3

'Ja ja,' zei de fee, 'dat zeggen ze allemaal. En toen besloot je haar maar mee te nemen naar je boot in de haven ?' 'Ja,' zei de jongen, 'misschien zou dat haar kalmeren, want ik kwam toch niet meer van haar af, en het was eindeloos.' 'Een chocolaatje had wonderen kunnen doen,' zei de fee. 'Ik begrijp het,' zei de jongen, 'het spijt me. Mag ik dan nu een chocolaatje ?' 'Zoek ze zelf maar,' zei de fee, terwijl ze haar tong uitstak naar hem. Toen vloog ze weg. 'Bah,' zei de jongen. 'Die feeën van tegenwoordig zijn nog wel erger dan meisjes.' Hij keek in een bak op een winkelschap, en zag er chocolaatjes liggen, maar je raadt het al : die waren natuurlijk eindeloos duur. 'Zie je nu wel !' riep de jongen. 'Ik word hier eindeloos bedrogen. Maar ja, niemand schijnt hier toch te zijn, en de winkelier zal alweer verdwaald zijn, dus ik neem er maar eentje.' Hij haalde de wikkel van de chocola eraf, en toen het zilveren folie en begon van het chocolaatje te eten. 'Lekker,' zei hij. 'Die fee had toch wel echt gelijk. Had ik eerder moeten doen, had ik eerder moeten doen.' Hij liep verder met zijn hoofd in de wolken. 'Chocolade is toch wel het heerlijkste wat bestaat,' zei hij. Opeens botste hij tegen een politie agent op. 'Chocolaatjes stelen, hè ?' zei de agent. 'Er was hier niemand en ik was verdwaald,' zei de jongen. 'Ik moest toch wat eten.' 'Dat zeggen ze allemaal,' zei de politie agent. 'Kom maar mee.' 'Nou, ik ben blij dat je me gevonden hebt,' zei de jongen. 'Haal me hieruit.' 'Nee, je gaat er dieper in,' zei de politie agent. 'We zijn hier niet zo gesteld op dieven.' En zo leidde de politie agent hem naar een lift, en ze gingen heel hoog. Even later kwamen ze op een hoge verdieping uit. Hier werden allemaal boeken verkocht. 'Nee, geen boeken !' riep hij. 'De fee zei dat ik op zoek moest gaan naar chocola in plaats van boeken.' 'Niks mee te maken,' zei de politie. 'En dit zijn trouwens toch chocolade boeken.' 'Dat is geen straf dan,' zei de jongen. 'Het is eindeloos duur, dus ik zou er maar niet aanzitten als ik jou was,' zei de politie agent, 'want anders ga je nog hoger het gebouw in.' 'Maar wat moet ik eten dan ?' vroeg de jongen. 'Ik heb honger. Je kunt me toch niet laten verhongeren ? Dus deze gevangenis voedt zijn gevangenen niet ?' 'Niks mee te maken,' zei de politie agent. 'Wees blij dat je nog leeft. We kunnen niet voor alles zorgen.' 'Bah, wat flauw,' zei de jongen. 'Wat een flauwe bedoening allemaal.' 'Je was toch op weg naar de haven, naar je boot ?' zei de politie agent. 'Ja, maar ik kwam iemand tegen,' zei de jongen, 'en die leidde me hier naartoe. Ik had natuurlijk nooit naar haar moeten luisteren. En nu is ze weg.' De politie agent begon hem uit te lachen. 'Dat is mijn dochter,' zei hij. 'Zij werkt voor ons. Zo krijgen we nieuwe klanten.' 'Het was een verkleinings-lift,' zei de politie. 'Nu ben je pas waar je wezen moet. Mijn andere dochter wacht op je bij de haven.' 'Vreemd,' zei de jongen weer, en liep over straat op weg naar de haven. Ergens halverwege kwam hij weer de eerste dochter van de politie agent tegen. 'Ha, ben je daar weer !' riep ze van een afstand. 'Ik heb geen tijd nu,' zei hij. 'Iemand wacht op me bij de haven.' 'Heb je een afspraakje ?' zei het meisje lachend. Toen liep ze lachend door. Bij de haven aangekomen zag de jongen een ander meisje staan. 'Ben jij de dochter van de politie agent ?' vroeg de jongen. 'Ja, hoezo ?' vroeg het meisje geirriteerd. 'Nou, ik mag toch wel wat vragen,' zei de jongen. 'Dan hoef je niet direct zo boos te doen. Je vader zei dat je me hier zou opwachten.' 'Mijn vader zegt zoveel, daar heb ik niks 'Gevangenen zul je bedoelen,' zei de jongen sip. 'Kop op,' zei de politie agent. 'Ik heb ook nog een andere dochter. Zou je die niet willen ontmoeten ?' 'Wat staat me dan te wachten ?' vroeg de jongen. 'Kom maar mee,' zei de politie agent. Weer gingen ze de lift in, en ditmaal gingen ze nog hoger. 'Hoe hoger je komt, hoe meer de winkels in elkaar overlopen, en dan is het veel kleiner.' Plotseling stond de jongen met de politie agent weer op straat, en alles was niet eindeloos meer. 'Wat vreemd,' zei de jongen.

4 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication