18

Vraag 12: Aangezien wij dus naar Gods rechtvaardig oordeel nu en eeuwig straf verdiend hebben, bestaat er dan nog een middel, waardoor wij deze straf zouden kunnen ontgaan en weer genade vinden? Antwoord: God wil dat aan zijn gerechtigheid voldaan wordt. Daarom moeten wij of zelf of door middel van een ander er volkomen aan voldoen. Vraag 13: Maar kunnen wij daar zelf aan voldoen? Antwoord: Volstrekt niet. Wij maken de schuld zelfs nog dagelijks groter. Vraag 14: Is er ergens enig schepsel te vinden dat voor ons kan voldoen? Antwoord: Nee. Want ten eerste wil God niet een ander schepsel voor de schuld straffen die de mens veroorzaakt heeft. Ten tweede kan ook geen enkel schepsel de last van Gods eeuwige toorn tegen de zonde dragen en andere schepselen daarvan verlossen. Vraag 15: Wat voor een Middelaar en Verlosser moeten wij dan zoeken? Antwoord: Een zodanige die waarachtig en rechtvaardig mens is, en toch krachtiger dan alle schepselen, dat wil zeggen, die tevens waarachtig God is. M.a.w. het moet hemels zijn, getoetst, en iets van de mens zelf zijn, oftewel doorleefd. Door iemand anders verlost te worden is dus alleen maar symbolisch, niet letterlijk, en gaat dus om de missing link in de mens zelf. Op dit principe van Zondag 5 is ook de Oahspe gebouwd. Het is theologische dialectiek, een taal die maar weinigen verstaan, omdat het dus inspanning en oefening vergt om die taal te leren verstaan en spreken. Men moet die missing link dus niet bij de mensen zoeken, maar bij God in de hemel, waar de waarachtige mens is die alles heeft doorleefd. De natuurvrouw of natuurgodin van Zondag 5 is dus belangrijk in onze bescherming tegen vals verletterlijkt, eenzijdig projectie-christendom. Er moet een brug zijn tussen theologie en filosofie, en er moet een brug zijn tussen theologie en dialectiek, anders werkt het niet. Zondag 6 stelt dan in de grondtekst dat de ware middelaar, de ware media de hemelse baarmoeder is. Vraag 18: Maar wie is deze Middelaar ? Antwoord: De hemelse baarmoeder, die ons door God tot wijsheid, gerechtigheid, heiliging en tot volkomen verlossing geworden is. Vraag 19: Waaruit weet u dat? Antwoord: Uit het heilig Evangelie, dat God zelf eerst in het paradijs geopenbaard heeft, daarna door de heilige aartsvaders en profeten heeft laten verkondigen en door de offers en andere

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication