270

voor hen, en zij die precies zoals hen zijn. Er is iets mis met hun ‘zijn’, hun valse volwassenheid, gebouwd op het bloed van hun innerlijke kind. Het is pure zelfvernietiging. Het kind wijst terug op de geschiedenis. Als je terug wil naar het kruis dan ontkom je niet aan de geschiedenis. Het kruis ligt namelijk in de geschiedenis, draagt de geschiedenis. ‘Neem je kruis op,’ betekent dus ook : ‘Gedenk de geschiedenis.’ En dan heb je ook te maken met kerkgeschiedenis. J.C. van der Does (1877-1956) schreef dat de bakermat van de kruisgemeenten zich bevond in het vissersdorpje ‘Noordwijk aan Zee’. Zij misten iets in de prediking van de koningskerk, de hervormde kerk. Zij kwamen bij elkaar om over de bijbel te spreken en over het bevindelijke, hun ervaringen. Zo ging dat al heel lang in Noordwijk, ook al eind jaren 1700, stelde van der Does. Ze spraken ook over Heidelberg. Ze gingen terug naar de leer en de tucht der vaderen, want ze vonden dat de koningskerk daar te ver van was afgeweken, en de afgescheidenen werden ook vervolgd door die kerk, dus er was geen godsdienstvrijheid. Ze streden tegen menselijke inzettingen, menselijke regels. Ze wilden leven vanuit het hemelse, niet vanuit het aardse. Er moest nieuwe diepte komen in het werk van Calvijn. Er was ook een betere leer van Calvijn. We hebben het dan bijvoorbeeld over de pilaar van soberheid, ook soberheid in oordeel, want er was zoveel overoordeel, vooroordeel en vervolging. Met elke reformatie is er ook veel kaf tussen het koren, en zo ook met de regressie was dit het geval, maar het gaat nu even om de rode lijnen die er doorheen lopen, en die moesten wel komen. De mens moest vrijgemaakt worden van de vleselijke kerk, van de wereldse, aardse kerk, om zo te komen tot de natuurkerk, de hemelse kerk, die in soberheid leefde. Dat was meer ieder voor zich, in hun relatie met de hemel. Daar mag een ander niet over beslissen door een of andere aardse titel. Staat en kerk moesten dus plaats maken voor de autonomie van de mens, de zelfregering, de eigen verantwoordelijkheid, wat een hermitatische beweging is. Het begon sterk op te komen, het bevindelijke, in de jaren 1800 in Nederland. Het ging om de persoonlijke ervaring, niet om kerkelijke superioriteit en allerlei autoritair machtsvertoon. De jaren 1800 van de vrijmaking en de regressie, van 1834, zijn dus onze adem, en het is belangrijk de lijnen te kennen van de kruisgemeenten die hieruit voortkwamen, de kruispredikers, en wat zij te zeggen hadden, die het hemelse Woord lieten zien, zo goed en kwaad als dat ging. Er was iets aan de mensheid in Nederland gegeven om hen tegemoet te komen : een rode steen, een rode juweel, als de glasnost. De geschiedenis werd namelijk opengebroken. Men ging de gegeven schatten weer opdiepen. Kennen wij deze predikers die zulke belangrijke hemelse waarheden te vertellen hadden voor onze bevrijding en exodus ? Het zijn onze voorvaderen en voormoederen.

271 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication