206

Heb je ergens op het pad het kruis van je afgeworpen, en de gedachtenis aan het kruis, om zo een vrolijk, losbandig zieltje te worden ? Ga dan weer terug en pik het op. Draag je kruis en verloochen jezelf. Er moet heel veel van het ‘zelf’ afsterven opdat het kruis weer zijn rechtmatige plaats krijgt. Heb de kastijding lief, want het is om je leven te behouden. Gedenk de vroegere kastijdingen. Keer tot je eerste liefde weder. De ware hemelse kerk is dus een paaskerk. Het is een schip in woeste golven, en de gevaren zijn velen. Je kunt het je dan niet veroorloven om dan maar weg te wanen. En zij die dat doen noemen het hemelse woord een waan. De beste stuurlui staan aan wal, al die doktoren en andere beroepszondaren. Daar staan ze op de kades, veilig hoog en droog met hun witte jasjes en hun uniformen, om het lijden van de gekruisigden en de martelaren nog zuurder te maken, nog bitterder, en te verdubbelen, als de farao’s van het modernisme en conformisme. Johannes Hus gaat nog elke dag de brandstapel op. Gedenk het. Wordt niet koud. Laat jezelf niet afdrijven. Zo snel vergeet de mens het kruis en de kastijdingen, en gaat dan weer op het oude pad verder. Het wordt gevaarlijk daar waar de tucht nutteloos wordt, waar de mens tuchteloos wordt. Daar waar het kruis geen zin meer heeft, daar vaagt het kruis weg. Dan ben je ver van moeder weggedwaald. Dan wordt je slechts geleid door de tijdelijke drugs van de wereld en het vlees, twee grote vijanden van je ziel. Weet dat uw vijand niet slaapt, en van elk gaatje dankbaar gebruik maakt. Daarom ging de psalmist hier doorheen, stelt Calvijn, en dat was geen kleine beproeving, want hij was onderhevig aan een voortdurende zwakheid, als dienstknecht van de hemel. Calvijn stelt dat zij die hier niet mee rekenen vanwege kwade begeerten die hen verblinden geleid worden tot een krankzinnige dwaasheid. Calvijn stelt dat in psalm 38 de psalmist in zo’n diepe put terecht was gekomen dat huilen niet eens meer genoeg was. Hij schreeuwde het zelfs uit, hij brulde, hij gilde, wat een teken is dat de psalmist zwaar gefolterd werd. Het is het totale dieptepunt van de psalmen. Maar door deze psalm legde de psalmist deze tranen in de schoot van God, stelt Calvijn. De mens wordt de hele dag door zijn hersenen aangeklaagd en gemanipuleerd. De psalmist ging hier ook doorheen, en was hierdoor doof en stom geworden. Calvijn stelt dat de psalmist zo door valse veroordelingen was omringd dat hij zelfs geen woord mocht uitbrengen tot zijn rechtvaardiging. Aan dit kruis van psalm 38 wordt je van alle menselijke waardigheid ontdaan, totdat je je slechts een stuk vee voelt. In deze put mag de mens leren zijn hartstochten te bedwingen, stelt Calvijn. De psalmist was op een plaats gekomen waar hij zijn onschuld niet kon verdedigen. Hij was uitgesloten en verbannen van alle zelfverdediging, en hij kon alleen nog maar volharden in verdraagzaamheid, maar hier brak hij ergens, zodat er alleen maar plaats was voor geween en gebrul. Alle overleggingen ontbraken, stelt

207 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication