Soms moet je zeggen : ‘Het is nu eenmaal zo. Als het zo is, dan is het zo,’ en dan gaan ontzegelen. En als je dan door het vlees wordt aangevallen, dan moet je soms zeggen : ‘Niet geinteresseerd in die reclame.’ Het is geen onderwijs, maar propaganda. Martin Buber zei : ‘De ware strijd is niet tussen Oost en West of kapitalisme en communisme, maar tussen educatie en propaganda.’ Het is dus ook geen strijd tussen zomaar religies. De mens moet komen tot hemelse belijdenis. Het Woord is oorlogszuchtig, hangt niet de valse vrede van het vlees aan. Zondag 38 gaat over het belang van het kerkelijk onderwijs en haar scholen, maar de mens heeft het zicht op de betekenis van de kerk verloren. De mens heeft de kerk vervleselijkt en verletterlijkt. De ware, hemelse kerk is iets geestelijks, en iets vergeestelijkende. De aardse kerk is een doofpot, niet door enige kennis verhinderd. Voortgedreven door de winden van het vlees. Het vlees heeft ook een kerk gebouwd, en daarom is het juist tijd om af te remmen en terug te gaan, tot de daadwerkelijke oorsprongen van de hemelse kerk. Het ware woord is oorlogszuchtig, trapt tegen heilige huisjes aan, dient het vlees niet. Zondag 38 stelt dat dit woord moet voortstromen vanuit de sabbat, oftewel vanuit de plaats waar de vleselijke krachten en werkzaamheden zijn uitgeschakeld. Dit houdt dus ook een hongertaak in. Het vlees wil niet hongeren, en zal daar tegen protesteren, en dat zien we ook om ons heen. Vleselijke kritiek op het hogere is aan de orde van de dag. Het vlees heeft honderden, zo niet duizenden, smoesjes om aan het hogere proberen te ontkomen. Die allen moet de mens kennen. Van die allen moet de mens loskomen door de belijdenis. Hoever is de mens daarin al ? Zondag 38 is geheel in de context van de armenzorg, wat ook genoemd wordt, en de strijd tegen het vlees. Het gaat dus om een armen-evangelie, of armengelie en het vegangelie. Het is van belang dat de armen genoemd worden in de belijdenis, dat het niet in de doofpot wordt gestopt, maar dat er bewustzijn over komt. Een heleboel mensen prediken het armengelie en vegangelie niet. Ze durven het woord ‘armen’ niet in de mond te nemen, want dan zou hun vlees uitgedoofd worden. Ze stoppen liever de armen in de doofpot. Ik had eens zo’n levenspartner. Ze wilde het woord ‘armen’ niet in de mond nemen, ook niet toen ik erop aandrong. Ze hield haar lippen stijf op elkaar. Ze begon goed met het vegangelie, maar wierp dit later weg, en ook haar studie. Ik had een droom : Haugstrasse In het spookstadje Haugstrasse gaat alles heel traag.
110 Online Touch Home