186

hoofdstuk 38 van hus tot calvijn Een amalgaam is een mengsel wat ook de gevaarlijke vormen bevat, maar dan gebonden, oftewel verminderd en aangepast, in het amalgaam. Zolang het niet gebonden is in het amalgaam heeft het nog vrijspel en is het gevaarlijker. Zolang het niet gebonden is in het amalgaam blijft het dus een tikkende tijdbom. Spijbelaars willen echter gewoon doorslapen en lekker koekjes eten. Ze hebben de oproep tot het worstelen vergeten. Dat willen ze niet horen. Varkens slapen nadat ze hebben gevreten. De nordicse botpatronen worden van geslacht tot geslacht doorgegeven, ook de neuspatronen. Dit zijn zowel goede nordics als slechts nordics. Ook Calvijn behoort tot dit amalgaam. Nederland is calvinistisch, of je dat nu wil of niet. Dat is in de geschiedenis zo gegroeid, en daar moet een weg doorheen gevonden worden. Er moet in de mijnen geboord worden, terug tot het nordics mysterie wat hieraan ten grondslag ligt, dieper in de mijnen. Wij zijn altijd mijnwerkers en parelduikers geweest. Amalgaam-verachters horen niet bij de gnosis. Toch is er ook genoeg verletterlijkt en vervleselijkt amalgaam, en ook dat moet een plaats vinden in het hogere amalgaam. Het moet gebonden worden. Dat is ook de opdracht in de psalmen, dat alles tot gebondenheid geleid moet worden, in meer hemelse termen en patronen, want anders kom je nooit van het lagere af, als je het allemaal maar rond laat vliegen. Dat begint in jezelf. Het is een strijd tegen je eigen vlees. Kruisig je vlees. Blijf niet achter in het mijnenwerk, want de gevolgen zullen niet te overzien zijn. Je hebt er alleen maar jezelf mee als je de kantjes er vanaf loopt en er met de pet naar gooit. Ja, de verleidingen zijn zwaar. Het rigil kent zwijn bij de boom met verboden vruchten, vruchten van hebzucht en slaapzucht. ‘La me slapuh, ik wil niet ontwaken.’ Er was een nordics tijdperk waarin alles in zwijnen begon te veranderen, op de kermis van het plezier, op de kermis van ijdelheid, een groot spijbelfeest. Het moet gebonden worden in het hemelse amalgaam. Daar hoort Calvijn bij, Hus, Dordt, Heidelberg, alles. Zoals psalm 2 laat zien accepteert en pikt het vlees dat niet : ‘Laat ons hun banden verbreken en laat ons hun juk van ons afwerpen’ (Calvijn). Maar dan lacht de Heere en spot met hen, maar mensen, dat is niet lichtvaardigheid, want de psalm laat zien dat God tot hen toornt. Er is een groot verschil tussen werelds lachen in lichtvaardigheid en het lachen des hemels in toorn en grimmigheid. En toch wijst God dan in zijn grote liefde op het zoonschap, op het worden van een kind, en dan laat hij hen wenen. Weent over uw zonden, verscheur uw klederen over uw hoogmoed en vrijheidszucht. De ware vrijheid is namelijk in de hemelse gebondenheid,

187 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication