hoofdstuk 24 zondag 42-44 en het vijfde seizoen In zondag 42 wordt de diefstal in een adem genoemd met gierigheid, en wordt er opgeroepen te zorgen voor de armen en behoeftigen. Kersten wijst op Kain bij zondag 42 : ‘Ben ik mijn broeder’s hoeder ?’ Ook nalatigheid ten opzichte van onze naasten is diefstal. Wij spreken dus over een communistisch evangelie, als een commungelie, waarin alles eerlijk verdeeld is, want overmatige rijkdom, rijkdom over de grenzen heen, is ook diefstal. Er moet dus een hemels communisme zijn. De beer is daar een beeld van. De beer draagt de gave van hemels communisme, als cirkels in vele lagen, want er zijn vele gebieden waarop dit communisme toegepast moet worden. Dit natuurcommunisme strijd tegen hen die het commungelie hebben verworpen, de volgelingen van Kain die zeggen : ‘Ben ik mijn broeder’s hoeder ?’ Zij leven in grote nalatigheid. We hadden het over de droom dat er een oorlog was in de vijftiger jaren en dat de mens moest vluchten tot de zestiger jaren voor de missing link, namelijk empathie. De oorlog was de Koreaanse oorlog tussen orthodox, aards communisme en kapitalisme, tussen Noord en Zuid. Die oorlog liep van 1950-1953, en die liep over in de Vietnam oorlog in 1955. Amerika offerde zoveel van haar zonen in die oorlog dat er in de zestiger jaren het hippie tijdperk aanbrak. De jaren vijftig waren groot communistisch gerommel, dus de mens moest wel tot het commungelie komen van de zestiger jaren, de hemelse beren. Het was een strijd tussen educatie en propaganda, een strijd tussen hemels onderwijs en aardse reclame. Beren zijn communistische beesten, en hierin is het een strijd tussen de aardse, vleselijke beren en de hemelse beren. Het gebod tegen diefstal, het achtste gebod. Waar rijkdom tot diefstal wordt, daar komt Robin Hood. Dit is een onderwijs-communisme, dat iedereen recht heeft op gnosis onderwijs, niet alleen de rijken. Het is dus een strijd tegen het marktwezen wat ze van god en gnosis hebben gemaakt. Daartoe komen de hemelse beren, roofdieren, dus ze zullen geen genade hebben. Ze zullen hun taak uitoefenen waartoe ze geroepen zijn. Hemelse beren grommen tegen de mens. Ze zullen het vlees niet ontzien. Ze zullen veel vlees eten. De mens moet terug tot de zestiger jaren, en zo terug tot Heidelberg, en zo terug tot de wilde sabbathen in de wildernis van Sur. Als we het over het hemelse communisme hebben dan hebben we het over het catechetisch onderwijs, de zondagen, de wilde sabbathen, waarin de werken van het
130 Online Touch Home