3

of die nu christelijk of islamitisch is, maar of de mens Aretaitisch of kakiaitisch is. Dat is de ware en geestelijke oorlog. Daar gaat het boek Odenlech over. De voorouders willen dat dit boek hersteld wordt. Het zal hen ook helpen. Het zal hen een veilige woonplaats geven. Het aretaisme is dus als een rivier die zowel door de islam als het christendom stroomt, en ook door het Judaisme. Het sluit dus zowel aan op de islam als het christendom, en dus het Judaisme. Hoe kun je dan een Aretaiet of Aretist zijn ? Het betekent het vlees overwinnen en ‘tot kennis komen’, aan de hand van referentie punten, want de mens is zeer vergeetachtig. Je kunt niet als een loos zieltje zeggen : ‘Oh, ik zie wel hoe het komt, want ik heb een stemmetje in mijn hoofd die mij alles ingeeft wat ik nodig heb.’ Zo wordt veel gedacht, maar zo werkt het niet. Je wordt naar de bibliotheken gezonden om boeken te lezen en om ‘kennis op te slaan’, want de mens is vergeetachtig. Vandaar dat de hemelse literatuur, het geestelijke woord, van fundamenteel belang is in het Aretisme. Je moet dus een echte boekenist zijn, een librarian, om je inventory te bouwen. Je moet leren weven met kennis, structuur te leren aanbrengen, anders zal het telkens tussen je vingers door wegglijden, en ben je in principe gewoon aan de drugs. Profetie moet dus altijd terugleiden tot het Woord, tot het Orakel, en dat is in de geestelijke wereld, maar zo mogen wij het paradijs op aarde bouwen. Dat heeft niks met de dode letter te maken, want ‘de letter doodt’, maar met het geestelijke leven, waarin je ‘leert en memoriseert’. Het is de genezing van het geestelijke geheugen, waarvoor eerst het vleselijke geheugen afgebroken moet worden. Dus laat het maar komen, al die korte termijns geheugenstoornissen, opdat je op een hoger geheugen wordt aangesloten, op het geheugen van Areta dus. Profetie zonder Woord is niks, loos. Wij zijn geroepen om bewaarders te zijn, geroepen om het geraamte van de kennis te bewaken. Profetie zonder school is niks waard, want dan bouw je op zand. Als de stormen en de wateren dan komen, dan wordt alles weggespoeld. Velen vergooien hun leven aan zo’n houding. De andere extreem is dan de volgeling van de dode letter. De mens heeft dus een hard visnet nodig, het visnet van Areta, om daar eerst door opgenomen te worden, opdat het vlees kan sterven. De mens moet dit visnet leren kennen, wat absolute noodzaak is. Profetie zonder geoefendheid, zonder volhardheid is dus waardeloos. De mens moet het hemelse referentie-kader leren kennen om zo los te komen van alle aardse en vleselijke referentie-kaders. Dat gebeurt in het Aretisme. Oefen uzelf. Leer memoriseren. Leer de hemelse referentie-punten kennen waaraan alles getoetst wordt. Leer een verzamelaar te zijn. Heb je alle zuilen ? Is je plaatje compleet ? Heb je alle missing links ? Heb je de twaalf werken van Heracles volbracht, of rust je nog op je lauweren, denk je dat alles je wel als gebraden kippetjes je in de mond zal vliegen ? Dat is ook wat de twaalf discipelen van Jezus betekenen, en de twaalf stammen. Het zijn twaalf werken. De Kakiaiet is de spijbelaar, en de Aretaiet is de harde werker. Zonder hard werk komt er niks tot stand. Wie niet zaait zal niet oogsten. Laat het harde werk je lust zijn. Dat is de enige manier om aan de heks Kakia te ontkomen. Uitgave : Rodenbergs Predikanten Fonds (RPF) ________________________________ JUICELING Juiceling was een nogal vreemde jongen die alles tegendraads deed. Ze wisten nooit zo goed wat ze met hem aan moesten, of hij nu in de gevangenis moest, in een psychiatrische kliniek, of dat hij een genie was. Ze vonden hem nogal gevaarlijk, maar misschien zou dat anders worden als ze hem op een podium zouden zetten. Hij haalde gevaarlijke truken uit, ook met kinderen, maar het ging wonder boven wonder altijd goed. Hij scheen speciale krachten te hebben, maar niemand kon dat precies uitleggen hoe dat werkte. Hij kon de elementen doen uitstorten. Later kwamen ze erachter dat hij gewoon een groot gevoel voor humor had, boven het gemiddelde. Hij werd komiek, een komische figuur. Alles was dus goed op zijn pootjes terechtgekomen. Steeds meer en meer werd hij een legende, en uiteindelijk, toen hij niet meer leefde, kwam hij in een stripboek terecht. Iedereen kende hem eigenlijk alleen nog maar van de stripboeken. Een jongetje ging naar een stripboek winkel om de stripboeken van Juiceling te bemachtigen. Het waren maar drie stripboeken uit een hele oude serie. Het werd niet meer gedrukt. Het waren de nummers tien, elf en twaalf, maar nummer elf ontbrak. ‘Ja, zo kan ik het verhaal natuurlijk niet volgen,’ zei het jongetje. ‘Ik had het veel eerder moeten kopen.’ Hij keek naar de twee stripboeken die er wel waren. ‘Weet u precies waar nummer elf over gaat ?’ vroeg het jongetje aan de winkelier. ‘Pfff, ja, nou, dat weet ik niet hoor,’ zei de winkelier. ‘Er zijn wel meerdere stripboeken. Ik kan het allemaal niet meer bijhouden.’ ‘Maar heeft u het weleens gelezen vroeger ?’ vroeg het jongetje. ‘Ja, dat wel, dat wel, maar dat is al zo lang geleden.’ Het jongetje keek sip en wilde de winkel uitlopen. Maar toen zei de winkelier : ‘Ik heb nog wel een beeldje van Juiceling liggen ergens. Ik doe er niets meer mee. Dat

4 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication