8

de verkeerde chocola gekocht moet hebben, want het is totaal niet goedgegaan, totaal niet. En het ergste is dat ik niet eens weet wie je bent.' 'Vervelend,' zei ze. 'Ja, ik weet het ook niet. Maar u klopte aan alsof u hier woonde, en u had zoiets vertrouwds over u dat ik dacht dat u misschien weleens mijn lang verdwenen vriend zou kunnen zijn, alhoewel u totaal niet op hem lijkt.' 'Vreemd,' zei ik, 'en dat allemaal om een stukje chocola ?' 'Ja,' zei ze, 'dat zou hij kopen, voor zowel hemzelf als voor mij, maar dat was de laatste keer dat ik hem zag.' 'Moet wel door het chocola gekomen zijn,' zei ik. 'Moet wel.' Einde Eerder verschenen in : De Onkrant, Winterboek, 2021 ________________________________ DE JIJDANS Ik moest iets terugbrengen naar de buurvrouw. Onze huizen hadden een laag dak, en alles was op de begane grond. Het waren lange huizen naast elkaar in mooi natuurgebied. Ik was nog maar half aangekleed en wat ik al aanhad zat nog verf op, dus dat wilde ik er eerst afwassen voordat ik naar de buurvrouw zou gaan. Ik had een raam openstaan en hoorde dat ze tegen haar moeder zei dat ze naar mij toe zou gaan al. Ik trok snel iets aan, en ging toen door een deur tussen onze huizen in naar haar toe. Ze had allemaal boekjes, pockets, uit de zestiger jaren van een serie genaamd Jijdans, waar vrouwenverhalen en meisjesverhalen instonden. Literatuur. Ik vond het mooie boekjes. Ze had ook een dwergenklok. Ik keek naar het ding. Ze glimlachte naar me. ‘Ja, eh, ik zou die boekjes wel willen lenen, van Jijdans,’ zei ik. ‘Oh, je mag ze wel houden,’ zei ze. ‘Ik doe er toch niks meer mee. Ze staan daar maar te staan.’ Ik was er dolgelukkig mee, en omhelsde haar. ‘Oh sorry,’ zei ik. ‘Ik vergat dat er nog verf op m’n kleding zat.’ ‘Geeft niks hoor,’ zei ze. ‘Heb je weer veel lopen schilderen ?’ Ik knikte. ‘Schilderen is mijn lust en leven, wild en woest. Maar nu zou ik wel weer wat meer willen lezen en schrijven.’ ‘Lezen en schrijven ?’ zei ze. ‘Goed idee. Wat vind je van mijn dwergenklok ?’ ‘Verschrikkelijk,’ zei ik. ‘Wel inspirerend, maar het lijkt wel een spookklok.’ ‘Dat is het ook,’ zei ze. ‘Het maakt hele vreemde geluiden. Door dwergen gemaakt. Het was een erfenis.’ ‘Kun je er wel van slapen ?’ vroeg ik. ‘Nee, eigenlijk niet,’ zei ze. ‘Het is nogal een storend ding.’ ‘Maar waarom houdt je het dan nog ?’ vroeg ik. ‘Tja, een erfenis, he, ik kan het niet zomaar wegdoen. Herinneringen,’ zei ze. ‘Goede of slechte herinneringen,’ vroeg ik. ‘Slecht,’ zei ze, ‘zeer slecht.’ ‘Wegdoen dat ding,’ zei ik. ‘Verkopen kan ook.’ ‘Ik wil het niemand aandoen,’ zei ze. ‘Ik houd het ding liever hier. Dan is iedereen er veilig tegen.’ Ik stond voor een raadsel. Ik zou haar graag willen helpen. Ze glimlachte. ‘Ik moet maar weer eens gaan,’ zei ik. ‘Maar die klok, he, die dwergenklok. Van wie was die klok ?’ ‘Van de moeder van mijn moeder, en zij had het ook weer geerfd en wilde het ook niet wegdoen,’ zei ze. ‘Ze heeft er een rotleven door gehad.’ ‘Ik vind dat zo vreemd,’ zei ik. ‘Kun je het niet beter vernietigen ? Gewoon, hup, het open haard in.’ ‘Ik heb geen open haard,’ zei ze. ‘Ik anders wel,’ zei ik. ‘Ik wil het best voor je meenemen, en dan verbranden. Dan zijn we er vanaf.’ ‘Ja, maar dan slaan de dwergen misschien terug,’ zei ze. Ik keek naar haar gezicht, wat ineens gesponnen en verkrompen was. ‘Dat gaat niet goed,’ zei ik. Ineens viel ze flauw. Ik bracht snel wat water voor haar. ‘D… die klok,’ mompelde ze. ‘Laat maar,’ zei ik. ‘Ik verbrand het wel.’ ‘Geen dank, en bedankt voor het lenen,’ zei ik. ‘Ze had de avond van haar leven.’ ‘Dat geloof ik zeker,’ zei ze. ‘Veel gedansd ?’ ‘Ja, de hele tijd,’ zei ik. ‘Ze kon niet meer stoppen.’ ‘Misschien zit er een mechanisme in waardoor je het kan uitschakelen ?’ vroeg ik. ‘Ik heb al gekeken,’ zei ze. ‘Er zit niks. Dat is het vreemde eraan. In ieder geval bedankt dat je me mijn witte jurk weer hebt teruggebracht.’

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication