4

niet geaccepteerd. Ze waren als de orthodoxe zwanen in Joegoslavische grachten. Eén verkeerde beweging of een verkeerd woord, en ze vlogen je aan. Op een keer kwam hij zijn vroegere klasgenoot tegen in het winkelcentrum, maar ze hadden alweer bijna ruzie. Het ging over poppen. In die zware kerk moesten mannen met poppen spelen. Dit was preventief, want zo zouden ze van de vrouwen afblijven. Zijn vroegere klasgenoot beschuldigde hem ervan eens zijn pop te hebben gestolen of kapot gemaakt. 'Zo lang geleden,' zei hij. 'Ik kan me dat niet meer herinneren, maar als je er echt nog zo mee zit, dan gaan we nu lekker naar een poppenwinkel, en dan koop ik een nieuwe pop voor je.' En zo gebeurde het. Hij nam de jongen mee naar een poppenzaak, en kocht voor hem een hele dure en sjieke pop, in zedelijke klederdracht. De vroegere klasgenoot was daar heel blij mee, en het was direct vrede. Ze leefden in Joegoslavië, Er was geen tijd voor oorlog meer, Want de poppen marcheerden, Elke man kreeg zijn pop, opdat de vrouwen konden emanciperen. (Uit : Joegoslavische kettingbrieven, verhalenbundel, uitgave : coab) ________________________________ DE ORANJE STER – DEEL 1 De ster was gekomen, als nachtzicht in een duistere nacht. Het leek weer dag nu. De ster had een romige, gloeiende oranje rand, zo zacht. Bijna donzig. Marja en Kees keken ernaar. Ze hadden hier zo lang naar uitgezien. Ze hadden hier zo lang over gedroomd. De zon was namelijk verwoest en zo lang hadden ze in het pikkedonker geleefd. Nu was het afwachten op wat er zou gaan gebeuren. Velen reisden naar de ster, maar niemand wist nog goed wat het nu precies was. Ook Kees en Marja zouden de reis beginnen. Ze stopten hun 'Ja, maar die wiskundige berekeningen van jou die werken ook niet altijd,' zei Marja. 'Heb je daar voorbeelden van ?' vroeg Harry. 'Ach,' zei Marja, 'die berekeningen die je had gedaan over mijn zwangerschap waren interessant, maar grote onzin.' 'Ja,' zei Harry, 'maar dat was nog in de tijd van Karel Klaus. Ik liet me teveel door hem beinvloeden.' 'Karel Klaus was een genie,' zei Marja, auto vol met dekens, en daar gingen ze. De wegen waren vol met auto's. Iedereen was op zoek naar de ster. Ook Harry Achterwoud was op weg. Ergens bij een tank station kwamen ze hem tegen. 'Hey Harry,' zei Kees. Harry was heel enthousiast. Hij had al zijn papieren bij zich waarop zijn berekeningen van de ster stonden, wiskundige papieren. Hij wist ook al dat de ster zou komen, en had eigenaardige theorieen. Aandachtig luisterden Kees en Marja naar hem. 'De ster is een reis,' zei Harry. 'Wij horen niet veel van anderen die daar zijn geweest, want iedereen gaat daar naar binnen. Het is een tunnel.' 'Zouden ze nog in leven zijn ?' vroeg Marja zich af. 'Ach natuurlijk,' zei Harry. 'Het is een dimensionale overgang.' 'Ik ben bang,' zei Marja. 'Het kan natuurlijk ook iets duisters zijn. Ik ga ervoor, maar heb mijn twijfels.' 'Twijfelen is goed, Marja,' zei Harry. 'Maar ik heb het onderzocht, en het is goed betrouwbaar. Eén van de grootste evenementen aller tijden. Mijn jongens zijn ook heel enthousiast. Ze hebben het er de hele tijd over. Het is nachtzicht, Marja.' 'maar een grote gek.' Kees begon te grinniken. 'Wat weet je verder over die ster, Harry ?' vroeg hij. Harry begon te bladeren door zijn papieren, en liet hen wat ingewikkelde tekeningen zien. Toen kwam er één of ander scheikundig verhaal waar ze niets van begrepen, maar het voelde allemaal wel wonderbaarlijk aan. Even later gingen ze weer verder. Toen ze in het bos waren met de auto begonnen ze de ster steeds beter te zien. De ster was prachtig oranje. Het had een kalmerend effect. Marja wist het nog niet. Wat moest ze nu geloven ? Maar ze wilde het wel proberen. In de verte leek het wel alsof de auto's in de ster reden. Was dit niet gewoon een natuurverschijnsel ? Na een tijdje reden zij dan ook de ster binnen. Ze konden eerst niets zien. Alles was zacht oranje. Even later reden ze een grote wildernis binnen. De auto stopte vanuit zichzelf. Kees en Marja stapten uit. Geen enkele auto kon er hier rijden. In de verte zat een gestalte van vuur op een troon van vuur. Achter de gestalte was een grote stad. De hele stoet met mensen ging richting die persoon. 'Wie zou die persoon zijn ?' vroeg Marja. Kees had geen idee. Daar zagen ze Harry weer. Die zat weer tussen zijn papieren te bladeren. 'Hey, Achterwoud,' zei Kees. 'Nu, moet je eens horen,' zei Harry. 'Die gestalte is de personificatie van de ster.' Toen volgden er weer allerlei scheikundige en natuurkundige verhalen. 'Laten we maar gewoon kijken wie of wat dat is,' zei Marja. 'Die personificatie bepaalt wie en wat in de stad komt,' zei Harry. 'Waar baseert die personificatie dat op ?' vroeg Marja.

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication