gesproken over nog een tussenzone tussen God en de engelen. Een engel is ‘malak’ in het Hebreeuws, boodschapper, of ambassadeur. Ook wordt er gesproken over heerscharen of legerscharen, en in het engels over ‘hosts’, gastheren. Zo’n ‘host’ is in het hebreeuws ‘tsaba’. Het is de personificatie van het leger, of de leider ervan. En de Heere heeft ‘tsaba’ over alles aangesteld, ook over de ‘malak’, de engelen. We maken dus onderscheid tussen malak-profeten en tsabaprofeten, tussen angel-profeten en host-profeten. Wij onderscheiden dus zes levels in het profetische. Het is niet de bedoeling dat we op menselijk vlak blijven functioneren, daarom is het een must om door te breken tot level 5 en 6. Natuurlijk kunnen deze zogeheten ‘hosts’ ook vallen. Een gevallen ‘tsaba’ zal zich gewoonlijks in vormendienst verstoppen om zo zich te beschermen tegen de zware hartskrachten van hen die de Heere getrouw zijn gebleven. Zo’n gevallen heerschare of legerschare zal zich vaak verstoppen in de mode-wereld van de bedrieglijke uiterlijke krachten, en zal zich vooral veel mengen in ‘leiderschap’. Het is een obsessie voor zo’n gevallen leider om nu bijvoorbeeld in de kerk die systemen en hierarchieen van vleselijk gezag uit te denken, en daarbij zal deze de engelen en met name de tsaba-bespreking zo veel mogelijk achterwege laten. Een voorbeeld van grootscheepse gevallen tsaba-projecten is de Rooms Katholieke kerk en het hele pauselijke systeem waar ook de andere drie wereldkerken uit voort zijn gekomen. Het is een goddeloos banquet die ten doel heeft het hart van de ware gelovigen te verslinden. Het verschil tussen God’s wereld en de vleselijke wereld is dat de wezens in God’s wezen de diepte van de dingen laat zien, terwijl de vleselijke wereld alles gesloten houdt en zich op de uiterlijke vorm richt in plaats van de opening. De vormen van God worden juist van binnen getoont, als een weg waardoor de geest zich kan ontplooien. Gods koninkrijk kent een zekere doorzichtigheid, terwijl de vleselijke werkelijkheid zoveel mogelijk dingen aan de oppervlakte houdt. God bracht de lichten, de ma’owr, in het paradijs voor een heleboel functies. Ze brachten licht in zowel hemel als aarde, en brachten onderscheid. Natuurlijk zijn er ook gevallen lichten, en die richten zich dan op de vervalsingen van de geestesweg. Ze bouwen een valse aarde en een valse hemel met wegen daartussen. De hemel zelf is ‘shamayim’, als het ware de openbaring, maar er is dus ook een gevallen shamayim. Ma’owr is de weg naar shamayim, een weg waarover het profetische pad ook gaat. Ma’owr is de zevende trede op de profetische trap, en shamayim uiteindelijk de achtste, waar we boven alles naar moeten streven. Dit stijgt dus uit boven al het aardse leiderschap die juist een valstrik is voor de profeet.
167 Online Touch Home