Daarna kwamen de ijstijden. Zondag 16 gaat in diepte erover dat de mens naar de hel (baarmoeder) moet, om los te komen van valse kracht en valse rust, in heropvoeding. Zondag 17 gaat om de opstanding, en in principe kunnen we stellen dat de ware opstanding alleen geschiedt als de geloofsoefening, en daarbij is zondag 17 het Aretaitische hart, want dat is wat het woord betekent, namelijk geloofsoefening. Het is de toets-oefening van Jakob op Pniel, als de urim, en zondag 18, die over de opname gaat, is dan het toets-resultaat, de thummim. De opstanding is slechts een dieper kruis, om tot de diepere sappen te komen, de ware opname. Wij moeten zondag 17 en 18 in ons hart ontvangen, als natuur moeders. We moeten niet het voor de hand liggende denken. Vannacht had ik een droom dat ik naar de achter hersenen moest, waar het slaap gedeelte is, en het was als een zee, een slaapzee, en ik werd meegezogen door de sterke stroming en naar beneden getrokken. Ik was toen in een hele lange gang, en er waren aan beide zijden deuren waarop ‘ontwaking’ stond, maar ik mocht door geen van die deuren heengaan, anders zou het een valse ontwaking zijn, een overmoedige en overmatige ontwaking. Je zou dan ook vals wedergeboren worden in een soort kerststal, en je zou ingepakt worden als een kerstcadeautje. Ik liep dus gewoon door in die gang, ging door geen van die deuren, en kwam toen uiteindelijk in de gang aan in een kerstgedeelte waar allerlei kerstbomen stonden. Ik mocht hier niet blijven, maar moest doorlopen. Er werden hier allerlei cadeautjes ingepakt voor kerst. De gang begon toen over te lopen verderop in een wildernis, en ik werd steeds naakter, en was uiteindelijk helemaal naakt. Ik viel toen weer dieper in slaap en was toen gewoon weer gekleed en in een woonwijk. Ik liep op de stoep langs rijtjeshuizen en verderop kwamen wat militaire jongeren aanlopen. Eentje had ook een hele lange dunne witte raket, als een soort wapen. Ik liep er langs, en sommigen liepen ook gewoon op straat. Een eind verderop waar een dwarse straat tegenaan lag zag ik toen een militaire schietwagen waar een skelet op zat in groene militaire kleding. Ik dacht : ‘Oh, dus daar hebben we mee te maken gehad, dit zijn dus die dingen die ons gekweld hebben,’ zo van dat alles op z’n plaats viel. Het intimideerde me verder niet, en de wagen viel me verder ook niet aan. Ik was toen in het ouderlijk huis op die planeet, samen met een medewerker, en we stonden bij de secretaire op de begane grond, en omdat het zo’n smal ding was vond ik dat het te gammel tegen de muur stond, alsof het zo om kon storten. Er lag heel veel stof op het ingeklapte ding, en de medewerker zei dat het niet goed was voor het gas, dat het stof gasproblemen zou leveren. Ik heb toen het stof verwijderd. Ik zei toen dat dat altijd al het probleem was, terwijl het in het aardse leven in dat huis nooit echt stoffig was, alleen heel erg vroeger op zolder. Ik moest me toen richten op de voorzijde van de hersenen, wat de steen wereld was. Ik hoorde toen ook het liedje van Abba ‘When all is said
36 Online Touch Home