257

Beuzelachtig is de vleierij waarmee de vleselijken zichzelf misleiden en door andere vleselijke laten misleiden, stelde Calvijn. Ze raken door hun zelfmisleiding en door de toejuiching van anderen bedwelmd, en worden zo verzameld in de graven van hun vaderen, als schapen in een schaapskooi. Zo blijven ze aan de aarde en het wereldse kleven omdat ze geen verlangen hebben naar de hemel. Ja, dan ben je al dood. Verlangen naar de hemel is een teken dat je nog leeft. Ze zijn zo in duisternis omhuld, en dat is een hele gevaarlijke dood, namelijk de dood van de goddeloosheid, stelt Calvijn. Dit is teveel geloof hechten aan vleiende woorden, in plaats van ons oor verlenen aan de vermaning van de profeten. Ze waren zo voortreffelijk geschapen, maar ze lieten het bederven en vernietigden het, doordat ze zich afkeerden van de gebruiksaanwijzing. Calvijn noemt het ondankbaarheid. De mens heeft misbruik gemaakt van de hemelse gaven, en het verkocht, en zo worden zij uiteindelijk als de beesten, als hun ijdele eer wordt weggenomen, stelt Calvijn. Wat een tragiek, mensen, wat een drama. Ik had een droom over psalm 49. Zij kwam als gids en begeleider, en sliep met mij in een bed. Wij waren van een hemelse band. Ook de engel van Rusland was van de hemelse band. Deze engel kwam in de vorm van mijn vechtleraar van vroeger, en hij was hemels dronken, en hij was woedend. Zijn ogen hadden transparante vlekken in allerlei kleuren, die gewoon zwarte gaten waren, en ik dacht toen ik erin keek : ‘Wat gebeurt hier, wat is dit ?’ Allerlei dingen begonnen te veranderen. Je keek er gewoon helemaal in weg, je werd gewoon in deze ogen opgezogen. Herinner je mijn droom over de man met het brood die vanuit het kasteel kwam en telkens naar een keuken in een huis dichtbij ging om daar het brood neer te kwakken ? Het was dezelfde man. De hogere nordics gaan terugkomen. We hebben het over de glasnost, de openheid, de onzichtbare bruggen. Die man was overal. Het is de engel van Rusland, en hij blijft herhalen, blijft de aandacht trekken. Wij moeten leren van het raadsel van Rusland. De band zou optreden in een school. Psalm 49 was er, en de engel van Rusland, en ik liep naar achteren in de school, door de gangen. Er waren ook woningen op de school. Er waren ook winkels en werkplaatsen. Ik kwam bij zo’n werkplaats en ik zag een jongen die ik kende van vroeger van het college, en hij begon toen in een andere jongen te veranderen. Hij bleef maar tegen me aanpraten, en ik wist niet eens wat hij nou zei of bedoelde, maar ik zei toch zo van : ‘Ja, dat is zo.’ Toen begon hij in Menno te veranderen, een klasgenoot van vroeger, die achter het college woonde, en die ook vegetarisch was. En ik sprak heel lang met hem, maar ik wist niet waarover het ging, maar ik zei toen dat we alles vanuit de goddelijke wereld zouden moeten laten stromen, en toen zei

258 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication