220

zijn huisjesspinnen. Het is lokaas om ons te laten bijten in de haak. Wham, vast. Het sexuele wonderland is een tikkende tijdbom. Zou men niet huiveren over sexualiteit dan, zoals we over God moeten huiveren, vanwege het feit dat er zoveel misbruik is, zoveel ijdel gebruik ervan ? Zouden wij niet huiveren, ons weer terugtrekken binnenin ? Het is een gevaarlijke wereld waar de mens door massa reclame wordt geprogrammeerd, van jongs af aan, daarom met recht : een dystopie, geen utopie. Maar de dystopie trekt mij ook aan, want hierin leert de waakzame mens versoberen. Het kruis trekt mij aan, de taal van de liefde, de taal van het lijden. Er mag een hele andere sexuologie plaatsvinden, de hemelse. Dat is als het afkicken van een zware drug, want allereerst is sexualiteit iets symbolisch, en allereerst is het iets tussen jou en God, tussen jou en de kennis, de exegese. Dat gaat dwars door de geschiedenis heen terug naar de prehistorie, het loskomen van het conformistische, comfortistische modernisme. Het is het ontdooien van de pleiadische steen, en het afbrokkelen ervan, in de recyclocratie. En dan moeten we dit pad kennen, dit pad door de hel, als Dante. Het boek Cyberpunk SF gaat dan over het herzien van pijn, want pijn heeft veelal een negatieve klank gekregen. De mens wil het niet, en de mens rent er van weg, maar in het verhaal Vrijwerf is er dan een liedje over dat pijn fijn is, en dat het allemaal om pijn gaat, want al het andere heeft geen waarde en is zinloos. Dus het liedje zegt dan eigenlijk dat pijn het beste geschenk is, en dat is ook wat degene die het zingt wil, dat hem pijn wordt gegeven, en weer wordt dat aan sexualiteit gekoppeld, wordt het voorgesteld als een vrouw, en dat de mens tot haar moet gaan. Zij is dus het kruis. Als je sexualiteit van pijn gaat loskoppelen, dan wordt het een ego-trip namelijk. Ook als je sexualiteit van God gaat loskoppelen, van de gnosis, wordt het een ego-trip, zoals een prediker eens tegen mij zei dat hij even geen tijd voor God had als hij sex had met zijn vrouw. Dan dacht hij niet aan God. Ik vond dat vreemd en eng. Ik zat toen nog op de bijbelschool, en ik was bang voor sexualiteit, omdat ik wist dat als je het verkeerd zou gebruiken, dan zou je van God kunnen wegvallen, dus ik heb het altijd met God willen betrekken. Ik betaalde daar overigens een hele hoge prijs voor, want ook dat heeft mij weer tot zware angsten geleid, want ik was bang in het heiligdom een verkeerde stap te maken, dat ik alles om ver zou werpen per ongeluk, dus je zit dan tussen twee vuren in. Aan beide kanten is pure angst, en zo kan dan de hemelse gebondenheid doorbreken, de hemelse veiligheid, en de openbaring van de hemelse technologie. Zo’n hoge prijs moet je betalen. Het komt je niet aanwaaien, maar dan is het ook vast, beproefd, bewezen. Ik was in de ban van het boek eind negentiger jaren, in Lelystad, maar kwam zelfs niet door het bandje heen. Ik moest dit heel langzaam tot mij nemen. Nu was er een verleidster gekomen, de pijn, het kruis, als een verleidelijke vrouw, maar niet zoals in de wereld, maar streng en gedisciplineerd, die je nooit teveel geeft. Dat is wat het kruis is. Zij opent werelden. Dat is de relatie waar we ons naar uit moeten strekken, en zij is verre van zomaar romantisch. Pas op voor de koeken van de

221 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication