weg van de zondaren de openbaring van de goddeloze raad is. Zondaren zijn dus ook een soort profeten die openbaringen ontvangen, maar dan van het vlees, van de zondemachten. Zij hebben hun eigen religie, en hun eigen raad. Zij volgen de wensen van het vlees. Hun vlees is god. Ze baren ook voor deze god, door baarmoeders van het vlees. Donner stelt dat de spotters degenen zijn die het gezelschap zoeken van gelijkgezinden, degenen die net zo verdorven en goddeloos zijn als zij. Spotters houden zich dus bezig met het collectief van zondaren, als het

nationalisme van de zonde, als nazo’s. Zij hebben dus zowel vertikale als horizontale verhoudingen in het vlees. Het maakt contact met het hele lagere universum van het vlees, en zo blazen en baren ze hun profetieen. Zij zijn zo de profeten van de afgod. Hun gedachten en uitspraken worden door het vlees geinspireerd. Donner noemt de lust van de rechtvaardigen naar de hemelse leer ook een ernstige begeerte, terwijl de begeerte van de zondaren en de spotters roekeloos en zelfzuchtig te noemen is, zonder eerlijke ethiek. Als er enige ethiek is is het vaak vriendjespolitiek, onderhandeling en oppervlakkig, niet diepgaand. Nee, diep gaan ze niet, want dan zou hun kermis ontmaskerd worden. Ook noemt Donner dat de begeerte van de rechtvaardigen gericht is op de hemelse leer binnenin en niet buiten. De hemelse leer doordringt de rechtvaardige volkomen, en hij overdenkt het dag en nacht, terwijl de goddeloze de ganse dag het kwaad zoekt en onrecht bedenkt, stelt hij. De rechtvaardige verliest zichzelf in zijn overdenkingen, maar de goddeloze blaast zichzelf op in vleselijke pronk en praal. De rechtvaardige wil minder zijn, de goddeloze wil meer zijn. Er zijn goede mensen en slechte mensen, maar zelfs in de slechte mensen is er wel wat goeds, ook al is het vaak erin gestopt via het voorgeslacht of via de opvoeding of via de samenleving. Iedereen draagt wel wat goeds met zich mee. We kunnen stellen dat bovenstaande beeldspraak dan ook van toepassing is als een scheiding tussen het vleselijke en geestelijke, oftewel tussen het slechte en het goede, in de mens, en niet zozeer als een scheiding tussen mens en mens, alhoewel zulke scheidingen wel plaatsvinden en moeten plaatsvinden. In de recyclocratie is voor alles een plaats, en mag men niet te overdramatisch denken. De recyclocratie heeft genoeg aan zijn eigen drama. hoofdstuk 71 kettingreacties in de recyclocratie Wie de psalmen en de omliggende boeken goed kent weet dat daar al het evangelie werd beschreven, en niet op een dogmatische manier, maar op een ethische manier. De dogma’s werden

pas later ingevoerd door het westerse christendom, door sluwe konijnentruukjes. De psalmen zijn niet westers-christelijk, maar beeldspraak, psalmiaans, dichterlijk. Wie gelooft de flauwe, onethische dogma’s van het latere westerse christendom nog ? Alleen hen die niet verder durven te kijken dan dat hun opvoeding lang is, want de opvoeding zou eens niet de waarheid zijn. ‘Werk aan de winkel’ is een term die ze niet kennen, althans niet in het geloof, want dat moet je immers geloven, en wat is dan handiger dan overgedragen geloof ? Jezus Christus is hun zere teen. Dan trekken ze een zuur gezicht als je ook maar iets afwijkt van hoe het hen overgedragen is. Die Jezus Christus met zijn zotte toverij is dogmatisch, niet ethisch, want ethiek is de lange, smalle weg, terwijl dogmatiek de korte, brede weg is. Je hoeft allemaal niet ethisch te doen. Met snelle dogma’s is het zo gebeurd. Het leest weg als een optelsommetje. Je hoeft niets meer te doen. Alles is al voor je gedaan. Zelfs Calvijn predikte niet zo, maar vandaag de dag in veel evangelische kerken is het dagelijks brood. Dogma’s ontstaan daar waar ethiek wordt verwaarloosd. Het is een vleselijk iets, verhard vlees, verdicht vlees. In de stad zijn hiervan allerlei tekenen die er gelijke tred mee houden, zoals de gefrustreerde jongetjes die hun six-packs laten zien, om indruk te maken, alsof ze dan pas iets voorstellen in de wereld. Het is precies hetzelfde. Ook dat zijn dogma’s bij gebrek aan ethiek. Bij gebrek aan geestelijke volharding is er vleselijke verharding. Ook de stropdas is hiervan een teken, en het pronken met aardse rijkdom. De stad is een spiegel van de gevallen kerk. Vandaar dat het belangrijk is om naar psalm 2 te gaan. In psalm 1 wordt de boom diep geworteld aan waterstromen door gedenking en overdenking van de hemelse leer en draagt zo vrucht, niet dogmatisch, maar ethisch. Psalm 2 gaat daarop door. Valeton noemt de psalm de vastheid van het Messiaanse rijk. Als wij iets aanbieden, laten wij dan niet onszelf aanbieden, maar de hogere leer. Het gaat namelijk niet om ons. Valeton noemt het ook een herderlijke psalm. Het is een theocratische psalm. De sluiers worden hier weggeschoven. Donner stelt dat de psalmist in psalm 2 in worsteling is met zijn vlees, en dat hij de foltering van de onwil en tegenstand van het vlees kent. Het vlees woedt in deze psalm, en probeert zijn touwen af te werpen, stelt Donner. Het vlees probeert zijn wetten en instellingen op te leggen. Het vlees wil het aangebonden juk niet, maar uiteindelijk wordt het vlees onder voeten verpletterd, stelt Donner. Het woeden van het vlees zal uitgelachen en bespot worden. Dit is een lang lijdensproces voor het zoonschap, stelt Donner. We kunnen stellen dat psalm 2 niet alleen een worsteling is tussen vlees en zoonschap maar ook dat het de band beschrijft tussen moeder en zoon. Donner stelt dat we schuchter met deze dingen moeten omgaan, opdat we de hemel niets vleselijks toeschrijven. Dat is ook niet zo vreemd. Het is een kehatitisch verschijnsel, wat wil zeggen dat als er ook maar een kleine zonde of onoplettendheid is,

dan kan het een grote kettingreactie ten gevolge hebben. hoofdstuk 72 gashandelaren in spekronia Afkicken, consuminderen in plaats van consumeren. Geniet van de natuur. Wordt weer een natuurmens. Die natuur is van binnen, in de geestelijke wereld. Bewonder deze natuur, heb er weer ontzag voor, en laat de doldwaze stadse mens los met zijn eigenaardigheden en bedrieglijke apparaatjes. Valeton beschrijft psalm 3 als het leren leven vanuit levens ervaring en dichterlijke ervaring. Hij stelt dat de mens de hyperbolen van het leven dient te leren kennen om het leven te kunnen begrijpen. Het zijn hyperbolische verhalen, oftewel overdreven verhalen met een boodschap die niet letterlijk genomen moeten worden, maar die dus op iets diepers wijzen. Zij zijn de paarden die de wagen voorttrekken. Valeton stelt dat er een noodzakelijke contradictie is die moet blijven totdat het zienlijke zal zijn verslonden door het onzienlijke, het vergankelijke zal zijn verslonden door het onvergankelijke en de schijn van de tijd zal zijn verslonden door de waarachtigheid van de eeuwige dingen. Het Woord moest daarom vlees worden, als het negatief wat nodig is om de foto in de donkere kamer te ontwikkelen. Donner noemt deze psalm een kinderlijk klagen, in plaats van zelfverzekerd is de psalmist godsverzekerd. Psalm 7 wordt in de gnosis ook wel de bizonjacht genoemd. Valeton noemt het een gebed om openbaring van het hemelse gericht. Het gericht over de aarde komt niet zomaar, ook niet het eindgericht, het laatste oordeel. Het komt alleen door de openbaring van haar diepte en betekenis. Valeton stelt dat het hier niet gaat om lijden van het individu, maar om de persoonlijk doorleefde nood van het volk. Valeton noemt het een psalm van ontwaking. Ik had een nachtmerrie vannacht. De beschaafde wereld van de stad was een varkensfokkerij. De varkens kregen een soort drugs waardoor ze gingen wanen alsof ze mensen waren, maar het waren

varkens die gefokt werden voor de slacht, dus ook de sexualiteit van de stad was voor deze fokkerij. Het werkte door de mobiel en door andere systemen waardoor je privacy verliest. Je wordt dan gemonitord. Daarachter waren de gas oorlogen. De varkens worden dus niet alleen gehouden voor hun vlees, voor de vraatzucht van de hogere varkens, maar ook voor gas. De varkens zijn een soort gas opslagplaatsen en die worden afgetapt. Dus blijf dit in de gaten houden, want ik heb het je gezegd : als je dit soort drugs of andere soort drugs blijft nemen, dan kom je hier dus ook nooit achter, want de drugs houdt je in wanen. We moeten ook in de gaten blijven houden dat er mensen zijn die meer van drugs houden dan van kennis. Dat is nu eenmaal zo. Zij willen niet ontwaken. Wij hebben ze lief, maar kunnen ze dan uiteindelijk niet beschermen tegen het pad wat ze zelf hebben gekozen. De mensheid staat voor drie putten, of de mensheid is er al heel diep ingedaald, en die putten zijn : drama, horror en saaiheid. Hoe kom je hier overheen, en wat houdt het in ? Het betekent dat er nog missing links zijn. De enige manier om over deze putten heen te komen is door kennis. Zomaar genezing is geen daadwerkelijke genezing, en zomaar oordeel, of een laatste oordeel, is geen daadwerkelijk oordeel. Alleen door kennis kan de mens daadwerkelijk ontwaken. Zowel het leven als de dood is slechts een droom. Dat vertel ik als geestelijke, maar als je liever naar vleselijken wil luisteren en achter hen aan wil hollen en achter de sluwe dingen die ze gemaakt hebben om jou te fokken, dan doe je dat maar. Ik heb je lief en heb je in ieder geval gewaarschuwd. Meer kan ik niet doen. Johannes Hus wees op Jeremia 6:13 : ‘Want van de kleinen onder hen tot de groten begeren zij winst, zijn zij uit op eigen voordeel, toegewijd aan gierigheid, en van profeet tot de priester spreken zij bedrieglijk.’ (Vert. Calvijn) ‘Van de minste van hen tot de grootste volgen allen ijverig de hebzucht en van de profeet zelfs tot de priester liegen allen.’ (Vert. Hus) Hus stelt dat hierdoor de kleuren zijn veranderd. Hus zegt ook : Wee degenen die hier niet om wenen, en dat het beter is te sterven dan deze gekheid van luxe-zieke, losbandige, simonische prachtminnerij niet te wederstaan. Dan mogen wij ons niet stilhouden. Wee degenen die zich stil houden en gewoon toekijken, stelt Hus. Wee de toeschouwers, want zij zijn medeschuldig. (de brief van Hus aan Ladislaus, Polen)

Houd het goed in de gaten dat de manier waarop ze bewegen om je heen, de woorden die ze spreken, de programma’s die ze hebben enz. er zijn om JOU te fokken. Laat je niet voor de gek houden. Je WEET het. Diep in je hart WEET je het dat je wordt bedrogen. Diep in je hart weet je dat alleen overvloedige kennis van deze dingen je er doorheen kan leiden. Wil je een varken zijn in de stad ? Wil je geloven dat de sluwheid van deze systemen allemaal wel meevalt en dat je allemaal best compromissen kan sluiten met de wereld zonder dat het je schade levert ? Geloof dat dan maar, maar weet dat ik je gewaarschuwd heb. Op een dag zul je het te horen krijgen, dat je bedonderd bent, en bedonderd en bedonderd, en zul je met je neus op de feiten gedrukt worden. Een varken is wat je bent in hun ogen. Ze geven geen cent om je leven. Iedereen leeft rustig door, en de kranten zullen heus niet op de kop staan voor je. Hus stelde dat het een gevecht is, en dat we dan alle zonden dienen af te leggen, om dit gevecht te kunnen winnen. Geef je de moed op om je vervolgens over te geven aan de drugs die de wereld biedt, en je daardoor te laten leiden, dan ga je van bedrog tot bedrog. Dat gaat een leven op zichzelf krijgen. Hus stelde : Leg elk gewicht van de zonde af. Onderschat hierin de sluwheid van de tegenstander niet, en weet dat ze je zullen haten. Door de hemelse werken te doen is er een toetssteen om de roofzuchtige wolven die de wereld zouden opslokken te herkennen. (brief aan Praag) Hus stelde dat de ijdelheden van de wereld uitgeschakeld moesten worden. FAMILIE is een van de ergste drugs en ijdelheden van de mens. Als je je niet onderwerpt aan de familie dan krijg je al snel het stempel ‘geestelijk ziek’ of ‘moeilijk opvoedbaar,’ of ‘eigenwijs’ opgedrukt. Het is onderdeel van de varkensfok machine. Goedkeuring door de familie is een drugs die de plaats van god heeft ingenomen, de plaats van de hogere kennis. ‘Ach, het zal allemaal nog wel meevallen,’ is dan de doodssteek. ‘Gij zult niet sterven door deze appel,’ zei de slang in het paradijs, en dit zei de heks ook tegen Sneeuwwitje. Het was haar boze stiefmoeder. Het zit allemaal in de familie. Het zit allemaal in je genen. Je moet dan klein worden als de zeven dwergen en naar de mijnen gaan om te kunnen ontkomen. Het was een groots thema in mijn jeugd, en nog steeds. Hus stelde : ‘Zoon zal opstaan tegen vader, en dochter tegen moeder.’ Ook zei hij dat je verraden zou worden om God’s wil. Ook Jezus was verraden. Zijn wij al verraden ? Hebben ze je al vervolgd ? Of loop je nog netjes en braaf achter hun muziek aan. Waar is je offensief ? Of probeer je nog in goede smaak te vallen bij hen, en wil je dat ze je lief en mooi vinden ? Waar is je offensief ? Waar zijn je littekens van vervolging ? Hus stelde dat vele valse profeten zouden oprijzen en ze zouden velen misleiden. Daarom moet je ook zo oppassen voor conformiteit. Het is een valstrik. ‘Groei in kennis,’ stelde Hus, als medicijn, als antistof, ‘om zo beschermd te zijn tegen de zonde.’ (brief aan Praag) We leven in het vlees, maar niet door het vlees. Het Woord is ook vlees geworden, en dat is nodig,

om het negatief te krijgen voor de ontwikkeling van de foto, in de donkere kamer. We zijn in de wereld, maar niet van de wereld. Het hemelse woord is het wapen. Het Woord kwam in de wereld, niet om erover te regeren, maar om te sterven als op een akker, opdat het vrucht zou dragen. Kennen wij dit proces ook ? Eren wij dit proces in onszelf ? Het Woord kwam niet als een zakenman met de winsten van hebzucht, en niet om wereldse goederen bijeen te verzamelen, maar om een voorbeeld te stellen hoe de zonde te overwinnen. Dat is het evangelie van het hussisme. De ware, hemelse kracht is het geduld en de empathie. (brief aan de getrouwe bohemianen) Voordat de calvinisten er waren waren er de hussieten, die voortkwamen vanuit de armoedsordes van de natuur. In de stad is er geen ware sexualiteit. Men gebruikt sexualiteit als het opladen van de mobiel, opladen van het autootje, als een gashandelaar. Iedereen is slechts een object. Het zijn de boze dagen van de markt van het vlees. Wie op deze akker zaait zal er ook van oogsten. Stekker in de varkensneus. hoofdstuk 73 russisch of hussisch ? In dit artikel o.a. : - wat is het verschil tussen de hemel en de vlesel ? - wat is ware volwassenheid en hoe kun je dat bereiken ? - meer over het hussische evangelie uit de jaren 1400 (nog voordat de duitse reformatie plaatsvond) Rusland is teruggegaan in de geschiedenis, naar het tsarentijdperk waarin kerk en staat onder wereldlijke regering is in het cesaropapisme (keizer-pausisme), dus de jaren vóór 1900. In de jaren 1900 kwam het communisme als een zegel en sluier om toch weer wat balans te brengen. In het communisme is iedereen gelijk, maar ook het communisme is een menselijk systeem, dus die

gelijkheid wordt dan ook weer bepaald door vleselijk bestuur, zodat er ongelijkheid of oneerlijkheid kan zijn. Er moet dus nog wat meer gebeuren : de mens moet terug naar de natuur, terug naar het minimalisme, de pilaar van soberheid, de hemelse armoede, zodat het contact met moeder natuur, de baarmoeder, wordt hersteld, en de mens profetisch vanuit haar leeft, oftewel exegetisch, want dat was de betekenis van profetie in de reformatie en regressie. Exegetisch betekent komen tot de diepere betekenis. Dit kan alleen als de mens een stapje terugdoet, en dan is communisme niet genoeg. Het tsarisme is een vleselijke verbinding tussen kerk en staat, als een varkensfokkerij, dus reformatie is nodig, en die liep in die tijd parallel in Europa, via Tjechie, toen Duitsland, toen Nederland, van Heidelberg tot Dordrecht, komende vanuit de Boheemse bron, vanuit het hussisme. Russisch of Hussisch is dan de vraag. We zijn in de tijdmachine. Rusland vraagt weer de aandacht, en wel voor de geschiedenis, en dan moeten we een overstap maken naar de Hussische parallel, zodat ook Rusland door een reformatie kan gaan. Rusland kan alleen gezuiverd worden door het hussisme. Vergelijk je niet met de mensen om je heen, maar vergelijk jezelf met het hemelse. Ga dus van de vleselijke conformiteit tot de hemelse conformiteit. Dat is de boodschap van het hussisme. (brieven aan Praag) Ben je hongerig en leeg genoeg om het hemelse woord te ontvangen ? Dat je hart beschreven mag worden met de hemelse leer. Eerst moet de mens daarom afkicken van het vlees, consuminderen, zichzelf verhongeren in de vleselijke dingen, want als je zaait op de akker van het vlees, en je voedt je vlees, dan zal het vlees je doden. Alle tekenen daarvan zijn te zien in de stad, en die hebben we besproken. Het beschreven worden van je hart met de hemelse leer is een geheimenis wat ligt in de kribbe, als een arme man, zo staat het in het hussische evangelie (brieven aan Praag). Je moet dus weer geheel kind worden om het hemelse arme te ontvangen. Daarin ligt de hemelse beschrijving van het hart, het ware gevoed worden, wat een metafoor daarvoor is. Je krijgt dus niet zomaar voeding. Neen. Je leeft door het woord, niet van buiten, maar wat binnen je hart is geschreven. Denk aan de octopus en de inktvis met hun inktzakken waarmee ze door donkere vloeistof te spuiten de roofdieren op een afstand houden. Dat is een hemels getuigenis van het hemelse woord. Het hussische evangelie waarschuwt geen zonen van Judas te worden, en geen verbonden met hen te sluiten of compromissen met hen te maken, want zij zijn een beeld van simonie. Judas verkocht namelijk Jezus, zoals ze vandaag de dag ook doen in de marktkerken. Zij voeren handel in het evangelie. Zo gaat dan ook de betekenis van het evangelie verloren, en wordt het iets menselijks.

De verkoop van geestelijke dingen is dus de geest van Judas en zijn zonen. Simonieten zijn het. Door de hemelse tucht zijn zij uit de hemel gezet, en zo leven ze in de vlesel in plaats van de hemel. De vlesel is dus een valse hemel, een vleselijke hemel, die ze zich gemaakt hebben, en waar ze allemaal naartoe gaan. De vlesel is vol van aardse rijkdommen, maar het hussische evangelie noemt het mest. Je wordt pas waarlijk hemels volwassen als je dit bent ontstegen, zoals Jesaja 9:14 zegt : De profeet die leugens leert, hij is de staart; maar de gerijpte en eerlijke, hij is het hoofd. Het gaat dus niet zomaar om volwassen worden, een jaartje ouder worden, want dat doen de zondaren ook. Neen. Het gaat dus om het rijpen, de wereldse, weelderige vleselijkheden ontstijgen door jezelf te oefenen in het geestelijke. Niet zomaar volwassen worden in uiterlijke dingen. Neen. Je moet jezelf ontwikkelen van binnenuit, volgens de wetten van de hemelse natuur. Zo mogen psalm 1 en 2 in jezelf in vervulling gaan. De grote arend zal komen met het grote wee, tegen hen die hier niet mee rekenen : ‘Bid, welke grotere gruwel kan er zijn dan een hoer die zichzelf zou paraderen en zich publiekelijk zou aanbieden? Ja, er is de nog grotere gruwel van het beest dat op een ereplaats zit en zichzelf voor aanbidding aanbiedt aan alle bezoekers, alsof hij God was: klaar om te verkopen wat een mens ook maar wenst te kopen in geestelijke zaken. Ja, hij verkoopt wat hij niet bezit. Wee mij dan, als ik niet predik, huil en schrijf tegen zo'n gruwel! Wee mij! Kijk er zelf ook naar. Voor wie is er geen wee? De vliegende arend roept: wee, wee, wee de mensen die op de aarde wonen!’ (brief aan Kristiaan Prachaticz, Praag) Jezus werd verzocht door de duivel. Als Jezus aan zijn voeten zou neervallen om hem te aanbidden, dan zou de duivel hem aardse macht over de koninkrijken van de wereld schenken. Dat is waartegen we te strijden hebben. Het vlees en de wereld, het ego, heeft zich namelijk aan de voeten van de duivel geworpen om de duivel te aanbidden en zo veel macht gekregen. Het hussische evangelie predikt hiertegen. Russisch of Hussisch ? Het is een mooi verhaal, en zo waar, maar de wereld heeft een Jezus gemaakt die aan de voeten van de duivel is neergebogen om die te aanbidden, en ze willen dat de mensen die valse afgod volgen. Het is een wereldse Jezus. Het sprookje is uit z’n kluiten gewassen, en nu een wapen in de hand van extremisten. Daarom : Russisch of Hussisch ? Het sprookje van Jezus is als een opgevoerde motor geworden. Het is ook niet meer mooi en lieflijk. Het is aards en vleselijk, als koeienmest. Wat is er mooier dan het kruis, je leven te geven voor het hogere, door het aardse achter je te laten, en zo ook anderen te helpen, als een voorbeeld ? Wat is er mooier ? Kruis of aardse macht ? Kruis of wapen ? Kruis of Duivel ? Kruis of valse Jezus ? Vele Jezussen hebben een Judas gezicht in de nacht. Zelfs het evangelie

waarschuwde al dat er vele valse Christussen zouden komen. In dat tijdperk leven we. Het is een mijnenveld. Elke stap kan de laatste zijn, dus zorg dat je de rode draad volgt. Daarom moet de kerk weer maagdelijk worden, stelde het hussische evangelie, weer moederlijk en militant. De wereldse, vleselijke ‘kerk’ in de mens zou omvergeworpen worden zoals Sodom. Dat is de roverskerk in ieder mens. Je kan uit de kerk gaan, maar hoe krijg je deze kerk uit je ? Het komt in allerlei vormen, roofzuchtig als een wolf, en het schuifelt gewoon mee met de pelgrims, stelt het hussische evangelie. Russisch of Hussisch ? De aandacht wordt op Rusland gericht, zoals in ‘de Wachters van Dordt’. Luister daarom goed. hoofdstuk 74 het belang van de ganzen totem in deze dagen ‘Dag sinterklaasje,’ kunnen we zeggen tegen een heleboel dingen. Oude ideeen moeten vertrekken. Er is een groot verschil tussen de hemel en de vlesel. Dat is niet zoals het verschil tussen hemel en hel. Ik heb de hel ook gezien en het is heel anders dan wat mensen denken. Het is meer een kokon, iets heel insectisch. Vannacht had ik een droom van een slakachtig insect, maar dan uitgestrekt en veel steviger en fiercer, zonder huisje erop. Het ging nog steeds erg traag. Ik kon even niet denken. Er was ook een bijkeuken. Ik bleef maar naar het ding staren en vroeg me af wat ik ermee moest doen. Het was een beeld van de vlesel, en het lag gewoon op de grond. Niet de hemel, maar de vlesel. Mensen komen in een hele andere realiteit, maar het is een kokon. Deze insecten groeiden uit tot hele lange insecten

met vele pootjes, als een soort duizendpoten. Die insecten waren dus gewoon ook deels kokon. Hun lichaam was een kokon. Het waren levende kokonnen. Uiteindelijk was het allemaal brandstof voor de recyclocratie. Het was een heel ingewikkeld natuurproces, en dat is wat de vlesel is. Het sterft ook weer tegen zichzelf af, en dan is het wat anders. Het opent uiteindelijk de deur tot de parallelle realiteiten. Ook de hel is een heel relatief begrip. In de kunst kan het meerdere interpretaties hebben, zowel goed als slecht, want het hiernamaals voor de Germaanse voorouders, ook hier in Nederland, was de hel, moeder hulda, of moeder holle. Het Germaans-Nederlandse hiernamaals was het gaan tot de wilde wijven, de wildernissen, zoals bij de natuurvolkeren het de eeuwige jachtvelden noemen. We zijn dus op pad naar de wilde wijven, de wilde baarmoeders, als een beeld, want leven en sterven zijn slechts beelden, en dat mag nu al beginnen. Ga er niet verkrampt mee om. Het hussische evangelie van de jaren 1400 noemde zichzelf de theologie van de liefde, voorzichtigheid in het oordelen, sober zijn in het oordeel, opdat je jezelf niet te buiten gaat in projectie en allerlei fabels. Het is echt niet zozeer een strijd tussen hemel en hel, maar tussen hemel en vlesel, en dat is een groot geheimenis. Het is de natuur. Het is niet overdramatisch en geen overhorror. Het is ook niet vleselijk saai, maar het kan hemels saai zijn, want de mens heeft vaak een probleem dat hij vermaakt wil worden. Uiteindelijk zijn het niet zomaar wat verhaaltjes en spelletjes, maar levensprincipes, diepgaande hemelse antropologie. De hemelse soberheid en saaiheid dient geleerd te worden, waarin vleselijk vermaak geheel kan afsterven. De hemelse saaiheid is de ware vruchtbaarheid. De ware boetedoening is het herstel van de deugd, van de kunst, van de oefening, stelde het hussische evangelie. Op zichzelf zijn hemel en hel nutteloze ideeen. Als we op weg zijn naar de eeuwige jachtvelden, dan hebben we het over de jacht naar kennis, en de kennis zal op ons jagen. Deze jacht zal volbracht worden door de wilde wijven, het germaanse idee van de hemel. De enige ware opstanding, stelde het hussische evangelie, was dat van de goede herder. Al het andere zal blijven in de dood, want het heeft geen eeuwige levenskiem. Alle vleselijke werken, de waanwerken van de mens, zullen verdwijnen. Alles zal dus in de recyclocratie opgelost worden. Er is dus geen dogmatisch leven buiten de hemelse ethiek. Al die dogma’s die ze hebben opgesteld zijn van het vlees en de vlesel, en het moet de kokon ingaan. Alle dingen zullen medewerken ten goede in de exegese, wat de ware profetie werd genoemd in de reformatie. Als we het over het ware natuurevangelie hebben dan hebben we het dus over het principe van de goede herder, en niet over allerlei vaag geloofsgedoe.

Ganzen zijn beelden van het regressieve bewakingssysteem, oftewel de wachters van de geschiedeniskunde en geschiedeniskunst. Hus betekent gans in het Tjechisch, en Hus zei soms ook in zijn brieven de gans te gedenken. De gans is ook een beeld van de hemelse familie. Het verhaal ging dat Hus vlak voor zijn dood zei dat ze een gans zouden roosteren nu, maar dat na honderd jaar een zwaan zou komen die ze niet zouden kunnen verslaan. Hus stierf in 1415, en honderd jaar later in 1517 bracht Maarten Luther, de zwaan, de reformatie. Maarten Luther bewonderde het hussische evangelie, en stelde dat hijzelf, Augustinus en Paulus Hussieten waren. Toen ik verhuisde naar mijn bosdorpje heel lang geleden viel het me op dat de tuinen heel vaak stenen ganzen hadden bij de ingangen, en ik heb me lang afgevraagd waarom dat was, maar dit wijst dus terug op Hus. Ik denk ook veel aan wat de meester vroeger voorlas aan de klas op de lagere school : Niels Holgersson, Niels wordt in dat verhaal betoverd door een kabouter en wordt heel klein, en wordt dan daardoor bespot door anderen, en uitgelachen, en dan moet hij vluchten. Hij komt dan in aanraking met een groep ganzen die hij helpt, en dan nemen ze hem mee op hun vlucht. Het is mooie en diepgaande beeldspraak over wat er nu gaande is. Het hussische evangelie zal wederkeren, en zij die klein genoeg zijn geworden en shamanistisch werk doen zullen erdoor opgenomen worden, als door een groep ganzen op hun vlucht, terug de geschiedenis in, terug naar de wildernis, naar de wilde wijven. hoofdstuk 75 de wachters van bethlehem Vannacht had ik een droom over een parallelle wereld in de Nordics (Noord-Horologium). Onder en naast Mexico lag het land Lera, wat ook onder Texas lag, en Texas was een veel langere reep, en naast Lera, onder de lange reep van Texas lag het land Reziko. Ik was in Reziko in een rijtjeshuis op mijn kamer die niet aan de zonnekant lag, maar de andere kant, boven. In mijn kamer lagen schoolboeken van de recyclocratie en geestelijke bouwkunde, en ik was gelukkig. In mijn buik had ik een ander gevoel, niet van nutteloosheid en waardeloosheid. Ik ging naar beneden. Ik had een donkere moeder. Ik had geen vriendin, want ik had een relatie met mijn schoolboeken. De mens moet terug naar Bethlehem. De mens is valse volwassene geworden, heeft de kribbe vergeten, de eenvoudige natuur. Nu zit de mens vast in allerlei stadse onzin. Terug naar Bethlehem, maar hoe ? De schilderijen van Bethlehem zijn verwoest, de woorden van Bethlehem uitgewist uit

de harten. Bethlehem is verdreven uit de mensenharten. Men weet niet meer hoe een kind te zijn, en hoe waarlijk te rijpen. Men is los van de natuur, mechanisch geworden. De mens heeft geeneens een hart meer, en geen ziel. Er heerst een gif in de mens. De kribbe is omver getrapt, de herders weggejaagd. Nu hebben ze een valse, volwassen afgod gemaakt. Er is geen plaats voor de donkere natuurmoeder in de herberg. Ze moest vluchten tot de wildernis, en ook daar hebben ze haar vervolgd. De gans hebben ze geroosterd. De zwaan konden ze niet krijgen, maar werd wel vervolgd. We zijn op het ganzenbord, en we moeten wachten op de arend van het grote wee. De arend heeft een schuilplaats voor de Bethlehemieten, voor de Hussieten, in de wildernis. We kunnen erover lezen in het allegorische boek Openbaring. De arend kwam in de jaren 1800 de zwaan tegemoet. Het waren de jaren van de regressie, de terugkeer. Je kunt de roep van de arend ook terughoren in de muziek van de jaren 70. Guus kom naar huus betekent : ‘Geus, kom naar Hus,’ oftewel : ‘Laten de verzetsstrijders tot Hussieten worden.’ Wie dit te ver gezocht vindt moet de tekst maar eens lezen van het lied, over de wilde wijven en het wilde wijvenspel, wat op het kruis wijst, en er wordt letterlijk gezegd dat dit in Huize Constance gebeurde, oftewel de plaats waar Johannes Hus, de gans, werd geroosterd. Bohemian Rhapsody : zelfde verhaal. Iemand werd ter dood veroordeeld omdat hij het gewaagd had zijn vlees te doden. Hij zegt letterlijk dat hij een arme jongen is, iets wat Hus telkens van zichzelf zei. Opletten geblazen, want het komt maar een keer. Na de zwaan komt de arend, en dit kwam uit het OT al, want de arend was het beeld van de exodus, de terugkeer tot het beloofde land, de regressie (Ex. 19:4). Maar herken je die arend wel wanneer het komt ? Of ben je teveel met het vlees bezig, wil je dingen horen die makkelijk in het gehoor liggen, simpele dingen, die de vleselijke luiheid bevredigen ? Je moet voor de geestelijke bouwkunde gaan wil je het overleven. Hoe kom je langs de wachters van Bethlehem ? Dan heb je de arend wel nodig. De gans is al het regressie alarm gegeven, maar je moet ook dan profetisch teruggeleid worden door de arend. Het zijn profetische, oftewel exegetische, beesten. Ze prikken door dingen heen. Het zijn warriors. Zorg dat je het ganzenbord wint, en tot de zwaan en de arend komt. Het hussische evangelie noemt het een militante pelgrimstocht, de strijd tegen vlees, wereld en duivel. Het vlees is de individuele zonde, de wereld de collectieve zonde, het conformisme hierin, en de duivel is een beeld van de territoriale machten, die vaak in verborgenheid en anonimiteit leven achter de schermen, om hun systeem te waarborgen. Wij zijn vreemdelingen in de wereld ! De wereld is vreemd gebied voor ons ! Geef je hart niet aan een vreemdeling ! Om de bruidsschat te kunnen geven moet de mens kruis en kribbe gedenken, het lijden van moeder

natuur begrijpen. Er moet een maagdelijkheid zijn naar het vlees. Deze kerk is als een vissersnet. Alleen zo kom je uit de golven van de tegenwoordige wereld tot het eeuwig leven, stelt het hussische evangelie. Het vleselijke zal de tucht niet brengen, want het vlees wil zelf ook niet getuchtigd worden. Het vleselijke staat dus ook voor losbandige opvoeding, zachte heelmeesters die stinkende wonden maken. De tucht brengt gebruik, maar tuchteloosheid maakt misbruik, en brengt zo zwaar psychisch letsel. De steen beweegt niet en reageert niet, maar het reflecteert, en de steen leeft. We hebben het over de steen waarop de hemelse kerk gebouwd is, waarvan de hemelse kerk gemaakt is. Dit is niet zomaar een kerk, maar een ‘opium’ in vur termen. Deze levende steen is verworpen door het vlees, maar door de hemel uitverkoren en is schitterend. Hebben wij die armoede en maagdelijkheid om tot deze steen te gaan ? Hebben wij bethlehem’s kribbe in ons hart ontvangen, langs Bethlehem’s wachters gegaan ? Kom dan tot het niveau van de enig en eerstgeboren zoon, opdat er geen ruimte meer is voor het vlees. Dit is de hemelse gebondenheid en de hemelse ongebondenheid. Het hussische evangelie stelde dat de vleselijke geestelijken de hemelse woorden verdraaiden omdat ze een interesse hadden in administratieve macht. Velen hebben een zwak voor rijkdom, beroemdheid in de wereld, gezag in het vlees, en zo kruisigen ze de hemel en de natuur telkens weer, voor hun vraatzucht. Het is heel monsterlijk. Kun je langs deze wachters komen om tot Bethlehem te gaan ? hoofdstuk 76 het dreigen van de russische beer Ga laag liggen als het omweert. De Russische beer dreigt. Neem de laagste plaats in bij de bruiloft. Zoek het niet op. Neem jezelf geen circusbeer. Laat alles los wat je onrechtmatig hebt genomen. Deze geheimenissen laten zich niet forceren. Als de kerk zegt : ‘Je kan alleen maar gered worden door Jezus,’ dan is dat natuurlijk letterlijk gezien niet waar, maar het duidt dan op de principes waar Jezus voor stond in de gelijkenissen. In

die zin is het dus deels waar, maar dus niet als een afgod. Laten we daar heel duidelijk over zijn, want dit wordt kinderen telkens weer verkeerd geleerd, met alle gevolgen daarvan, want dat geven ze ook weer aan elkaar door, en het wordt een enorme psychische bende en rotzooi, en dit zijn dan de fundamenten van landen. Dat woordje ‘alleen maar’ kan heel bedrieglijk zijn, zoals ook ‘de eniggeboren en eerstgeboren zoon’. Men neemt dat letterlijk, maar het heeft weer een maagdelijke betekenis, in de zin dat JIJ geheel ALLEEN tot de hemel moet gaan, dus niet gebaseerd op wat anderen zeggen. Het is iets tussen jou en de hemel, iets heel persoonlijks, en in die zin ‘eniggeboren’. Je vlees mag daar dus ook niet tussenstaan als een broer. Daarom is het zoonschap dus eniggeboren en eerstgeboren, en het dient ook als zodanig uitgelegd te worden. Symbolisch is het dus heel moois. Zo mogen we dat dus ook begrijpen als er wordt gezegd : ‘het is de enige weg.’ Bepaalde principes mogen namelijk niet overboord gegooid worden. Sommige principes heb je echt nodig, en die bespreken wij ook telkens in het onderwijs. Dat het om ‘alleen’ gaat, om ‘eniggeboren’ en ‘eerstgeboren’ wil zeggen dat je je dus niet meer kunt verstoppen achter iemand anders. Heb je dit eniggeboren en eerstgeboren zoonschap al ontvangen ? Heb je de hemelse maagdelijkheid al ontvangen ? Heb je deze principes al uitgewerkt, of rook je liever een sigaretje ? Of grijp je liever naar een stuk vlees ? De mens heeft allerlei manieren bedacht om deze dingen te ontvluchten. De religieuze mens grijpt ook graag naar allerlei dogma’s. Lekker roken op de kerkbanken, lekker drugs gebruiken, lekker met karbiet schieten. Daarom is uitlegkunde een belangrijk vak op de hemelse school. Laat geen mens je bedriegen. Vraag om de uitlegkunde, en prik door al die menselijke dogma’s heen. Het geheim is dat deze gaven liggen in de ethiek. Die draagt de goede herder met zich mee, want die is diep gegaan, en heeft zo ook diep inzicht vergaard. Ethiek opent de oren en de ogen. Johannes Hus stelde in zijn boek ‘de ecclesia’, de kerk, dat de kerk, de bruid, het lichaam der geheimen is, oftewel het moet nog ontraadseld worden. Het is de moeder van het eeuwige zoonschap. De zoon kan hier niet zomaar van afgescheiden worden. Dat zou ook werkbreuk zijn. De mens moet teruggaan tot de hemelse bouwkunde. Ik had een droom over het vroegere college waar ik op school zat, en het was gewoon een bejaarden centrum. Ze laten kinderen al snel met pensioen gaan ten opzichte van de geestelijke dingen. Het zijn aardse scholen. De mens moet weer terugkeren tot de hemelse economie. Er is en blijft een levenskiem diep in de kerk verborgen waar wij niet zonder kunnen. Jericho moest ingenomen worden door er omheen te lopen, wat duidt op onderzoek. Het kan niet rechtstreeks ingenomen worden dus. Waar zijn de kerkonderzoekers ? Waar zijn de uitleggers ? Waar zijn de dichters ? Waar zijn de

mijnwerkers ? Of hebben ze het werk achter zich gelaten en zijn ze in aardse netten verstrikt geraakt ? Sommigen dragen water naar de zee, of scheppen water in bodemloze putten, zoals de danaiden. Vandaag de dag wordt Jezus in de kerken verkocht, zoals Judas deed. Het is een product geworden, en zo corrupt geworden. Ze hebben hun loon al, het loon van ongerechtigheid. Aardse macht, aards aanzien, de geheimenissen tot dogma’s gemaakt. Te lui om het uit te diepen. Vraatzucht heerst. Het liegt en bedriegt. En het houdt verborgen. De sleutel der kennis die tot behoudenis is hebben ze achtergehouden. Het is daarom veelal aardse kennis wat ze verkopen. Het hussische evangelie stelt dat ze het deel van de armen hebben geconsumeerd, in hun drang naar luxe. Ze hebben hun plichten verzaakt. ‘Als je genodigd bent tot de bruiloft, neem dan de laagste plaats,’ stelt het hussische evangelie. Door hun dogma’s maakten ze hun stigma’s, maar de mens mag terugkeren tot de ethiek en de uitlegkunde, tot verdieping, tot bezinning. De machten van de pensionering van het vlees liggen overal op de loer. Overal zijn hun landmijnen, dus pas op waar je stapt. Ga niet zomaar overal naar binnen. Heb een goede gids op je pad. Daarvoor zijn de dieren gegeven als totems. Wat heb je met de dieren gedaan ? Velen leven in grote vijandigheid naar het dierenrijk, en kunnen dus ook de stem van de gids niet verstaan. Ze hebben de schepen en de bruggen achter zich verbrand. Velen gebruiken dieren om in hun circus te dansen, om hen te vermaken, ook voor het vlees, maar ze maken een grote fout. De Russische beer dreigt. Wie oh wie laat zich opnemen door de arend tot de regressie, terug de geschiedenis in naar de verloren hussische pilaren ? Maar zij moeten onder ogen komen degene die ze hebben geslacht. Voor velen is dat te confronterend. Daarom grijpen ze de drugs van het modernisme en slapen door. De Russische beer dreigt. Zal het volk nu luisteren ? Bij de vorige plaag bekeerden ze zich niet. Zullen ze zich nu bekeren ? Of zullen hun harten zich nog meer verharden en roepen : ‘Bergen val op mij, heuvelen, bedek mij’ ? Ga laag liggen als het omweert. De Russische beer dreigt. Neem de laagste plaats in bij de bruiloft. Zoek het niet op. Neem jezelf geen circusbeer. Laat alles los wat je onrechtmatig hebt genomen. Deze geheimenissen laten zich niet forceren.

hoofdstuk 77 terug naar heidelberg – het kruis dragen of gedragen worden door het kruis ? – de oogst van orion Om tot de reformatie te gaan en de reformatie te begrijpen heb je de hussische sleutels nodig, de sleutels van de ethiek. Alleen op hussische grond kan de reformatie komen. Het is vruchtbare grond. Bear, oftewel b-ear is het B-oor. De B is altijd zowel in de egyptologie als de voortijdse hieroglyphen het teken van de voet geweest, oftewel de geschiedenis, de regressie. De beer betekent dus het luisteren naar de geschiedenis. Dit kan zowel goed als slecht gaan, zoals we in Rusland zien. De beer is dus het regressieve oor, de regressieve profetie. De leeuw, oftewel de l-eeuw, is de eeuw van de L, en de L is altijd de hieroglyph geweest in de voortijden van de honger, het minderen. Het zijn sleutels tot Heidelberg. Heidelberg is Hei-dealberg, een deal met de hei, met de natuur, en de hei wordt ook volop besproken in de Vur. Ken je de hemelse cryptografie ? Ken je de hemelse bouwkunde ? Hierover had ik een droom. Als we het hebben over profetisch leven dan is dit trauma-based. Ik heb geen andere manier gezien waarop het profetische de mens kan overnemen. We hebben het dan over kruis-gebaseerd leven. Er is geen andere weg. Er is een gelijkenis in de amazone theologie over de relatie tussen asceet en moeder wildernis. Als moeder wildernis de asceet overneemt, dan zal ze hem voeden, maar nooit zoveel dat hij sterker wordt dan haar. Alle voeding die de natuur biedt is dus een Heidelbergse spot die duidelijk grenzen stelt. Moeder wildernis draagt de asceet ook zo door haar kamp, op haar rug. Alles gaat weer achter glas. Er is een Heidelbergs glas. Daarom moet de asceet terug naar Heidelberg. Dat is een worsteling, ook bovenstaande gelijkenis. Het is namelijk trauma-based dus de asceet is hier ook woest over. Dat is onderdeel van het archetype. Het is geen kruis wat je zomaar makkelijk aanvaard, want het kruis doet pijn, en je worstelt ermee. Makkelijke kruizen zijn draagbaar, maar moeilijke kruizen niet. Maar in dat proces neemt de Moeder wildernis de asceet over, en draagt hem. Dan draagt het kruis hem. Zondag 1 stelt : Je behoort jezelf niet meer toe, je bent betaald, en verzekerd, door de besnijdenis van het hoofd, van het verstand (Egyptologische grondtekst). Je weet hoe groot je ellende is, je bent trauma-based, volledig, dus dan draag je niet zomaar het kruis, maar het kruis draagt jou. Ja, dan is er woede en pijn, maar er mag ook aanvaarding en dankbaarheid zijn, en waar ware dankbaarheid is

naar deze principes is er ook bewondering, en daardoor kun je Heidelberg opmerken en ben je gevoelig voor Heidelbergse waarneming. Zo zijn de banden tussen Israel en Duitsland hersteld, een van de grootste geheimenissen van het leven, en kan de mens terugkeren naar de voortijden en de parallelle werkelijkheid. Dat is een Nordics geheimenis, de oogst van Orion. Over deze dankbaarheid gaat dus zondag 1, wat een hele wrange en gespleten, verbroken dankbaarheid is, en daardoor een bewondering van de inname, hoe ruw en bruut die ook is geweest. Zondag 2 laat zien dat het de natuur van de asceet is om te worstelen, dat er een dunne lijn is tussen liefde en haat, en tussen woede en aanvaarding. De asceet is namelijk gevoelig. hoofdstuk 78 van heidelberg tot dordt en terug – geheimenissen Technologie kan ingewikkeld zijn. Dan mist er weer dit, dan mist er weer dat, dan sluit dit niet aan, en dan sluit dat niet aan, enzovoorts. Technologie is ook een soort familie, en dan heb je een familie spel nodig om het te fixen. Zijn we aangesloten op de hogere familie, of denken we dat de aardse familie alles wel regelt ? Ik had er een droom over vannacht. We kunnen Heidelberg en Dordt zien als bolwerken van theologische technologie, zo goed en kwaad als dat ging, maar het is dus werk terrein, werken in de mijnen, om de juiste kabels te leggen, en de verkeerde kabels af te breken. Niet zomaar afbreken, maar verdiepen, terugdraaien. Ga wijs met de geschiedenis om. Net zoals ze vroeger zeiden : Wees wijs met water. We hebben de Israelitische en Egyptische bronnen ervan besproken, en hoe dingen waren afgedwaald van die bronnen. Het gaat er dus om Israel, Egypte, Heidelberg en Dordt te kennen en weer in balans te brengen, want hier loopt de voorouderse energie, en wij moeten hen helpen. Het zijn slechts orakels, en deze stenen leven. Ze ademen. Ze bewegen en reageren niet, maar ze reflecteren. Ik was in de droom bij een superster aangekomen. Ze liet mij de familie spelen zien. Ik

zei dat ik op zoek was naar spelen van avontuur, en schietspelletjes. Er was zoveel misgelopen, en nu was ik bij haar. Ik kende haar van vroeger. Ze had mij al weleens eerder geholpen. Ik was jonger geworden, en ik vroeg me af of ze me nog herkende. Als we komen tot de bronnen dan mogen wij hierdoor ook verjongen. Als we Dordt dan willen verdiepen, dan hebben we daarvoor de Heidelbergse moeders nodig, en dan is er ook een strijd tegen de valse, vleselijke moeders van Heidelberg. Het is theologische technologie, dus dan mogen er geen dingen ontbreken, en moet het goed op elkaar aansluiten. Daarvoor zijn de familie spelen nodig, van de hogere familie, je innerlijke technologische familie. Pas op voor familie die niet technisch is dus. Je moet met techneuten te maken hebben, anders heeft het allemaal geen zin. Denk niet in te nauwe cirkeltjes. Zomaar geloof werkt niet in de technologie. De bestanddelen moeten aanwezig zijn. Als die er niet zijn, dan moet je het spel spelen en ernaar op zoek gaan, moet je hogere bronnen raadplegen en langs de wachters zien te komen. De wachters van heidelberg, daar hebben we het dan over. Robotiek is het doel, en tot steen worden, zodat je alleen nog maar reflecteerd. Dan pas ga je leven. Dan pas kun je loskomen van de vleselijke robotiek en de vleselijke versteningen. De steen is meerzijdig, en je mag op zoek gaan naar die samenhang en dualiteit in je leven, je innerlijke familie. Ken je de taal van de voorouders ? Moet die taal gewoon afgepakt worden of verdiept worden ? De beer betekent dus het oor van de B, de voet in de egyptologie, de geschiedenis, het leren luisteren naar de geschiedenis, de hogere geschiedenis dus, de parallelle werelden. Daarvoor moet je klein worden. Door klein te worden kun je terug de geschiedenis in, zoals in Alice in Wonderland en Niels Holgersson. En je wordt pas klein als je het kruis gaat dragen, en dan zal het kruis je dragen. Oh, Heidelberg, toon ons uw geheimenissen. Oh, Dordt, toon ons uw geheimenissen. Het kruis dragen, of draagt het kruis ons ? Hierin ligt het geheim van de robotiek. Hierin ligt het geheim van de steen. Er is leven in de steen. Binnenin de steen. Werken in de mijnen van Heidelberg en Dordt, om zo tot de geheimenissen te komen. Ze geeft zich niet zomaar als een hoer. Heeft ze je iets gegeven, dan wil dat niet zeggen dat ze je per definitie meer zal geven.

Daar had ik ook een droom over vannacht. Soms neemt ze je op haar schoot, en soms als je komt dan roept ze : ‘Weg !’ Zoek er maar naar. Werk maar in haar mijnen. Speel de familie spelen. Dat is de technische familie, niet de aardse familie. Als dingen oververhit raken dan sluit het zich automatisch af. Dat is voor je eigen bescherming. Wees daarom niet hebzuchtig. Wees niet bezitszuchtig. Ga niet bezitterig met haar om. Geef haar de ruimte om te ademen. Heb respect voor haar privacy en personal space. Kennis is niet zomaar een ding. Kennis is een persoon, en heeft gevoel. Alles personificeerd zich, maar wordt dan weer tot principes, als het neerstorten van de waterval in de rivier, in het afscheiden van de wateren en de waterdruppels. Alles gaat zijn eigen weg. Dat is moeilijk voor het vlees. In het vleselijke gesteente is alles samen. Alles is klef, huisje, boompje, beestje. Het zijn siamese tweelingen die in elkaar vergroeid zijn, Rigil Kent. En ze maken nauwe cirkeltjes. Er is geen leven meer in die steen. Wees er niet jaloers op. Ze zijn dood, en proberen zo veel mogelijk mee te sleuren. Het zijn zombies op jacht, en met lange armen trekken ze velen mee. Pas op voor dat magnetisme. Blijf erbij uit de buurt. Kom tot de betere, hogere lenzen, die parallelle werelden openen. De aardse families zijn bejaarden centra, Ze geven niet om de geschiedenis, niet om de antropologie, niet om de shamanistische opdracht. Ze zijn vervroegd met pensioen gegaan en nu is alles klef, en in hun waanzin wanen ze zich superieur over alle anderen.

Kijk ze eens familietje lopen spelen en bejaard lopen doen, over de ruggen van anderen. Kom daarom tot een hele andere familie, de familie van techniek en robotiek. hoofdstuk 79 robotten van de recyclocratie Dordrecht en Heidelberg zijn de dialectische urim en thummim van de reformatie, als het geheimenis tussen Nederland en Duitsland, en dialectisch houdt in dat je alleen zuiver filosofisch de steen kunt benaderen, als in een kehatitisch mysterie. Lees hierover ons onderwijs boek ‘Het Kehatitische Verschijnsel’. Er is een gebruiksaanwijzing voor de orakelstenen. Wie dit niet in acht houdt vindt de dood tussen de stenen, als in een ravijn. Er is een afgebakend pad door deze stenen, en er is een grote oorlog om deze stenen. Het lagere, vleselijke Dordrecht moet overwonnen worden door te komen tot het hogere Dordrecht, het wilde Dordrecht, en zo is dit ook met Heidelberg. De wilde economie moet zich herstellen. De mens moet loskomen van het gevaarlijke Rigil Kent. Lees ons onderwijsboek ‘Rigil Kent Ontsluierd’ hierover. De mens kan niet zomaar aan de lagere reformatie, het lagere Dordrecht en lagere Heidelberg, ontkomen. De mens moet tot de recyclocratie gaan, en dit omzetten tot andere stoffen. De mens moet het nuttig zien te maken. Vuilnis heeft dus zin, heeft dus doel. Laat het niet zomaar allemaal liggen en dek het niet onder, maar ga ermee aan de slag. Verheerlijk de vuilnis van de voorouders niet, maar gooi het ook niet zomaar weg, want er kunnen bijzondere edelstenen, schatten en andere waardevolle spullen tussenzitten die we eens nodig zullen

hebben en die de oplossing kunnen vormen voor vele problemen. Daarom is de geschiedenis zo belangrijk. Daarom is de regressie zo belangrijk. Het is niet om te pensioneren, maar om de mijnen in te gaan en aan het werk te gaan, en ook dus te gaan tot de recyclocratie, de gebieden van vuilverwerking. Zo winnen wij gas, zo winnen wij dat wat onder de aarde verborgen ligt. Het wacht. Werken bij de regressieve vuilnisdienst. Dat is een oproep, een recyclocratische oproep, anders gaat het zich ophopen en zal het op een keer ontploffen. De recyclocratie is dus een absolute noodzaak. Lees hierover ons onderwijsboek ‘De Recyclocratie.’ Draag jij straks de geestelijke sieraden van de recyclocratie, of ga jij door blijven pronken met je vlees en je vuilnis ? Ik hoor een geluid, van de recyclocratie, Ik hoor de bazuinen, Het is tijd je vlees en vuilnis te verwerken, Het is tijd het om te zetten in iets anders, iets beters. Ik hoor een geluid, van de recyclocratie, Ik hoor de bazuinen blazen, engelen met hun instrumenten, als vissers aan wal, om de oogst binnen te nemen, niet meer de beste stuurlui aan wal Ik hoor het geluid van de recyclocratie, engelen met hun bazuinen en vissersnetten, Zij vissen het verlorene op, om van Heidelberg tot Dordrecht te gaan, heen en weer over de hemelse ladder, op en neer, om alles tot zaligheid te strekken Van Heidelberg tot Dordrecht en terug, heen en weer, op en neer,

om de vuilnis van de voorouders te verwerken. Het geheimenis van man en vrouw is het geheimenis van de recyclocratie. De man gaat tot de vrouw om zijn vlees en vuilnis te verwerken, als het gaan tot de recyclocratie. Het doel van de regressie is dus de recyclocratie. De robotten van de recyclocratie zullen komen, om het kind weer tot de wildernis te nemen.

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
  101. 101
  102. 102
  103. 103
  104. 104
  105. 105
  106. 106
  107. 107
  108. 108
  109. 109
  110. 110
  111. 111
  112. 112
  113. 113
  114. 114
  115. 115
  116. 116
  117. 117
  118. 118
  119. 119
  120. 120
  121. 121
  122. 122
  123. 123
  124. 124
  125. 125
  126. 126
  127. 127
  128. 128
  129. 129
  130. 130
  131. 131
  132. 132
  133. 133
  134. 134
  135. 135
  136. 136
  137. 137
  138. 138
  139. 139
  140. 140
  141. 141
  142. 142
  143. 143
  144. 144
  145. 145
  146. 146
  147. 147
  148. 148
  149. 149
  150. 150
  151. 151
  152. 152
  153. 153
  154. 154
  155. 155
  156. 156
  157. 157
  158. 158
  159. 159
  160. 160
  161. 161
  162. 162
  163. 163
  164. 164
  165. 165
  166. 166
  167. 167
  168. 168
  169. 169
  170. 170
  171. 171
  172. 172
  173. 173
  174. 174
  175. 175
  176. 176
  177. 177
  178. 178
  179. 179
  180. 180
  181. 181
  182. 182
  183. 183
  184. 184
  185. 185
  186. 186
  187. 187
  188. 188
  189. 189
  190. 190
  191. 191
  192. 192
  193. 193
  194. 194
  195. 195
  196. 196
  197. 197
  198. 198
  199. 199
  200. 200
  201. 201
  202. 202
  203. 203
  204. 204
  205. 205
  206. 206
  207. 207
  208. 208
  209. 209
  210. 210
  211. 211
  212. 212
  213. 213
  214. 214
  215. 215
  216. 216
  217. 217
  218. 218
  219. 219
  220. 220
  221. 221
  222. 222
  223. 223
  224. 224
  225. 225
  226. 226
  227. 227
  228. 228
  229. 229
  230. 230
  231. 231
  232. 232
  233. 233
  234. 234
  235. 235
  236. 236
  237. 237
  238. 238
  239. 239
  240. 240
  241. 241
  242. 242
  243. 243
  244. 244
  245. 245
  246. 246
  247. 247
  248. 248
  249. 249
  250. 250
  251. 251
  252. 252
  253. 253
  254. 254
  255. 255
  256. 256
  257. 257
  258. 258
  259. 259
  260. 260
  261. 261
  262. 262
  263. 263
  264. 264
  265. 265
  266. 266
  267. 267
  268. 268
  269. 269
  270. 270
  271. 271
  272. 272
  273. 273
  274. 274
  275. 275
  276. 276
  277. 277
  278. 278
  279. 279
  280. 280
  281. 281
  282. 282
  283. 283
  284. 284
  285. 285
  286. 286
  287. 287
  288. 288
  289. 289
  290. 290
  291. 291
  292. 292
  293. 293
  294. 294
  295. 295
  296. 296
  297. 297
  298. 298
  299. 299
  300. 300
  301. 301
  302. 302
  303. 303
  304. 304
  305. 305
  306. 306
  307. 307
  308. 308
Home


You need flash player to view this online publication