Paul B. Smith schrijft in zijn boek ‘Dagelijks Evangelie’ dat het tragische van de lichamelijke volwassenheid is dat de mens de neiging heeft om zijn verwondering over en de warmte van het leven kwijt te raken, wat hij ook beschrijft als verzaking van de eerste liefde, zoals bij de kerk van Efeze. Ook Herman van Veen zingt erover in zijn lied ‘Zingende Doden’, dat de mens het niet eens in de gaten heeft als de wereld is vergaan, want er druipt een slaapdrank van het scherm, en dan kun je ook denken aan de mobiel waar de mens vandaag de dag aan verslaafd is. Men mist het leven en de liefde niet meer. Er is geen bewondering meer, en zelfs geen angst, zingt hij. Bewondering is een pilaar van de betere leer van Calvijn. Bij zijn commentaar op het boek Maleachi stelt hij dat het volk was bevrijd uit Babylon, maar het deed hen niet veel. Ze hadden een gebrek aan dankbaarheid. Het boek is in dialoog stijl geschreven, en er wordt ook gesteld dat zij hun eerste liefde hebben verzaakt, ontrouw zijn geworden. Ze hebben hun stekker in de neus van een varken gestopt. De dialoog laat de verhouding zien tussen moeder en kind, en is dus tweeledig. Heb je die tweeledigheid al in je hart, de twee-deling ? Ga met jezelf om als met een dialoog, want het is niet slechts eenzijdig. Zo zien we deze dialoog ook terug in de Heidelbergse catechismus van vraag en antwoord. Ook de moeder stelt vragen aan het kind. We moeten hierin onderscheid maken tussen innerlijk kind en vleselijk kind, want we moeten met hulp van de moeder loskomen van ons vleselijk kind, want die is er ook. Het vleselijk kind kan verschrikkelijk zeuren en dingen anders voorstellen, dingen omdraaien, om zo te spijbelen en aan de hogere natuurmoeder te ontkomen, en maakt zichzelf zo vleselijke moeders, want die zijn er ook, en daar moet je voor oppassen. In Maleachi is de boodschap uiteindelijk : Keer terug tot je moeder, en dan wordt het voorbeeld van Elia aangehaald. Elia beeldde de brug uit. Elia onderwierp zich niet aan de vleselijke koning en koningin en de vleselijke priesters en vluchtte tot de wildernis, want profeten werden gedood. Het gaat dus om het krijgen van een profetische relatie met moeder natuur, wat misschien een erg christelijk woord is, maar wat in principe gewoon ‘practisch’ betekent. Elia moest in de wildernis helemaal loskomen van vleselijk denken en vleselijke invloeden, van het horen zeggen, van roddel, die zijn leven ook bedreigde, en moest zo de hemelse, hogere praktijk leren, niet alleen maar theorie. Er mag een persoonlijke omgang zijn met de hogere kennis, om zo los te komen van lagere, vleselijke kennis. Dat is iets heel natuurlijks, als een wedergeboorte van de ziel, en een wederopvoeding. Vandaar dat Maleachi dit voorbeeld noemde, en dit staat of valt met de dialoog. Wij mogen leven door de hogere dromen. Wat we op aarde zien zijn vaak de lagere, vleselijke dromen, en de mens is tot slaaf gemaakt tot die dromen. Alleen kennis is de bevrijding ervan, dat je innerlijk vrijkomt, niet door welke andere goocheltruuk dan ook. Zomaar oordeel en genezing
252 Online Touch Home