219

In het boek Cyberpunk SF uit de tachtiger jaren, een verzameling van dystopische verhalen, wordt het afkicken van drugs soms vergeleken met het afkicken van ex-relaties. Dat is dus ook een strijd met sexualiteit, want je moet loskomen van verkeerde sexuele bindingen, wat niet wil zeggen dat alle sexuele bindingen met ex-relaties per definitie verkeerd zijn, maar je moet wel ergens van afkicken, van een bepaalde stof die je altijd binnenkreeg. Het kan heel verlammend zijn. In dit geval gaat het over vleselijke demonen waar je lijf een sexuele relatie mee had, want dat is wat de drugs kan zijn, het kan heel intiem zijn geweest. Psychologisch kan het heel zwaar zijn, en ingewikkeld, en in het boek Cyberpunk SF wordt het ook wel omschreven als een soort achtervolgingswaan die je dan ontwikkeld, als een soort paranoia, en dat die op zich ook weer heel sexueel kan zijn. Het boek noemt het dan een onderstroom van sexuele opwinding die vervlochten is met de achtervolgingswaan, want je leeft in een wereld waarin je zintuigen voortdurend worden geprikkeld, waar je ontzettend op je hoede moet zijn, dus die waan is dan een soort alarm. Er zijn goede en slechte wanen. In de germaanse tijd waren de wanen de vruchtbaarheidsgoden. Later kreeg het een steeds negatievere klank. In de germaanse tijd waren het gewoon de nomadische elven, en het was ook verbonden aan wijsheid en het zien in de toekomst. De wanen waren sexueel ook veel vrijer dan de asen, alhoewel dat ook weer gevaren kon opleveren. Het is oorlog. Ook waren de wanen verbonden aan de zee, dus aan de tijd, de geschiedenis, die eigenlijk als hun orakel diende waardoor ze hun voorspellingen deden en hun inzichten verkregen, als hun kristallen bol. Het boek Cyberpunk SF waarschuwt dan dat er aan de achtervolgingswaan van de puberale opwinding een schorpioenenangel zit, aan de staart, en dat het de zenuwuiteinden van de huid naar buiten laat richten. Eigenlijk zou het naar binnen moeten zijn. De mens moet zich terugtrekken in zijn binnenste. Ik wilde het boek lezen toen ik in Lelystad woonde, maar ik had het gevoel dat ik er niet doorheen zou gaan komen als ik dat zou gaan doen, dus had ik de tape aangevraagd. ‘Steen leeft,’ was een van die verhalen, en het ging over een persoon die zijn verleden zag terugkomen in de nieuwe dingen die hij beleefde. Zijn naam was Steen. Het boek probeert de technologie van het leven te beschrijven. Als we denken aan de taal van de liefde die koeler is dan een ijsje en warmer dan de zon, dan komen we niet om het kruis heen. Er is geen weg langs het kruis, maar dwars doorheen. In het boek staat er dan dat er een auto-erotische terugkoppeling is aan de drugs, en die is tantaliserend. Zijn we in de grip van deze spinnen ? Ik heb altijd geweten dat er iets niet klopte met de westerse sexualiteit. We worden bedrogen. Dit

220 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication