162

Hier wordt duidelijk gewezen op de nederigheids-factor, niet naar de kerken toe, maar naar de hemel toe, en de hemelse lijnen die door de kerken heenlopen. De mens hoeft geen nederigheid te beoefenen tot het vlees. Art. IX. Nieuwelingen, Mispriesters, Monniken en die anderszins eenige sekte verlaten, zullen niet toegelaten worden tot den kerkdienst, dan met groote zorgvuldigheid en voorzichtigheid, nadat zij ook eenen zekeren tijd eerst wel beproefd zijn. In de reformatie trachtte men nog steeds los te komen van de Roomse misdienst die religie vervleselijkt had, verletterlijkt, tot buikendienst. Art. X. Een dienaar eens wettelijk beroepen zijnde, mag de gemeente waar hij zonder conditie aangenomen is, niet verlaten, om elders eene beroeping aan te nemen, zonder bewilliging des kerkeraads met de diakenen en diegenen die te voren in dienst van Ouderlingschap en Diakenschap geweest zijn (mitsgaders die van den Magistraat) en met voorweten van de classe, gelijk ook geene andere kerk hem zal mogen ontvangen, eer hij wettelijke getuigenis zijne afscheids van de kerk en classe, waar hij gediend heeft, vertoond hebbe. Natuurlijk is dit geestelijk dat men niet zomaar dingen mag afraffelen. Men moet leren zorgdragen, leren koesteren, leren doorwinteren, en het gegeven kruis niet zomaar wegwerpen. Art. XI. Aan de andere zijde zal de Kerkeraad als representeerende de gemeente ook gehouden zijn hare Dienaars van behoorlijk onderhoud te verzorgen, en zonder kennis en oordeel der classe niet verlaten; dewelke ook bij gebrek van onderhoud, zal oordeelen of de voorschreven Dienaars te verzetten zijn of niet. Kerkorde Gereformeerde Kerk 1905 : Artikel 11 Aan de andere zijde zal de Kerkeraad, als representeerende de gemeente, ook gehouden zijn hare Dienaars van behoorlijk onderhoud te verzorgen, en hen niet uit hun dienst te ontslaan zonder

163 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication